Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prinses Juliana: Ben ik niet welkom?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prinses Juliana: Ben ik niet welkom?

Oranjemuseum in Baarn

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al horen de defilés bij Paleis Soestdijk tot het verleden, Baarn telt genoeg Oranjeherinneringen die een bezoek zeker waard zijn. Sinds het midden van de zeventiende eeuw hebben de Oranjes er immers hun sporen nagelaten. Een van de plaatsen waar de band met het Koninklijk Huis levend wordt gehouden is het Oranjemuseum. Een initiatief van en voor verzamelaars.

Het buurtstation Baarn, waar vroeger de bewoners van Paleis Soestdijk en hun gasten vertrokken, is nu een café annex "eethuys" De Generaal. Pal ernaast ligt het Oranjemuseum, dat sinds 1987 is gehuisvest in een vroegere loods van het smalspoortreintje Bello. Het museum beschikt over mooie stukken, zoals schilderijen, borstbeelden, een maquette van Paleis Soestdijk en een replica van de Gouden Koets. Daartussen bevinden zich ook veel snuisterijen en folklorestukjes. Vitrines met bekers, borden, onderscheidingen en lepeltjes herinneren aan hoogtijdagen uit het leven aan het Hof. Zo was de voorgeschreven kleding van de dames tijdens het feestmaal op de trouwdag van prinses Beatrix en prins Claus op 10 maart 1966 een "robe décolletée sans décorations" en van de heren "frac, plaque et cordon". Veel aandacht krijgen prinses Juliana en prins Bernhard, die als buren het museum vanaf de stichting acht jaar geleden een warm hart toedragen.

Spontane actie
„Het gouden huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard in 1987 was de aanleiding tot het ontstaan van het museum", vertelt conservator Mark Veldhuysen. „In Baarn misten we de defilés op Koninginnedag, die tot de troonsafstand van koningin Juliana voor het bordes van Paleis Soestdijk werden gehouden. Vanuit de plaatselijke Oranjevereniging ontstond de gedachte een tijdelijke tentoonstelling te houden in het museum, dat toen nog een oude loods was. Op een gegeven moment wordt mijn vader opgebeld door tvpresentatrice Tineke de Nooij, die hem uitnodigde voor haar programma. Zij had gehoord dat hij ideeën had voor de huldiging van prinses Juliana en prins Bernhard en dat er nu een tentoonstelling kwam. Mijn vader vertelde zijn verhaal, waarop Tineke zei: „Waarom begint u geen museum?" „Wij verzamelen niet", zei m'n vader, „en dan kun je ook geen museum beginnen." „Je hoeft toch niet zélf te verzamelen?", was de reactie van Tineke. „Er zijn honderden mensen die spullen op zolder hebben liggen." Dat had ze natuurlijk nooit moeten zeggen, want 's avonds direct na de uitzending begon de telefoon te rinkelen van mensen die iets wilden afstaan. We schrokken ons een hoedje. Een van de bellers was Toni Boltini, die het niet had begrepen en prins Bernhard zijn hele circus aanbood." Gesteund door zoveel bijval werkte men het plan verder uit, toog naar Den Haag voor een gesprek op het ministerie van welzijn, volksgezondheid en cultuur en sleepte een toezegging voor subsidie in de wacht.

Niet welkom?
Veldhuysen: „Halverwege de verbouwing werd de subsidie ingetrokken, omdat de toenmalige minister Brinkman wilde bezuinigen. We zaten met een half museum en zijn toen maar doorgegaan. Het heeft een vermogen gekost. Prins Bernhard hebben we gevraagd het museum te openen en dat wilde hij gelukkig. De avond voor de opening kreeg ik een telefoontje van prinses Juliana, dat zij geen aparte uitnodiging had ontvangen. Of zij niet welkom was. Natuurlijk bent u hartelijk weikom, Koninklijke Hoogheid! „Nou", zei de Prinses, „dan kom ik gezellig mee." Er kwamen vijfhonderd genodigden. Het was stampvol." In het begin hadden ze nog niet veel, bekent Veldhuysen. Nu kan hij rekenen op vijf grote en meer dan duizend kleine schenkers. Nog onlangs verwierf Veldhuysen twee portretten van de hof- en societyschilder en graficus Charles Howard Hodges (1764-1837). Het betreft de vrouw van stadhouder Willem V, prinses Wilhelmina van Pruisen, en hun dochter, prinses Frederika Louise Wilhelmina.

