Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Monumentenzorg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Monumentenzorg

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Buren, beschermd stadsgezicht.

„Wat een mooi doorkijkje langs die oude gevels!" , , 't Lijkt wel of de klok eeuwen teruggezet is".

Zoiets hoor je vaak als je rondwandelt in een oude binnenstad of een landelijk dorp met een historische kern. Je ervaart iets van vroegere tijden waarin onze voorouders het funktionele, het doelmatige met het schone wisten te verenigen. Een kombinatie, waarmee onze 20e eeuwse stedenbouwers bepaald moeite hebben, als je denkt aan de Bijlmermeer in Amsterdam en zoveel andere flatwijken elders.

Veel van onze oude gebouwen zijn met geschiedenis en traditie geladen, deze draad verbindt de monumenten uit de herfsttij der middeleeuwen met de gebouwen welke in de tijd van onze overgrootouders tot, stand kwamen. In onze monumentenschat leeft veel voort van de geest van ons voorgeslacht. Het zijn de stille getuigen uit de bloeitijd van de Gouden Eeuw, krijgshaftig in de kastelen, zelfbewust in de raadhuizen, ingetogen of verheven getuigend in kloosters en kerken, beschermend in poorten en stadsmuren, prachtig en rijk of sober in de woningen

In ons kleine land met 14 miljoen inwoners wordt veel gebouwd en verbouwd.

Steeds opnieuw zijn we bezig om onze woon-en werkbehuizing aan te passen aan de eisen van de tijd. Dit heeft tot gevolg dat het aanzicht van steden en dorpen regelmatig verandert. Het is een proces dat zich in feite al eeuwen lang voltrekt. Alleen gebeurt het tegenwoordig heel wat sneller dan vroeger en ook ingrijpender; dit mede door de nieuwe bouwtechnieken, het gebruik van „hardere" bouwmaterialen en niet te vergeten: de noodzakelijke verkeersvoorzieningen. Wat er desondanks nog over is aan historische stads-en dorpsbebouwing heeft een bijzondere waarde in onze bebouwde omgeving.

Een eeuw geleden ....

Tot ver in de 19e eeuw was er vrijwel geen daadwerkelijke belangstelling voor de monumentenzorg. De meest waardevolle monumenten liet men verkommeren. Ook had men de vrijmoedigheid met verbijsterende energie allerlei oude gebouwen en monumenten te slopen. Vele hiervan bestaan nog slechts, voort, op gravures of tekeningen, zoals de Mariakerk te Utrecht, de grootste en gaafste romaanse kerk die Nederland bezat en de Beurs van Hendrik de Keyzer in Amsterdam.

De Stuers signaleerde terecht, dat bijvoorbeeld aan de Abdij te Middelburg eeuwenlang allerlei timmerlieden hadden geknoeid en zich daarbij als ware vandalen gedragen. Bedenk eens dat er in 1840 drie gaanderijen van de kloostergang zijn gesloopt om de koetsier van de Commissaris des Konings het draaien van de karos van deze heer gemakkelijker te maken.

Eerste aanzet

De overheidsbemoeiing met de monumenten in Nederland dateert van 1857, toen bij het Ministerie van binnenlandse zaken een afdeling van kunsten en wetenschappen werd ingesteld.

Als eerste referendaris werd aan het hoofd hiervan geplaatst Jhr. Mr. Victor de Stuers, die met zijn artikel „Holland op zijn smalst", eind 1873 in het letterkundig tijdschrift „De Gids" geplaatst, een cri-de-coeur schreef betreffende de zorg voor onze monu-

menten en musea. Hij striemde gemeente-en kerkbesturen vlijmscherp.

„Restauratie is in Nederland een grote uitzondering; een natie, welke niet eens de monumenten die in goede staat verkeren onderhoudt, is zelden te bewegen een ruïne te herstellen", aldus De Stuers, die dan vervolgt: „En wanneer men herstelt, dan meestal zó slecht, met zoveel onkunde, dat men het verval door de vernietigende tand des tijds moet verkiezen boven de grove, barbaarse verminking, waaraan de mens zich, onder voorbehoud van restauratie schuldig maakt”.

Door dit artikel heeft De Stuers baanbrekend werk verricht ten behoeve van de monumentenzorg in ons vaderland. In vele publikaties hield hij pleidooien voor wettelijke bescherming van monumenten. Mede door zijn toedoen werden in de laatste decennia van devorige eeuw en in het begin van deze eeuw allerlei aktiviteiten ter bescherming van monumenten gestimuleerd.

Het zou echter tot 1961 duren, voordat een wettelijke regeling inzake monumenten tot stand kwam. In deze wet zijn regels opgenomen ter voorkoming van opzettelijke vernielingen en beschadigingen, het zonder vergunning afbreken en wijzigen en het onverantwoord herstellen en gebruiken van monumenten.

Hobbyisten?

Monumentenzorg is in het verleden misschien wat al te vaak gezien als een geïsoleerde aktiviteit van hobbyisten en pure amateurs. Met name in deze tijd, die niet uitblinkt in de produktie van „bouwkunst", blijkt dat monumentenzorg een essentieel onderdeel dient te zijn van het leefbaar houden en maken van onze steden en dorpen. Daarom is monumentenzorg een zaak van het hele volk.

