Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oorlogsveteraan Wim de Waard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oorlogsveteraan Wim de Waard

"De slag om Arnhem was één grote Chaos"

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de voormiddag van 17 september 1944 begint operatie Market Garden, waarmee de geallieerden de bruggen over Maas, Waal en midden-Rijn in handen moeten krijgen. Ook een groep Nederlandse commando's neemt deel aan de riskante onderneming. Een van hen is Wim de Waard, Engelandvaarder uit IJmuiden. Hij is ingedeeld bij de staf van generaal Urquhart, die het bevel zal voeren bij de slag om Arnhem. Maar wat een spectaculaire verrassingsaanval moest worden, eindigt in een drama. Een terugblik na vijftig jaar.

Het leven onder vreemde heersers is voor Wim de Waard uit IJmuiden onverteerbaar. Als zoon uit een groot gereformeerd gezin is hij sterk Oranjegezind opgevoed. Begin '41 bespreekt hij met zijn boezemvriend Aart Albert Homburg de mogelijkheden om naar Engeland te vluchten. Na afweging van alle plus- en minpunten besluiten ze tot een rechtstreekse overtocht. In het geheim kopen ze een buitenboordmotor en kompas en winnen informatie in bij vissers uit hun woonplaats. Een dienstkameraad van Homburg kan voor een boot zorgen. Maart '41 zijn alle voorbereidingen getroffen. In de buitenhaven van de Hoogovens ligt een vlet, die ze voor het goede doel zullen annexeren. In de nacht van zaterdag op zondag bevestigen de Engelandvaarders de buitenboordmotor aan het wankele bootje en brengen hun bescheiden bagage aan boord. Wim heeft thuis een kort briefje achtergelaten, waarin hij zijn ouders in kennis stelt van zijn vertrek.

Groene baret
Het volstrekt onzeewaardige vaartuig met z'n onervaren bemanning nadert maandagmorgen de Engelse kust. Het drietal wordt opgepikt door een Engelse torpedojager en in Harwich weer van boord gehaald. Daarvandaan reizen ze naar Londen, waar De Waard door Hare Majesteit koningin Wilhelmina het bronzen kruis krijgt opgespeld. Homburg en zijn dienstvriend worden na een intensieve training in september boven Nederland gedropt. Ze zullen in bezet gebied opdrachten uitvoeren. De Waard blijft in Engeland en wordt ingedeeld bij de Prinses Irene Brigade. Het bevalt hem daar matig. „Het was een ratjetoe en de sfeer was slecht. Je wist absoluut niet wat er van je verwacht werd." April '42 stapt hij over naar het kort ervoor opgerichte Nr. 10 Interallied Commando, dat geheel uit buitenlandse vrijwiUigers bestaat. Met manschappen van de Prinses Irene Brigade wordt ook een Nederlandse commando-eenheid gevormd. Na een zware training in het Schotse bergland behaalt De Waard de fel begeerde groene baret.

Market Garden
In dezelfde periode bereidt admiraal Mountbatten een landing op Sumatra voor. Daarbij valt zijn oog onder meer op de Nederlandse commando's. December '43 vertrekken ze alvast naar India, maar van de geplande operatie komt niets. De gealheerden besluiten dat de bevrijding van Europa voorrang moet krijgen en Mountbatten moet zijn landingsmateriaal afstaan. Het moreel van de Nederlandse commando's komt door de onzekerheid en het doelloos rondtrekken zwaar onder druk te staan. Na overleg wordt besloten dat ze zullen terugkeren naar Europa, waar ze ingezet zullen worden bij de strijd die op het continent is ontbrand. Half augustus komen ze in Liverpool aan. Een week eerder is de Prinses Irene Brigade al ingezet in Normandië. De commando's worden verdeeld over de verschillende divisies die deel zullen nemen aan operatie Market Garden. Doel van deze operatie is een snelle doorstoot naar het Roergebied. De Waard is ingedeeld bij de First British Airborne Division, die de brug bij Arnhem moet veroveren.

