Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZIJN ONZE GOEDE WERKEN DREK?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZIJN ONZE GOEDE WERKEN DREK?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds lang ben ik abonnee van IRS, en altijd weer word ik geboeid door de diepgang, die de artikelen hebben en de krachtige overtuiging, die eruit spreekt. Thans echter de volgende vraag:

In IRS december 1991 schreef u, dat als moeder Theresa niet gekomen is tot 'gelovige overgave aan Christus', al haar werk 'drek' is en dat 'de heilige God ervan gruwt'.

Dat is krasse taal. Zeker, Paulus schrijft in Fil. 3 over zijn vroegere leven en werken. Vergeleken met zijn huidige leven met Christus noemt hij het 'vuilnis'. Maar mag je dat nu zo maar gaan veralgemeniseren? Een paar voorbeelden:

Iemand zendt een voedselpakket naar Roemenië. Dat hij daarmee niet zijn eeuwig heil verdient, weten we ook, maar toch drek? Een man die de weg naar Christus nog niet heeft gevonden, redt een kleuter met eigen levensgevaar van de verdrinkingsdood. Gruwt de heilige God daarvan? Het lijkt mij wenselijk dal u uw standpunt wat verduidelijkt.

ANTWOORD:

Ik ben blij met deze reactie, want ik had er niet bij stilgestaan dat mijn artikel ook zo zou kunnen worden opgevat.

Natuurlijk noem ik al dat verlenen van hulp, en in het algemeen: de goede merken, IN ZICHZELF geen 'drek' of 'vuilnis'. Dat wordt het pas, als wij onszelf :rbij betrekken. Want elk goed werk wordt bevlekt, doordat WIJ het doen - laat ik maar persoonlijk worden: doordat ik het doe.

échter alles wat ik doe, hoe mooi, edel en verheven het ook moge zijn, zit iets van mijn zondige 'ik'. De reden waarom ik iets doe, is nooit de loutere liefde. Ik sou dat wel willen, maar het lukt mij nooit. Ik kan mij niet losmaken van mijn 'vlees', van mijn ik-begeren, hoezeer ik ook elke vorm van zelfzucht bij mij haat ïn er wel uit zou willen branden.

Al die werken van barmhartigheid, die Jezus in het oordeel van de Zoon des mensen (Mat. 25) noemt, zijn IN ZICHZELF goed, zelfs uitstekend. Dat beaamt 3ok Paulus: "Alzo is dan de wet heilig en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed" (Rom. 7:12).

Paulus zegt van zichzelf dat hij vóór zijn bekering was "naar de rechtvaardigheid, die in de wet is, zijnde onberispelijk" (Fil. 3:6). Hij zal dus heel wat goede werken hebben verricht. Vaak zal hij mensen die in nood verkeerden, met liefde geholpen hebben.

En toch vervolgt hij: "Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht" (vers 7) "en ik acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen" (vers 8).

Paulus heeft die door zijn zondige 'ik' besmeurde goede werken vroeger als een recht op verdienste aan God aangeboden. Daardoor betekende ze 'schade' voor hem, omdat ze hem al die tijd van Christus hadden afgehouden. Hij meende immers op zijn goede werken te kunnen steunen en had Christus daarom niet nodig.

Maar sinds zijn bekering ziet hij dat het aanbieden van zijn goede werken een gruwel in de ogen van de smetteloze God moet zijn geweest. Hij weet nu dat er slechts één gerechtigheid, één goed werk, telt in Gods ogen en dat is de gerechtigheid en het goede werk van Christus. Dat is op geen enkele wijze besmet, want Christus was niet behept met een zondig 'ik'. Hij deed alles uit zuivere liefde.

En die gerechtigheid van Christus wordt ons deel, NIET door goede werken, maar door geloof. Daarom zegt hij in vers 9: "(opdat ik) in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, (namelijk) de rechtvaardigheid die uit God is door het geloof'.

Wij kunnen slechts één goed werk bij de heilige God naar voren schuiven en dat is het volmaakte werk van Christus, Zijn kruisoffer, waarvan Hij kon zeggen: "Het is volbracht". Alles wat Hij deed was volledig af, zowel IN ZICHZELF als ook in de motieven waarom Hij het deed, namelijk uit louter liefde.

Daarom worden ook wij aangenaam in Gods ogen, wanneer wij gelovig pleiten op dat volmaakte werk van Christus alleen.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

ZIJN ONZE GOEDE WERKEN DREK?

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's