Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roemenië, een jaar na de revolutie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roemenië, een jaar na de revolutie

"De mensen leven nog steeds alsof het grote vakantie is"

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />Half oktober vertrokken twee vrachtwagens vol hulpgoederen, Bijbels en kinderbijbels uit het Brabantse Genderen naar Moldavië in Roemenië. Een transport zoals er al veel werden uitgevoerd en nog zullen volgen. Het Oostblokland is op alle gebieden bankroet. De economie is kapot. Er is een schreeuwend gebrek aan grondstoffen. Het gros van de fabrieken is rijp voor de sloop. Boeren werken nog met ossekar en paard en wagen. Maar erger dan dit alles is de teloorgang van de arbeidsmoraal door 45 jaar communisme. De profetie tegen Duma is voor Roemenië uiterstactueel. "De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht."

Het is eind mei als Wim van Bruggen, eigenaar van' een adviesbureau voor de slagersbranche, met zijn vrouw Ada naar Roemenië reist. In opdracht van de stichting Dorkas in Andijk zullen ze nagaan waar en op welk gebied hulpveriening het dringendst gewenst is. Vooral de situatie in de kindertehuizen verdient aandacht. Met onder meer het adres van de arts Elvira Chita uit het Moldavische Vinatori Neamt vertrekken ze naar Roemenië. Dokter Chita introduceert hen in het jongenshuis "Veniamin Costache''. Totaal verslagen komt het echtpaar na twee weken terug in Huizen. Al spoedig groeit het plan het tehuis hulp te bieden. Met twee andere echtparen in het Gooi wordt een comité gevormd. De videoband die Van Bruggen heeft gemaakt van de reis en het bezoek aan "Veniamin Costache" doet dienst als wervingsmiddel. Het resultaat is overweldigend. In enkele maanden tijd is er 36.000 gulden en 180 kubieke meter hulpgoederen binnen. Transportondernemer Ad van Wijk uit Genderen is bereid de lading met twee vrachtwagens over te brengen.

Transport
Maandag 8 oktober, 's nachts om één uur, vertrekken een truck met oplegger en een vrachtwagencombinatie uit Brabant. Gevuld met 44 ton lading, waaronder honderden Bijbels, 17.000 kinderbijbels, 3600 dekens, stapels linnengoed, matrassen, vierduizend kilo conserven van Hak, vijfhonderd kilo vlees en vijfhonderd kilo vis in blik, kazen en ander broodbeleg, melkpoeder, zakken vol kleding, vierhonderd paar nieuwe en zakken vol tweedehands schoenen, zeepmiddelen, medicamenten, keukengerei, gereedschap en huishoudelijke apparaten. Onder de zakken met kleding is een tweedehands Depaardekarisin Roemenië nog een belangrijk transportmiddel. V.l.n.r.de eigenaar van de kar, David Timmer, Gerrit uan Kempen en Jan van der Werken. Peugeot weggemoffeld. Een presentje voor dokter Chita van een Genderense zakenman, die het onbestaanbaar vindt dat een arts bezoeken moet afleggen met paard en wagen. Eén luxe wagen met vier personen is vooruit gereisd om de aflevering van de goederen voor te bereiden. Wim van Bruggen, zijn dochter Lydia, zijn zwager Frits van Dijk en ik bemannen de tweede wagen, 's Morgens om kwart voor vijf vertrekt de BMW van Van Bruggen uit Huizen. Dezelfde dag moet Boedapest worden bereikt.

Pompbediende
Iets voor het Oostenrijkse Melk passeren we de vrachtwagens. In een restaurant tegen de Oostenrijks- Hongaarse grens heeft de kennismaking met de chauffeurs plaats. Naast Ad van Wijk zijn dat Gerrit van Kempen, een zwijgzame veertiger. Jan van der Werken, de cowboy van het gezelschap, en David Timmer, een gedrongen kerel met een ringbaardje. ,,Een boom van een vent, alleen wat kort afgezaagd'', vindt Ad. De vrachtwagenchauffeurs wisselen elkaar af, zodat continu kan worden doorgereden. De komende nacht zullen ze in de Roemeense grensplaats Oradea al zevenduizend kinderbijbels lossen. Voor we uit elkaar gaan adviseert Jan om in Abda, ongeveer veertig kilometer Hongarije in, te tanken. Bij het pompstation achter een wegrestaurant. ,, Wachten tot er iemand bij je komt", instrueert hij Wim, ,,en dan de prijs afspreken in Duitse marken. Voor twintig mark moetje een veertig liter kunnen krijgen." Zijn aanwijzingen worden nauwkeurig opgevolgd. In het duister onderhandelt de pompbediende met Van Bruggen tot ze het eens zijn geworden voor 32 liter tegen twintig mark.

