Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Schapen denken altijd dat het ergens anders beter is,
't zijn net mensen''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Schapen denken altijd dat het ergens anders beter is, 't zijn net mensen''

Schaapherder: 's zomers romantisch, winters reumatisch

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoewel de meeste schaapskudden eigendom van een stichting zijn dwaalt/ de herder ook anno 1986 meestentijds nog eenzaam 'rond op de grote stille heide. Alleen in de zomermaanden wordt de kudde omzwermd door toeristen, maar 's winters gaat het werk van de herder gewoon door, ook bij min zestien graden. Nederland telt zo'n twintig schaapskudden. Een^rvan graast op een zeerverrassende plek: de Zuidbevelandse bloemendijken. . Ons land kent nOg een bijzonderheid op scha:öpachtig gebied; if\ Ede hoedt sinds twee jaar een herderin de kudde. Een herderlijk-schrijven Over de romantiek en de realiteit van het herdersbestaan.

Een groepje toeristen staat met fototoestellen gereed als schaapsherder Jan Mos zijn kudde inspecteert. Het geblaat van ruim 500 schapen vult de lucht. De lammeren dringen zo mogelijk nog fanatieker dan hun moeders. Dan draait het hek open. Als één wolmassa stroomt de kudde de vrijheid tegemoet. Slechts de zieken en de kreupelen blijven achter in de kooi. Ze hoeven niet te verhongeren. De Ruinense schaapherder heeft hart voor zijn dieren. De ruiven zijn gevuld. Met jaloerse blikken staren de toeristen de herder na. Zij moeten zich houden aan de schelpenpaadjes, maar hij heeft 1300 hectare ongerepte natuur tot zijn beschikking. Met gulle hand werpt de zon haar stralen over de Dwingeloose en Kraloose hei. Het felle zonlicht doet de horizon trillen en het bos dat de vlakte omzoomt tot een grijze streep vervagen. Wilde eenden en meeuwen dobberen rond in de glasheldere vennen, die als spiegels in het glooiende landschap liggen te glinsteren. Nu ze de ruimte hebben neemt de saamhorigheid onder de schapen af. Spott en Patty, de beide bordercollies van Mos, schieten als vossen rond om de eenheid te bewaren en achterblijvers op te halen. Met een fluitje geeft de herder zijn bevelen. ,,0m deze tijd van 't jaar zijn de schapen altijd wat sjouwerig", weet hij.

Weersverandering
Vijfjaar geleden nam Mos de herdersstaf over van zijn vader, nadat die met pensioen ging. Het wachten had lang geduurd. ,,'tWas of-ie maar geen 65 wilde worden,'' glimlacht de 45jarigeschaapherder, ,,'k Wilde van jongsaf herder worden. Altijd zat ik in het veld. 'k Ben hier geboren en getogen. Een echte,,Runder' ', zoals ze dat hier noemen". Een prater is hij niet. Dat heeft ongetwijfeld metz'n beroep te maken. Een feit is dat hij ondanks zijn enorme populariteit een eenvoudig man is gebleven. Jaarlijks krijgt hij bezoek van zo' n 100.000 toeristen, maar dat heeft hem niet hoogmoedig gemaakt. Net zo min als het feit dat een culinaire specialiteit in een plaatselijk restaurant de veelbelovende naam,,Scheper Mos" draagt. De kudde is eigendom van de stichting ,,Het Drentse heideschaap", die zich beijvert voor het zuiver houden van het gelijknamige schapenras. Wie de schapen ziet moet toegeven dat dit een loffelijk streven is. Met hun ruige vachten en schonkige lijven passen ze volledig in het schrale landschap. Vooral de rammen met hun vervaarlijke hoornen spreken tot de verbeelding. Vriendelijk zijn ze bepaald niet. Om de haverklap zijn ze aan het bakkeleien. Bij één staat het bloed zelfs op de kop. ,,Dat wordt weersverandering' ', voorspelt Mos. „Als de rammen vechten en niet willen vreten krijgje ander weer". Nog eer de dag ten einde loopt zal deze herdersprofetie in vervulling gaan. De schapen sjouwen niet alleen rond om de zuiverheid van hun eigen ras te waarborgen, maar ook om voor Natuurmonumenten opschietend groen uit de hei te weren. „Anders was dit hele gebied binnen vijftien jaar overwoekerd door bos'', verzekert Mos me. Van mei tot oktober trekt de schaapherder er van half elf tot half zes op uit. Wie denkt dat zijn jaarprogramma hiermee ophoudt vergist zich. In de herfst graast de kudde op het grasland dat als een groene gordel om het heideterrein ligt. Het mes snijdt dan aan twee kanten. De herder is blij met het weidegebied en de boeren waarderen „de gouden voetjes" die de grond aanstampen. De lammerperiode in het voorjaar is de drukste tijd. Dan ontbeert Mos meer dan eensz'n nachtrust. Hij heeft wel twee vervangers, onder wie z'n vader, maar bij het lammeren wil hij aanwezig zijn, ook al levert het baren bij Drentse heideschapen zelden problemen op. ,,lk vertrouw iemand alles toe, maar ieder schaap heeft z' n eigen behandeling nodig", vindt hij. ,,Een eerste vereiste voor een herder is zorgzaamheid". Ook 's winters gaat de kudde naar buiten. Als het gesneeuwd heeft alleen om te luchten en de herder gelegenheid te geven de voederbakken te vullen. Als het alleen maar vriest wordt er ook gegraasd. Mos weet feilloos de plaatsen te vinden waar de altijd groene bochtige smele groeit. ,, Weer of geen weer, we gaan er op uit'', zegt hij. ,, Dat is de andere kant van dit werk. Veel mensen zien het te idealistisch. Schaapherderjan Moujel uit de Loenermark zegt altijd: ,,Zomers is het romantisch, maar 's winters reumatisch".

