Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Recht en krom spreken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Recht en krom spreken

Pilatus helpt als Romeinse rechter Joods vonnis uit te voeren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer het Sanhedrin Jezus ter dood heeft veroordeeld, levert het Hem over aan Pontius Pilatus. Waarom laat het Hem door de Romeinse stadhouder berechten? Wat beweegt Pilatus om Jezus, hoewel hij Hem onschuldig verklaart, toch te laten kruisigen? Veroordeelt Pilatus Jezus op grond van de Romeinse of de Joodse wet?

In Johannes 18:31 staat dat het de Joden niet geoorloofd is iemand ter dood te brengen. Op grond van deze tekst is vaak aangenomen dat het Sanhedrin, de Joodse Hoge Raad, geen bevoegdheid had om iemand ter dood te veroordelen. Alleen de Romeinse stadhouder zou een doodvonnis hebben mogen uitspreken en daarom zouden de Joodse leiders Jezus bij Pilatus hebben aangeklaagd.

BEVOEGD

Hoewel hierover geen zekerheid bestaat, is het waarschijnlijk dat de Joodse Raad in deze periode wel de bevoegdheid had om iemand ter dood te brengen. Verschillende teksten uit het Nieuwe Testament wijzen daarop. In Johannes 11:53 horen we dat het Sanhedrin besluit dat zij Jezus zal doden. Eerder was dit slechts een wens geweest (Joh.5:18), nu wordt het officieel beleid van de Hoge Raad en wordt van burgers verwacht dat zij hieraan zullen meewerken (Joh.11:57). Dat wijst erop dat zij dit executierecht hadden. Bovendien, wanneer de leiders van het volk Jezus bij Pilatus aanbrengen, wijst Pilatus de zaak terug naar het Sanhedrin en zegt dat zij Jezus zelf maar moeten doden (Joh.19:6). Pilatus zou dat niet hebben gezegd als het Sanhedrin die bevoegdheid niet had. Ook de overweging van het Sanhedrin om de apostelen ter dood te brengen (Hand.5:33), de executie van Stefanus, waarbij de getuigen de straf voltrekken (Hand. 7:58), en de vervolgingspraktijk van Saulus, die in opdracht van de Hoge Raad christenen ter dood toe vervolgd heeft (Hand.9:1, 26:10), wijzen erop dat het Sanhedrin de bevoegdheid had om een doodvonnis uit te spreken en te voltrekken.

LIST

Bij het proces van Jezus speelt waarschijnlijk een ander punt. Jezus was kort voor het Pascha opgepakt en de Joodse leiders wilde Hem snel uit de weg ruimen. Het Sanhedrin was weliswaar bevoegd om een doodvonnis uit te spreken, maar volgens de Joodse wet mocht zij dat niet op een sabbat of feestdag voltrekken. De uitspraak uit Johannes 18:31 dat het de Joden niet geoorloofd is iemand ter dood te brengen, heeft dan ook betrekking op die dag voor het Pascha. Om Jezus toch spoedig te doden, beraamt het Sanhedrin een list (Mat.26:4). Zij laat Hem berechten en executeren door de Romeinse stadhouder, die immers niet aan de Joodse wet gebonden is.

NAAR PILATUS

Zo brengen de Joodse leiders Jezus naar Pilatus. Voor hem is dit een uiterst merkwaardige situatie: Joden die zelf een landgenoot aan hem uitleveren met als doel om Hem ter dood te brengen. Pilatus probeert van deze vreemde zaak af te komen. Hij wijst de zaak terug naar het Sanhedrin (Joh.18:31). Achten zij Hem schuldig aan hun wet en willen ze Hem daarom terechtstellen? Laten zij dan maar doen wat hen goeddunkt. Het Sanhedrin weigert echter de zaak terug te nemen. Wanneer Pilatus hoort dat Jezus uit Galilea komt, wijst hij de zaak in tweede instantie door naar Herodes (Luk.23:7). Galilea viel immers niet onder de jurisdictie van Pilatus, maar onder die van Herodes Antipas. Ook Herodes zendt Jezus echter, na Hem verhoord en bespot te hebben, naar Pilatus terug. Nu er geen andere mogelijkheid meer is om onder deze zaak uit te komen, doet Pilatus uiteindelijk wat hem gevraagd wordt: rechtspreken. Hij gaat na wat de aanklacht tegen de verdachte is, onderzoekt of die aanklacht terecht is, om vervolgens het vonnis uit te spreken.

