Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kwaliteitswijn uit de Achterhoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kwaliteitswijn uit de Achterhoek

Clemens Weenink: „We zien de vraag naar onze producten elk jaar verdubbelen''

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nieuwe druivenrassen maken wijnbouw ook in Nederland mogelijk. Door het hele land liggen inmiddels wijngaarden. Een bulkproduct zal de Nederwijn nooit worden, maar in eigen streek heeft het edele vocht zeker toekomst. „Op onze open dagen krijgen we vijfhonderd, zeshonderd bezoekers.

In strakke rijen staan de wijnstokken rond Wijndomein Besselinkschans in Lievelde. Tot vier jaar terug hield Clemens Weenink hier fokzeugen en melkkoeien. Nu is hij wijnboer. „Ik werd allergisch voor de ammoniak in de stallen”, verklaart de potige Achterhoeker. „Daarom moest ik op zoek naar wat anders.”
In overleg met echtgenote Marga koos de veeboer voor wijnbouw. Samen met andere belangstellenden uit de Achterhoek volgde hij een cursus van Wageningen Universiteit, met als docenten de wijngaardeniers Jan Oude Voshaar en Fred Lorsheijd. Die behoren tot de wijnbouwpioniers in Nederland. In 2004 begon Weenink met de aanplant van de eerste drie hectare, in 2005 kwam er nog anderhalve hectare bij. Daarmee behoort hij tot de grotere wijnboeren van Nederland.
Het totale wijnbouwareaal in de Achterhoek is inmiddels zo’n vijftig hectare. Twaalf Achterhoekse wijnbouwbedrijven, waaronder Wijndomein Besselinkschans, verenigden zich in de coöperatie Verenigde Achterhoekse Wijnbouwers. Daarnaast zijn er tien zelfstandige wijnboeren in de streek. „Vogels van allerlei pluimage. Een manager, een consultant, een gereedschapmaker…”

Wijnstube
In 2007 ging bij Weenink het laatste vee de deur uit. De opstal liet hij vernieuwen. Op het fundament van de koeienstal verrees een wijnstube annex partyboerderij. Waar eens de fokzeugen stonden, verkoopt het echtpaar nu streekproducten. De ruimte achter de wijngaardwinkel wordt de komende tijd geschikt gemaakt voor bed and breakfast. Toekomstige bezoekers kunnen er slapen in enorme wijnvaten, die Weenink speciaal voor dit doel laat maken. In een schuur achter de boerderij staan scooters en hypermoderne vierpersoons recreatiefietsen. „Van wijnbouw alleen kun je in Nederland niet leven”, zegt Weenink. „Die levert net droog brood op. Wil je ook beleg, dan moet je er iets naast doen.”
De partyboerderij wordt gebruikt voor vergaderingen, feesten, cursussen en wijnproeverijen. Jaarlijks krijgt het wijndomein in Lievelde duizenden gasten over de vloer. Bij alle evenementen wordt wijn van eigen makelij geschonken. De tien verschillende druivenrassen in de wijngaard leveren een breed assortiment op: vier rode wijnen, vier witte en twee soorten rosé. Van de pakweg 20.000 flessen die Besselinkschans jaarlijks produceert, wordt ongeveer de helft op het eigen bedrijf afgezet. De prijs van de wijn varieert van € 9,75 tot € 15,75 per fles.

Tijdgeest
In samenwerking met de VVV ontwikkelde de coöperatie van wijnbouwers een drietal fietsroutes door de Achterhoek, die langs wijndomeinen in de nieuwe wijnstreek van Nederland voeren. „Er komen nu heel veel toeristen speciaal voor de wijnbouw. De hotels hebben daar ook baat bij, dus er ontstaat steeds meer contact tussen de horeca en wijnboerderijen.”
De Achterhoekse wijnbouwcoöperatie, goed voor 75.000 tot 100.000 flessen per jaar, laat de wijn maken in een voormalig veevoederbedrijf in Winterswijk Miste. Voor de teeltbegeleiding en de wijnbereiding (vinificatie) huurden de verenigde wijnbouwers de eerste vier jaar een Zuid-Afrikaan en een Duitser in.
„Die Zuid-Afrikaan kwam vier tot zes weken naar Nederland om de wijn te maken en vier mensen binnen de coöperatie op te leiden. We hebben de taken onderling verdeeld. Ik zit in de commissie die de pr verzorgt.”

