Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De opvoeding van onze kinderen  (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De opvoeding van onze kinderen (II)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KERK

Dat huwelijk en gezin door God ingesteld zijn, zal niemand durven of willen ontkennen. „Zeg dat niet te hard!" merkt een lezer op. Hoewel we kunnen stellen, dat onder ons lezersbestand dit nog wel erkend wordt, bemerk je toch bij jongeren een andere tendens. Er is veel veranderd in de laatste decennia. De ontwikkelingen gaan snel. En kijk maar eens om je heen in de gemeente. Er zijn jongens en meisjes die samenwonen. En dat uit trouw meelevende gezinnen. Laten we er maar f op neerkijken.

rtf^ vandaag anderen overkomt, kan *> ok ons deel zijn. 4 34 Mijie is niet zo vanzelfsprekend r vel lijkt. Het staat in de branding. En de werking van de branding bij de zee leert ons, dat daar heel wat water heen en weer gaat en onrust veroorzaken kan op het strand. Er spoelt van alles aan en de vervuiling is daar het meest zichtbaar. Zou de ontbinding van vele huwelijken en het niet meer aanvaarden van het huwelijk als een voluit bijbels gegeven niet een begin zijn van de ontbinding van de hele samenleving? In ons tweede artikel willen we nadenken over „De taak van de kerk ten opzichte van het gezin".

Het begin

Als een jongen en meisje geknield liggen in de kerk op hun huwelijksdag is dat altijd een ontroerend moment. Het huwelijk wordt bevestigd in de Naam des Heeren, waarbij de Drieënige God wordt aangeroepen. Daar ligt alles op één lijn. Aan Gods kant de Vader, Zoon en Heilige Geest. Aan onze kant de kerk en het prille huwelijk. Daar zien we ook heel duidelijk de trouw, die de Heere in Zijn verbond toont. Nemen we de Heilige Doop dan zien we dat die lijn wordt doorgetrokken. En al is ons huwelijk niet kerkelijk bevestigd dan nog kunnen we er bij de doop niet om heen dat de Heere met ons begonnen is. Via de vragen, die bij de doop gesteld worden, trek ik de lijn nog even door. Het gaat bij de opvoeding in de derde vraag om het „doen en helpen onder-

wijzen". Dus bewust in deze volgorde. De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de ouders. Maar ouders kunnen het niet alleen af. Ze hebben hulp nodig bij het Bijbels onderwijs van hun kinderen. En dan komen we bij de kerk. Voor mij ligt een artikel over „Gezin en kerk" van ds. J. van Amstel. Als we het hebben over het gezin kan ik dit artikel en het boek „Christelijk gezinsleven" waarin hij en anderen schrijven van harte aanbevelen. Het is uitgegeven bij het Boekencentrum in Den Haag en zou door ons allen gelezen moeten worden. De auteurs komen allen uit de Gereformeerde gezindte. Ik citeer ds. Van Amstel aan het begin van zijn hoofdstuk: , , Je zou het gezin een kerkje in de kerk kunnen noemen. Waar in het gezin de HEERE gevreesd en gediend wordt, gaat er een heilzame werking van uit op de kerk. Bij de huwelijksbevestiging in de kerk werd immers al gebeden dat Gods kerk gebouwd mocht worden vanuit dit nieuwe gezin! Wanneer kinderen op het erf van het verbond geboren worden, is de kerk er meteen al bij betrokken, niet alleen in de voorbede. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis (art. 34) belijden wij: Door de doop worden wij in de Kerk Gods ontvangen en van alle andere volken en vreemde godsdiensten afgezonderd. Ouders belijden bij het doopvont dat hun kinderen als lidmaten Zijner gemeente behoren gedoopt te wezen". Dit citaat geeft ons duidelijk de Bijbelse lijn aan.

Samen naar de kerk

Via een studievriend kwam ik vroeger wel eens in de Gereformeerde Kerk waartoe hij behoorde. Het viel mij steeds weer op dat daar het hele gezin bij elkaar zat. Dat trof mij.