Hotel
's Avonds om elf uur arriveren we bij het Aero-Hotel in Boedapest. De volgende dag moeten we om zes uur weer vertrekken.,,Dat kan niet", maakt de receptioniste duidelijk, „want het ontbijt kan pas vanaf half zeven worden genuttigd." ,, Dan zonder ontbijt'', beslist Van Bruggen. ,,Het ontbijt is bij de prijs inbegrepen", antwoordt het meisje. ,,Dan betalen we het ontbijt wel, maar we gebruiken het niet", herhaalt de zakenman. Het brengt de Hongaarse totaal in verwarring. De regels dienen gehandhaafd te worden. Na overleg met een mannelijke collega laat ze weten dat voor een ontbijt zal worden gezorgd. De volgende morgen levert een ober vier plastic zakken met wat harde broodjes en broodbeleg af bij de balie. Koffie is er nog niet. ,,Dan maar druivensap", zegt Van Bruggen. Tot zijn ergernis krijgt hij daarvoor een aparte rekening gepresenteerd. ,,Dat druivensap komt toch zeker in de plaats van de koffie?" Het meisje schudt het hoofd. Bij het ontbijt hoort koffie. En omdat het ontbijt nog niet gereed is, is er ook geen koffie. Wie wat anders wil moet dat betalen. Ze voelt zelf het kromme van de situatie aan. ,,Elke morgen geeft dat problemen met mensen uit het Westen'', zegt ze hulpeloos. ,,Maar we kunnen niet anders. Bieden we u ter vervanging van de koffie iets anders aan, dan moeten we dat zelf betalen. Over een jaar is het hotel in particuliere handen. Als u dan terugkomt bieden wij met de helft van het personeel twee keer zo veel service voor minder geld." Met die belofte nemen we afscheid.

Wegrestaurant
De "snelweg" naar Roemenië is een matig onderhouden tweebaan. Antieke vrachtwagens braken rook en roet uit. De Trabantjes zijn al van verre te herkennen aan de blauwe walm die de uitlaat veriaat. Daartussen rijden paardekarren en een enkele fietser. Een oude vrouw gebruikt haar tweewieler voor het transport van een gasfles. Over de eindeloze poesta's trekken schaapskudden voort. De huizen langs de weg zijn verwaarloosd, de begraafplaatsen overwoekerd door onkruid. Een kilometer voor de Roemeense grens ligt het laatste Hongaarse "wegrestaurant". Een houten keetje, waar een vrouw drabbige koffie in cognacglaasjes verstrekt. Betaling in westerse valuta heeft de voorkeur. Het toilet blijkt niet meer te zijn dan een betonnen verhoging met een gat erin. Voor wc-papier dient de gebruiker zelf te zorgen.

Industrie
De Roemeense douaniers zijn van de oude stempel. Argwanend en militant. Vriendelijk blijven en niet al te snugger doen levert in het algemeen het beste resultaat. Met een half uur is de papierwinkel gereed en mogen we verder. Boven Oradea is de lucht oranje gekleurd door de wolken die uit fabrieksschoorstenen opstijgen. Een zure, chemische lucht dringt de auto binnen. Het industriecomplex, dat het milieu in de omgeving volledig vergiftigt, is rijp voor de sloop. Zowel bij het begin als aan het eind van de stad staat een lange rij auto's voor een benzinestation. Meest Dacia's, de volkswagen van de Roemeen. Brandstof is in het Oostblokland schaars. De hoogbouw in de stad is grauw en triest. Geen bloembak aan het balkon, nauwelijks gordijnen voor de ramen. Duizenden boerfles van het platteland werden in deze hokken opgeborgen. Gedwongen door Ceausescu, die droomde van een machtig Roemenië met een grootse industrie, waarin voor kleinschalige landbouw geen plaats was. Buiten de stad gaat de klok een eeuw terug. Op houten elektriciteitsmasten nestelen ooievaars. De dorpen liggen langs de hoofdweg. Tussen de huizen zijn kleine maïsveldjes aangelegd. Schaapherders trekken met hun kudden langs en soms over de weg. Krom gewerkte vrouwtjes, diep in het zwart, schuifelen met stapels sprokkelhout op de schouders huiswaarts.

