Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Visies uit de praktijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Visies uit de praktijk

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

samengesteld door C. L. M. V. Noort,

Enkele mensen die in een relatie tot het onderwijs staan, hebben we gevraagd om hun visie over de waarde en de inhoud van de relatie school - ouders in deze tijd. Om enige richting aan de beantwoording te geven, hebben we hen een vijftal vragen voorgelegd:

1. Vindt U de relatie school-ouders belangrijk? Waarom?

2. Hoe krijgt deze relatie gestalte op Uw school of hoe moet deze relatie volgens U gestalte krijgen?

3. Is er een grotere betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs dan vroeger? Hoe ervaart U dat?

4. Wat is Uw mening over ouders in de school/ouderkommissie enz. ?

5. Indien U het blad "De Reformatorische School" kent, komen de ouders ook voldoende aan hun trekken in dit blad? Vindt U dat wenselijk?

In de eerste plaats willen we iedereen hartelijk bedanken voor de zorg en de tijd, die aan de beantwoording van deze vragen is besteed. Uiteraard zijn er in de antwoorden veel doublures. Vandaar ook dat we de vrijheid hebben genomen een selektie op te nemen van alle reakties. Dan blijft het nog mogelijk dat uw mening hier niet expliciet in voorkomt, maar weest u er dan toch van overtuigd dat er bij het schrijven van de artikelen gebruik van is gemaakt.

We hebben ouders, bestuursleden en onderwijsmensen aangeschreven uit de diverse kerken, die tot de Ger. Gezindte behoren. Als het resultaat wat betreft het laatstgenoemde aspekt toch wat eenzijdig is, dan ligt de oorzaak in het niet-reageren van de verschillende personen.

• OUDERS

Als het gaat over de relatie school - ouders en het daaraan vormgeven, over het al dan niet deelnemen aan ouderkommissies enz. , dan zijn we in principe bezig met begrippen als ouderparticipatie, inspraak en medezeggenschap. Naar mijn eerlijke overtuiging behoeven wij tegen inspraak geen bezwaar te hebben, mits aan drie voorwaarden is voldaan:

a. men moet ernstig en werkelijk de bedoeling hebben een positieve bijdrage te leveren;

b. men moet niet de bedoeling hebben op de stoel van het bevoegd gezag te gaan zitten;

c. men mag niet de bedoeling hebben d. m. v. de inspraak zijn eigen doeleinden na te streven.

ad a: Ook als bij inspraak op op zichzelf genomen negatieve aspekten wordt gewezen, kan daarmede een positieve bijdrage worden geleverd. Men kan door ervaring of plaatselijke bekendheid in staat zijn te wijzen op punten, die nog niet eerder de aandacht hadden en nu dienstbaar kunnen zijn aan een meer gedegen en beter gefundeerde oplossing en beslissing. ad b; Men moet wel zijn plaats kennen: men levert een bijdrage, die al dan niet wordt geaksepteerd en mede een rol speelt. Het doel mag niet zijn, zijn eigen zin door te drijven, ook niet door het bevoegd gezag (kerk, school, overheid) in een dwangpositie te manoeuvreren en op die manier de demokratie ten top te willen voeren.

ad c: Helaas hebben velen niet in de gaten dat ze door ingeschakeld te worden bij aktie-en pressiegroepen in wezen allerlei duistere, dikwijls marxistische of anarchistische doeleinden helpen bevorderen, uitgedacht door lieden die de filosofie kennen en weten op welke wijze brede lagen van de bevolking zich tot onvrede en opstand laten verleiden. Men zoekt de chaos en spant allerlei - vaak eenvoudige - mensen voor zijn karretjes.

De relatie school - ouders is één der wezenskenmerken voor de bijzondere (christelijke) school. De ouders hebben deze school zelf nadrukkelijk gewild. Ze hebben er dan ook (niet altijd financiële) offers voor over. Lezing van de Memorietafel van Gilhuis (al was het alleen maar het eerste hoofdstuk) biedt talrijke illustraties. Vandaag-de-dag kan het offer bestaan in b.v. : lange afstand, vervoerskosten voor de "eigen schoolbus", waarin het gemeentebestuur via art. 13 der Lager-onderwijswet 1920 niet tegemoet komt. Een offer kan ook zijn dat de kinderen 's middags moeten overblijven.