Jachthut
De collies hebben de kudde nu volledig onder controle. Mos heeft z'n linkerknie op de hei geplaatst en overziet in karakteristieke herderszit zijn levende have. Zijn rechterhand steunt op de stok. Op z' n rug bengelt de herderstas met mondvoorraad voor hem en zijn honden. ,,Het zijn geboren veedrijvers", zegt hij met een zweem van trots in zijn stem. ,,'k Heb ze zelf afgericht". Als hij ze roept schrikt een ree op uit zijn rust. Met sierlijke sprongen zweeft het dier over het steppe-achtige terrein naar de bosrand waar een koppel soortgenoten graast. In de verdwaalde berkenbosjes kwinkeleren talloze vogels. Achter wat kreupelhout in de verte gaat een klein bedoeninkje schuil, eens eigendom van Anne de Vries. In de jachttijd bracht de schrijver daar weken door. De inspiratie voor zijn roman ,,De man in de jachthut" deed hij op onder het rieten dak.

Band
Hoewel de schapen zijn eigendom niet zijn is Jan Mos de ongekroonde koning van de kudde. Hij kan zelf bepalen wanneer hij vee verkoopt. Jaarlijks moeten er zo' n 250 schapen uit, want als hij alles houdt is de Dwingeloose hei binnen enkele jaren te klein. Slechts in één opzicht is de Ruinergeen ouderwetse herder. Hij weigert op de hei te breien. Voor dit handwerk, van oudsher een herderlijke bezigheid, geneert hij zich. ,,Ik zeg altijd: Ik heb een vrouw en een dochter. Die kunnen het prima''. De zon brandt op de dorre hei als we de plaats bereiken waar we zullen schaften. In geen velden of wegen is iemand te zien. De collies nemen een duik in een ven, die herinnert aan de tijd dat arme sloebers hier turf staken. De kudde graast zonder op of om te zien. Maar als Mos met zijn broodzak ritselt en roept komt een groep schapen aan hollen om een korst brood af te halen. Ze kennen zijn stem. Zijn kudde is hem alles. ,,AIs ik van vakantie terugkom roep ik bij de kooi:,,Jongens, ik ben d'r weer!" En dan roepen ze allemaal terug hè". Het zal niemand verwonderen dat ons land van stichtingen en werkverbanden ook een,,Stichting Nederlandse Schaapskudden" kent. Ze fungeert als schakel tussen de pakweg twintig herders met hun kudden en instanties die op één of andere wijze iets met die kudden uit te staan hebben. Zodoende bestaat het bestuur uit een bont gezelschap. Jan Mos heeft er zitting in, maar ook een rentmeester van ,,Het Overijssels Landschap", mensen van Staatsbosbeheer en wetenschappers. Secretaris is de heer J. Versteeg, directeur Bosbouw in Ede. ,,Je moet de stichting zien als een overkoepelend orgaan", legt hij uit.,,Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer hebben kudden, maar ook provinciale landschappen, gemeenten en stichtingen. Wij houden ons bezig met de problemen waarmee al die schaapskudden te maken hebben, van begrazing tot financiële moeilijkheden". Dat de stichting ook een sociale functie vervult bewijst de contactdag die ieder jaar wordt georganiseerd. Binnenkort krijgen alle herders en beheerders van schaapskudden weer een uitnodiging, deze keer voor een uitje naar het Zeeuwse Heinkenszand.