Romantische aard
Tussen Dej en Bistrita halen we de vrachtwagens weer in. De kinderbijbels zijn afgeleverd. David heeft in de cabine van zijn vrachtwagen erwtensoep en broodjes klaargemaakt, zodat nauwelijks tijd verloren gaat. Nog deze dag moetSuceava worden bereikt. Schemering kent Roemenië nauwelijks. Vrij plotseling gaat de dag over in de nacht. Vijf uur is het aardedonker. Traag gaat het voorwaarts door de Karpaten. De chauffeurs kunnen hun ogen geen moment van de weg afhouden. Elk ogenblik kan een schaapherder met zijn kudde oversteken of een onverlichte boerenkar uit het duister opdoemen. De huizenbouw toont de romantische aard van de Moldaviër. Het houtwerk is kunstig versierd. De stenen geschilderd in pasteltinten. Maar de schoonheid is grotendeels vergaan door jarenlange verwaarlozing. Ook hier heerst de armoede. Kinderen langs de weg houden bedelend hun hand omhoog. Verschillende keren passeren we jonge vrouwen die zichzelf aanbieden.

Sigaretten
Iets na achten komen we aan bij de baptistenfamilie Clipa in Suceava. Een weduwvrouw met zeven kinderen. Vader Clipa werd gedood door de beruchte "Securitate". De tafel staat gedekt. Sinds de revolutie zijn de rollen omgekeerd. Werden de bij belgetrouwe christenen tot vorig jaar achtergesteld, nu profiteren ze als eersten van de hulptransporten, die vaak door kerkelijke instanties of particuliere christenen worden georganiseerd. Helaas niet erg gestructureerd. Een veelheid aan instanties en comités in verschillende landen tracht de nood in Roemenië te lenigen, waardoor de hulpveriening nogal chaotisch verioopt. Daniël en Pavel Clipa zullen de volgende dag meereizen als tolken. Daniël spreekt vloeiend Duits. Het enige probleem is dat hij 's nachts moet werken. Maar er is wel wat te regelen, glimlacht hij. Als we voor een paar pakjes Nederlandse sigaretten kunnen zorgen komt dat wel in orde. De chauffeurs slapen in de vrachtwagens, de overige Nederianders worden op verschillende adressen on- Vooral de zakken suiker worden metgejuich begroet. dergebracht. Gastvrijheid is een opvallende deugd van het Roemeense volk. De volgende morgen wordt de reis voortgezet naar Vinatori Neamt. Daniël toont geen spoor van vermoeidheid. In ruil voor de pakjes sigaretten heeft zijn baas hem de hele nacht laten slapen.

"Chinese heftruck"
Dokter Elvira Chita is zichtbaar ontroerd als de twee vrachtwagens voor haar woning parkeren. Veel tijd voor het uiten van emoties is er niet. Chauffeur David, die beloofd heeft voor personeel te zorgen, komt na vijf minuten al terug met een dertigtal Roemenen. ,,'k Ben even in dat fabriekske hiernaast geweest. Neem ze maar mee, zei de baas. Ze doen toch niks." Met behulp van gebarentaal vormt Gerrit een " Chinese heftruck". De verbouwereerde Roemenen worden in het gelid geplaatst en krijgen de eerste zakken met kleding in de handen gedrukt. Van de vrachtwagen wordt de lading doorgegeven naar de "dispensar", hetkliniekje van dokter Chita, waar haar medewerksters de zakken door het raam aanpakken. Als de beschikbare ruimte in de "dispensar" is gevuld, wordt de menselijke keten veriegd naar de schuur, waar 3250 kinderbijbels een plaats vinden. De betaling van de Roemenen heeft plaats in natura. Alle helpers ontvangen een kinderbijbel. Hun dankbaarheid is ongeveinsd. De belangstelling voor de Bijbel en geestelijke lectuur is iets wat in heel Roemenië opvalt. Bij de massa is het ongetwijfeld slechts nieuwsgierigheid naar de inhoud van het Boek dat zo lange tijd streng verboden was. Maar de geschiedenis van Zacheüs bewijst dat nieuwsgierigheid de eerste stap kan zijn op weg naar de hemel.