Bij ons was dat anders. Aanvankelijk zaten mannen en vrouwen zelfs apart. Als gezin naar de kerk. Daar gaat het om. En laat het gezin, zo lang als dat mogelijk is, maar als één geheel optrekken. , , Een kerkje in de kerk". Letterlijk en figuurlijk. Elke dienst is een gezinsdienst. Laten we de kinderen maar jong meenemen naar de kerk. Hoe oud ze daarvoor moeten zijn? Dat verschilt per kind. Er zijn kinderen die moeilijk stil kunnen zitten, maar je staat soms versteld, wat ze onthouden hebben van wat er gezegd is. Geef ze ook al jong een eigen psalmboekje (Bijbeltje). Jong gewend, is oud gekend. Dat geldt ook in dit opzicht. Door niet goed de kerkbode bestudeerd te hebben, kwamen we eens in een dienst terecht waar het wat anders toeging dan wij gewend zijn. Dat is ook wel eens leerzaam. Voor de preek begon, gingen de kinderen naar de kindernevendienst. Toen heb ik nog eens bewust nagedacht over deze opzet en kwam daarbij tot de conclusie, dat dit niet verstandig is. De kinderen krijgen dan wel een eenvoudige verteUing, maar ze missen een deel van de eredienst. Van a tot z is de dienst een ononderbroken geheel. Of het dan soms niet erg moeilijk is voor de kinderen om de preek te volgen? Ongetwijfeld is dat waar. Maar er is altijd voedsel bij. Ook voor het kind. En dan ben ik blij als de dominee de kinderen ook eens nadrukkelijk noemt en een eenvoudig voorbeeld geeft om duidelijk te maken wat hij wil zeggen. Dat doet ze goed. Ze voelen er zich bij betrokken. Er kwam zelfs een gevoel van oneerbiedigheid bij me op, toen de kinderen aan het eind van de dienst (voor het gebed en de slotzang) weer terugkwamen in de dienst. Zoals kinderen dat kunnen doen: sluipend, rennend en lachend. Dat gaf het nodige rumoer. De dominee probeerde dat - wat te vergoeden door te zeggen: , , Fijn dat jullie er weer zijn. Dan kunnen we nu samen met jullie gaan danken". Toen wist ik; nee, zo moet het niet! Voor de kinderen is er ook nog de zondagsschool! Daar kunnen ze op hun ontwikkelingsniveau horen wat er in de Bijbel staat. Het is goed dat in de meeste gemeenten een hechte band is tussen kerk en zondagsschool. Zo behoort het ook te zijn.

Hier zien we ook weer een taak van de kerk. Ten aanzien van de dienst schrijft ds. Van Amstel: , , Een kinderhand is gauw gevuld en een kinderhart is snel vol. Kinderen kunnen in de kerk zó gezegend worden, dat ze graag meegaan naar de tweede dienst al zijn ze nog maar klein". Daar ligt voor de jonge kinderen vaak wel een knelpunt. Daar moeten we eerlijk in zijn. Twee diensten en de zondagsschool kan ook teveel van het goede zijn. Aan de ouders de taak om een e.v.t. keuze te maken.

Catechisatie

Denkend aan de Heihge Doop kom ik nog even terug op de uitdrukking , , in de voorzeide leer". De leer van de Kerk. De Bijbelse leer ook via de belijdenisgeschriften moeten onderwezen worden. En daar beginnen we maar jong mee. In het gezin, op school en zondagsschool wordt bijbels onderwijs gegeven. Maar de kerk heeft daar ook een taak in. In de meeste gemeenten zal dat beginnen op 12-jarige leeftijd. Dus bij het verlaten van de zondagsschool. De aansluitende lijn dus. En

daar zit vaak al een knelpunt. Juist in die fase gaat er een vrij druk leven beginnen voor het opgroeiende kind. Het gaat naar de vervolgschool en meent (helaas delen sommige ouders die mening) geen tijd te hebben om naar de catechisatie te gaan. Als we het er dan al bij laten zitten, krijgen we ze op latere leeftijd ook niet meer naar de catechisatie. Een verzuim dat grote gevolgen kan hebben. Het is juist goed dat de kinderen, die naar diverse scholen gaan, elkaar weer ontmoeten op de catechisatie. Om zo met elkaar de band te ervaren tot één gemeente te behoren.

Aan de dominee de moeilijke taak om op hun niveau iets te vertellen over de , , voorzeide leer". Dat is niet eenvoudig. Gebeurt het erg dogmatisch dan boeit het vaak niet.

Wie nog iets van zijn eigen kinderjaren onthouden en geleerd heeft, zal proberen de juiste toon te treffen en woorden te vinden, die begrepen worden. Is er in het gezin ook gebed voor de dominee, die catechisatie geeft? Of denken we maar: Als ze gaan, daar zijn we dan ook weer vanaf! In dat verband moest ik denken aan wat een zondagsschoolmeester tegen mij zei: , , Voor een gulden pas ik een uur op een kind". Hij bedoelde: Je geeft ze een gulden mee voor de zending of een ander doel en je bent er een uur vanaf. Dan kunnen de ouders ook nog even hun rust hebben. Zo mag het niet. Ook niet ten aanzien van de catechisatie. Laten we biddend met de predikant meeleven. Maar ook de kinderen wijzen op wat van hen verwacht mag worden. Praten we bij terugkomst ook wel eens over wat de dominee besproken heeft? Daar moeten we ook jong mee beginnen. Houdt het zo open mogehjk. We lopen soms te snel over de eenvoudige dingen heen en tonen zo weinig belangstelling. Dit alles zou bij de maaltijd wel regelmatig aan de orde moeten komen. Een stukje huisgodsdienst dus.

Club en vereniging

Die mogen niet in plaats van de catechisatie komen. Als het kind erg veel tijd voor de studie nodig heeft, moet de keuze op het catechisatie-uur vallen. Maar als het even kan, zou ik toch van harte een streep willen zetten onder het werk van de clubs en verenigingen. Om dat aan te bevelen. Op een speelse wijze kunnen de opgroeiende kinderen verantwoord worden bezig gehouden. De kerk draagt zorg voor dit stukje kerkewerk.

