Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus’ komst (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus’ komst (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

op geen zaak wordt in Gods Woord meer de nadruk gelegd, dan op het feit, dat de zaligheid van God uitgaat. Dat wordt onder andere gedaan door middel van de beschrijving van de mens, zoals hij geworden is door zijn diepe val. Adam nam de vrucht uit de hand van zijn vrouw en at en hij verbrak vrij- en moedwillig de band met zijn Schepper. Dat was een ontzettende zaak. Want ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven, zo had de Heere gezegd. God is heilig en kan met de zondaar, als zondaar in zichzelf, geen gemeenschap hebben. Hij aanschouwt het tegendeel van Zijn Beeld in de gevallen mens. Nu rust Zijn toom en ongenoegen op. hem, die als de kroon op de schepping volmaakt uit Zijn heilige handen is voortgekomen.-

Is er bij de mens nu een weg terug ? Nee, die is er niet! Hij zal de schuld nooit kunnen voldoen. Voor het behoud van het tijdelijke leven zullen we voor onze broeder, noch voor ons zelf, Gode zijn rantsoen niet kunnen geven. Zo zal ook niemand zich kunnen vrijkopen van de eeuwige dood. Ps. 49 : 8 en 9.

Hij zal ook niet kuimen wederkeren. We zijn van nature onder de macht der zonde. De zonde heerst over ons. Evenmin als men een rivier in zijn loop zal kimnen stuiten, of de oceaan zal kunnen dempen, zal de macht van het vlees door de mens kunnen worden gebroken. Dat is geheel verborgen voor de natuurlijke mens, die meent, dat bekering een lichte zaak is. Dat komt omdat hij de liefde mist en zijn ogen verbHnd zijn. Daarom is de uitwendige schijn hem genoeg. De levende kerk zal tot haar dood blijven bidden: Heere bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn.

Maar al zou de mens vermogen tot God weder te keren, hij wil dit niet. Hij is een vijand van God geworden. Des satans woorden: en gij zult als God zijn, hebben hem betoverd. Hij als God en dan zelf op de troon. Maar dan moet God eraf. Als hij vermocht, dan zou hij zijn handen uitstrekken om God van de troon te stoten. En wat zeggen we nu van nature ? Dan zeggen we: zo ben ik toch niet! Deze onze boze vijandschap is ook nog voor onze ogen verborgen.

Daarom staat er, dat de Heere van de hemd nedergezien heeft op de mensenkinderen, om te zien of iemand verstandig ware, die God zocht. Zij zijn allen afgeweken. Ps. 14. Er was er niet één. Want er is geen onderscheid. Rom. 3 : 22. Wij mensen maken onderscheid tussen hen, die we goed achten en tussen hen, die we als bedekt zien met de boze zweren van velerlei gebreken. Maar de Heere zag en er was niemand die Hem zocht. Ook niet één. Alle vlees is trouweloos afgeweken. Zij zijn stinkende geworden. Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods. Rom. 3 : 23. Want wij hebben tevoren beschuldigd, beiden Joden en Grieken, dat ze allen onder de zonde zijn. Rom. 3 : 9. We spreken over waarheid in het binnenste, maar als dat de mens gebeurt, ziet hij zijn beeld in Rom. 3 getekend.

O, welk een verschrikkelijke leer toch voor des mensen vlees en voor zijn hoge godsdienstige gedachten. Hoe ktmnen er nu mensen zijn, die in de tekening van zulk een toestand van de gevallen mens een vermaak hebben ? En dan zeggen sommigen: ja die mens, die moet maar naar beneden worden gehaald hé ? Dan komt het tevoorschijn, dat ons dat helemaal niet bevalt. Dat willen we met geweld ontvluchten. Het doet de goede gedachten, die we zo graag van onszelf hebben, teniet. Het dompelt ons in onze onreinheid en daar kunnen we niet mee overeind blijven. Daarom is er ook zulk een ijver om de gedachtenis van deze leer uit te roeien, of althans, zoveel als het kan, naar de achtergrond te schuiven.