Zigeuners
Onder de zigeuners in het dorp heeft het nieuws over het transport zich als een lopend vuur verspreid. Roepend en bedelend staan ze om de vrachtwagens. Vrouwen met felle ogen en haveloos geklede kinderen om hen heen. Mannen die ondanks het vroege tijdstip al een zware dranklucht verspreiden. Dokter Chita heeft voor de Nederlandse gasten een restaurant gereserveerd voor de middagmaaltijd, maar daar willen de chauffeurs niet van weten. De argumenten van de arts, die door Daniël Clipa wordt vertaald, missen het beoogde effect. ,,Nein Daniël", onderbreektGerrit, ,,wir kunnen nou wel een Stunde gaan sitzen, maar dan kommen wir nicht leer vandaag. Vanabend kunnen wir nog lang genoeg sitzen." Half elf komen de vrachtwagens aan bij het jongenshuis "Veniamin Costache" in Tirgu Neamt. De bewoners reageren uitgelaten. Voor de niet-eetbare hulpgoederen zijn twee lokalen gereserveerd. De conserven worden bij de uitgang van de keuken gelost. Bereidwillige kinderhanden stapelen de potten in houten en plastic kratten, die als ze vol zijn worden afgevoerd. ,,Collega, collega!", bedelen ze en rusten niet voor ze weer een pot te pakken hebben. Het is verbazingwekkend welke kracht in de schrale kinderlijfjes blijkt te schuilen. Een enkeling kan z'n begeerte niet weerstaan en opent een potje met zuurkool om te proeven. Niet zo verwonderlijk als bedacht wordt dat deze kinderen zijn opgegroeid met droog brood, macaroni en aardappelen.

Volksoploop
De auto voor dokter Chita wordt gelost bij de stenen brug naast het plaatselijke hospitaal. De arts wordt beurtelings rood en bleek als ze het geschenk krijgt aangeboden. De kofferbak is gevuld met onderdelen. Noodzakelijke reparaties kunnen worden uitgevoerd door haar echtgenoot George, die een universitaire opleiding autotechniek heeft gevolgd. Als de goederen voor "Veniamin Costache" zijn gelost keren de vrachtwagens terug naar Vinatori Neamt. Bij dokter Chita moeten nog een koelkast en een wasmachine worden afgeleverd. Een klus van tien minuten, ware het niet dat de plaatselijke bevolking te hoop is gelopen. Vooral de zigeuners roeren zich heftig. Een deel van hen heeft de dag doorgebracht in het café tegenover de "dispensar' ', waar de sterke drank voor geringe bedragen over de bar gaat. De tierende menigte groeit nog steeds aan. Honderden armoedzaaiers, gereed om in het duister van de avond hun slag te slaan. De chauffeurs staan als schildwachten om de vrachtwagens heen. De koplampen beschijnen de verhitte gezichten van de dorpelingen die het dichtst bij de buit staan. Ze worden aangemoedigd door vrouwen in de achterste gelederen. „Gewoon erdoorheen", zegt Ad van Wijk en baant zich met de koelkast op de rug een weg door de meute, terwijl George en Elvira Chita bleek toezien. Een Roemeen die vechtlustig op de vrachtwagen klautert wordt er door David Timmer weer af geslagen. De chauffeur wordt gedekt door zijn collega Jan van der Werken, die met een plank gereed staat om nieuwe aanvallers af te schrikken.