Subsidie
Uit Versteegs verhaal blijkt wel datje niet één-twee-drie een kudde uit de grond kunt stampen. ,,Er moet aan heel wat voorwaarden voldaan worden", deelt hij mee om al te enthousiaste schapenliefhebbers af te schrikken. ,,Je moet een stuk natuurterrein hebben om te laten begrazen, anders kom je niet in aanmerking voor subsidie. Er komt dus altijd een stuk natuurbeheer om de hoek kijken. Dan heb je een schaapskooi nodigen moetje een organisatievorm kiezen om de kudde in onder te brengen. Een stichting is de veiligste vorm, omdat je de financiële verantwoordelijkheid dan bij die stichting legt, zodat je niet de boot in gaat als de zaak mis loopt. Als je aan alle voorwaarden voldoet en de begroting is rond, dan geeft de Staat subsidie. Meestal komen provincie en gemeente daarna ook over de brug. Dat bedrag kan nog worden aangevuld met giften, donaties, sponsorgelden en noem maar op. Door elkaar genomen is het zo datje de herder van dat geld moet kunnen betalen. De rest van de kosten — het onderhoud van de kooi en voer - moet je uit de verkoop van schapen en wol zien te dekken. Bij Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer ligt dat natuurlijk anders. Die voeren de kosten van de kudde gewoon op onder het hoofdstuk terreinbeheer''.

Edese schaapskudden
Versteeg is niet alleen voor landelijke schaapskudden actief, maar ook voor die van zijn woonplaats. Hij is secretaris van de, .Stichting Edese Schaapskudden". Die stichting is al tientallen jaren eigenaar van een kudde die over de Ginkelse hei zwerft. In 1984 kwam daar de kudde op de Edese hei bij. Die werd vernoemd naar de Kreelse plas in dit gebied en kreeg de naam Kreelse kudde. De tweede schaapskudde heeft Ede grotendeels te danken aan de marketingkring Gelderland die de stichting in contact bracht met twee sponsors, het internationaal wolsecretariaat en Scheepjeswol. Een schaapskooi stond er nog uit vroeger tijden. Toen subsidie was aangevraagd hoefde dus alleen nog een herder te worden opgespoord. Er waren liefhebbers genoeg. Maarliefst 66 kandidaten poogden het plaatsje op de hei te bemachtigen. En dat terwijl de stichting geen advertentie had geplaatst. Tot verbazing van velen viel de keus op een vrouw, zodat Nederland sinds '84 weer een heuse herderin heeft. Hoewel ze het niet zeker weetheeftde21 -jarige Anita van Ingen de indruk dat ze de enige vrouwelijke sollicitante was. ,, Er waren wel echtparen bij," weet ze. ,,En natuurlijk idealisten. Mensen die met een gasstelletje op de hei willen gaan zitten". Zelf oordeelt ze nogal nuchter over haar beroep. ,, Je moet net zo hard werken als iedereen". Niet dat ze daar moeite mee heeft. Tijdens het gesprek slinkt de enorme stapel defecte sokken op haar schoot zienderogen. ,,Je vindt het wel goed dat ik doorstop hè?", vraagt ze, zonder antwoord af te wachten.

