Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Willem Frederik Laman

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Willem Frederik Laman

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dominee Willem Frederik Laman behoorde in de jaren veertig en vijftig tot de meest vooraanstaande predikanten in de Christelijke Gereformeerde Kerken. Daarbij was hij een pionier op het kerkelijk erf in Canada. Buiten zijn kerkverband bleef hij minder bekend, mede omdat zijn schriftelijke nalatenschap niet groot is. Maar in de gemeenten die Laman gediend heeft, wordt nog altijd met respect gesproken over zijn prediking en pastoraat.

Willem Frederik Laman wordt op 6 juni 1900 in de Haarlemmerstraat te Leiden geboren. Zijn ouders, Meindert Huibert Laman en Johanna Maria Elisabeth Flippo, noemen hun eersteling naar grootvader Laman.
De familie behoort tot de middenstandsklasse. In de geboorteakte van Willem Frederik wordt zijn vader koopman genoemd. Kerkelijk behoort het gezin tot de Gereformeerde Kerk, afdeling Heerengracht. De gemeente wordt in 1900 gediend door ds. J. Holster, die de kleine Willem Laman heeft gedoopt.
Na het emeritaat van ds. Holster, op 31 augustus 1902, komt op 1 maart 1903 ds. G. Wisse van Amsterdam naar de kerk aan de Heerengracht. Willem Laman kan dan nog niet weten dat die later van grote betekenis voor hem zal zijn. Ondanks de tegenstand in zijn gemeente, zet Wisse zich in voor de ineensmelting van de drie Gereformeerde Kerken in Leiden. Dat leidt tot een breuk in zijn eigen gemeente. Een deel sticht een Christelijke Gereformeerde Gemeente. Ook het gezin Laman voegt zich hierbij. Willem Laman doet er op 12 mei 1918 openbare geloofsbelijdenis.
Na de middelbare school gaat Laman aan het werk. Hij treedt in dienst van de Koninklijke Nederlandse Grofsmederij. Naast zijn werk hervat hij zijn studie en hij bereikt een hoge graad in boekhouden. Op 22-jarige leeftijd wordt hij benoemd tot onderdirecteur.

Bekering en roeping
Als 16-jarige is hij nabij de dood geweest, door een ontsteking in zijn keel. De dokter ziet het somber in. „Als hier niet gauw een wonder gebeurt, zul je de verstikkingsdood moeten sterven. Dit woord van de dokter laat Willem niet meer los. De verstikkingsdood sterven en dan onbekeerd God ontmoeten! In zijn nood roept hij tot God en de Heere hoort. Wonderlijk herstelt hij van zijn ernstige ziekte. Maar de Heere doet meer: Hij legt Zijn liefde in Willems hart. Deze uitgestorte liefde verwekt wederliefde. Op zijn twintigste jaar wordt de weg van zalig worden in Jezus Christus hem ontsloten en wil hij zich geheel en al aan de dienst van God geven. Maar hij weet het goed: een begeerte tot het ambt is nog geen roeping tot het ambt. Vijf lange jaren worstelt hij hiermee.
Inmiddels is hij in zijn gemeente zondagsschoolmeester. Ook is hij betrokken bij het evangelisatiewerk. Tijdens dit werk roept de Heere hem op 25-jarige leeftijd tot het ambt. Maar nu zijn er zo veel bezwaren! Hij staat op het punt om te trouwen. Naar een huis wordt al gezocht. Het huwelijk zal zeker acht jaar moeten worden uitgesteld! Ook is hij bijna 12 jaar in dienst bij de Koninklijke Nederlandse Grofsmederij, waar hij inmiddels een behoorlijke positie heeft verworven. Hij wordt echter geheel ingewonnen om zich aan de Heere en Zijn dienst te geven.

