Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apostolische Geloofsbelijdenis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

Ten derde dage wederom opgestaan van de doden (Artikel 5, vervolg)

Dodenopwekkingen in het N.T.

Ook het N.T. kent het wonder van dodenopwekkingen. De Heere Jezus Zelf wekte tijdens Zijn verblijf op aarde de jongen uit Naïn, het dochtertje van Jaïrus en Lazarus op (Luc. 7 : 11 vv; Luc. 8 : 40vv; Joh. 11 : 1-46). Na Pinksteren lezen we nog van twee dodenopwekkingen: ie van Dorkas en van Eutychus (Hand. 9 : 36vv; Hand. 20 : 7vv). Bij de eerste was Petrus betrokken, bij de tweede Paulus. De evangelist Matthéüs vermeldt als enige ook nog de opwekking van vele heiligen, nadat de Heere Jezus aan het kruis gestorven was. Zij verschenen na Zijn opstanding aan velen in Jeruzalem (Matth. 27 : 52 en 53).

Nu geldt voor de vijf eerstgenoemde opwekkingen dat zij een terugkeer waren in het gewone aardse leven. De gebroken levensdraad werd bij deze doden als het ware weer voor een tijd gehecht. In die zin was er sprake van volledige continuïteit: zij keerden in hetzelfde leven terug als waaruit zij waren heengegaan. Of zij zich nog wat hebben herinnerd van hun verblijf in de dood weten we niet en hoe lang ze na hun opwekking nog geleefd hebben evenmin.

Toch zijn zij in ieder geval weer gestorven en gingen toen opnieuw de weg van alle vlees. Of dit ook geldt voor de heiligen uit Matthéüs 27 is onzeker. Verschillende uitleggers houden het daar wel op, maar de mogelijkheid is niet uit te sluiten dat het hier om een opwekking uit de doden gaat waarbij het lichaam der onsterfelijkheid werd verkregen. Als dat waar is, dan zijn deze opgewekte heiligen niet meer gestorven, maar zijn zij de eerstelingen van de grote oogst van Christus aan het einde der tijden. Evenals het O.T. spreekt namelijk ook het N.T. over de opstanding der doden aan het einde der tijden. Evenals het O.T. spreekt namelijk ook het N.T. over de opstanding de doden aan het einde der tijden en dat veel minder ingehouden dan het O.T. De bespreking daarvan moet echter wachten tot de behandeling van Artikel 11: ik geloofde wederopstanding van het vlees. Artikel 5 zelf richt de volle aandacht op de opstanding van Christus, een gebeuren waar de opstanding aan het einde van de wereldtijd onlosmakelijk mee verbonden is.

De opstanding van Christus

We gaan dus nu en de komende keren dieper nadenken over het feit en de betekenis van de opstanding van de Heere Zelf. In deze bijdrage leggen we de vinger bij een drietal belangrijke aspecten:

(\) Ze is door Christus voorzegd De Heiland heeft ruim van tevoren aan Zijn discipelen bekend gemaakt dat Hij moest gaan lijden en sterven aan een kruis en dat Hij na drie dagen zou opstaan of worden opgewekt. We lezen dat in de drie bekende lijdensaankondigingen uit de evangeliën (Mare. 8 : 31vv par.; Mare. 9 : 30vv par.; Mare. 10 : 32vv par.). Uit de reacties van de discipelen op de gevang­ enneming en kruisiging van hun Meester en uit hun aanvankelijk ongeloof aan Zijn opstanding blijkt wel dat de woorden van de Heere niet echt houvast hadden gevonden in hun hart. En dat terwijl ze toch persoonlijk getuige waren geweest van de dodenopwekkingen door de Heiland. Ze hebben niet kunnen geloven dat wat Hij aan anderen had gedaan ook aan Hemzelf kon gebeuren. Het kostte de nodige moeite om deze kleine kring rond de Heiland tot het geloof in Zijn opstanding te brengen. Ongeloof is vaak taai en maar moeilijk te overwinnen.