De betrokkenheid is m. i. wel groter. In de eerste plaats omdat wij als voorstanders van een school van deze signatuur meer en meer in het isolement komen te staan en daarom steeds meer elkaar nodig hebben. Maar ook omdat het onderwijs naar vorm en inhoud sterk is veranderd. We weten er als ouders te weinig van af, herkennen te weinig van vroeger, voelen ons daarom onzeker en kunnen op veel vragen geen antwoord geven. De kinderen vinden in zoverre bij de ouders lang niet zoveel aansluiting, begrip en hulp als voorheen toch wel vaak het geval was. Het meest spreekt dit bij het voortgezet onderwijs.

De ouderparticipatie maakt vooral in de kring van het openbaar onderwijs grote opgang. Gedurende de eerste jaren zag men de ouderparticipatie vooral als doel. Als men maar eenmaal binnen de school was en daar hand-en spandiensten kon verrichten, was het doel bereikt. Nu echter ontwikkelt de ouderparticipatie zich meer als een middel, uiteraard om een ander doel te bereiken: men wil meespreken over een profielschets voor een nieuw hoofd, wil daarin meebeslissen (bindende voordracht), wil meespreken en liefst meebeslissen over de inhoud van het leerplan of leer/werkplan enz. Het is duidelijk dat ik die laatste vorm in onze reformatorische scholen beslist onjuist acht.

Niettemin ben ik van mening dat een ouderkommissie van een reformatorische school niet misplaatst behoeft te zijn en beslist wel zinvol kan blijken. Maar men moet dan bij reglement de positie van de kommissie duidelijk regelen.

De school is m.i. niet slechts een onderwijsinrichting, maar ook een oefenplaats voor "samenleven". Het kind zal verrijkt worden met kennis, maar die kennis zal in allerlei verbanden moeten kunnen funktioneren.

Opvoeding en persoonlijkheidsvorming zijn facetten, waaraan aandacht besteed zal moeten worden. De achtergronden van het kind (milieu, geestelijke ligging, ontwikkelingsniveau e.d.) zullen bij deze vorming in de houding van de leerkracht t. o. v. het kind een rol spelen. De onderwijzer(es) zal de ouders van de leerling moeten kennen en omgekeerd zullen de ouders begrip moeten hebben voor de bedoelingen van de leerkracht.

Van het hoogste belang is dan ook de relatie school - ouders, die niet alleen gestalte krijgt door ouderbezoek, kijk-, kontakt-of ouderavonden (met een spreker over een "vrij onderwerp"), maar zal meer gestalte moeten krijgen in ouderparticipatie, maar dan in die zin: de ouders dienen direkter bij het onderwijs van hun kind betrokken te worden. Er moet tussen school en ouders meer samenspel mogelijk zijn, zodat de ouders weten wat de leerlingen leren en hoe ze het leren. De school moet openstaan voor de ouders, niet om de ouders te laten bepalen wat er op de school gebeuren moet, maar opdat er na schooltijd door de ouders een betere begeleiding van hun kinderen mogelijk wordt gemaakt.

De school moet een plaats zijn waar de leerlingen en ook de ouders graag komen, omdat ze weten dat ze er wat opdoen, wat leren wat van wezenlijk belang is, waar met de talenten gewoekerd wordt. Een plaats ook waar ze merken dat er alles gebeurt in afhankelijkheid van de Heers, Die opgedragen heeft: "Bid en werk. "

H. de Pater, Moerkapelle, 33 jaar, betonkonstrukteur.

Het is mijn oudertaak op te voeden zoals God dit eist. Noodzakelijkerwijs moet ik een gedeelte overlaten aan school, kerk en maatschappij. Ik wil daarom weten wat voor onderwijs gegeven wordt en gelegenheid hebben invloed hierop uit te oefenen. Of een ouderkommissie dit bevordert, betwijfel ik. Er moet meer rechtstreeks kontakt zijn tussen ouders en school, hier een kommissie tussen plaatsen, bevordert dit niet.

BESTUURSLEDEN

De relatie school-ouders dient een innige relatie te zijn. De volle nadruk valt allereerst op de ouders, die krachtens hun doopbelofte zich verbonden hebben hun kinderen in de voorzeide leer te onderwijzen en te doen onderwijzen. Deze Schriftuurlijk-gebonden opvoeding brengt de verantwoording mee voor de ouders om met alle middelen zodanig schoolonderwijs te verwezenlijken, dat onder dezelfde beheersing staat van Schrift en Belijdenis. Meer dan ooit is het gesloten circuit ouders - kerk-school nodig, opdat de kinderen vanuit deze kring krachtig en weerbaar gevormd worden voor het maatschappelijk leven.

