Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geschiedenis van een scheuring [2]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geschiedenis van een scheuring [2]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het boek Geschiedenis van een scheuring schrijft dr. M. Golverdingen over de Gereformeerde Gemeenten tussen 1950–1957. In deze publicatie gaat het overigens niet alleen over binnenkerkelijke zaken en ontstane breuken. Er is ook ruim oog voor andere zaken: beginnende CSFR; het rampenfonds n.a.v. de watersnoodramp in 1953; het zendingswerk in het kerkverband, enz. En ook voor wat er in bredere verbanden gebeurt: Hervormde kerkorde 1951; Nieuwe Bijbelvertaling; ICCC; COGG; reacties op de scheuring vanuit andere kerken e.d. Maar de hoofdinhoud van deze uitgave wordt gevormd door de gebeurtenissen van de kerkscheuring in 1953. Een verdrietig en beladen onderwerp.

In de Kerkbode van Gouda schreef dr. Steenblok nogal eens over wat samenhing met het aanbod van genade. Daarbij uitte hij ook kritiek over wat zich binnen de eigen gemeenten voordeed. Bij voorbeeld over een artikel in Daniël. Ds. A. Verhagen, de langst dienstdoende predikant, bracht er een klacht over op de kerkenraad van Gouda. Hij was niet gerust over de wijze waarop de Goudse predikant over dit onderwerp schreef. Er kwam een gesprek tussen beide predikanten te midden van de Goudse kerkenraad. De wat strak logische wijze van redeneren van Steenblok was een andere dan die van Verhagen, die meer weergaf hoe hij en anderen altijd gepreekt hadden. Aan het eind van dit lange gesprek zijn de Goudse ouderlingen van oordeel, dat er eigenlijk geen verschil is. Toch zegt Verhagen dat hij de zaak aan de classis wil voorleggen. Hij blijftverontrust over het geheel van Steenbloks schrijven en denken. Laatstgenoemde merkt op dat dit gesprek daar toch geen aanleiding toe gegeven heeft. De zaak komt dus toch op de classis Rotterdam. Daar wordt een formulering gevonden zodat het punt niet verder gaat naar de Particuliere Synode.

Na Gouda ook in Kampen

Via andere lijnen wordt er ook op de classis Kampen gesproken over bestaande spanningen. De kerkenraad van Kampen, waar Verhagen predikant is, vraagt aandacht voor het polariserend schrijven in de kerkelijke pers. Men wenst dat dit aan banden gelegd wordt. Men doelt kennelijk op artikelen van Steenblok in de kerkbode van Gouda, die inmiddels landelijke bekendheid had. Onverwacht verschijnt Steenblok op deze classisvergadering en neemt aan de besprekingen deel. Volgens hem kunnen zaken in onderlinge bespreking worden opgelost. Het punt wordt wel doorgezonden, maar krijgt op de Particuliere Synode nauwelijks aandacht.

Op de volgende vergadering van de classis Kampen is er een klacht van Gouda tegen de opvattingen van Verhagen over het aanbod van genade. Tijdens de bespreking is de verwoording door ouderling Huisman van Gouda zodanig dat Verhagen geheel verrast is. Dit is de formulering zoals hij deze steeds heeft voorgestaan. De classis brengt dan ook een en ander onder woorden waaruit lijkt dat er overeenstemming is. Overigens schrijft Steenblok later in zijn Kerkbode naar aanleiding van deze classis weer zodanig dat wederzijdse herkenning er niet meer is.

Ook op en rond de Theologische School deden zich spanningen voor. Deze waren al ter sprake gekomen op de GS van 1950. Het curatorium kreeg toen opdracht hieraan aandacht te geven. Dat heeft men kennelijk wel gedaan. In de rapportage naar de GS van 1953 kwam hieromtrent overigens niets tot uitdrukking. Golverdingen beschrijft dat een drietal - de predikanten Aangeenbrug en Mallan en ouderling Bas - van de negen curatoren nogal dominant Steenblok in bescherming nam en diens lijn voorstond.

Op weg naar de Generale Synode

Hoewel er offcieel geen geschilpunten op de agenda stonden, is wel duidelijk dat men in spanningsvolle en gepolariseerde toestand naar de Generale Synode van 1953 ging. In de aanloop naar deze landelijke synode is er helaas een voorbespreking geweest in Zeist Men heeft daar in elk geval gesproken over hoe men het docentschap van Steenblok ter sprake zou brengen. Men wilde niet dat hij langer docent zou blijven. Golverdingen geeft terecht weer dat zulk vooroverleg beslist nooit mag.

Golverdingen, die heel gedocumenteerd en gedetailleerd schrijft, besteedt een paragraaf aan de afvaardiging vanuit de particuliere synodi naar deze generale synode. Gaandeweg kwam er een omslag in het kerkelijk klimaat. Er was sprake van afnemend vertrouwen in Steenblok. Men heeft ditmaal kennelijk zeer bewust de afgevaardigden gekozen met daaronder veel minder sympathisanten van Steenblok, betoogt Golverdingen. Opmerkelijk is dat Steenblok zelf niet door zijn classis en ook niet door zijn PS werd afgevaardigd. Overigens waren er ook bij de generale synoden voorafgaande aan 1953 veel wijzigingen.

Tot voorzitter van de synode wordt ds. Verhagen gekozen. Hij was dat ook geweest in 1928. Golverdingen meent ten onrechte dat hij dit niet eerder was. De nog jonge ds. A. Vergunst werd scriba.

(wordt vervolgd)

ds. P. Mulder, Geldermalsen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2016

De Saambinder | 20 Pagina's

Geschiedenis van een scheuring [2]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2016

De Saambinder | 20 Pagina's