Wilhelmus
„Twee dagen voor vertrek kreeg je te horen wat er van je werd verwacht. Ik was toegevoegd aan het hoofdkwartier van generaal Urquhart. Mijn taak was het inwinnen van strategische gegevens via de onder-, grondse. Daarvoor hadden ze iemand nodig die Nederlands sprak. Verder kreeg je weinig informatie. Er werden nog wat foto's van Arnhem getoond. Dat was alles. We dronken onze laatste pint bier en wachtten maar af." Zondag 17 september wordt Market Garden ingezet. De Waard krijgt een plaats toebedeeld in het zweefvliegtuig dat ook Urquhart vervoert. „Boven het kanaal van Bristol werden alle gliders in formatie gebracht. Door de ruitjes kon je zo'n beetje zien waar je was. Zeeland met al z'n eilanden was redelijk te onderscheiden." De honderden zweefvliegtuigen landen op verschillende terreinen rond Arnhem. Het toestel van Urquhart en zijn staf wordt buiten Wolfheze aan de grond gezet. Lopend gaat de bemanning naar Hartenstein in Oosterbeek, het landhuis waarin de staf van veldmaarschalk Model zetelt. „Onderweg werden al een paar Duitsers gevangen genomen, die met hun meisjes zaten te vrijen. Ze waren totaal overrompeld. Door de bevolking werden we uitbundig begroet. Ik kwam in een boerenschuur terecht, waar een aantal kerkgangers bijeen was gekomen. Toen ze hoorden dat ik Nederlander was, hieven ze spontaan het Wilhelmus aan."

Falende communicatie
Hartenstein wordt zonder slag of stoot genomen. De staf van Model is hals over kop gevlucht. De middagmaaltijd staat nog op het vuur, zodat de nieuwkomers direct aan kunnen schuiven. Market Garden lijkt ook in Arnhem een succes te worden. Urquhart richt het souterrain van het voormalige hotel in als commandopost. Inmiddels hebben alle onderdelen van de Britse divisie de geplande posities ingenomen. Van vitaal belang is nu een goede communicatie, maar die blijkt in de dagen na de luchtlanding volledig te falen. Er is zelfs geen fatsoenlijke verbinding tussen het hoofdkwartier en de strijders bij de Rijnbrug, enkele kilometers verderop. Wel is duidelijk dat de Duitsers zich snel weten te herstellen en geduchte tegenstand bieden. Bij De Waard groeit de twijfel over de capaciteiten van Urquhart. „Ik kreeg totaal geen instructies en moest zelf maar zo'n beetje bepalen wat zinvol was. Via een tandarts in Oosterbeek, die telefonisch contact had met een kennis in de buurt van de brug, kwam ik wat te weten over de situatie daar. Maar de informatie van de ondergrondse werd nauwelijks serieus genomen. Op een gegeven moment besloot Urquhart zelf naar de brug te gaan, om poolshoogte te nemen, maar er was geen doorkomen aan."

Loopgraaf
Of hij in die dagen gegeten of geslapen heeft, weet de Arnhem-veteraan niet meer. De hectische dagen hebben slechts onsamenhangende afdrukken in z'n herinnering achtergelaten. Overheersend daarin is het toenemende mortiervuur van de Duitsers. Ook Hartenstein krijgt een voltreffer. De Nederlandse militair is een van de gewonden. Een granaatsplinter treft zijn hoofd. „Ik bloedde als een rund, maar er waren geen vitale delen geraakt. Het gebeurde nota bene op het moment dat we in een gedropte Engelse krant zaten te lezen hoe het er met ons voor stond. Zelf waren we verstoken van alle informatie." Na een week is duidelijk dat de operatie, die binnen 48 uur afgerond had moeten zijn, een fiasco is geworden. Aan de oorspronkelijke opdracht denkt niemand meer. De enige vraag is nu hoe te ontkomen valt aan de tang die zich langzaam sluit om de geallieerde troepen ten noorden van de Rijn. Het bruggehoofd rond Hartenstein wordt steeds kleiner. De militairen die rond het hoofdkwartier gelegerd zijn, proberen zich zo goed mogelijk te verschansen. De Waard zit met drie Engelse militairen in een loopgraaf Hij is de enige die nog over een wapen beschikt. „De toestand was hopeloos. Nauwelijks wapens, geen voedsel, geen informatie, geen leiding. Het was één grote chaos. De beloofde artilleriesteun uit Nijmegen stelde niets voor. Maar de Duitse 88-miUimeter granaten regenden neer. Daar heb ik de beschadiging van m'n gehoor aan te danken."

