Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij het kruis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij het kruis

Een zwaarbeladen Christen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De weg van Christen is gegaan langs het Huis van Uitlegger, waar hij verschillende lessen mocht ontvangen. Maar daarna moet Christen een weg inslaan die hem veel moeite kost, vooral vanwege de last die hij op zijn rug draagt.

Nog altijd drukt dat pak van zonden zijn schouders naar beneden. Hij weet niet hoe hij van dat pak verlost moet worden, ondanks alle geestelijke lessen die hij mocht ontvangen op zijn reis.

Zijn er onder de lezers die dit (her)kennen? Voor velen is dit maar vreemde taal. Zij redeneren: Als je Christus kent, dan hoef je toch van je zonden geen last meer te hebben? Maar als we zo redeneren, dan zijn we er blind voor dat we met God verzoend moeten worden. Onze Heidelbergse Catechismus leert ons zo eenvoudig, dat alleen God de genoegdoening van Christus schenkt en toerekent (Zondag 23).

Een verloste Christen

Bunyan tekent zeer eenvoudig hoe Christen van zijn pak verlost wordt. Als Christen op een wat hoger gelegen plaats komt, ziet hij een kruis staan. Aan de voet van die heuvel was een open graf. Zodra Christen bij het kruis is aangekomen, glijdt het pak van zonden van zijn schouders af en het rolt door de opening in het graf. Bunyan schrijft zo treffend in zijn droom dat hij het pak van Christen erin zag vallen ‘en ik zag het niet meer’. Met andere woorden: Bunyan zag in zijn droom dat pak niet meer op Christens schouders liggen. Dan wordt Christen zo verblijd en roept: ‘Hij heeft mij vrede gegeven door Zijn lijden en leven door Zijn dood’.

Wat een wonder als een verloren zondaar de vrucht van de kruisverdienste van Christus toegepast krijgt aan zijn ziel. Alleen door het bloed van Christus krijgt hij vrede met God en het leven voor zijn ziel. Daar zingen zij in God verblijd, aan Hem gewijd, van ’s Heeren wegen. Daar wordt het wonder van vrije genade door het geloof beleefd in de diepte van mijn verlorenheid. Dan is het zo’n eeuwig wonder dat de Heere wilde omzien naar een dode hond, zoals ik mijzelf dan waarneem.

Een vrijgesproken Christen

Terwijl Christen daar staat bij het kruis, naderen er drie blinkende gestalten. Zij groeten hem met de woorden: Vrede zij u. De eerste zegt: Uw zonden zijn u vergeven. De tweede trekt Christen zijn oude, vuile kleren uit en geeft hem nieuwe kleren. De derde zet een merkteken op zijn voorhoofd en geeft hem een verzegelde rol. Daar moet hij onderweg uit lezen en deze afgeven bij de hemelpoort.

Zakelijk en helder tekent Bunyan hier het werk van een drieënig God in de rechtvaardigmaking van een verloren zondaar. Niet van elkaar te scheiden, maar wel te onderscheiden. De eerste Persoon spreekt vrij van schuld en straf en geeft een recht op het eeuwige leven. Wat een wonder van vrije genade als een ziel die weldaad mag ontvangen en op grond van de genoegdoening van Christus met God verzoend wordt. De tweede Persoon bekleedt de ontklede zondaar met de mantel van Zijn gerechtigheid. Christus moest ontkleed aan het kruis hangen om te voldoen aan de eisen van Gods recht, om zo een mantel van gerechtigheid te bereiden voor al de Zijnen. Iedere draad van die mantel heeft (met eerbied geschreven) bloed gekost. Maar Hij heeft die bereid uit eeuwige liefde voor Zijn Vader en tot Zijn volk. Wat een wonder als die mantel dan omgehangen wordt, opdat de schande van onze naaktheid bedekt zou worden voor God.

De derde Persoon is de Heilige Geest, Die het merkteken erop zet en een verzegelde rol geeft. De Heilige Geest bevestigt deze zaken aan het hart, opdat de ziel er de heilige bate van hebben mag. Maar de Heilige Geest verzegelt ook. Ds. I. Kievit schrijft daarover: ‘De verzegeling is een waarmerk dat wij Gods eigendom zijn voor tijd en eeuwigheid. (…) Verzegelen is ook beveiligen. Ook die weldaad wordt door de verzegeling genoten en gekend op een wijze die zeer diep ingrijpt in het hart. Veilig, veilig, niemand kan ons beschadigen hoe de hel ook woedt. (…) Zo woont de Heilige Geest in mijn hart als de eeuwige Trooster’. Kennen wij die weldaad, geliefde lezer, of staan wij ernaar die te kennen?

En zie, daar staat een mens,
met schuld en vuil belaân,
De Rechter spreekt hem vrij
en ziet geen zonden aan,
De Zoon ontneemt zijn kleed
en doet Zijn mantel aan,
De Geest verzegelt hem
en doet hem veilig gaan.

(wordt vervolgd)

ds. B.J. van Boven, De Valk-Wekerom

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2019

De Saambinder | 24 Pagina's

Bij het kruis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2019

De Saambinder | 24 Pagina's