Wolf
Als ook Ad in de gaten krijgt dat de ongelijke strijd volledig uit de hand dreigt te lopen, springen de chauffeurs achter het stuur en laten de vrachtwagens met brullende motoren optrekken. Terug naar "Veniamin Costache", waarde medicamenten en melkpoeder voor dokter Chita tijdelijk mogen worden opgeslagen in een haastig ontruimd kamertje op de begane grond van het tehuis. Uit alle hoeken komen kereltjes te voorschijn die hun diensten aanbieden. Tussendoor snuffelen ze onder het zeil van de vrachtwagens. De brutaalsten rennen even later weg met pakjes in de handen. Een deel van de buit hebben ze in ieder geval binnen. De avond is al ver gevorderd als de deelnemers aan het transport en de directie van het tehuis elkaar ontmoeten in het bekendste restaurant van Tirgu Neamt. Directeur Cozma is op de hoogte gebracht van de reden van het oponthoud en maakt daarvan in zijn toespraak dankbaar gebruik. ,, Vanavond hebtu zelf gezien wat 45 jaar communisme hier teweeg heeft gebracht. Het heeft de mens tot een wolf voor zij n medemens gemaakt. Daarom doet het ons te meer goed dat u toch gekomen bent. Daarmee hebt u niet alleen de kinderen een dienst bewezen, maar ook een voorbeeld gesteld aan het hele Roemeense volk.''

Geen stimulans
George Chita bevestigt dat het communisme en met name het bewind van Ceausescu het moreel van de Roemenen sterk hebben ondermijnd. ,, Vooral de arbeidsmoraal. Je kon niet zelf bepalen waar je ging werken. Elvira en ik zijn door de overheid in Vinatori Neamt geplaatst. Elvira als arts en ik als autotechnicus. Mijn taak is het oplossen van technische problemen. Uit financieel oogpunt heeft het geen zin om je in te zetten. Al vind je iets uit waardoor veel geld wordt bespaard, jou levert het niets op. Dat gebrek aan stimulering heeft bij velen alle motivatie voor het werk gedood. Ons land is zeer bevoorrecht. We hebben een bodem die rijk is aan grondstoffen, een prachtige natuur. Maar wat we missen is arbeidsmoraal. In Japan zie je het tegenovergestelde. Gebrek aan alles, maareen grote inzet. Daarmee kom je in de praktijk verder."

Mathematisch
Tegen twaalven zet de ingenieur ons af bij het artsenechtpaar Danut en Veronica Toplicianu in Vinatori Neamt. Ze lagen al op bed, maar onze verontschuldigingen over het late uur van aankomst wijzen ze met een handgebaar af. Terwijl Veronica twee bedden gereed maakt, opent Danut een fles zelfgemaakte wijn. Verbaasd schudt hij het hoofd als hij hoort dat we in twee dagen naar Roemenië zijn gereden en dat slechts twee dagen zijn uitgetrokken voor het lossen van de wagens.,, Jullie zijn veel te mathematisch. Tijd is geld. Wij zijn een romantisch volk. Hou je van Tsjaikowsky?" Zonder antwoord af te wachten verdwijnt hij naar de achterkamer en zet een lp van de Russische componist op. Zwijgend zitten we bij elkaar. De arts staart dromerig voor zich uit, terwijl Frits en ik bezorgd naar de klok blikken. Het is inmiddels kwart voor een. Om één uur vult Danut opnieuw de glazen. M'n afwijzing negeert hij. „Laat even dat denken in tijd los. Geniet van dit moment. Proef de wijn. Geniet van de muziek. En sla de herinnering eraan op in je geheugen als een aandenken aan deze ontmoeting. Wij zullen hetzelfde doen.'' Als we er ons al mee verzoend hebben dat we de rest van de nacht knikkebollend de symfonieën van Tsjaikowsky zullen beluisteren, staat de arts op. ,,Jullie zijn moe. Ga nu naar bed. Je krijgt nog zware dagen."

Hutspot
De gasten die zijn ondergebracht bij het echtpaar Chita krijgen als ontbijt hutspot voorgeschoteld. Ze willen de gastvrijheid van de arts niet beschamen en werken zich manmoedig door het bord heen. Voorde "dispensar" staat alweer een forse menigte. Oorzaak van de frustratie is het feit dat de arts overladen is met goederen en de dorpelingen niets krijgen. Een misverstand dat uit de weg wordt geruimd door Wim van Bruggen, die de schare vanaf het bordesje voorde "dispensar" toespreekt. De goederen zijn voor hen bestemd, maar moeten nog worden gesorteerd. Zaterdag zal de handel worden verdeeld. Daniël Clipa zet de boodschap over in het Roemeens, waarop een spontaan applaus volgt en de dorpelingen naar huis terugkeren. De vrachtwagens zijn inmiddels vertrokken naar het psychiatrisch ziekenhuis van Tulghes, waar de rest van de goederen zal worden gelost. Op aanwijzing van directeur Otitia Morosanu wordt de vracht naar een magazijn gereden, waar met hulp van psychiatrische patiënten de lading wordt gelost. Vooral de zakken suiker worden met gejuich begroet.