Mannenwerk
Toen bekend werd dat ze was aangenomen als herderin waren de reacties van familieleden en vrienden zeer verschillend.,,Er waren er die zeiden:, ,Dat is precies wat voor jou. Zo'n kans krijg je nooit meer". Maar anderen vonden het levensgevaarlijk. ,,Als meisje alleen op de hei. Je vraagt om moeilijkheden". Toen heb ik gezegd: ,,Als dat werkelijk zo is kan ik altijd nog stoppen. Een voordeel is dat op de hei geen auto's mogen komen, dus lui die kwaad willen moeten eerst een eind lopen. Dat hebben ze er niet eens voor over''. Dat sommigen het hoeden van schapen mannenwerk noemen, kan Anita zich wel enigszins voorstellen, ,,'tls ook best wel zwaar. De andere kant is: waarom zou een vrouw dat niet aankunnen? M' n oma vindt het in ieder geval leuk. Die komt me vaak opzoeken op de hei. En 's avonds haal ik ze soms op voor ik naar de kooi ga". Hoewel ze met haar blauwe shirt, spijkerbroek en in sloffen gestoken geitenharen sokken weinig overeenkomst vertoont met feeachtige herderinnetjes uit sprookjes, is Anita allerminst een feministe. ,,Het komt voor dat ze tegen me zeggen: ,,Nou, je valt me erg mee". Ze verwachten zeker een mannenhater aan te treffen. Maar als een man tegen me zegt: ,,Je houdt het geen jaar meer vol,'' dan denk ik: „Alleen voor jou zou ik al een jaar extra blijven zitten".

Gouden greep
Al snel bleek dat de „Stichting Edese Schaapskudden" een gouden greep had gedaan. De benoeming van de schaapherderin werd wereldnieuws. Zelfs Amerikaanse en Joegoslavische kranten maakten melding van het feit dat in Nederland weer een vrouw achter de kudde loopt. Ook de wereldomroep en de tv besteedden aandacht aan dit unieke feit. Onlangs konden Duitse kijkers „De laatste herderin" op de beeldbuis aanschouwen. En dan te bedenken dat de stichting er van uit was gegaan dat Anita hooguit de Edese dagbladen zou halen. Ze is zeer verknocht aan haar Veluwse heideschapen. „Ik ben altijd een dierenliefhebber geweest. Vroeger kwam ik bijna wekelijks met gewonde beesten thuis. Na de lagere school ben ik naar de agrarische school gegaan en heb de opleiding dierverzorging gedaan. In m'n vrije tijd was ik meestal bij de schaapskudde op de Ginkelse hei te vinden. Ik hielp ook al jaren met scheren". De herderin wist dus waar ze aan begon toen ze de herdersstaf opnam. „Dat is belangrijk", vindt ze. ,,Ik krijg veel mensen in de kooi die zeggen: ,,0h, dit werk is wat voor mij". Maar als ik vertel dat ik er ook met regen op uit moet worden ze al minder enthousiast. De meesten denken dat lekker in de zon op de hei zitten het enige is. Ze vergeten de koude dagen en het voeren, ontwormen en klauwtjes bijhouden. Als het dag na dag hoost denkje echt wel eens: ,,Ah, ik moet de hei weer op". De hele dag zitje dan te koekeloeren, zonder datje iets kunt doen. Maar als je eenmaal op weg bent gaat het wel weer. Ieder werk heeft z'n voor-en nadelen". Op de vraag of ze aan de eenzaamheid heeft moeten wennen bekent ze openhartig: ,,Jawel hoor. Je komt zo uit de schoolbanken, uit een klas vol medeleerlingen vandaan. Dan is het een hele verandering als je ineens alleen op de hei zit. Al had ik in het begin voldoende gezelschap. Toeristen, kinderen. . . En niet te vergeten journalisten. Ik heb wel eens gedacht: ,, Oh nee zeg, daar komt er weer één met z'n blocnote". Maar in de wintermaanden neemt dat af hè.