Wat de zgn. ouderkommissies betreft: dit kan een demokratische vorm van inspraak geven met een nuttige, praktische inbreng ten goede van het onderwijs. Echter dreigt het gevaar van medezeggenschap. Een dergelijke kommissie kan zelfs het bestuursbeleid ongunstig beïnvloeden en konfliktsituaties veroorzaken. Waar de verplichting wordt opgelegd om deze ouderkommissies in het leven te roepen, kan het bestuur beter "voor" zijn en zelf geschikte kandidaten ter verkiezing aan de ledenvergadering voorleggen. Zo kuimen we de benoeming wat in de hand houden en ons van een positieve steun verzekerd houden.

Er is duidelijk een grotere betrokkenheid. Ook onze kinderen staan in de branding van deze tijd en er is minder isolement. Ook veranderen er bij het onderwijs vele zaken sneller. Daarom is het meer dan vroeger van groot belang voor de ouders om te weten wat er op de school gebeurt en welke ontwikkelingen er gaande zijn.

Bovendien heeft bij de huidige aanvallen op het chr. onderwijs de school (het personeel) meer dan ooit het gebed en het meeleven van de ouders nodig.

Een ouderkommissie is een goede zaak, mits goed georganiseerd en goed geregeld. Het is van belang dat de ouders meedenken, meepraten en meedoen betreffende allerlei zaken in de school. Echter het gezag moet blijven op de plaats waar het behoort (bij bestuur en personeel).

De Reformatorische School is tot nu toe meer een vakblad voor het onderwijzend personeel. De ouders komen niet aan hun trekken. Bovendien zijn de artikelen voor vele ouders te moeilijk. Een kombinatie van "vakblad" en informatieblad voor alle ouders lijkt me moeilijk. Het lijkt me meer zinvol meer aandacht te schenken aan voorlichting van besturen. De gemiddelde ouder kan beter benaderd worden via een eigen schoolkrant en kontaktavonden.

Relatie school-ouders belangrijk, zeker voor christenouders. Verantwoordelijkheid van ouders houdt niet op vóór de schooldeur. Ten dele kan de onderwijskracht de opvoeding wel overnemen, maar nooit ten volle. Ouders zullen zich daarom regelmatig met het schoolgebeuren moeten konfronteren.

Hoewel ik van mening ben dat de ouders zich duidelijk betrokken moeten weten bij het schoolgebeuren, is het verschijnsel ouderkommissie en/of de ouders in de school werkzaam, verwerpelijk. Wel zal een bestuur een afspiegeling moeten zijn van ouders van schoolgaande kinderen. Wanneer het bevoegd gezag voor het grootste deel bestaat uit oudere mensen zonder kinderen op school, dan vraagt men om een ouderkommissie.

Ik ben van mening dat het blad DRS teveel afgestemd is op onderwijzend personeel, hoewel ik het zelf met veel animo lees. Voor de ouders is het vaak te hoog gegrepen en te onderwijs-technisch. Ook de dynamische ontwikkelingen binnen het christelijk onderwijs komen te weinig aan de orde.

K.Hoogerheide, Middelburg, 38 jaar, oud-bestuurslld (sinds 16 mei '75).

Er is inderdaad een goede relatie op te bouwen door de ouders meer in te schakelen bij allerlei schoolzaken. Nodig is daarvoor de volle medewerking van het onderwijzend personeel, voor wie het toch ook een zekere

voldoening kan geven, wanneer zij weten dat zij voor hun handelen de steun van de ouders genieten.

Uiteraard bestaan er altijd zekere wensen. Nog teveel moet er vaak ook voor redelijke verlangens geknokt worden om die ingevoerd te krijgen. Laat met behulp van een aantal aktieve ouders, waartoe ook de moeders behoren (ik denk hierbij aan het instellen van ouderkommissies, die m.i.v. 1976 ook aan onze scholen verplicht worden) de school maar dichter tot de ouders (en omgekeerd!) gebracht worden. Als taken voor een ouderkommissie zie ik o.a. :

1. het bevorderen van een aktieve ouders-school-relatie;

2. het bevorderen van een goed kontakt tussen ouders en onderwijzend personeel;

3. het meewerken door de ouders aan de schoolkrant;

4. het meewerken aan het organiseren van een schooltentoonstelling van door de kinderen vervaardigde onderwerpen;

5. het regelmatig houden van ongedwongen ouderavonden waar vooral de onderwijsgevenden een alitieve rol vervullen over leermethoden enz.;

6. het verschaffen van inzicht in "het onderwijs-in-bed rij f" (door schoolbezoek) ;

7. het laten meebeslissen over en laten meewerken aan de organisatie van eventuele schoolreizen, tentoonstellingsbezoek e.d., kortom het laten verrichten van hulpwerkzaamheden door de ouders;

8. het zo mogelijk voorkomen dat door de ouders verantwoordelijkheden op de school worden afgewenteld;

9. het behulpzaam zijn bij de begeleiding (o.a. in het verkeer en bij schoolreizen) van schoolkinderen.