De lastigste horde voor nieuwe wijnboeren is het creëren van afzetkanalen. Te meer omdat Nederlandse wijn door de hoge arbeidskosten per definitie duur is. Toch is de vraag naar Achterhoekse wijn nu al groter dan het aanbod. „We hebben de tijdgeest een beetje mee”, beseft Weenink. „Er is een groeiende belangstelling voor producten uit de eigen streek. Mensen zijn bereid daar meer voor uit te geven. De groothandel en de retailbedrijven weten dat ook. Jaarlijks zien we de vraag naar onze producten bijna verdubbelen.”

Ervaring
Dat de Verenigde Achterhoekse Wijnboeren in korte tijd een goede wijn ontwikkelden, bewijzen de prijzen die de coöperatie won op onder andere de International Wine and Spirit Competition in Londen. De KLM heeft de streekwijn opgenomen in het assortiment voor mensen die business class vliegen.
Voor de horeca en de retail ontwikkelde de coöperatie de lijn Achterhoeks Goud en Achterhoeks Oorsprong. De blend wijnen, samengesteld uit meerdere druivensoorten, dragen Achterhoekse namen als Uut bloaz’n, Good Goan en Weerkomm’n. Inmiddels zijn de producten in alle Achterhoekse plaatsen te verkrijgen. Veel restaurants in de streek hebben de eigen wijn op de drankenkaart staan.
Bij het onderhoud van zijn wijngaard wordt Weenink bijgestaan door vijf scholieren. „Trossen wegknippen, blad plukken, boogjes maken, dat soort werk. Tot nu toe hebben we niet echt grote problemen gehad. Dankzij het feit dat we door het bundelen van de krachten mensen met ervaring konden inhuren. Moet je alles zelf uitvinden, dan duurt het jaren voor je een redelijke wijn hebt. In de agrarische sector wordt heel veel kennis van vader op zoon overgedragen. Je kijkt als kind over de schouder van je vader mee. Later gaat je vader over jouw schouder meekijken. In de wijnbouw hebben wij die lange ervaring niet. Dan is het handig als je mensen achter de hand hebt die alles al hebben meegemaakt.”

Wagenings Vuur
Jan Oude Voshaar (60) moest heel veel zelf uitvinden. Vanaf 1991 experimenteerde hij in zijn moestuin met nieuwe rassen. In 1998 plantte de voormalige statisticus, die jarenlang aan Wageningen Universiteit doceerde, een wijngaard van één hectare aan. Op landgoed De Dorskamp, aan de voet van de Wageningse Berg.
Sinds 2000 is hij er fulltime wijnboer, zijn wijngaard omvat inmiddels 2,3 hectare. De inkomsten komen vooral uit nevenactiviteiten. „Wijnproeverijen, lezingen, cursussen en wijn maken voor collega’s die de vinificatie uitbesteden. Wij hebben een eigen wijnkelder in Wageningen.”
Van de druiven uit eigen wijngaard maakt hij twee droge witte wijnen, twee rode wijnen, een rosé en Wagenings Vuur: een van druivenschillen gestookte grappa (38 procent alcohol), die drie jaar rijpt in oude eikenhouten wijnvaten. Als eerste wijnboer in Nederland produceerde hij ook verjus, sap van onrijpe druiven dat topkoks gebruiken als alternatief voor azijn.
Om wijn van hoge kwaliteit te krijgen, knipt Oude Voshaar ’s zomers het grootste deel van de trossen weg.
„Daardoor levert een hectare bij ons maar 3000 liter wijn op. Dat zou 8000 liter kunnen zijn, maar dan heb je heel waterige wijn. Wij laten maar twaalf trossen hangen in plaats van vijfentwintig tot dertig. Daardoor is de afdronk, de nasmaak van de wijn, veel beter. Je moet die dan wel zes seconden in de mond houden. Veel mensen weten dat niet, daardoor missen ze al die mooie aroma’s.”

