Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VROUW EN HET AMBT.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VROUW EN HET AMBT.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Blijkens de couranten-verslagen is op de Gen. Synode van de Geref. Kerken ter sprake geweest om vrouwen een eigen plaats te geven in de ambten der kerk.

Het gaat hier dus over de toelating tot de drie ambten in de kerk, dat van predikant, ouderling en diaken.

Ter Gen. Synode van de Chr. Geref. Kerken is besloten tot het instellen van een commissie, die de kwestie over het actieve vrouwen-kiesrecht in de kerk bestuderen zal.

Het invoeren van het actieve vrouwen-kiesrecht in de gemeente kan een brug vormen naar de toelating van de vrouw tot het bijzondere ambt. Immers, als de vrouw mede gerechtigd wordt om de bijzondere ambten in de gemeente te verkiezen, ligt het als vanzelf in de lijn, dat ze ook op haar beurt mede verkozen wordt tot een van de bijzondere ambten. Wat zou de houdbare grond dan nog kunnen zijn bij de gang van een zodanige ontwikkeUng, om haar in die weg nog uit te sluiten van het bijzondere ambt? De lijn der Schrift en der Vaderen is dan toch al los gelaten.

De Gereformeerde Kerken zijn weer al verder op dat pad. Die hebben al besloten om de vrouw toe te kennen een eigen plaats in de bijzondere ambten der kerk.

De uitspraak der Synode dien aangaande was daar: De Geest van Christus herstelt de vrouw geheel in haar volwaardige positie als mens Gods (Gal. 3, 28) en integreert haar als zodanig volkomen in het dienstwerk tot opbouwing der gemeente. Het kan een verschraling van het leven der gemeente betekenen, als aan de vrouw tot welzijn van allen verleende genadegaven bij de institutaire opbouw van de kerk verwaarloosd zouden blijven.

Met de haar geschonken gaven mag de vrouw medewerken in de ambtelijke dienst, zoals deze in zijn geheel tot leiding van de gemeente is geroepen.

Onder punt 1 wordt Gal. 3, 28 aangehaald ten bewijze voor de openstelling van de vrouw in het ambt. Maar de Apostel Paulus heeft er zelf blijkbaar niet zo over gedacht, dat de ambten openstonden voor de vrouw. En zo ook niet de H. Geest, de Geest van Christus, sprekend door de Apostel. Er moet dan een nieuw licht over gekomen zijn. Maar of dat dan nog wel dat van de Geest van Christus is kan disputabel geacht worden. Zou men menen, dat de toestand ten tijde van de Apostel maar tijdgebonden was, en dus alleen maar gelden zou voor die bepaalde tijd, en dus de vrouw toen nog maar uitgesloten was van het ambt, maar dat dat tegenwoordig anders is, dan kan daar toch ook weer tegen opgemerkt worden, dat dat zogenaamde tijdgebondene van de nog niet openstelling van de vrouw voor het ambt, toch maar weer van buiten in gedragen wordt in dat Schriftwoord. Het gaat daar immers in dat Hoofdstuk over de rechtvaardigmaking uit het geloof, als de regel der zaligheid in dit opzicht, zowel gelden voor de man als voor de vrouw. Om daar nu uit te willen halen, dat de vrouw zowel als de man tot het bijzondere ambt toegelaten moet worden, zal zeker al wel heel ver gezocht zijn. Te meer ook al, omdat nergens in het N. Testament melding gemaakt wordt, dat de vrouw zitting had in een toenmalige raad van de oudsten, ze een officieel kerkelijk ambt nergens toegekend is. Zou men ook al wdllen beweren, dat de leiding des Geestes verder gaat al naar de behoeften onder de mensen, en in de dagen van de Apostel die behoeften van de vrouw in het ambt stellen er nog niet zo waren, dan kan daar toch ook weer tegen opgemerkt worden, dat de leiding des Geestes ondergeschikt zal zijn aan de Apostolische inspiratie, en daar niet tegen in kan gaan, het onfeilbare Woord niet naar de omstandigheden gericht mag worden, maar de omstandigheden onder de regel des Woords dienen gesteld te blijven, waar men anders een verkrachting daar van krijgt en een verval van de ware godsdienst al verder om zich heengrijpt. Het is te vrezen, dat dit laatste het geval is met al dat invoeren van vemieuvnngen en heroriƫntatie.

Ja, wat zal het toch al anders zijn; dan het Woord des Heeren als kenbron van de waarheid, maken tot een aanpassingsmiddel aan de geest des tijds?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE VROUW EN HET AMBT.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's