Bepaald geen taak voor een ouderkommissie vind ik die zaken die het beleid van het schoolbestuur betreffen en ook niet het inschakelen van de ouders bij het onderwijs-leerproces.

Mits dit geordend plaats vindt, laat dan de ouders gerust de school binnenkomen. Ze moeten kennis kunnen nemen van het hoe van de lessen en het waarom van de manier van lesgeven om hun kinderen te kunnen begrij - pen en zo nodig te kunnen helpen. Het gaat bepaald anders dan toen zij zelf schoolgingen. Ondanks acht jaar ervaring als bestuurslid ben ik daar niet achter kunnen komen.

Gaarne wil ik opwekken om de opvoeding vanuit de school niet aan een beperkt aantal personen (het bestuur) over te laten, maar ons gezamenlijk op te stellen in het belang van onze kinderen onder biddend opzien tot God dat Hij ons onderwijs wil zegenen. We hebben toch allemaal hetzelfde doel voor ogen? Of is het nodig elkaar ook wat dat betreft te wantrouwen?

"De Reformatorische School" vind ik een voortreffelijk blad. Als punt 10 voor de taak van de ouderkommissies zou ik toe willen voegen: het bevorderen dat door de ouders een abonnement op dit blad genomen wordt en dat dit dan ook gelezen wordt. Mijn wens is dat - nu de instelling van ouderkommissies ook aan onze scholen te verwachten is - Uw blad ook opvoedend voor deze kommissies zal optreden. Geen opmerking, maar een vraag mijnerzijds: is het mogelijk ook ouders in Uw blad aan het woord te laten komen, zulks ter bevordering van de relatie (wederzijds begrip) ouders/onderwijzend personeel?

C.de Visser, Sliedrecht, 49 jaar, bestuurslid.

Ouders in de school zijn als hulp bij het onderwijs aan minder begaafde kinderen welkom; altijd onder toezicht van een onderwijzer(es) die tenslotte verantwoordelijk blijft. Ook voor andere werkjes, waar het onderwijzend personeel niet aan toekomt, is hulp van ouders nodig.

Een ouderkommissie mag adviezen geven over de gang van zaken bij het onderwijs; echter niet zelfstandig akties gaan voeren. Bij een goede verhouding met het bestuur zijn er geen moeilijkheden te verwachten.

• ONDERWIJSMENSEN

Een goede relatie tussen school en ouders acht ik een belangrijke zaak, omdat de school eensdeels kan beantwoorden aan het verwachtingspatroon van de ouders en anderzijds in deze relatie foutief gestelde verwachtingen kan nivelleren of wegwerken. Tevens dacht ik dat een intens meeleven van de ouders met het schoolgebeuren de schoolresultaten van het kind gunstig kan beïnvloeden; van de school met het familiegebeuren een betere kijk op het kind kan verschaffen, nodig voor een begripsvolle aanvangssituatie tot pedagogisch handelen.

Plaatselijk is de betrokkenheid altijd groot geweest; in het algemeen gesproken dacht ik dat deze wel wat is toegenomen door:

a. stimulerende artikelen in kranten en tijdschriften;

b. meer vrije tijd van de ouders, de moeder in elk geval;

c. veranderingen in het onderwijs waarvan de ouders toch op de hoogte willen zijn zodra het hun eigen kind betreft.

Een georganiseerde ouderkommissie acht ik voor kleine plattelandsscholen met een bestuur dat voor 2/3 uit ouders bestaat, een overbodigheid.

Het dreigt een direkte relatie school - elk ouderpaar te verbreken.

De relatie school-ouders is uitermate belangrijk. De ouders hebben er recht op te weten waar hun kinderen zijn, wat er op school gebeurt en aan wie ze hun kind toevertrouwen. De school moet op de hoogte zijn van het milieu waaruit het kind komt. Ook van huiselijke situaties b. v. langdurige afwezigheid van vader; of moeder gaat werken; als oma bij het gezin woont enz. Al dergelijke faktoren kunnen van invloed zijn op het gedragspatroon en de werkprestaties van het kind. Hoe hechter de relatie gezin - school, des te meer begrip de één voor de ander heeft.