De Wageningse wijnbouwer laat de druiven zo lang mogelijk hangen.
„Hoe rijper de druif, hoe fijner de wijn. Daarmee verhoog je wel het risico op rotte druiven. Wij oogsten met de hand en verwijderen elke rotte bes.”
Bij de oogst wordt hij geholpen door zo’n honderdvijftig vrijwilligers, die beloond worden met een fles Wageningse wijn per dag. „Als je een wijngaard begint, duurt het vier jaar eer je er inkomsten van hebt. Die periode moet je zien te overbruggen. Daarvoor heb ik het wijnabonnement bedacht.”
De abonnees betaalden 480 euro in het vooruit. Daarvoor kregen ze vijf jaar lang twaalf flessen. „Binnen een jaar hadden we tweehonderd abonnementen verkocht. Inmiddels zijn twee series abonnementen afgelopen, en denken we na over een nieuw systeem. Bijvoorbeeld het adopteren of leasen van druivenstokken. Een groot deel van de voormalige abonnees helpt nog steeds bij de pluk. Uit liefhebberij.”
Bijna de helft van de wijn van Oude Voshaar, die € 12,95 per fles kost, wordt rechtstreeks aan consumenten verkocht. Een zelfde deel door wijnwinkels in Wageningen, Bennekom en Renkum. De horeca neemt de resterende vijf tot tien procent af. Het product wordt door kenners geroemd. „Onze wijn behoort tot de top van Nederland. Elk jaar winnen we wel een paar medailles.”

Biologisch
Vanaf het begin plantte de Wageningse wijnbouwer alleen meeldauwresistente druivenrassen aan. „De klassieke rassen moet je in de zomer tien keer bespuiten met fungiciden, tegen schimmels. In Frankrijk en Duitsland zie je de wijnboer elke week met de spuit door de wijngaard rijden. Dat wilde ik niet.”
Wageningse Berg verwierf als eerste wijngaard in Nederland het EKO-keurmerk voor biologische wijn.
„We gebruiken geen kunstmest en geen chemische bestrijdingsmiddelen. Behalve fungiciden spuiten de meeste wijnboeren ook nog drie keer per jaar met herbiciden en zes keer met insecticiden. Tegen schadelijke insecten.”
Oude Voshaar weert die uit zijn wijngaard door het onkruid in de paden tussen de wijnranken niet weg te spuiten, maar te koesteren. Een ondergroei van gras, klaver en bloemen stimuleert door humusproductie het bodemleven en de bodemvruchtbaarheid. „De klavers binden stikstof, zodat je geen kunstmest nodig hebt. De bloemen trekken nuttige insecten aan, zoals roofmijten, sluipwespen, zweefvliegen, gaasvliegen en lieveheersbeestjes. Die eten de schadelijke insecten op. Daardoor heb je geen herbiciden en insecticiden meer nodig. Om de twee jaar spit ik alles om en zaai ik speciale mengsels, waardoor ik de hele zomer door bloeiende bloemen heb.”

Kennis
Zijn kennis blijft de Wageningse wijngaardenier vergroten door jaarlijkse cursussen aan wijnbouwscholen in Freiburg, Neustadt en Geisenheim. „Wat ik daar leer, vertel ik weer door tijdens de cursussen die ik geef aan collega-wijnboeren in Nederland. In de wijnbouw heb je heel veel nieuwe ontwikkelingen, op het gebied van zowel de vinificatie als de teelt. Door een bepaalde manier van snoeien kun je bijvoorbeeld bereiken dat de trossen hoger boven de grond hangen. Daardoor bevriezen ze bij nachtvorst minder snel, vangen ze meer zon en drogen ze na een regenbui sneller op. Zeker voor wijnboeren die biologisch werken, is dat heel belangrijk. In Nederland is dat zo’n dertig procent.”
Onlangs verkocht Oude Voshaar zijn onderneming aan Triple E, een kenniscentrum dat zich bezighoudt met de relatie tussen ecologie, economie en beleving. De komende tien jaar hoopt hij het werk in wijngaard en wijnkelder in loondienst voort te zetten, verlost van alle administratieve, organisatorische en commerciële taken. „Als je ervan droomt om rijk te worden van een wijngaard, kun je het beter bij die droom laten. Je moet dit doen omdat je het vreselijk leuk vindt.”
Toch verwacht de wijnbouwpionier een verdere expansie van de wijnbouw in Nederland. „Cursisten verbazen zich er vaak over dat ik openlijk mijn teelt- en keldergeheimen prijsgeef. Dan wijs ik er altijd op dat we geen concurrenten van elkaar zijn, want iedereen verkoopt vooral in zijn eigen regio. Een Nederlandse wijngaardenier heeft aan een klein afzetgebied genoeg.
Voorwaarde is wel dat je kwaliteit levert. Tot een paar jaar geleden gingen veel consumenten uitsluitend voor goedkoop. Daarin is een kentering gekomen. Van ambachtelijk bereide producten uit de eigen streek weten mensen dat ze die kunnen vertrouwen. En ze spreken tot de verbeelding. Dat geeft de bereidheid er wat meer voor te betalen. Op onze open dagen krijgen we vijfhonderd, zeshonderd bezoekers. Daar raak je al heel wat wijn aan kwijt.”