Hinderlaag
Als de Nederlandse militair in de vroege morgen van dinsdag 26 september een kijkje gaat nemen in de commandopost, vindt hij alleen wat gewonden op brancards en een Engelse legerarts. Het terrein rond Hartenstein is bezaaid met weggeworpen uitrustingsstukken. Ertussen liggen gesneuvelden die nog niet zijn opgehaald. De arts deelt mee dat de overigen de avond ervoor vertrokken zijn om via een wankel bruggehoofd ten westen van Arnhem de Rijn over te steken. De Waard voelt zich verraden door de leden van het hoofdkwartier. „Mijn eerste gedachte was: Waarom hebben die bastaards ons niet even gewaarschuwd? Het was voor mij niet zo moeilijk om via de ondergrondse er tussenuit te knijpen, maar daar voelde ik niet voor. Ik ben terug gegaan naar de loopgraaf en heb tegen m'n Engelse maten gezegd: „We stick together." Samen uit, samen thuis. Ze besluiten alsnog een poging te wagen om door het bos de rivier te bereiken. Ver komen ze niet. Het viertal loopt in een hinderlaag en wordt met spervuur ontvangen. De Waard krijgt een kogel door z'n rechtervoet. Een kameraad wordt in de rug getroffen.

Transport
Op een open vrachtwagen, gestookt op houtgas, worden de krijgsgevangenen van Oosterbeek naar Arnhem vervoerd. Daar staat een alternatieve ambulancetrein gereed: Een goederentrein waar wat stro in is gegooid. Als de laatste man een plaats heeft gevonden, begint de reis naar een krijgsgevangenenkamp in het Harzgebergte. Een tocht die 48 uur zal duren. Zonder sanitaire voorzieningen, zonder water, zonder medicamenten. Veel zwaargewonden halen de eindbestemming niet. De Waard heeft het voordeel dat hij nog wat ampullen morfine op zak heeft, zodat hij zichzelf een verdovende injectie kan toedienen als de pijn aan zijn voet ondraaglijk wordt. „Toen we in het kamp aankwamen, was ook daar niemand om de gewonden te verzorgen. We moesten onszelf zo'n beetje zien te redden, in het hospitaal. Van dat hospitaal moet je je niet te veel van voorstellen. Wat barakken vol kale stapelbedden. Zonder kussens, zonder lakens. Als deken kreeg je een oude Franse soldatenjas. Die had je wel nodig, want we hebben er temperaturen van 25 onder nul meegemaakt. De toiletten waren stinkende hokken zonder ramen. Omdat ik moeilijk kon lopen, was de afstand voor mij bovendien te groot. Dat gold voor meerderen. Om het pro- > bieem op te lossen, werd bij de deur een teil neergezet. Die liep aan het eind van de nacht vaak over. Een toestand was het. In het begin hadden we elke dag wel een begrafenis."