(2) Ze is van een bovenaardse orde Bij de opstanding van Christus maken we vervolgens de belangrijke kanttekening dat ze van een geheel andere orde is dan de opwekking der doden waar het O.T. en N.T. van gewagen. Bij genoemde dodenopwekkingen, zo zagen we, keerden de gestorvenen terug in deze wereld en namen hun plaats opnieuw in onder de mensen. De opstanding van Christus uit de doden moet daar echter duidelijk worden onderscheiden. Christus keert niet terug in ons gewone aardse leven, dat aan de dood is onderworpen. Zijn nieuwe leven is voorgoed aan de dood voorbij. De dood heeft er geen greep op. Het gaat bij de opwekking van Christus dus om de definitieve overwinning van de dood. Het leven dat Hij nu leeft, is eeuwig. Romeinen 6 : 9 brengt dat heel mooi onder woorden: Wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem." In dezelfde lijn ligt wat de opgestane Zaligmaker zegt tegen Johannes op Patmos: Vrees niet, Ik ben de Eerste en de Laatste, en Die leef, en Ik ben dood geweest, en zie. Ik ben levend in alle eeuwigheid" (Openb. 1 : 17, 18). Ook Handelingen 13 : 34 zegt, dat God Zijn heilig Kind Jezus heeft opgewekt en dat Deze geen verderving meer zal zien. Het leven dat Christus nu leeft is niet van deze wereld of eeuw, maar behoort bij deze wereld of eeuw die komt. Het is niet doeltreffend te omschrijven met woorden die aan onze huidige wereld zijn ontleend, want het ligt buiten onze ervaringshorizon. Bij het verrezen lichaam van Christus moeten we denken aan wat de apostel Paulus in 1 Korinthe 15 schrijft over het lichaam van de opstanding dat eens de gelovigen zullen dragen. Zij ontlenen de heerlijkheid en de aard daarvan namelijk aan de verheerlijkte Christus Zelf. Het is een geestelijk of pneumatisch lichaam in tegenstelling tot ons huidige natuurlijke of psychische lichaam. Dit geestelijke lichaam staat geheel en al onder de heerschappij van de Heilige Geest en is Zijn tempel. Het is daarom on verderfelijk en onsterfelijk. Daarmee is het ver uitgetild boven wat het aardse lichaam nu is en ook boven wat het was toen het nog ongeschonden was in het paradijs. Het is een volledig nieuwe wijze van lichamelijk bestaan waarover wij alleen maar kunnen speculeren.

(3) Ze heeft geen ooggetuigen De eerder genoemde doden-opwekkingen m het O.T. en N.T. vonden plaats in het bijzijn van mensen. Mensen waren er getuige van hoe doden opstonden uit de dood. Ze konden zeggen: we hebben het met eigen ogen gezien. De opwekking van Christus is echter door geen mensenoog gezien. In de vroege morgen op de eerste dag der week stond Hij in alle stilte op uit het graf in de hof van Jozef van Arimathéa en liet het lege graf als een stille getuige achter. Engelen hebben daarop als eersten het heilsfeit van de opstanding aan de vrouwen mogen doorgeven. En de vrouwen vertelden het weer aan de discipelen in Jeruzalem. Daarna verscheen de Heere Zelf in levende lijve aan de Zijnen op de dag van Zijn opstanding en heeft Hij ook in de veertig dagen voor Zijn heengaan naar de Vader Zichzelf vele malen aan hen vertoond en hun Zijn groet van vrede doen horen. De evangeliën geven daar een rijk getuigenis van. De apostel Paulus legt bij deze verschijningen in 1 Korinthe 15 zeer nadrukkelijk de vinger. Hij is overigens de enige aan wie de Heere na Zijn Hemelvaart verschenen is. Geen mens kan dus zeggen: ik heb de opstanding zien gebeuren, maar velen hebben kunnen zeggen: wij hebben de Opgestane met eigen ogen gezien. Hij sprak, at en wandelde met ons in de veertig dagen tijd. Toen Paulus zijn brief aan de Korinthiërs schreef, was van deze ooggetuigen menigeen zelfs nog in leven. Men kon het dus navragen wat de apostel schreef.

P. Vermeer, Wilsum (D)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's