Aan het begin van het nieuwe seizoen wordt er op allerlei wijze zorg aan besteed om het verenigingswerk goed op te zetten. En daar is al heel wat organisatie aan vooraf gegaan.

Willen we het verenigingswerk en de zondagsschool goed laten functioneren dan zal er een samenwerking met de kerkeraad moeten zijn.

Het mag nooit een losstaand iets zijn. Dat vraagt om problemen. De kerkeraad is hier ook verantwoordelijk voor. Daarom moeten de leidsters en leiders met de nodige zorg gekozen worden. Ze moeten van harte achter de belijdenis staan en zelf kerkelijk meelevend zijn. Als dat niet het geval is, kunnen ze nooit goed functioneren binnen de kerkelijke gemeente.

Maar niet alleen een contact aan het begin van het winterwerk. Via de predikant, jeugdouderling of iemand, die daartoe is aangesteld, kan er regelmatig contact zijn. Dat moet er zelfs zijn, wil het verband bewaard blijven. Hebben we met elkaar ook zorg voor de schapen, die niet trouw naar de catechisatie en vereniging komen? Worden de ouders dan benaderd? Of laten we ze maar gaan? We moeten ook in dit opzicht zorg voor elkaar hebben. Toen ik onlangs een jongere wees op het verminderd kerkbezoek, werd de opmerking gemaakt: , , Ze missen je blijkbaar niet in de kerk. Niemand heeft er mij ooit naar gevraagd''. En dan is er iets mis. Te gemakkelijk laten we die zorg ook over aan de kerkeraad en hen, die leiding geven aan clubs, verenigingen en zondagsscholen.

Ook als gemeenteleden hebben we ten opzichte van elkaar onze verantwoordelijkheid. Niet om ze te gaan bepreken, want daarmee trekken we ze niet. Wel om op een verstandige en opbouwende wijze er met hen over te spreken. Misschien wel in een , , toevallige" ontmoeting. Functioneert Psalm 133 wel in de gemeente? Er moet een stukje liefdevolle zorg zijn, ook voor de jongsten in de gemeente! Om ze te laten ervaren, dat hun heil ook ons ter harte gaat. En waar die liefde woont, gebiedt de Heere Zijn zegen!

Kerkeraadsbezoek

Over dit aspect van het kerkelijk en gemeenteleven zou ik tot slot nog wat op willen merken. Let u erop, dat uw kinderen er bij kunnen zijn, als de ouderling met u de agenda pakt? Of denken we: Dat is toch niet voor de kinderen! Zij behoren er zoveel mogelijk ook bij te zijn. Jongeren en ouderen! Dat bezoek moet al vooraf een onderwerp van gesprek in het gezin zijn. De vraag wordt soms door een kind gesteld: , , Waarom komt die ouderling toch op bezoek? " Vaak ook wordt er ne-

gatief over gesproken. Zo in de geest van: Hij komt alleen maar om tegen mij te preken. Een goed huisbezoek begint met het gebed aan tafel om een zegen over het bezoek. En ook een gesprek over het doel en nut van het huisbezoek. Dit mag dan ook nooit een vorm van kerkelijke controle zijn. Dan bouw je niet als bezoekend ouderling. Het zal een opwekken moeten zijn voor de liefdedienst. Trekkend en lokkend. Anders roept het alleen maar afkeer op bij iemand, die er zelf al niet positief tegenover staat. Wel zal tijdens het gesprek de ouderling belangstellend en meelevend de zaken met de ouders moeten doorspreken. Zo nodig ook waarschuwend!

Verder zal hij zijn oor te luister moeten leggen. Luisteren is soms nog belangrijker dan spreken. Een open oor is belangrijk, ook bij het huisbezoek. Je hoort dan wat er leeft in een gezin. Dan komt men meestal ook wel met de vragen en opmerkingen, die er leven. Helaas is dat soms kritiek op wat de dominee zegt of doet of op de kerkeraad, enz. Een verstandige ambtsdrager zal daarbij geen standpunt innemen en oppassen, dat hij niet op een zijspoor terechtkomt. Het gaat om de Bijbelse lijn van bekering en geloof en niet om bijkomstige zaken, hoewel die niet onbelangrijk zijn. Ze kunnen soms veel bederven, omdat de hoofdzaken niet meer voorop staan. En dan zijn we al op de dwaalweg.

Ook kan er belangstellend geïnformeerd worden naar de studie, de besteding van vrije tijd, enz. Dat is ook een stukje persoonlijke zorg voor de jonge gemeenteleden.

In deze tijd is het belangrijk, dat we elkaar opdragen in het gebed en met elkaar meeleven. Waar mogelijk elkaar ook vasthouden. Uiteraard zijn wij niet in staat elkaar te bekeren of bij de kerk te behouden. Dat is Gods werk. Maar de opgroeiende kinderen zullen wel ervaren of we zorg voor hun geestelijk welzijn hebben. Laten we het biddend doen. En dat zo ook uit de kindermond en die van jongeren de lof van God verteld mag worden, want daar gaat het ten diepste om in de gemeente en in het persoonlijk leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De opvoeding van onze kinderen  (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's