Vriend
Als je een paar dagen in de kou hebt gezeten denkje wel:,, Ik wou dat ik nu' s iemand zag. Anderen zitten warm en gezellig in een kantoor en ik zit hier in m' n uppie op de hei". Maar kantoormensen denken zomers als ze achter het warme glas zitten:,, Ik wou dat ik op de hei zat". Het drukste seizoen is achter de rug. Tussen 1 februari en 12 maart hebben de 114 ooien 120 lammeren geworpen. Een dierenarts heeft Anita nog niet nodig gehad in haar loopbaan. Haar verioskundige handigheid heeft ze te danken aan haar stage op een boerderij in Drente. ,,Daar hadden ze veel Texelaars. Die lammeren erg moeilijk, omdat dat soort schapen een erg brede kop heeft. Zodoende heb ik veel ervaring op het gebied van moeilijke geboorten en afwijkende liggingen". In de lammertijd zat ze het grootste deel van de dag in de kooi. ,,Soms zag ik een hele nacht m' n bed niet. Gelukkig kreeg ik veel steun van m'n vriend. Als het erg druk was geweest ging hij 's avonds naar de kooi om water bij te vullen en te kijken of alles goed ging. Dan kon ik een poosje slapen. Kijk, als je er een hebt die zegt: ,,Danhadjeernietaan moeten beginnen", is het veel moeilijker.

Eentonig
De Edese herderin ontkent dat haar werk eentonig is. ,,Dat denken veel mensen. Maar als je dan vraagt wat ze zelf doen blijken ze de hele dag koekjes in te pakken aan de lopende band of brieven te typen. Zitten op de hei is eentonig, maar het werken met dieren is altijd afwisselend. Ze zijn geen dag hetzelfde". In tegenstelling tot Jan Mos beoefent Anita op de hei het ouderwetse herdershandwerk. Toch valt de produktie tegen. ,,Thuisgajeveel sneller", verzekert ze me, terwijl ze de zoveelste sok naast zich neerlegt.,,Er zijn er wel die vragen of ik een paar sokken of een truitje wil breien. ,,Wantjij hebt toch alle tijd,". Ja, aju. Als ik daaraan begin. . . Ik brei alleen voor mezelf en voor m'n vriend. Als je op bestelling werkt kun je iemand geen half jaar laten wachten". Ter afwisseling doet ze spelletjes. ,,0h, dat gaat best hoor'', zegt ze als ze mij n verwonderde blik onderschept. ,,Yatzee bijvoorbeeld. Dat gaat prima alleen. Tenminste, ik doe het altijd. Je kunt nog eens vals spelen zonder dat er commentaar komt. Ik heb het wel gehad dat mensen van hun fiets stapten en zeiden; „Zullen we een potje yatzeeën?" Dat wisten ze uit de krant. Nou, dan pak ik m'n yatzee en gaan we spelen. Maar zomers brei ik lekker. Ofik kijk vogels. En je hebt natuurlijk de toeristen. Daar zijn niet alle herders blij mee, want ze vragen allemaal hetzelfde. Zelf heb ik daar geen moeite mee. Ik heb hele leuke contacten gekregen. Een jongen uit Ridderkerk bijvoorbeeld die me soms een dag gezelschap komt houden. En je hebt natuurlijkje vaste klanten. Mensen die op de hei hun hond uitlaten of mensen uit Ede die zo nu en dan op de fiets stappen om de kudde te zien."

