Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heiliging van de rustdag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heiliging van de rustdag

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat gebiedt God in het vierde gebod? Eerstelijk, dat de kerkedienst of het predikambt en de scholen onderhouden worden, en dat ik, in soberheid op de Sabbat, dat is op de rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk kome, om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God de Heere openlijk aan te roepen, en de armen Christelijke handreiking te doen; ten andere dat ik al de dagen mijns levens van mijn boze werken ruste, de Heere door Zijn Geest in mij werken late, en alzo de eeuwige Sabbat in dit leven aanvange. Zondag 38.

De Sabbat en zijn heiliging

De Godsdienst bestaat in twee dingen, dat m.en Gods naam groot maakt en dat men Gods dienst openbaar oefent. De beoefening van de Godsdienst wordt ons voorgeschreven in het vierde gebod. Aan het vieren van de Sabbat wordt de rechte christen gekend. Exodus 13 : 13 „Gij zult evenwel Mijn Sabbatten onderhouden, want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten, opdat men wete dat Ik de HEERE ben, die u heiligt."

Hier wordt meer dan een gebód tot heiliging gegeven, namelijk een herinnering aan het oude gebruik van dit gebod en dus een ophalen van een gebod, dat in onbruik geraakt was. Als de HEERE op Sinaï dit gebod geeft, dan zegt Hij niet: Houdt de Sabbatdag of: Heiligt de Sabbatdag, maar: Gedenkt de Sabbatdag, dat gij die heiligt. Dit gebod is namelijk het oudste gebod, dat God ooit gaf. Het is gegeven voor het proefgebod in het Paradijs. Toen de mens geschapen werd op de avond van de zesde dag, was de Sabbat dus de eerste volle dag, die de mens meemaakte. De mens heeft met zijn God die dag doorgebracht. En het was ook de allereerste Sabbatdag, die de mens tegelijk met God mee beleefde. De Sabbat is dus in de schepping gegrond.

Het woord Sabbath of Schabbath is van een Hebreeuws werkwoord, dat ophouden of rusten betekent. God hield op van scheppen. God rustte van scheppen. Niet dat de HEERE moede was van dat werk, want Hij wordt niet moede of mat. Hij is de God der krachten!

Nu zijn daar Sabbatjaren, Sabbatmaanden, Sabbatweken en Sabbatdagen. Sabbatjaren zijn het vijftigste jaar of jubeljaar, waarin men niet mocht zaaien en oogsten, waarin men mocht eten wat het veld vanzelf droeg, zonder bearbeiding. In dit Jubeljaar gingen de slaven vrijuit en kwamen de verarmden weer in het bezit hunner familiën. Evenzo werd in elk zevende jaar de slaaf vrijgelaten en werd de vrucht des lands aan de armen gegeven. De Sabbatmaanden werden gevierd elke eerste dag van de nieuwe maand. Dan rustte men en dan werd die dag aan de Godsdienst gewijd. Tenslotte had men de Sabbatweken, die vielen met de grote feesten: Pasen, Pinksteren en Loofhuttenfeest, en dan de Sabbatdagen, die aan de Godsdienst gewijd werden. De laatste vooral was gegrond in de schepping — zoals gezegd — en die werd opnieuw gegrond in de herschepping. De Christus lag juist een Sabbat over in het graf, om de verbroken Sabbatten Zijns volks te verzoenen en Hij stond op op de N.T. Sabbat, de eerste dag der week. In de verzoening en de herschepping dus rust de N.T. Sabbatdag: Men leeft niet meer heen naar de Sabbatdag als de zevende, maar men leeft uit de Sabbatdag als de eerste dag der week.

Deze dag is heilig, gezegend en geheiligd, dus een hoge dag. Daarop mag men dus naar het gebod zelf geen werk doen, de man of de vrouw niet, de zoon en de dochter niet, de dienstknecht en de dienstmaagd niet, zelfs het vee niet, zelfs de vreemdeling in de poort niet, dat is de gast, de buitenlander, de reiziger niet. Dan mag men geen werken der dienstbaarheid doen, die op enigerlei wijze de dienst des Woords zou kunnen verhinderen. Geen enkele slaafse arbeid mag men dan doen, geen akkerwerk, geen handwerk, geen wacht houden, geen handel - drijven, geen recht spreken, geen uitreizen. Dat mag alles niet bij de hoofden der gezinnen en bij de leden der familiën. Dit alles mag niet om de Godsdienst niet te beletten, maar ook om geen ergernis te geven.