Amputeren
De kampbewoners vormen een wonderlijk allegaartje. De verschillen in nationaliteit, achtergrond en stand zijn uitgewist. Iedereen is bezig met de eerste levensbehoeften. „Er waren van die optimisten die in het waslokaal hun ondergoed en sokken probeerden te wassen. Maar het probleem was dat er geen schoon goed beschikbaar was, dus je moest wachten tot het gewassen spul weer droog was. En dat kon dagen duren. De meesten kozen er daarom voor om niet meer te wassen, maar elke avond kleerluizen te vangen. De gesprekken gingen vaak over eten. 's Nachts droomden we er zelfs van. Wat je kreeg was lang niet voldoende, 's Morgens om negen uur een mok "Ersatz-koffie", zonder suiker en melk. Om elf uur een mok waterige soep en om half twee een paar sneetjes klef brood. Daar moest je het tot de volgende dag mee doen." Onder deze omstandigheden krijgt De Waard van een legerpredikant te horen dat een scheuring is opgetreden in de Gereformeerde Kerken. „Het interesseerde me geen fluit. Je had wel andere dingen aan je hoofd. Met m'n voet bleef het tobben. Op een gegeven moment ging de wond ontsteken. Een Duitse arts wilde meteen amputeren, maar een Joegoslavische arts, ook een krijgsgevangene, stelde voor om me eerst een sulfakuur te geven. Aan die man heb ik het behoud van m'n voet te danken. Want die Duitse artsen waren vlot met amputeren."

Sigaretten
Februari '45 wordt de Nederlandse militair uit het hospitaal ontslagen. Hij probeert z'n positie in het kamp wat te verbeteren door als tolk op te treden, maar haakt af als hij merkt dat de Duitsers hem voor hun karretje willen spannen. Met gevolg dat hij wordt overgeplaatst naar een ander kamp, Stalag 357, waar de situatie zo mogelijk nog beroerder is. Daar staat tegenover dat hier een radiotoestel is binnengesmokkeld, zodat enkele kampbewoners de berichten van de BBC kunnen beluisteren. Daar maken ze aantekeningen van, die in het kamp worden verspreid. „Er waren zelfs knapen die hele kaarten hadden gemaakt, waarop werd aangegeven waar het front zich bevond. Soms zeiden ze: Jongens, hooguit nog een dag. Dan vatte je weer moed. Maar de volgende dag bleek dat ze te optimistisch waren geweest. Wel kregen we af en toe een Rode-Kruispakket. Op een gegeven moment konden we kiezen tussen voedsel en sigaretten. We kozen voor sigaretten. Ieder kreeg er 48. Dat was feest zeg. We hebben de hele nacht gerookt." 16 april 1945 krijgen de optimisten gelijk. Militairen van het Eerste Britse Leger trekken Stalag 357 binnen. „Wat er dan door je heen gaat, is niet te beschrijven. We werden allemaal geregistreerd, toen naar een transitkamp bij een vliegveld gebracht en daarvandaan met Dakota's naar Oxford overgevlogen. Je keek je ogen uit. Wat een weelde. We werden ontluisd, kregen schoon ondergoed, een nieuw uniform, een warme maaltijd. De nacht daarop droomde je voor het eerst sinds maanden niet van eten."

Hoogste offer
In juli keert de Nederlandse militair voor een maand terug naar zijn vaderland, waar hij zijn famihe in gezondheid ontmoet. Dan voegt hij zich weer bij zijn onderdeel in Engeland. Kort daarop worden de Nederlandse commando's overgeplaatst naar Bloemendaal. De Waard wordt november '46 "ontslagen wegens gebreken", zoals het in de officiële documenten heet. Zijn rechtervoet zal nooit meer goed functioneren. De afgekeurde commando begint aan een succesvolle carrière bij Shell. De dramatische dagen in Oosterbeek vervagen in zijn herinnering. Market Garden is een gepasseerd hoofdstuk. Denkt hij. Want vijftig jaar later wordt hij overmand door emoties, als hij denkt aan de prijs die daar werd betaald. Van de tienduizend militairen die ten noorden van de Rijn werden gedropt, vonden er twaalflionderd de dood. Een veelvoud werd krijgsgevangen gemaakt. „Ik heb het gehaald. Maar talloze anderen niet. Over een week zullen we weer herdenken dat jonge mensen voor de vrijheid het hoogste offer hebben gegeven. Het offer van hun leven."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 september 1994

Terdege | 84 Pagina's

Oorlogsveteraan Wim de Waard

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 september 1994

Terdege | 84 Pagina's