www.achterhoeksewijnbouwers.nl
www.domeinbesselinkschans.nl
www.wijngaardwageningseberg.nl

---
Wijnbouw in koude landen
De wijnbouw in Nederland heeft oude papieren. In de late Middeleeuwen werden langs de hele Maasoever druiven gekweekt. Door de kleine ijstijd, in de 16e eeuw, kwam de teelt in De Lage Landen onder druk te staan. Napoleon maakte er rigoureus een eind aan, om de economische positie van de Franse wijnboeren te beschermen.
In 1970 werd de draad weer opgepakt door Hugo Hulst, fruitteler op de Apostelhoeve, een monumentale boerderij op de Louwberg buiten Maastricht. Sindsdien rukt de wijnbouw langzaam op, ook boven de grote rivieren.
Dat is mogelijk dankzij nieuwe druivenrassen, ontstaan via kruisingen met de wilde Amerikaanse druif. Die rijpen sneller en zijn nauwelijks gevoelig voor meeldauw, een onder wijnbouwers beruchte schimmelziekte. Ook de temperatuurstijging door de klimaatverandering speelt de Nederlandse wijngaardeniers in de kaart.
Fred Lorsheijd van wijngaard De Agthuijsen in Zuidland, Jan Oude Voshaar van wijngaard Wageningse Berg in Wageningen en Stan Beurskens van Wijndomein St. Martinus in Vijlen liepen voorop in het uittesten van vroegrijpe en meeldauwtolerante druivenrassen. De Solaris rijpt zelfs in Denemarken en Zuid-Zweden goed af.
In samenwerking met het Proefstation voor de Fruitteelt, gelieerd aan Wageningen Universiteit & Researchcentrum, ontwikkelden Lorsheijd en Oude Voshaar in 2003 een cursus voor beginnende wijngaardeniers. In 1997 telde Nederland nog maar zeven wijngaarden van een hectare of meer, allemaal ten zuiden van de grote rivieren.
Anno 2011 zijn het er circa honderd, verspreid over heel Nederland.
Het totale wijnareaal in Nederland ligt momenteel op 240 hectare. De meeste wijngaarden zijn te vinden in Zuid- Limburg en de Achterhoek. Afgezet tegen de totale wijnomzet is de Nederlandse wijnbouw nog steeds verwaarloosbaar. Van de totale Nederlandse wijnconsumptie is de wijn van eigen bodem goed voor slechts 0,2 procent. De inanciële drempel voor wijnbouw blijft hoog. De aanleg van een wijngaard van 3 à 4 hectare en de inrichting van een wijnkelder vragen pakweg 400.000 euro. Inkomsten zijn er pas vanaf het vierde jaar. Bovendien is de teelt arbeidsintensief. Nederlandse wijn is alleen rendabel bij een hoge kwaliteit en in combinatie met neveninkomsten, met name agrotoerisme.

www.wijngaardeniersgilde.nl

 


Oenoloog Stan Beurskens: „Een slobberwijn zal Nederland nooit kunnen leveren, wij moeten het van de kwaliteit hebben”
Hij is al wijnbouwtechnisch ingenieur, binnenkort hoopt Stan Beurskens doctor oenoloog te zijn. De eerste in Nederland. Naast het werk voor zijn eigen wijnbouwbedrijf trekt hij het land door als adviseur. „Als iemand slechte wijn maakt, schaadt dat de naam van alle Nederlandse wijnbouwers.”

De eerste die in Nederland rode wijn maakte, was Hans Beurskens. In 1988 begon hij in het Limburgse kerkdorpje Vijlen een kleine wijngaard, die tegelijk fungeerde als proeftuin. Acht jaar later nam de toen 17 jaar oude Stan het bedrijf van zijn vader over. Onder zijn bewind groeide Wijndomein St. Martinus uit tot een van de grootste wijnbedrijven van Nederland, met elf hectare wijngaard.
De zes vaste werknemers verrichten ook onderzoek, geven cursussen en doen projecten voor de overheid.
Onder collega’s geniet Beurskens vooral bekendheid als adviseur. Na de studie procestechnologie aan de Wageningse Universiteit deed hij een master viniicatie aan de universiteiten van Wageningen, Stellenbosch in Zuid-Afrika en Geisenheim in Duitsland. Daarnaast werkte de wijnbouwtechnisch ingenieur (in het wijnjargon oenoloog) in wijngaarden in Duitsland, Spanje, Frankrijk, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland, Tasmanië en Latijns Amerika.