Wel mochten gedaan worden werken van noodzakelijkheid en werken van barmhartigheid, werken der liefde. Dan ook bezondigt hij zich, die nalaat of slordig is in het uitoefenen van de godsdienstige plichten, het horen van het Woord Gods en het gebruiken van de sacramenten. Men moet dus als een rechte christen leven, wil men het Sabbatsgebod houden, wèl houden. Zo is het een teken van het recht christen zijn.

Dit gebod is hoog en heilig. Want het is gegrond in de schepping èn in de herschepping door de opstanding van de Heere Jezus. Het is gegrond in Gods eigen rusten op die dag. Het is de Sabbath „des HEEREN, onzes Gods." En dat is gegrond in des HEEREN uitdrukkelijke ordinantie. De HEERE zegende hem, de HEERE heiligde hem. Tot ere en tot dienst van Hem en tot zaligheid onzer zielen.

De Sabbat en zijn vulling

Wat gebiedt God nu in dit vierde gebod? Niet alleen dat wij de Sabbat zullen heiligen, maar ook hoe wij hem zullen heiligen. Het valt op, dat de Catechismus geen gevallen leer geeft, van wat op de Sabbat vèrboden is, dan alleen dat ik al de dagen mijns levens zal rusten van mijn boze werken. De praktijk van ons Godsdienstig leven is heel sterk op een behandeling van een gevallen leer van de Sabbat gegaan. De Reformatie heeft dat niet gedaan, beducht als zij was voor een Farizeïstische levenshouding. Onze goede Rechtzinnigheid heeft altijd sterk de neiging daarheen gehad. Is de dag van God, aan God gewijd en aan Zijn dienst gewijd, daarmede niet volledig geheiligd? Vindt die dag met de heilige kerkedienst niet haar volledige vulling? „Laat ons de Rustdag wijden met psalmen tot Gods eer. 't Is goed, o Opperheer, dat w' ons in U verblijden."

Het is dan goed dat wij ons voorbereiden op die dag, vooreerst als wij naar die dag heenleven in een leven God gewijd. Zódat , niet alleen de Rustdag een dag der verlustiging in God is. Heel de week God dienen en op alle terrein des levens en in alle omstandigheden des levens God dienen. Dan wordt de Rustdag, de dag van waaruit wij leven. Dan zullen wij ons op die dag voorbereiden, onze persoon, onze ziel, onze huishouding en ons gezin. Morgen zullen wij God ontmoeten. Morgen hopen wij voor God te treden.

De kerkedienst vraagt ook opleiding van

kerkedienaars, zodat de hoogleraren en de scholen en ook de toevoer van a.s. predikanten onderhouden moet worden. Dan ook de kerkediensten — tweemaal per zondag en mogelijk ook in de week — moeten onderhouden worden. Dan ook de kerkgebouwen moeten onderhouden worden en de predikantsplaatsen.

Onderhouden de kerkedienst: Naarstig tot de gemeente Gods komen. De samenkomst in de „gemeente God!" Dat is de plaats waar 't vrome volk vergaart. Naarstig komen! Met ijver komen! Met lust komen! Het Woord Gods horen. Wij horen doorgaans dominees. Maar het Woord Gods horen. Ook niet de Goddelijke waarheden laten schuil gaan achter bevindingen en gestalten van het geestelijk leven. Het Woord Gods horen met een opmerkzaam oor en met een heilbegerig oor. Dan ook naarstig gebruiken de sacramenten. Dan ook God de Heere openlijk aanroepen. Dan ook aan de armen Christelijke handreiking doen. Een handreiking, om hen omhoog te helpen, om hen op de been te helpen.

Zo moet de kerkedienst voorzien worden van goede dienaren. Daartoe zijn nodig goede scholen, waar boven alles de christelijke religie geleerd worde aan de kinderen des volks. Voornamelijk moet hier gedacht worden aan goede scholen voor de aanstaande Evangeliedienaren. Daar zijn nodig goede en bekwame en rechtzinnige Hoogleraren, Godvruchtige mannen, die God vrezen meer dan de jury der geleerdheid. Daar moet een goede toevoer zijn van Godvruchtige jongemensen, die bescheidenheid aan ijver paren, die trouw aan bekwaamheid paren. Reeds het Oude Testament kende profetenscholen, waar de Levieten en ook wel de profeten les gaven.

