Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en catechisatie III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en catechisatie III

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De stem van de meerdere vergaderingen

Het is met de stukken aan te tonen dat, met name in ons land, de meerdere kerkelijke vergaderingen zich ook met catechisatie hebben ingelaten. Hun adviezen, besluiten, opwekkingen en vermaningen zijn niet weinige.

Zeker, men was zich bewust dat de catechisatie allereerst en altijd een zaak voor de plaatselijke kerkeraad was. Men wist echter te goed dat het in de catechisatie om de bewaring van het Woord Gods en de belijdenis der kerk ging. En daarom raakte deze plaatselijke aangelegenheid ook de kerken in het gemeen. Daarbij ging het hier ook om de getrouwheid van de dienaren der kerk in hun arbeid. De meerdere vergaderingen hadden hiernaar, via de kerkvisitatie informatie te doen en opzicht te oefenen en desnodig te vermanen en tucht te oefenen. En dit heeft men niet na te laten.

Wie een duik neemt in de geschiedenis op dit punt komt een spraakgebruik tegen dat licht verwarring wekken kan. Wanneer er nl. sprake is van „catechisatiën” kan daarmede bedoeld zijn het onderwijs aan de jeugd, maar ook kan bedoeld zijn wat wij nu de catechismuspreek noemen. In het verleden heeft men deze beide niet altijd juist onderscheiden. Sinds 1568 is men begonnen onze Heidelbergse catechismus tot leidraad te nemen voor de middag- of avondpreek.

Deze prediking had een sterk catechetische inslag. Soms werden jeugdonderwijs en catechismuspreek verbonden. De jeugd moest dan in de kerk de aan de orde zijnde zondag van de catechismus opzeggen, nadat de predikant de vragen gesteld had. De schoolmeester, die vaak een kerkelijke functionaris was, moest de jeugd de catechismus leren en wees een leerling aan om zondags in de kerk het geleerde op te zeggen.

Men krijgt soms wel eens de indruk dat vele predikanten zelf niet zo veel deden aan het catechiseren van de jeugd. De jonge jeugd had de schoolmeester tot catecheet en de oudere werd, vooral in grotere plaatsen onderwezen door catechiseermeesters en ziekentroosters, die als hulpkrachten van de dominee fungeerden. In de kerkelijke Acta zijn nog al eens uitspraken te vinden over het catechiseren door onbevoegden. Het schijnt dat „proponenten”, dus theologische studenten of candidaten, nogal belust waren op een dergelijk bijbaantje. Was het misschien ook om enige praktische oefening te verkrijgen? Sommige van deze hulpkrachten voelden zich blijkbaar nogal. Zo b.v. B. Hakvoord, voorzanger van de Grote Kerk te Zwolle, die ook catecheet was. Hij gaf in de negentiger jaren van de 17e eeuw een vraagboek voor de catechisatie uit. Het ging er blijkbaar nogal in want in 7 jaar tijds verschenen er niet minder dan 5 drukken. De classis Walcheren, die zich nogal veelvuldig over catechetische aangelegenheden uitliet, veroordeelde dit boekje scherp en besloot „Aan alle classisleden te verzoeken en te gelasten dat boekje niet meer te recommanderen; veel meer moest men zien het uit de handen des volks te krijgen.”

De eerste kerkelijke vergadering, die zich met de catechisatie inliet was het convent van Wezel in 1568. Het deed een puntige uitspraak, die nog van betekenis is. Ik geef ze hier door:

„Men zal de kinderen naar hunne jaren niet alleen laten opzeggen en van buiten leren de syllaben en de woorden van de catechismus, maar ook leren verstaan de zaken zelve en dezelve niet alleen de woorden afvragen, maar ook ondervragen over de materie zelve; en voor alle dingen zal van node zijn in het uitleggen van de catechismus op het gemeenzaamste ermee te handelen en het onderzoek naar het begrip der kinderen te richten.”

Een belangrijke uitspraak over de manier van catechiseren.

Tal van Synoden in de 16e eeuw hebben zich met de catechisatie bemoeid en uitspraken gedaan. Daarbij ging het vooral over de noodzaak van eenheid in onderwijs. Aan

gezien er geen afzonderlijke Nederlandse catechismus was, gebruikte men buitenlandse. In de Waalse kerken de Geneefse van Calvijn; anderen een saamvatting geschreven door A Lasco en veitaald door Maarten Micron, nog anderen de Heidelbergse, vertaald door Datheen.

Men streefde naar eenheid. De Heidelbergse catechismus won het. Daarnaast bleef de „koite onderzoeking” van Micron voor het afleggen van belijdenis in gebruik.

Het was de particuliere synode van Zierikzee die op de grote synode van 1618–1619 een pittige instructie inzond. Zij wilde de zaak van de catechese grondig bezien en voor heel het verband van Nederlandse kerken geregeld hebben.