Royale medewerking
Het vooral 's zomers druk bezochte Oranjemuseum in Baarn draait met twaalf vrijwilligers. Het aantal bezoekers schommelt tussen de 10- a 12.000 per seizoen. Bij de rondgang door het museum valt op dat de periode vóór stadhouder Willem V schaars is vertegenwoordigd. Hetzelfde geldt voor de jongste generatie Oranjes. Oudere stukken worden steeds meer waard. Wat het laatste betreft, Veldhuysen vindt dat begrijpelijk. Verzamelaars willen die herinneringen nog niet afstaan. Daarentegen zijn de drie Oranjevorstinnen Emma, Wilhelmina en Juliana nadrukkelijk aanwezig. Veel aandacht krijgt koningin Emma, die als dank veel portretten met haar handtekening wegschonk. Het opklapbare schrijfbureautje, dat Emma op reis altijd bij zich had, kreeg Veldhuysen van een lakei. „Emma vermaakte het aan hem omdat hij het attribuut zijn hele leven trap op trap af gedragen had. Toen hij zijn einde voelde naderen, gaf de lakei het schrijftafeltje aan zijn buurman, maar drukte hem op het hart het nooit te verkopen. Toen de buurman zelfde gezegende leeftijd van 85 jaar bereikte, belde hij me op dat hij een tafeltje voor mij had. Nu was ik al eens naar Maastricht gereden voor een olieverfschilderij van Emma, dat een uitgeklapte poster van de Margriet bleek te zijn. Maar tot mijn verbazing zag ik in zijn flat dat bureautje van Emma staan. De gulle gever zei: „Na mijn dood gooien mijn kinderen het op de veiling en dan brengt het nog geld op. Neemt u het maar mee." Veldhuysen zoekt nog steeds een foto met koningin Emma aan haar secretaire.

Poppenservies
Een vroegere hofdame van Wilhelmina stond een japon aan het museum af Ook het porseleinen poppenserviesje van Wilhelmina kwam via een hofdame terecht in Baarn. Zij gaf het aan een hofdame. Toen haar vader, konmg Willem III, in 1890 overleed, werd de tienjarige Wilhelmina koningin. Haar moeder, koningin-regentes Emma, verbood haar dochter met poppen te spelen. Dat paste niet bij haar nieuwe status. De conservator attendeert ons op een enorme koninklijke standaard. Na de val van de muur sloeg een voormalige Oostduitser munt uit de vorstelijke vlag, die dienst deed bij het staatsbezoek van Emma en Wilhelmina in 1893 aan de Duitse keizer.
Van Wilhelmina treffen we verder veel voorwerpen en schilderijen aan, en een paar brieven, waaruit blijkt hoe ze werkelijk was: een warme vrouw met een levendige belangstelling voor de mensen om haar heen. In de Tweede Wereldoorlog werden Wilhelminamuntjes als teken van verzet gebruikt voor lepeltjes, ringen en armbanden. Aan prins Hendrik herinnert het Inteekenboek, zijn persoonlijk gastenboek. Elke gast die op Het Loo kwam, zette er zijn handtekening in. Als de Prins jarig was, kwamen de boswachter, het schoolhoofd en de postbode hem feliciteren. De mensen uit de streek droegen hem op handen. Hoe komt de kinderwagen van prinses Juliana in het museum? „Gekregen van een evacuée", zegt Veldhuysen trots. „Toen Arnhem moest worden geëvacueerd wegens de naderende invasie, gaf Wilhelmina vanuit Londen opdracht alle goederen die zij had laten verstoppen uit te delen aan evacueés", vertelt hij. „Daar was deze kinderwagen bij. Ik heb ook het kindermutsje van prinses Juliana gekregen."

Uniform van de Prins
De Prinses, die 30 april haar zesentachtigste verjaardag hoopt te vieren, is overigens een graag geziene gast in het museum. In 1989 opende zij de thema-tentoonstelling over Willem III & Mary. De Prins verrichtte in 1991 de opening van het nieuwe seizoen. Hij deed dat door het zetten van zijn handtekening op een foto van zichzelf in uniform met prins Philip van Engeland. Prins Bernhard stond genereus zijn generaalsuniform der vliegers in bruikleen af aan het museum. Veldhuysen: „We moeten het uniform alleen teruggeven als de Prins er in begraven wil worden. Bij de opening in 1991 vroeg de Prins: „Vertel me eens wat u nog mist." Op zo'n moment denk je: Er zijn 1001 dingen die ik graag van de Prins zou willen hebben. Het enige dat ik kon bedenken was „de koninklijke standaard op uw auto. Veel mensen vragen hoe die er uitziet." De volgende ochtend kwam de chauffeur van prins Bernhard de koninklijke vlag brengen met een briefje erbij, dat ik hem mocht houden."
Een thema-expositie over de hobby van de Prins was in voorbereiding, maar moest door zijn ziekte worden uitgesteld. Er zijn nu plannen in de zomertentoonstelling extra aandacht aan de onderscheidingen te geven. Niet de kwantiteit maar de kwaliteit is Veldhuysens grootste zorg bij het beheer van het museum. Zo zou hij graag meer originele brieven van de Oranjes in bezit willen hebben. „Dan gaat een bepaalde periode voor de bezoeker meer leven", vindt hij. De kattebelletjes van de jonge prinses Juliana had hij graag gehad, maar ze zijn voor veel geld verkocht aan een particulier. Toch is er van 21 april tot eind september een collectie originele brieven te zien van Emma, Wilhelmina en Juliana. Bij de Arbeiderspers verschijnt een boek, getiteld "Drie vorstinnen", waar deze brieven in staan afgedrukt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 april 1995

Terdege | 95 Pagina's

Prinses Juliana: Ben ik niet welkom?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 april 1995

Terdege | 95 Pagina's