De priesters mochten geen wijn of sterke drank drinken als zij tot de dienst des HEE-REN ingingen in de tabernakel. Zij moesten dus wel bestudeerd zijn en moeten ook in hun dienst naarstig studeren. Mensen die zo zonder enig Schriftonderzoek en zonder deugdelijke Schriftuitleg de kansel opgaan doen goed de Schriften der Vaderen eens wat deugdelijker te lezen, om van deze hun dwaasheid genezen te worden. Zij moeten de Schriften wel uitleggen en behoorlijk toeeigenen, opdat elk zijn bescheiden deel krijge. Men zal onderwijzend prediken, de kerkelijke tucht uitoefenen en de gemeente in het bijzonder bezoeken, om de ongeregelden te vermanen, de kleinmoedigen te troosten en om de zwakken te ondersteunen. Voorts zal elke leraar in een stille en Godzalige wandel de gemeente voorgaan. Dat dan de gemeente volge.

Wij zullen in Uw woning gaan; Ons buigen, waar Zijn troon zal staan, En bidden voor Zijn voetbank aan. Sta op tot Uwe rust, o HEER', Met d' arke van Uw sterkt' en eer.

'k Zal Sions, 'k zal der armen spijs Hier zeeg'nen op de ruimste wijs; Hier zal Ik, Mijnen naam ten prijs, De priesters met Mijn heil bekleên En 't volk doen juichen, wel te vreên.

De Sabbat en zijn gevolg

„Ten andere, dat ik al de dagen mijns levens van mijn boze werken ruste en de Heere door Zijn Geest in mij werken late."

Na die ene dag — Gods dag — volgen dan al de dagen. En in die dagen, de gewone dagen van de week en al de dagen van de week, maar ook al de dagen van heel mijn leven viere of ruste van mijn boze werken. Aflaten van mijn boze werken. Dat is de vrucht van de rechte kerkgang: onze bekering, onze bekering van onze boze werken.

Dat is nu zo echt Reformatorisch, om de bekering geheel in de heiligmaking te stellen. Niet zoals onder ons zo doorgaans pleegt te geschieden dat de bekering gezien wordt als de overgang uit de dood in het leven, als een bepaald punt in het leven. Dan noemt men de wedergeboorte de bekering en spreekt dan ook constant over bekeerd worden. En men laat de veel voorkomende uitdrukking der Schriften „zich bekeren" voor hetgeen zij is. En men laat de eis der bekering eveneens voor hetgeen die is.

Neen, het gaat hierom: „dat ik al de dagen van mijn leven aflate van mijn boze werken". Het oude woord vieren van, aflaten van, gestadig in de strijd van de dagelijkse bekering hand voor hand de zonde laten schieten, zoals men een touw doet. Alsmaar strijden tegen zijn oude kwaad, totdat men eindelijk na dit leven de overwinning bekome. Dat nu is Sabbatszegen, dat is gestadige Sabbatszegen. Zo van Sabbat tot Sabbat. Men is van de zonde zomaar niet los. En dat is zo met de zonde — dat zijn boze werken. Van mijn boze werken rusten!

De uitdrukking: „De Heere door Zijn Geest in mij laten werken" staat hier ook in de heiligmaking, meer als vrucht van de prediking na de prediking dan tijdens de prediking. Dat is zo doorgaans de regel, dat de Heilige Geest nawerkt op de prediking, als die mee naar huis genomen wordt, als die overdacht wordt. Dan werkt de Heilige Geest 't gehoorde Woord in in het hart. Dan werkt de Heilige Geest door met het gehoorde Woord. Er valt veeltijds meer zegen na de preek dan onder de preek. Dat noemen wij „indachtig makende" genade: God door Zijn Geest in mij late werken. Dan doet iemand de deur open — laten werken — en de Heere komt binnen.

En nu tenslotte: Als dit Sabbat vieren is, dan verstaan wij ook dat wij in dit leven de eeuwige Sabbat reeds aanvangen. In zo'n geestelijke dienst, in dit vieren van de zonde, in dit werken van de Geest Gods vangt reeds de eeuwige Sabbat aan. Daar komt wat van de hemel met zijn vrede in ons. Alzo. Bekerend weg. Alzo. De Geest latend werken. Een beginsel van de eeuwige Sabbat. Een beginsel van de eeuwige vrede.

S.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1976

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De heiliging van de rustdag

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1976

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's