In 2006 begon hij een adviesbureau. Inmiddels begeleidt dat zo’n 130 wijngaardeniers in binnen- en buitenland. Zeventig daarvan bezoekt Beurskens elke twee, drie weken. De advisering betreft het totale traject, van de aanplant van nieuwe stokken tot de afzet van de wijn. „Ik ben specialist op het gebied van nieuwe rassen en klonen en de viniicatie daarvan, maar op het gebied van vermarkten heb ik inmiddels ook de nodige ervaring. Ik ben innovatief ingesteld, dus we hebben in ons bedrijf heel veel uitgeprobeerd.”

Promotie
De kennis die hij opdoet als wijngaardenier, adviseur en onderzoeker gebruikt de Nederlandse wijnbouwexpert voor zijn promotie-onderzoek, dat hem de titel doctor oenoloog moet opleveren. Promotor is prof. Hans Tramper, hoogleraar Agrotechnologie & Voedingswetenschappen in Wageningen. Twee hoogleraren uit het Duitse Neustadt en Freiburg zijn copromotor: een voor de wijnbouw en een voor de vinificatie.”
Onderwerp van de dissertatie is de wijnbouw in noordelijke gebieden.
„Welke rassen kunnen we daar het best gebruiken, hoe moeten we met gisten en enzymen omgaan? Kortom, wat moeten we doen om in deze landen de beste kwaliteit wijn te krijgen? Een goedkope slobberwijn zal Nederland nooit kunnen leveren, vanwege de hoge grondprijzen en arbeidskosten. Wij moeten het van de kwaliteit hebben. Daarom is het belangrijk dat we goed samenwerken. Als iemand slechte wijn maakt, schaadt dat de naam van alle Nederlandse wijnbouwers.”

In het algemeen kunnen de Nederlandse wijnboeren prima meekomen.
„We halen aardig wat medailles binnen. Ons bedrijf heeft al acht keer internationaal goud gewonnen.” In omvang zal de wijnbouw in Nederland een kleine bedrijfstak blijven, verwacht Beurskens. „We zitten nu op 240 hectare. Dat kan een keer 500 hectare worden, dan is het denk ik op. De Nederlandse wijn blijft een specialistisch streekproduct. Je moet als consument het verhaal erachter kennen. Hoe veel moeite het kost om die wijn te maken. Niet alleen de smaak is belangrijk, maar ook de sfeer.”

www.wijnbouwadvies.nl

 


Leren proeven in Maarn
Wijn moet niet alleen gemaakt, maar ook aan de man gebracht.
Bij voorkeur door mensen met kennis van het product. In 1974 organiseerde de Stichting Slijtersopleidingen daarom de eerste oficiële vinologencursus.
Kort daarna werd gestart met een liquoristenopleiding.
De cursussen vormden het begin van De Wijnacademie, die de vinologenopleiding aanbiedt in dorpshuis De Twee Marken in Maarn. Jaarlijks worden maximaal 140 studenten aangenomen. Het merendeel is werkzaam in de horeca, de groothandel en de slijterijwereld. Een minderheid wordt gevormd door particulieren met belangstelling voor wijn. Gedurende een jaar komen cursisten uit het hele land om de maandag naar Maarn. De totale cursus omvat negentien lesdagen. De eerste lesdag is in wijngaard Wageningse Berg van Jan Oude Voshaar, gastdocent van De Wijnacademie.
De overige cursusdagen oefenen de aankomende vinologen ’s morgens het wijnproeven, onder leiding van docent organoleptiek Frank Jacobs. Na een jaar moeten ze twaalf wijnen blind kunnen proeven. ’s Middags worden de verschillende wijngebieden behandeld, door gastdocenten. In de tussenliggende weken komen cursisten bij elkaar in proefgroepen. Hoogtepunt van de opleiding is de reis naar een wijnbouwgebied.

www.wijnacademie.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juli 2011

Terdege | 76 Pagina's

Kwaliteitswijn uit de Achterhoek

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juli 2011

Terdege | 76 Pagina's