Opleiding
Samen met August Dubois, Antoine Marie Franssen en Willem Meijnhout wordt Willem Frederik Laman door het curatorium van de Theologische School van de Christelijke Gereformeerde Kerken op 2 september 1925 toegelaten tot de studie in Apeldoorn. Later zullen de studenten C. Smits en D.H. Biesma zich nog bij dit viertal voegen. Vijf jaar volgt student Laman de literaire opleiding, bijna drie jaar de theologische. Zijn hoogleraren zijn P.J.M. de Bruin, A. van der Heijden, F. Lengkeek, J.J. van der Schuit en G. Wisse. Vooral de laatste oefent een grote invloed op hem uit. Zijn hele leven zal professor Wisse hem tot voorbeeld blijven, in prediking en pastoraat.
Het valt voor Laman aanvankelijk niet mee om op zijn 25e jaar nog met een bijna achtjarige theologische opleiding te beginnen. Bij zijn 25-jarig ambtsjubileum, op 30 oktober 1957, vertelt hij dat hij eens in de Hoofdstraat in Apeldoorn liep en de binnenprater tot hem zei: „Wil jij nog geloven dat God jou heeft geroepen en afgezonderd om straks Zijn dienstknecht te zijn? Dan zou de studie wel vlotter gaan en zou je deze tegenslagen in je leven niet ervaren! Als reflex hierop was er de begeerte in zijn hart dat, als hij zich eens aan zijn eerste gemeente zou verbinden, zijn intredetekst Johannes 3 vers 30 zou zijn: „Hij moet wassen, maar ik minder worden. Deze tekst zou als een rode draad door heel zijn verdere leven blijven lopen.

Predikant
Op 8 juli 1932 wordt kandidaat W.F. Laman, met vijf medestudenten, beroepbaar gesteld. Van de elf beroepen neemt hij dat naar Middelharnis aan. Na op 26 oktober te zijn gehuwd met Margaretha Cornelia de Vos, wordt Laman op zondagmorgen 30 oktober bevestigd in de nog jonge gemeente, die een jaar eerder uit de Gereformeerde Kerk aldaar is ontstaan. Prof. Wisse bevestigde hem met Ezechiël 33 vers 7. Ds. Laman verbindt zich aan de gemeente met de aan de Heere beloofde intreetekst. Gedurende zijn verblijf in Middelharnis verdubbelt het ledenaantal van zijn gemeente en wordt het kerkgebouw vergroot.
Twee dagen na de mobilisatie (30 augustus 1939) neemt hij afscheid van zijn eerste liefde wegens vertrek naar Haarlem-Centrum. Hij werkt hier samen met bisschop mgr. J.P. Huybers in het kerkelijke verzet. Zij helpen joden onder te duiken in de kelder van de katholieke kerk. Op 20 juni 1944 neemt ds. Laman afscheid van Haarlem. Een week later wordt hij door ds. D. Driessen bevestigd in de gemeente van Rotterdam-West, waar hij de hongerwinter meemaakt. Tijdens de razzia van 10 en 11 november 1944 wordt een groot deel van de mannelijke leden van zijn gemeente naar Duitsland weggevoerd. Ds. Laman krijgt echter de sterke overtuiging dat zij allen op Gods tijd zullen terugkeren. Dit is ook gebeurd

Emigratiebeweging
In de Rotterdamse periode raakt ds. Laman steeds meer betrokken bij het brede kerkelijke leven. De Particuliere Synode van het Zuiden benoemt hem in 1946 in het curatorium van de Theologische School te Apeldoorn. Vanaf 1947 tot zijn emigratie in 1956 is hij tevens penningmeester. In zijn functie van president-curator bevestigt hij op 12 januari 1954 W. Kremer, J. van Genderen en B.J. Oosterhoff in het hoogleraarsambt.
Door de Generale Synode van 1947 wordt ds. Laman benoemd in het ingestelde Deputaatschap voor de eenheid van gereformeerde belijders en correspondentie met buitenlandse kerken. Ook wordt hij benoemd in het Deputaatschap inzake emigratie. Vooral de deelname in dit deputaatschap zal van ingrijpende betekenis voor zijn leven zijn. Hij komt in contact met de emigratiebeweging die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland gestalte krijgt.
Sinds de Generale Synode van 1947 is er al een correspondentieverhouding met de Rehoboth Reformed Church van Grand Rapids. Men erkent elkaars kerken en ambten en aanvaardt elkaars attestaties. Al spoedig wijzigt de corresponderende gemeente haar naam in Old Christian Reformed Church of USA. Door deze naam wordt de nauwe relatie met de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland tot uitdrukking gebracht. Vanuit Grand Rapids worden meerdere gemeenten gesticht, met name in het merengebied van Ontario in Canada. Het zijn vooral geëmigreerde christelijke gereformeerde gezinnen die zich hierbij aansluiten.