Boodschappen
De indrukwekkende hoeveelheid post die in de brievenbus aan de Kreelse Weg 103 verdwijnt bewijst dat de herderin een bekendheid is geworden. ,,In het begin schreef ik iedereen terug, maar dat gaat echt niet meer," zegt ze verontschuldigend. ,, Ik krijg aan de lopende band kaarten en brieven". Ook met de jeugd heeft Anita goede contacten, al constateert ze wel dat de behulpzaamheid van het kleine grut meer tijd kost, dan bespaart.,,Kinderen die me voor het eerst zien kijken heel vreemd. Bij een kudde hoort een oud mannetje met een baard." Door haar uitzonderlijke positie in de samenleving kreeg ze meermalen van scholen het verzoek om iets te komen vertellen over haar werk. Vooral het mentaliteitsverschil tussen lagere en hogere klassen is haar opgevallen. ,,Die uit de derde klas willen alles weten over de schapen en honden. Maar die uit de zesde zijn al veel zakelijker.,, Verdien je een hoop?" ,,Kunje wel eens weg?" ,,Moet je dat zware werk ook allemaal zelf doen?" Dat zal de jongeren een worst wezen. Die interesseren zich uitsluitend voor de dieren". Een vakidioot is ze niet. ,,Als ik de kooideuren sluit zijn de schapen voor mij af. Ik ben blij dat ik niet in het huisje naast de kooi woon. Daar zit een oud vrouwtje. Ze krijgt vaak bezoek van toeristen die mij willen spreken. Soms omdat ze denken dat het niet goed gaat met een schaap. Dat menen ze door de raampjes van de kooi te zien. Als die vies zijn worden er hele boodschappen op geschreven. Dan sta ik 's rtiorgens te puzzelen om de mededelingen te ontcijferen. Je merkt dan hoe geïnteresseerd en meelevend veel toeristen zijn". Contact met collega's heeft de herderin niet veel. Daarvoor ontbreekt de tijd. Maar de contactdag voor herders vindt ze een succes. In juni hoopt ze dit evenement voor de tweede keer mee te maken. ,,Ik krijg dan alledei adviezen van herders met ervaring". Daarnaast verstevigen de schaapscheerdersfeesten de onderlinge band. Anita is altijd van de partij als in de buurt wordt geschoren. Alleen in Elspeet is ze niet welkom. ,, Daar is het een wet dat mannen scheren en vrouwen spinnen", lacht ze. Ze heeft geen frustraties overgehouden aan het feit dat de Elspeetse schaapherder Kos Mouw die wet weigert te schenden. ,,Er zijn voldoende plaatsen waar ik wél kan scheren". Mild voegt ze er aan toe:, ,En wat dat spinnen betreft, dat wil ik eigenlijk ook best eens leren".

Bloetnendijken
Dat een herder op de hei pleegt rond te dwalen mag bekend verondersteld worden. Een ontroerend lied zingt er zelfs van. Minder bekend is dat er ook een ronddoolt over de bloemendijken van Heinkenszand: Dignes lemandsen. Zeeuwser kan het bijna niet. Een zwijgzame Bevelander, die als 17-jarige knaap al met een kudde over de schorren van Sloe trok. Van '50 tot '66 probeerde hij met een eigen kudde een boterham te verdienen, maar dat lukte matig. De sneetjes werden steeds dunner. Veertien jaar kwelde hij zijn herdershart daarna bij een aannemer. Maar sinds 1980 loopt hij weer tussen de schapen over de verrassend mooie dijkjes die de stoere Zeeuwen in achteriiggende eeuwen opwierpen in hun strijd tegen de zee. Stukje bij beetje werd het land op het water veroverd en ingepolderd. De rijke begroeiing op deze dijken verdween toen de ene schaapskudde na de andere werd opgedoekt. Schitterende planten werden verdrongen door brandnetels en ander,,ordinair" kruid. Voor menige natuuriiefhebber was dit een doorn in het oog. Besloten werd het verieden te doen herleven en de schapen terug te halen. In 1980 was de,,Stichting Zeeuwse Schaapskudde" een feit. Eenjaar later opende dr. C. Boertien, commissaris der koningin in Zeeland, een in ouderwets Zeeuwse stijl opgetrokken schaapskooi. Het rode pannendak van de zwarte schuur steekt maar net boven de omliggende dijkjes uit.

Lissie
De 53-jarige schaapherder heeft een heel wat drukker bestaan dan zijn collega's op de hei. De smalle dijken bieden niet zoveel ruimte voor de kudde, zodat de pakweg 200 ooien en 100 lammeren in stevig tempo voortmarcheren, onderwijl de bermen kortwiekend. Veel oog voor de omgeving hebben ze niet. Die is overigens wel de moeite waard. Achter de populieren die aan weerskanten van de dijk staan bloeien de boomgaarden uitbundig. Het groen van de wintertarwe steekt donker af tegen het heldere wit van de sleedoorn. De kudde is te klein om alle dijken bij te houden. „Maar groter kan niet", legt lemandsen in heldere taal uit, ,, want als je d'r te veel krijgt moet de één vreten wat de ander schijt". Zijn hond Lissie bewijst gouden diensten, vooral bij het passeren van autowegen. Als een panter gaat de border-collie op het wegdek liggen. Met schapen die het wagen in zijn nabijheid te komen rekent hij snel af. Verongelijkt mekkerend vluchten ze weg als ze een stevige knauw in hun vacht te pakken hebben. Pas als de kust veilig is en de herder een sein geeft, verlaat de hond zijn post en rent naar de overkant van de weg. De meute volgt blatend en dringend. Achteraan komt lemandsen met zijn stok.