Een grotere betrokkenheid van de ouders bij de school krijgt men, als de ouders daadwerkelijk gaan meewerken in en aan de school. Het kost vaak wel wat moeite ze zover te krijgen. Een oproep in onze schoolkrant had tot resultaat dat slechts twee moeders en geen enkele vader reageerden. Een geanimeerde konstruktieve samenwerking tussen ouders en personeel moet groeien, blijkens onze ervaring.

Ik ben er op dit moment geen voorstander van om niet-onderwijzend personeel te betrekken bij het onderwijs als zodanig. Ik twijfel niet aan de kapaciteiten van sommige ouders, maar ik vrees dat door betrokkenheid van hen bij het lesgeven in de school heel gemakkelijk wrijving kan ontstaan tussen gezinnen onderling, vooral als het het extra-hulp-bieden aan zwakke leerlingen betreft.

Ue betrokkenheid van de ouders schijnt ten aanzien van de onderwijsvragen toe te nemen met gelijktijdige konstatering van een iets verminderde belangstelling t.a.v. opvoedingsvragen.

Principieel is er geen enkel bezwaar tegen ouders in de school.

Zij zijn primair het eerst verantwoordelijk voor hun kinderen, waarbij de school en het onderwijzend personeel een dienende funktie hebben, daar hen slechts een gedelegeerde taak door de ouders is opgedragen. Praktisch kunnen er veel bezwaren zijn, waarvan we er twee uitlichten:

a. als een gedeelte der ouders niet volledig staat achter doel en grondslag van de school, zal dit ook in de school worden uitgedragen;

b. onderwijsgeven is door de ouders aan gespecialiseerde "vaklui" gedelegeerd. Deze vakbekwaamheid wordt door opleiding en ervaring verkregen. Kan elke ouder nu ineens vakbekwaam optreden?

Indien het schoolbestuur geen vergrijsd kollege is geworden en een goed kontakt heeft met haar achterban, is een ouderkommissie bij het christelijk onderwijs overbodig. Wanneer door een groot aantal scholen onder één bestuur of door een sterk verspreid wonen van leerlingen (meermalen het geval bij onze reformatorische streekscholen) de kontakten miniem zijn, kan een ouderkommissie goede diensten bewijzen.

Voor het gros der ouders zijn de artikelen in DRS te vaktechnisch. De vraag is zelfs of de soms op hoog peil staande artikelen niet te hoog grijpen voor de doorsnee-lezer. Persoonlijk ben ik bijzonder tevreden met het verschijnen in een prettige leesbare uitvoering. Ik mis echter nog een aktuele benadering van schoolproblemen zoals die bijvoorbeeld wel te vinden is in "School". Indien men op een soortgelijke wijze kon reageren, maar dan vanuit reformatorische visie zou ons blad enorm aan leesbaarheid en informatie winnen.

De relatie school - ouders krijgt op de school, waaraan ik verbonden ben gestalte in de vorm van de schoolvereniging, de ouderkommissie en diverse andere kommissies o.a. de vervoerskommissie. Van de schoolvereniging zijn praktisch alle ouders lid, zodat ze hun inbreng hebben op de ledenvergaderingen.

De ouderkommissie bestaat uit ouders van schoolgaande kinderen, waaraan enkele bestuursleden zijn toegevoegd, alles onder leiding van het hoofd van de school. In principe komt de ouderkommissie eenmaal per week bijeen voor allerlei werkzaamheden, waaraan het personeel niet toekomt. Deze kommissie laat zich op haar beurt weer assisteren door een aantal meelevende ouders.

De betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs is groter dan vroeger.. Ik ervaar dit als een toe te juichen feit en konstateer dit uit de offervaardigheid voor de diverse fondsen en de bereidwillige id van vele

ouders (niet het minst de moeders) om hulp te bieden waar dit nodig is.

J.Maasland, Woudenberg, 33 jaar

Er is op onze school een ouderkommissie die assisteert bij: opzetten dokumentatiecentrum, schoolkrant, schooltuin, organisatie school-en klas se-avonden, schoolkamp, schoolreizen, exkursies, sportaktiviteiten. Ik zou graag onder duidelijke voorwaarden met een strakke organisatie ouders inschakelen bij nog te organiseren niveau-lezen, niveau-rekenen en gebruik van dokumentatiecentrum.