Canada
Helaas ontstaat in 1953 een scheuring in dit kerkverband. Naast de genoemde Old Christian Reformed Church of USA wordt de Free Christian Reformed Church of Canada and USA gesticht. Een gelukkig feit is dat de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland ook met dit kerkverband een correspondentieband aangaan.
In de zomer van 1955 krijgt de kerkenraad van Rotterdam-West het verzoek van deputaten om ds. Laman enige tijd af te staan voor de geestelijke verzorging aan boord van een emigrantenschip. Verder zal hij de emigranten in Canada bezoeken en voorgaan in de nieuw gestichte gemeenten. Het verzoek wordt ingewilligd. Op 15 juli 1955 schepen dominee en mevrouw Laman in aan boord van de Groote Beer van de Holland Amerika Lijn. Elke dag verzorgt de predikant een morgenwijding en avondsluiting. Ook bezoekt hij de zieken en begeleidt hij emigranten met geestelijke problemen.
Op 25 juli vindt de ontscheping in New York plaats en begint het werk aan land. Ds. Laman preekt in vrijwel alle corresponderende gemeenten in Canada en de USA, zowel van de Old als van de Free Christian Reformed Churches. Bij zijn terugkeer in Nederland vrezen velen dat een beroep zal volgen. Dat komt inderdaad, in november 1955. Van een tweetal beroepen neemt hij dat naar Hamilton in het Canadese Ontario aan. Op 16 april 1956 neemt ds. Laman afscheid van zijn 900 leden tellende gemeente van Rotterdam-West. Twee dagen later vertrekt het gezin met de Maasdam naar Canada.

Hamilton
Voor beide emigrantenkerken in Canada en de Verenigde Staten is ds. Laman van grote betekenis geweest. Hoogtepunt van zijn betrokkenheid is ongetwijfeld de hereniging van de kerkformaties op de Synode van St. Thomas, op 27 april 1961.
De gemeente van Hamilton kerkt vanaf haar ontstaan in 1953 in gehuurde kerkgebouwen van diverse kerkgenootschappen. De komst van ds. Laman versterkt de begeerte om een eigen kerk met pastorie te bezitten. Eerst wordt een bungalow gebouwd aan de Mohawk Road te Ancaster, een dorp ten zuidwesten van Hamilton. Vervolgens verrijst aan dezelfde weg een kerk. Zo veel mogelijk wordt door leden van de gemeente gedaan. Ds. Laman is achter alles de motor. Ook in het ontwerp van het gebouw draagt de predikant, die zeer gesteld is op symboliek in de kerk, zijn steentje bij.
Op 5 juli 1961 wordt de Maranatha-Church plechtig in gebruik genomen. De Maranatha-gedachte is tot uitdrukking gebracht door een stalen balk op de toren van de kerk, die als een waarschuwende vinger naar boven wijst. In de toren is de tekst gebeiteld: Surely, I come quickly. Amen (Openbaringen 22:20).
In februari 1964 ontvangt ds. Laman een beroep van de Christelijke Gereformeerde Kerk van Dordrecht-Centrum, dat hij aanneemt. Voor zijn vertrek wordt hij echter ernstig ziek. Hij overlijdt op Goede Vrijdag, op 27 maart 1964, in een ziekenhuis te Hamilton.

Prediking
De prediking van ds. Laman kan voluit getypeerd worden als schriftuurlijk-bevindelijk. Echter niet zo dat de tekst vergeestelijkt wordt en daarbij geheel ten onder gaat. Altijd blijft de betekenis van de tekst spreken, tot het einde van zijn preek.
In zijn prediking begeerde ds. Laman de drie-enige God op het hoogst te verheerlijken. Omdat het zielenheil van zijn hoorders hem zeer ter harte ging, was zijn prediking ook altijd gunnend. Theologisch was zijn prediking trinitarisch. Het werk van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest werd door hem onderscheiden verklaard. De Vader als de Uitdenker van de zaligheid, de Zoon als de Verdiener van de zaligheid en de Geest als de Toepasser van de zaligheid.
In navolging van zijn leermeester prof. Wisse was zijn prediking ook apologetisch van aard. Hij had een open oog voor de opkomende antichristelijke geest van zijn tijd. Daarbij was ds. Laman bekend om zijn stereotype uitdrukkingen, die hij vooral in de samenvatting van zijn preek gebruikte. Zo eindigde hij menige preek met het gezegde: „Aan God heb ik ééuwig genoeg; van God krijg ik nóóit genoeg. Het typeerde zijn leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 juni 1999

Terdege | 92 Pagina's

Willem Frederik Laman

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 juni 1999

Terdege | 92 Pagina's