Geit
De boeren waren aanvankelijk niet erg gelukkig met de kudde. Ze zagen hun weilanden en velden met wintertarwe al overspoeld door ongezeglijke schapen, terwijl de herder genietend van de natuur op een grasspriet zat te zuigen. Het is allemaal meegevallen. lemandsen verstaat zijn vak. Alleen de geit van dr. Boertien dreigde de verhouding tussen de boeren en de schaapherder te verknoeien. De commissaris der koningin had het dier geschonken ter gelegenheid van de opening van ,,De Kamerse Kooi", ,,'k Had liever honderd gulden gehad dan die geit'', zegt lemandsen grimmig. ,,Die bezorgde niks dan armoe. Een geit is geen kuddedier'é. Hij liep gewoon naar de plaatsen waar hij het 't beste vond. Voortdurend kon je ' m uit het weiland gaan halen. We hebben' m er vlug uitgedaan." De ervaring met een dienstweigeraar was zo mogelijk nog slechter. De pacifist meende zich wel erg gemakkelijk van zijn vervangende dienst af te kunnen maken. ,,Hij sting maar in z' n boekje te lezen", vertelt de herder verontwaardigd. ,,En ik kreeg natuurlijk de klachten van de boeren. Ik zei: ,,Je moetje boekje 'es thuis laten en op de schapen letten''. Maar later presteerde hij het om z' n auto mee te nemen. Dat kan natuuriijk niet. Als herder moetje het tempo aangeven. Er zijn wel mensen die tegen me zeggen:,, Waarom pak je de fiets niet?'', maar een schaap moet weiden".

Net mensen
In de lammerperiode krijgt de Zeeuwse herder hulp van diergeneeskundestudenten, die in ,,De Kamerse Kooi" hun stage verioskunde lopen. Een deel van de Kempische heideschapen wordt gedekt door een Vlaamse ram. De jongen die hieruit geboren worden vormen de kudde van de toekomst. De overige lammeren zijn verwekt door een Texelaar en zitten zodiende beter in het vlees. Ze zullen nimmer de bloemendijken van Heinkenszand aanschouwen. Hen wacht het abattoir. ,,'t Is geen gek jaar geweest," vindt lemandsen, ,,1,57 lammeren per ooi". Hij heeft oog voor de commerciële kant van de zaak. De stichting leeft nu eenmaal niet van de wind. Toch ziet de herder zijn schapen niet als producenten. Hij kent ze alle. ,,Dat gaat vanzelf ' é. Je ziet ze geboren worden, je ziet ze opgroeien en je loopt er de hele dag tussen". Met een routinegebaar plukt hij een doorntak uit de vacht van een schaap dat meent dat gras op nauwelijks bereikbare plaatsen beter is. Lissie is op weg naar achterblijvers, die jaloers naar soortgenoten staan te staren die achter prikkeldraad grazen. Verschrikt stuiven ze de dijk op als hun kwelgeest blaffend aan komt stormen. De schapen in het weiland ogen de kudde na tot die om de bocht is verdwenen en blaten teleurgesteld. ,,Zo zijn schapen nu," zegt de herder vol levenswijsheid. ,,Ze denken altijd dat het ergens anders beter is. Daarom dringen ze ook zo. Pas als we terug gaan doen ze het wat kalmer aan. Dan weten ze dat er niets nieuws meer komt. Nee, dankbare dieren zijn het niet. Het zijn eigenlijk net mensen 'é''.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 juni 1986

Terdege | 64 Pagina's

„Schapen denken altijd dat het ergens anders beter is,
't zijn net mensen''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 juni 1986

Terdege | 64 Pagina's