Ik kan me verenigen met de CPS-definitie:

"Ouderparticipatie is het daadwerkelijk betrekken van de ouders bij het in-daden-omzetten van de doelstellingen." Uiteraard blijft "proces-bewaking" door de schoolleider geboden.

R. G. Westerduin, Nunspeet, 31 jaar

In Nederland waar de unieke situatie is dat het onderwijs voor een belangrijk deel een zaak van de ouders is, mag het uiteraard een nomiaal verschijnsel genoemd worden dat de laatste tijd naast de bestuurlijke betrokkenheid van de ouders, nu ook een sociaal-pedagogische inbreng lijkt te groeien. Ook onze scholen gaat dit niet voorbij.

Verheugend is dit verschijnsel alleen te noemen als ouders vanuit Gods Woord gemotiveerd in de scholen verschijnen. Juist in deze tijd, waarin de vrijheid van het chr. onderwijs vrijwel zeker aangetast gaat worden, is het van uitzonderlijk belang dat de ouders weten wat er op het spel staat. Immers als we de nota's van onze minister van onderwijs lezen, zien we (vaak anti-christelijke) maatschappijbehoeften meer aandacht krijgen dan zorg voor de noodzakelijke eenheid van school en gezin, de verplichte ouderkommissies ten spijt.

Dit en andere zaken moeten de ouders weten, o.a. via voorlichting van de scholen. Zodat er ook in dit opzicht een geestelijk ontwaken zal komen uit de slaap die door het hebben van eigen scholen veroorzaakt schijnt te zijn. Want als de ouders vandaag knikkebollend in de stoel van eigen onde rwijszegeningen blijven zitten, om alleen even wakker te worden als er kritiek te spuien is, zijn de poten morgen doorgezaagd. Of om het meer in stijl te zeggen: "Waar zegen is, is plicht tot danken, dat allereerst; waar zegen is, is oorzaak tot bidden, dat allermeest. " (citaat P. Oosterlee). Als er in dit verband meer en betere .samenwerking komt tussen school en ouders, dan is dat zeer verblijdend.

• NASCHRIFT

Al met al heeft deze mini-enquête een gevarieerde en lezenswaardige bloemlezing opgeleverd. Gevarieerd door de verscheidenheid van meningen en lezenswaardig door de inhoud van de meningen. De relatie school - ouders wordt vanzelfsprekend belangrijk gevonden, zeker binnen het chr.

onderwijs, omdat dat één van de wezenskenmerken is en een opdracht vanuit de doopbelofte, mits men erkent dat ieder zijn eigen terrein en taak heeft in de opvoeding van de kinderen.

De oorzaken voor een grotere betrokkenheid worden gezocht in de vele veranderingen binnen het onderwijs, het elkaar-steeds-meer-nodig-hebben en de algemene roep om inspraak. Een inspraak, waartegen geen bezwaar behoeft te bestaan, mits er goede voorwaarden aan zijn verbonden. Dan kan ook een ouderkommissie een nuttige en praktische inbreng hebben. Opvallend is dat de ene school nog volop in diskussie is over de ouderkommissie of er al helemaal niet van wil weten, terwijl er al heel wat scholen zijn, die een goed funktionerende kommissie hebben. Vanuit die ervaringen kunnen de aarzelende besturen met het in dit nummer geplaatste reglement eventuele onverwachte ontwikkelingen "voor" zijn. Door een afwachtende houding kunt u kansen verspelen, die u nu nog in ruime mate hebt.

Ik ben ook blij met de meningen over ons blad. In dit kader zal ik er niet op ingaan, daar in het vorige nummer een enquêteformulier was bijgesloten voor alle abonnees. Dus deze zaken komen t. z.t. uitgebreid aan de orde.

Het is weer gebleken dat we veel van elkaar kunnen leren als besturen, ouders en personelen.

Vaak zijn we onafhankelijk van elkaar bezig met "experimenten", terwijl we misschien hadden kunnen profiteren van de ervaringen van anderen. Heeft U bepaalde ervaringen, die van betekenis kunnen zijn voor uw kollega's, geef ze dan door. De redaktie behoudt zich natuurlijk altijd het recht voor om artikelen niet of verkort op te nemen.

Ik hoop dat U nu wat hebt aan deze antwoorden en uw antwoord op deze antwoorden zichtbaar wordt in of rond uw school.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1975

De Reformatorische School | 64 Pagina's

Visies uit de praktijk

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1975

De Reformatorische School | 64 Pagina's