Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nucleaire schepen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nucleaire schepen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Even voor het bekend worden van het nieuwe kabinet, beraadslaagde enkele fracties in de Tweede Kamer over een regeling van de wettelijke aansprakelijkheid voor schade ten gevolge van kernongevallen met nucleaire schepen.

Gezien het feit, dat tijdens de behandeling de heer Van Rossum buitenslands vertoefde, voerde namens de SGP-fraktie Ds. Abma het woord.

AKKOORDVERKLARING MET ENKELE VRAGEN

Evenals de bewindslieden is onze fraktie van mening dat de regeling van de wettelijke aansprakelijkheid voor schade ten gevolge van kernongevallen met nucleaire schepen noodzakelijk is. Ondanks het feit dat ii^evolge artikel 24 het verdrag pas drie maanden na bekrachtiging door twee der staten die hebben ondertekend, waaronder ten minste één vergunninghoudende staat in de zin van het verdrag moet zijn - dit laatste is nog steeds niet het geval - in werking treedt, is onze fractie evenals de bewindslieden van mening, dat bekrachtiging dient te geschieden, om reden van het aangevoerde argument dat de Regering een beter uitgangspunt zou krijgen om andere, met name vergunningverlenende, landen te bewegen spoedig partij te worden.

Intussen vragen wij ons wel af, wat er de reden van is dat Duitsland of Italië het verdrag nog niet hebben goedgekeurd. In mijn aantekeningen zie ik wat Duitsland.betreft de Otto Hahn en wat Italië betreft Enrico Vemi staan.

Zolang nog niet één van de vergunnii^verlenende landen par-tij is geworden, zijn wij derhalve in sommige gevallen - bijvoorbeeld in het geval van de Otto Hahn - aangewezen op bilaterale overeenkomsten. Over de opstelling van een model voor bilaterale overeenkomsten vinden op het ogenblik in het kader van de NEA, het i^entschap voor Kernenergie, besprekingen plaats. Ik wil hieraan twee vragen vastknopen.

In hoeverre kan wat Nederland betreft worden volstaan met een aanpassing van de overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland over het gebruik van de Nederlandse territoriale wateren en havens door het schip Otto Hahn? In hoeverre worden thans vastgel^de bepalingen overlapt door reeds gelden bepalingen van de Kernenergiewet?

Onze fractie is echter evenals de bewindslieden van oordeel, dat een bevredigende regeling, onder meer van belang voor de bescherming van de Nederlandse conventionele schepen in volle zeeën en vreemde wateren, alsmede voor de mogelijkheid om te zijner tijd met Nederlandse nucleaire schepen aan het wereldverkeer deel te nemen, alleen kan worden verkregen door middel van een internationale overeenkomst als de onderhavige.

In verband hiermede zou onze fractie willen vernemen hoe het staat met de scheepsreactorontwikkeling bij het RCN. Zou dat eventueel kunnen betekenen, dat dit nog op een laag pitje staat?

WIJZIGING VAN HET TRADITIONELE ZEERECHT

Onze fractie gaat akkoord met het invoeren van een aansprakelijkheid, die een radicale wijzigii^ van het traditionele zeerecht inhoudt. Als beginselen van het aansprakelijkheidsrecht op het gebied van de kernenergie gelden nu immers:

1. de exploitant is absoluut, dat wil ze^en objectief of causaal aansprakelijk voor de door de reactor veroorzaakte nucleaire schade. Schuld vormt derhalve geen element van aansprakelijkheid;

2. de exploitant is exclusief aansprakelijk voor deze schade; geen ander, ook wanneer hij schuld mocht dragen, is aansprakelijk;

3. de aansprakelijkheid is beperkt tot een bepaald bedrag.

Aan deze beginselen ligt de volgende motivering ten grondslag; een kernreactor is een gevaarlijke zaak. Het zou onbillijk zijn slachtoffers van een ongeval het bewijs van schuld van de veroorzaker, zo die al te vinden zou zijn, op te l^gen. Onzekerheden en in deze materie ingewikkelde en moeilijk oplosbare twistgedingen over de schuldvraag dienen te worden vermeden. De slachtoffers moeten daarom een duidelijk aanwijsbare persoon, te weten de exploitant van de kerninstallatie, kunnen aanspreken.

Gezien de grote risico's die het varen met nucleaire schepen met zich kan brengen, is het zaak dat voorkomen wordt dat nucleaire schepen zonder vergunning worden geëxploiteerd. Reeds zijn ter zake regels en aanbevelingen neergelegd in het in 1960 herziene verdrag van Londen tot beveiligii^ van de mensenlevens op zee.

In hoeverre wordt tenslotte gewerkt aan de uitwerking van deze aanbevelii^en in die zin, dat er geen reactorschepen zullen m(^en worden gebouwd en in de vaart gebracht zonder speciale vergunning?

BEANTWOORDING DOOR DE EX-MINISTERS LANGMAN EN GROSHEIDE N. S. OTTO HAHN

Door naar ik meen de geachte afgevaardigde de heer Abma is een vraag gesteld over de overeenkomst die wij hebben gesloten met Duitsland inzake Otto Hahn. Behoeft die overeenkomst eventueel een aanpassing in verband met de inwerkingtreding van wet en verdrag? De inhoud van de overeenkomst is zodanig, dat die verwijst naar het verdrag.

Materieel behoeft er dus niets te veranderen. Formeel moet er wel het een en ander worden aangepast. Als het verdrag door Duits - land en door Nederland is geratificeerd, zijn beide staten voortaan partij bij het verdrag en gelden de regels van het verdrag. Als Duitsland dan nog geen partij is bij het verdrag, kan in verband met de inwerkingtreding van on- ze wet een formele, technische wijziging van de overeenkomst nodig zijn. Materieel zijn echter de regelingen van de overeenkomst met Duitsland gelijk aan die van het verdrag. Er wordt ook uitdrukkelijk naar het verdrag verwezen.

DE SCHEEPSREACTORONTWIK­ KELING

Mijnheer de Voorzitter! Als ik nu weer als Minister van Economische Zaken enkele vrï^en mag beantwoorden, kom ik allereerst tot de vraag van de geachte afgevaardigde de heer Abma. Hij vroeg hoe het staatmedescheepsreactorontwikkeling bij het Reactorcentrum Nederland. In 1967 heeft de Industriële Raad voor de Kernenergie advies uitgebracht over de financiering daarvan door de Nederlandse overheid. De conclusie was toen dat aan de scheepsreactor op het lijstje van projecten de geringste prioriteit zou moeten worden verleend. Het ontwikkelingswerk aan die scheepsreactor is daarna slechts op een zacht pitje doorgezet, op een zo zacht pitje dat wij op de hoogte blijven van praktijkervaringen die andere landen opdoen - bijvoorbeeld met de Otto Hahn - maar dat er van onze kant geen grott bedragen worden besteed aan het verder ontwikkelen van een scheepsreactor, eigenlijk van een drukwaterreactor in een gecondenseerde uitvoering die deze reactor eventueel ook voor gebruik aan boord van een schip geschikt zou maken.

STEMMING

De beide wetsontwerpen werden zonder hoofdelijke stemming door de Tweede Kamer aangenomen.

Ook de Eerste Kamer gaf haar fiat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 1973

De Banier | 8 Pagina's

Nucleaire schepen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 1973

De Banier | 8 Pagina's