AANKLACHT

De aanklacht die het Sanhedrin tegen Jezus inbrengt is verdraaid. Het Sanhedrin had Hem op basis van de Joodse wet veroordeeld wegens godslastering. Jezus pretendeerde immers de Messias, de zoon van God te zijn (Mat.26:64). Binnen het Romeinse recht zal iemand echter niet veroordeeld worden op grond van de pretentie de Joodse Messias te zijn. De aanklacht wordt voor Pilatus dan ook omgebogen naar een politieke aanklacht die volgens de Romeinse wet wel strafbaar is. Jezus wordt aangeklaagd als een oproerkraaier die de Joden tot opstand tegen de Romeinse keizer tracht te brengen, die aanspoort om geen belasting aan Rome meer te betalen en zichzelf tot koning van de Joden wil uitroepen (Luk.23:2). Deze – valse − aanklacht zal voor de Romeinse stadhouder wel reden zijn om Hem ter dood te veroordelen.

VERHOOR

Pilatus onderzoekt de aanklacht. Is Jezus een oproerstoker die aanzet tot opstand tegen de Romeinse overheid? Hij ondervraagt Jezus of Hij inderdaad pretendeert de koning der Joden te zijn. Jezus geeft geen direct antwoord maar zegt alleen: ‘U zegt het.’ Jezus is wel koning, maar niet op de politieke manier zoals Pilatus dat bedoelt. Tot grote verwondering van Pilatus zwijgt Jezus verder. Pilatus bemerkt dat deze beschuldigde geen staatsgevaarlijke opstandeling is.

Deze indruk wordt nog versterkt door de boodschap die zijn vrouw, Claudia Procula, tijdens het verhoor tot hem zendt. Zij heeft een droom gekregen waarin Jezus’ onschuld werd betoond (Mat.27: 19). Dromen werden in die tijd als goddelijke openbaringen beschouwd en dit signaal zal door Pilatus dan ook serieus zijn genomen. Pilatus acht Jezus onschuldig en probeert Hem vrij te laten.

VRIJLATING

Op meerdere manieren tracht Pilatus Jezus vrij te krijgen. Allereerst door Hem – herhaaldelijk − onschuldig te verklaren. De leden van het Sanhedrin nemen hier echter geen genoegen mee. Zij blijven bij Pilatus aandringen om Hem ter dood te veroordelen. Dan probeert Pilatus Jezus vrij te laten door een middel dat hem juist deze dagen ter beschikking staat. Vanwege het paschafeest kan hij amnestie verlenen aan een gevangene. Het toegestroomde volk laat hij kiezen wie hij zal vrijlaten, Jezus of Barabbas, een opstandeling die kort tevoren vanwege oproer en moord gevangen was gezet. De aanwezige menigte, hiertoe opgestookt door de Joodse leiders, kiest er echter voor om Barabbas vrij te laten. Dan probeert Pilatus nog op een derde manier om Jezus vrij te krijgen. Hij veroordeelt Jezus tot een fustigatio, een geseling met een zweep. Pilatus hoopt dat de aanwezige menigte hierdoor medelijden met Hem zal krijgen. Hij toont Jezus aan het volk met stukgeslagen huid en met een bespottelijke doornenkroon en soldatenmantel. ‘Zie de mens!’ (Joh.19:5) Maar ook dit keer lukt zijn voornemen niet. Integendeel, het aanwezige volk, opgehitst door de overpriesters, schreeuwt: Kruisig Hem!

VONNIS

Pilatus zit nu in een uiterst moeilijke positie. Hij merkt hoezeer zowel de Joodse Raad, als in ieder geval een deel van het in Jeruzalem aanwezige volk Jezus dood wil hebben. In deze gespannen atmosfeer, waarin zo een oproer kan ontstaan, durft hij niet tegen de wil van het Sanhedrin en het volk in te gaan. Daarnaast staat ook zijn eigen carrière op het spel. De Joden dreigen Pilatus dat als hij Jezus vrijlaat hij geen vriend van de keizer meer is (Joh.19:12), oftewel dat zij dan bij keizer Tiberius een klacht tegen hem zullen indienen. Een dergelijke klacht kan het einde van zijn loopbaan betekenen. Onder deze druk en dreiging komt Pilatus tot een merkwaardig vonnis. Hij verklaart Jezus onschuldig voor de Romeinse wet, maar laat Hem naar de wil van de Joden kruisigen (Luk.23:22, 25). Om aan te geven dat hij zichzelf onschuldig acht aan Jezus’ dood wast hij zijn handen (Mat.27:24). Niettemin werkt deze Romeinse rechter zo mee aan de uitvoering van het vonnis van het Sanhedrin.

OPSCHRIFT

Zijn weerzin tegen deze rechtszaak laat Pilatus merken door aan Jezus’ kruis een spottend opschrift te laten bevestigen: ‘Jezus de Nazoreeër, de Koning der Joden’ (Joh.19:19). De overpriesters verzoeken Pilatus dit opschrift weg te nemen, maar dat weigert hij. Zonder dit te beseffen profeteert Pilatus hiermee een diepe waarheid. Inderdaad hangt hier een Koning, Die vanaf het kruis Zijn Koninkrijk bouwt.

Ds. D.M. Heikoop is hervormd predikant te Rijswijk (N.B.).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Recht en krom spreken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's