Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat is een hechtingstoornis?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat is een hechtingstoornis?

Met vallen en opstaan, een handreiking bij de opvoeding

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een hechtingsstoornis kan zich voordoen bij adoptie- en pleegkinderen en bij kinderen die door hun biologische ouders worden opgevoed. In alle gevallen gaat het om een probleem dat ontstaan is in de vroege baby- of peutertijd. Vlak na de geboorte is het van wezenlijk belang dat het kind, in contact met de persoon die het voedt en verzorgt, een relatie legt, waarbij het zich goed voelt. Door regelmatig te eten te krijgen en een schone broek, maar vooral ook door het leuke liefkozende praatje van vader of moeder, ontstaat het basisvertrouwen. De psycholoog Erikson ziet het basisvertrouwen als het fundament, waarop de rest van de persoonlijkheid wordt gebouwd. Is er in deze basis iets mis, dan voorspelt dat niet veel goeds voor later. Bij kinderen met een hechtingsstoornis blijkt die redenering juist. Doordat de ouder de verzorgende taken niet naar behoren kon vervullen, zijn er problemen ontstaan. Op het moment dat er in het kind de vraag was naar de warmte en het vertrouwen, was er te weinig aanbod. Dat kan kinderen zo beschadigen, dat ze, als ze groter geworden zijn, de aanbieding van liefde en warmte niet meer kunnen ontvangen. Zo kan er geen normale opvoedingsrelatie ontstaan. Zonder een diep geworteld basisgevoel van genegenheid voor papa en mama wordt het moeilijk opvoeden. Wanneer een kind er niets bij voelt als vader of moeder boos is of verdrietig... Dan wordt het wel benoemd als "een bodemloos DE OPVOEDING ^%^vx^ ir, bestaan". Kenmerkend voor deze kinderen is dat belonen en bestraffen weinig effect blijken te hebben en dat ze zonder blikken of blozen tot de meest negatieve acties kunnen overgaan. In vereniging "De Cirkel" herkennen ouders van "bodemloze kinderen" elkaar.

Behandeling
Lange tijd is gedacht dat dit verschijnsel onomkeerbaar was. Recent publiceerde Polderman in het Tijdschrift voor Orthopedagogiek echter een behandelmogelijkheid. Hij wijst er in het artikel op dat het belangrijk is dat de hechtingsstoornis tijdig wordt onderkend. Heeft een kind in de gevoelige periode als baby en peuter veel gemist, dan hoeft dit niet fataal te zijn. Ouders kunnen worden getraind om een inhaalmanoeuvre te plegen. Dit heeft het meeste succes als kinderen niet ouder zijn dan zes jaar. Het bijzondere van deze ouderbegeleiding is dat ouders aanvankelijk wordt geleerd meer afstandelijk betrokkenheid naar hun kind toe te tonen. Door hun lichaamshouding en het benoemen van wat er gebeurt (wat het kind wil en doet) wordt het contact gelegd. Dit blijkt een meer effectieve manier om het kind te bereiken dan onvrijwillig knuffelen en een beroep doen op het gevoel. Een kind met een hechtingsstoornis heeft zich namelijk aangeleerd dat afstand houden een manier van overleven is. In een later stadium van de training worden aanraakspelletjes (tikkertje, stoeien) geïntroduceerd, zodat het kind nabijheid leert verdragen. Er wordt nader onderzoek gedaan naar deze vorm van hulpverlening.

Onze Tim heeft het gevoel dat hij niet lief is
„Wij maken ons zorgen om onze zoon Tim van vier jaar. Hij uiil er graag bij horen op school. Is een echte "meeloper". Om erbij te horen, doet hij wat andere kinderen zeggen dat hij doen moet. Thuis heeft hij gauw het gevoel dat hij niet lief is. Als we hem een standje geven, zegt hij; „Houdt u nog van mij?" Wij uoelen ons tekortgeschoten in de opuoeding. Hebben we hem geen veilige basis kunnen geven? Z'n jongere zus daarentegen trekt zich -in de goede zin- van anderen niets aan. Onze vraag: Hoe kunnen wij als ouders ervoor zorgen dat ons zoontje steviger in z'n schoenen staat.'' Anders zijn we bezorgd uoor de toekomst, als hij beïnuloed zou worden door verkeerde urienden."

Allereerst een geruststellende opmerking voor de ouders van Tim. Als een vader en moeder zich zorgen maken om de ontwikkeling van hun kind, moeten ze zich niet tekortgeschoten voelen. Integendeel, vaders en moeders die zichzelf kritisch bevragen, behoren bij de categorie goede tot zeer goede opvoeders. De opvoeding van hun dochtertje verloopt nagenoeg zonder problemen. Met Tim kan iets bijzonders aan de hand zijn, waarvoor een speciale aanpak nodig is. In veel gevallen kunnen ouders dit zelf met succes begeleiden. Zij hebben echter wat meer informatie nodig. In het geval van Tim en zijn zusje is het belangrijk om te bekijken in hoeverre Tim zichzelf vergelijkt met zijn zusje, en in hoeverre het patroon dat zich op school laat zien zich ook in de thuissituatie afspeelt.

Onzeker
Tim is onzeker, hij vraagt or tiging: „Houdt u nog van mij?" Het is belangrijk een kind te bevestigen, te laten merken dat hij er mag zijn en dat hij nodig is. Dit kan door belangstelling te tonen voor de kleinste initiatieven die hij ontplooit en men kan het kind ook verantwoordelijkheden geven. In het gezin is het belangrijk voor Tim dat hij merkt dat hij de grotere broer is, die al naar school gaat. Hij mag wat langer opblijven dan zijn zusje. Hij moet iets meer karweitjes doen. Hij mag wel eens alleen mee naar de stad. En natuurlijk is het belangrijk dat Tim gewoon de iets meer schuchtere, verlegen jongen mag zijn als hij van nature zo is. In de schoolsituatie kan (in overleg met de juf) het meenemen van speelgoed of een boek een aanleiding zijn om zijn woordje te leren doen in de klas en tot samenspel te komen met andere kinderen. Een ander idee is om af en toe een vriendje te vragen en het kan dan ook goed zijn als zijn zusje die middag bij de buurvrouw speelt of bij tante Loes. Eén van de ouders kan het spel dan zo begeleiden, dat hij leert om initiatief te nemen en in een vertrouwde omgeving kan tonen wat hij als persoontje te bieden heeft. De meeste kinderen van vier jaar kunnen nog niet zo goed samen spelen. Ze zijn geneigd om bij elkaar te gaan zitten met een berg blokken, terwijl elk kind zonder overleg een eigen kasteel bouwt. Er is dus nog perspectief om het spelenderwijs te leren..

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 februari 2001

Terdege | 103 Pagina's

Wat is een hechtingstoornis?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 februari 2001

Terdege | 103 Pagina's