Ook daar, waar het leven Gods in beginsel wordt gevonden, baart deze leer vrees en schrik. 0 wee nu onzer, want we hebben tegen God gezondigd. Zijt heilig, want Ik ben heÜig. 1 Petr. 1 : 16. Wie is er onder ons die bij een verterend vuur wonen kan. Jes. 33 : 14. Het snijdt aUe hoop op wederkeer van het vlees af. We moeten de Rechter van hemel en van aarde in handen vallen. Wie zou U niet vrezen, Heere ! Maar hoe kan het dan, dat er nu een volk is, dat een vermaak in deze leer heeft ? Dat is toch niet te begrijpen ? Nee, dat is het ook niet. Dat kan alleen, als een andere Bron en Fontein der zaligheid voor de ziel wordt geopend. Er is een weg bij God, waarin de Naam des Heeren op het allerluisterrijkst wordt verheerlijkt en waarbij God God blijft in al Zijn vlekkeloze Deugden en zulk een diep gezonken schepsel toch zalig kan worden. Daarvoor zal Zijn Naam eeuwig alleen de ere ontvangen. De ere van die Naam is het leven hunner ziel en daarom hebben ze er zulk een blijdschap en vreugde in, zulk een vereniging en vermaak, als alle roem van het vlees wordt afgetrokken en de mens als in de gracht van zijn diep verderf wordt ingedompeld, waaruit hij zichzelf nooit zal kunnen verlossen. Wie zal dat gezang bevatten, dat de gezaÜgden zingen tot in alle eeuwigheid: Gij hebt ons Gode gekocht met Uw dierbaar bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie ? Openb. 5 : 9.

Dat gezang gaat over het geheel eenzijdige Godswerk. Er staat zo geschreven, dat de Heere toe zag en er was niemand die hielp. Daarom heeft Zijn arm Hem heil beschikt. God heeft van eeuwigheid gedachten des vredes gehad over een gevallen mensengeslacht om daaruit sommigen op te rapen, om ze te herstellen naar Zijn Beeld en hun eeuwig Zijn dierbare gunst te betonen.

Hij was het. Die de hemel scheurde en nederkwam, toen Adam en Eva al bevende voor Hem vloden. O nee, ze gingen niet naar God toe, maar de Heere riep Adam en zeide: waar zijt gij ? Toen is Adam aan de weet gekomen, waar hij zich bevond. Als God niet was nedergekome»»^ en hem krachtdadig geroepen had, zou hij voor eeuwig in het verderf zijn weggezonken. Nu werd hij gemaakt tot een smekeling aan de troon der genade en uitziende naar de Verlosser.

We lezen zo, dat Eva bij de geboorte van Kaïn zei: Ik heb een man van den Heere verkregen. Er zijn er, die menen, dat Eva in de geboorte van deze zoon reeds de vervulling zag van Gods belofte van het komende Vrouwenzaad. En van deze verwachting zijn de woorden van Lamech mogehjk ook niet vreemd, toen hij bij de geboorte van Noach zei: deze zal ons troosten over ons werk en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de Heere vervloekt heeft. Gen. 5 : 29. De kerk van het Oude Testament heeft uitgezien naar de komst van de Verlosser. Zij verlangden met verheuging, opdat zij de dag van Christus zouden zien en zij hebben die dag door het geloof gezien en zijn verblijd geweest. Joh. 8 : 56.

Die dag is gekomen ! Wat dat inhoudt, staat zo helder beschreven in onze belijdenis: dat de eeuwige Zone Gods, Die waarachtig en eeuwig

'^^^^^^»^»%^*^ God is en blijft, de ware menselijke natuur uit het vlees en bloed der maagd Maria door de werking des HeÜigen Geestes aangenomen heeft. Gat. vr. 35. Hij heeft vlees en bloed van Zijn kerk aangenomen, opdat Hij door de dood teniet doen zou, degene, die het geweld des doods had, dat is de duivel. Hebr. 2 : 14, en opdat Hij alle gerechtigheid vervullen zou.

Christus is gekomen. God heeft Zijn belofte vervuld. Deze geboorte heeft plaatsgevonden in de tijd. Het is een historische gebeurtenis. Het is een gebeurtenis van het allergrootste belang. Nooit is dit werk van de Allerhoogste God teniet te doen. Deze komst heeft ook uitwendig grote zegeningen meegebracht. Wat de zegen van de

komst van Christus betekent, kunnen we zien in de blinde heidenen, weggezonken in diepe ellende. Een verbasterd nakroost teert als een doorbrenger op de schatten van een christelijke samenleving. Kan Christus ook vergeefs gekomen zijn ? Doch daarover zo de Heere wil een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Christus’ komst (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's