De bekende synode van Dordt heeft aan dit verlangen van de Zeeuwse kerken voldaan. Zij heeft brede aandacht aan de catechese gegeven. Zij liet al de buitenlandse afgevaardigden rapport uitbrengen over de wijze waarop zij de catechese zagen. Het is nog zeer lezenswaardig wat deze buitenlandse broeders gezegd hebben.

De synode zelf onderscheidde in drieërlei catechese. De huiscatechisatie door de ouders. De schoolcatechisatie door de schoolmeester of de predikant. Tenslotte de gewone catechese.

De bedoeling was voor elk een handleiding aan te wijzen of te geven.

Een heel eenvoudig boekje voor de kleinen, het z.g.n. A.B.C.-boekje dat tijdens de synode tot stand kwam.

Een boekje voor de middelklasse. Gezocht werd naar een saamvatting (kort begrip) van de catechismus. Twee ontwerpen waren ter synode vervaardigd. Het eerste verwierf de instemming maar moest nog wat gewijzigd worden; het tweede was te breed van opzet. Geen van beide zijn echter ooit verschenen. Het vindt zijn oorzaak in het feit dat er in 1612 door ds. Faukelius van Middelburg al een „Kort Begrip” uitgegeven was dat in vele kringen zeer gewaardeerd werd. Het is dit dat wij achter in vele kerkboeken nog vinden en dat velen van ons op de belijdeniscatechisatie wel gehanteerd zullen hebben. Voor de ouderen koos de synode de Heidelbergse catechismus, die tegelijk uitgangspunt voor de kerkcatechese in de middagdienst bleef.

De plannen van Dordt werden niet ten volle verwerkelijkt. Zij werden doorkruist door het verschijnen van de vraagboeken, waarvan er in de 17e en 18e eeuw tientallen verschenen. (Op dit verschijnsel kom ik in een volgend art. nog terug.)

Tal van kerkelijke vergaderingen — vooral ook de Zeeuwse — hebben zich hiertegen verzet en opgewekt terug te keren tot de Catechismus en het Kort Begrip. Een zorgelijke classis, het was weer die van Walcheren, discussieerde in 1736 nog 5 uren over dit punt.

Het doet wel eigenaardig aan dat zelfs het waakzame Zeeland niet kon verhinderen dat ds. Bernardus Smytegelt toch ook twee vraagboekjes uitgaf! En dat in Middelburg. De Afgescheiden kerken hielden zich in het begin van de vorige eeuw op hun vergaderingen met hetzelfde punt bezig. Zij verklaarden zich tegen de vraagboeken. Ook wensten zij geen catechiseermeesters. De ouderlingen moesten hier hun taak zien.

In de laatste 50 jaar hebben vele kerken zich op hun synodale vergaderingen met de zaak van de catechisatie bezig gehouden.

Vooral ook de Gereformeerde kerken. Tal van rapporten zijn er over uitgebracht. Pogingen zijn zelfs gedaan om te komen tot een nieuw kerkelijk leerboek. Echter zonder resultaat. Op synodaal niveau werd zelfs gesproken over het punt: vraagboek of lesboek. In 1952 kwam een laatste grondig rapport dat richtlijnen gaf.

De Ned. Hervormde kerk besteedde op synodaal niveau ook veel aandacht aan de catechese. Een bijzondere „ordinantie” daarvoor geeft instructies. Er is zelfs een vrijgesteld predikant om de studie over de catechese te begeleiden die de Raad voor Kerk en Catechese heeft te verrichten.

Ook de synode onzer kerken kreeg in 1956 op haar tafel een gevraagd rapport over de catechese. In de loop van de jaren werd wel eens de gedachte geopperd een synodaal goedgekeurd kerkelijk catechisatieboek uit te fj geven. Een moeilijke zaak, waarvan de uit voering dan ook achterwege gebleven is.

De synode van de Gereformeerde (Vrijgemaakte) Kerken gaf opdracht de Heidelbergse Catechismus te herschrijven in de taal van vandaag, mede met het oog op de catechisatie.

En in de Roomse Kerken in ons land kent men geen kerkelijke vergaderingen. Het bisschoppelijk gezag beslist daar. Dit bisschoppelijk gezag riep enkele jaren geleden het z.g.n. Hoger Katechetisch Instituut in het leven. Dit Instituut gaf „Grondlijnen voor een vernieuwde Schoolkatechese” waarin vergaande vernieuwingen worden voorgesteld.

Het besef heeft geleefd en het leeft nog dat de catechese voor de kerk een bijzonder belangrijke aangelegenheid is. En dit is juist.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1968

Ambtelijk Contact | 12 Pagina's

Kerk en catechisatie III

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1968

Ambtelijk Contact | 12 Pagina's