Het besef moet tot ons allen doordringen dat het alleszins de moeite waard is iets uit het tumult van het verwoestende moderne leven te redden, zoals de op vele plaatsen in Nederland nog ongeschonden of vrijwel ongeschonden stads-en dorpsgezichten. Hierbij hoeven we heus niet alleen aan onze nationale pronkstukken te denken: de amsterdamse grachten, het Oude Delft, het Voorhout, de Dom. te Utrecht of het Raadhuis in Gouda. „Van Franeker en Sloten tot Maastricht, van Veere en Zierikzee tot Blokzijl bezit ons land, ondanks het samenzweren der sluipmoordenaars, nog een grote-reeks van de meest balsemieke beelden, simpel samengesteld uit wat huizen en huisjes, water tussen de linden op de wallekanten, een toren in 't verschiet. Een stenen boog-

Wat is een monument?

Vroeger werd het woord monument alleen gebruikt voor gedenktekens, die opgericht waren ter ere van een persoon of ter herinnering aan een historische gebeurtenis.

Sedert de vorige eeuw heeft het woord een betekenisverruiming ondergaan en werd het gebruikt voor grote oude bouwwerken, die uit een oogpunt van geschiedenis of kunst van groot belang waren.

De Monumentenwet verstaat onder een monument o.a.: alle vóór tenminste; vijftig jaar vervaardigde zaken, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun volkskundige waarde.

In ons land zijn ongeveer 40.000 monumenten van rijkswege wettelijk beschermd.

Amsterdam heeft de meeste, gevolgd door Maastricht, Middelburg en Leiden, samen goed voor een kwart van het totaal. Hun aantal zal de komende jaren groeien. Dit hangt samen met het feit, dat steeds meer gebouwen aan de leeftijdsgrens van vijftig jaar gaan voldoen en omdat andere overwegingen dan geschiedenis of kunst een rol gaan spelen bij de bepaling wat monumenten zijn.

Bijvoorbeeld: het Centraal Station in Amsterdam, het Stoomgemaal „De Cruquius" aan de Haarlemmermeer, een kolenmijn en andere monumenten van bedrijf en techniek.

Beschermd stads- of dorpsgezicht

Een aantal bouwwerken samen vormt vaak een eenheid, een ensemble. Visueel doen deze ensembles zich aan ons voor als min of meer afgeronde gehelen met een karakteristieke belevingswaarde. Verspreid over het land vinden we nog veel van dergelijke „Gezichten.", waarvan een groot aantal ingevolge de Monumentenwet is beschermd. Over alle provincies verdeeld zijn dat er ruim tweehonderd.

Zo is een deel van de haagse binnenstad door monumentenzorg aangewezen als beschermd stadsgezicht, het „stadje" Buren in de Betuwe is met de weilanden eromheen eveneens als stadsgezicht beschermd en in het uiterste zuiden van Limburg is de verspreide bebouwing van de gehuchten Plaat en Diependal in haar geheel beschermd als dorpsgezicht.

Restauraties

Restauraties vormen de zichtbare kant van monumentenzorg. Nadat een pand op de Monumentenlijst is geplaatst of binnen een beschermd gebied ligt, kan hiervoor een restauratieplan worden ontwikkeld. Door middel van een uitgebreide studie en raadpleging van archieven en oude afbeeldingen tracht men alle mogelijke informatie over het gebouw te krijgen.

Omdat gebouwen in de loop der jaren veranderingen ondergaan, komt de architekt voor het probleem te staan welke wijzigingen gehandhaafd en welke: verwijderd moeten worden, m.a.w. hij bepaalt het nieuwe (oude) aanzicht van het gebouw.

Restaureren is een kostbare bezigheid'. Er moet veel gesloopt worden, oud houtwerk (balken en zolders) dienen gekonserveerd te worden en oude bouwmaterialen, zoals stenen en tegels zijn moeilijk leverbaar (of komen uit slooppanden). Goed, ambachtelijk geschoold personeel, met liefde voor het vak wordt zeldzaam én duur.

Een enorme stimulans om partikulieren, gemeenten of andere eigenaren van restauratiepanden over de financiële dam te krijgen zijn de subsidieregelingen. De rijkssubsidie bedraagt gemiddeld dertig procent van de restauratiekosten, die van de gemeente en provincie resp. dertig en tien procent. De eigenaar kan dus op een bijdrage uit d: e openbare kas van zeventig procent rekenen.

Nabij de verdwijning?

In veel stadswijken wordt het beeld mede bepaald door kerkgebouwen. Ontvolking en teruglopend kerkbezoek zijn er de oorzaken van dat vandaag aan de dag veel kerken verdwijnen om plaats te maken voor moderne kantoorgebouwen, woonflats voor studenten of bejaarden.

Wat de kerken betreft, is de afbraak van de prachtige, uniek in stijl gebouwde Koninginnekerk te Rotterdam een frappant voorbeeld, hoe de kerk in diskrediet geraakt is, maar ook hoe men met ons kultureel erfgoed omspringt. Al zullen nog veel kerken gesloopt worden, Gods Woord houdt stand en zal geen duimbreed wijken en de Kerk des Heeren, blijft hier tot de jongste dag!

Ben jij een levend lidmaat van die Kerk?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juni 1979

Daniel | 24 Pagina's

Monumentenzorg

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juni 1979

Daniel | 24 Pagina's