Nieuwe revolutie
Eén van de helpers is de journalist Nicolae Plesap. Hij is opgenomen in verband met stressverschijnselen, maar kan zelfs in het psychiatrisch hospitaal geen afstand nemen van zijn werk. Het eerste waarnaar hij vraagt is batterijen voor zijn cassetterecorder. Door zijn beroep weet hij de situatie waarin zijn land verkeert treffend te typeren. ,, We hebben onze vrijheid herkregen, maar weten na zo veel jaren van onderdrukking niet hoe we die moeten gebruiken. De mensen leven nog steeds alsof ze aan een grote vakantie bezig zijn. Aan werken denkt eigenlijk niemand. Daar komt bij dat de economie volledig aan de grond zit. In veel fabrieken ontbreken de grondstoffen die nodig zijn voor het produktieproces. Met het gevolg dat de arbeiders thuis kunnen blijven. Veel boeren die onder Ceausescu naar de steden zijn gedeporteerd, zijn weer teruggegaan naar hun dorpen. Voor hen is onduidelijk van wie nu de grond is. Er zijn er die de oude rechten willen laten geleden. Anderen vinden dat het land over alle boeren verdeeld moet worden. Dat geeft veel conflicten tussen families. Wettelijk is er nog niets vastgelegd." ,,Eris weinig veranderd na de revolutie' ', bevestigt een mede-Roemeen, die zijn naam niet vermeld wil zien. ,,Let op mijn woorden. Voor het volgende jaar is er opnieuw revolutie.''

Westerse stad
Half twee verlaat het convooi Tulghes. Wat rest is de aflevering van zesduizend kinderbijbels in Cluj-Napoca. De tocht voert door de oostelijke Karpaten, een van de mooiste delen van Roemenië. Vooral in de herfst is het met loofbos bedekte bergland van een adembenemende schoonheid. Ontsierende elementen als flats, auto's en lichtmasten ontbreken. Op het Moldavische platteland heeft de klok stilgestaan. Het vervoer geschiedt met ossekar of paard en wagen. Water is verkrijgbaar bij de put. Naarmate we het Hongaars sprekende deel van Roemenië naderen, neemt de welvaart zichtbaar toe. Cluj-Napoca doet zelfs wat denken aan een westerse stad. In een van de vele flats vinden we een oudste van de Pinkstergemeente waar de kinderbijbels gelost moeten worden. In zijn volkswagcnbusje gaat hij de vrachtwagen voor naar het kerkgebouw. De donderdagavonddienst is net afgelopen. Honderden kerkgangers stromen de straat op. De meesten zijn stemmig gekleed, de vrouwen hebben het hoofd bedekt met katoenen doekjes.

Werken
,,Personeel genoeg", glundert Gerrit van Kempen en plukt een twintigtal mannen uit de schare. Verbaasd staren ze de vrachtwagenchauffeur aan, die hen in een mengelmoes van Nederlands en Duits beveelt een menselijke ketting te vormen. Na een kortdurende Babylonische spraakverwarring krijgen de mannen in de gaten wat van hen verwacht wordt. Op de wagen pakken twee Nederianders de dozen met kinderbijbels van de pallets af. Voor de Roemenen gaat het veel te snel. De afvoer door de menselijke keten stagneert. Voor aan de ketting verbetert Lydia van Bruggen een Roemeense jongen die de dozen in het Engels telt, maar boven de "twenty" de tel kwijtraakt. Ze maakt van de ontmoeting gebruik om hem ook wat Nederiands bij te brengen. ,,Eén, twee, drie", herhaalt hij gehoorzaam. ,, Wat zij'de gij aan het doen'', brult Gerrit.,, Ik leer 'm tellen", zegt Lydia. ,,Ge kunt ze béter werken leren, daar hebben ze hier meer aan", is het commentaar van de vrachtwagenchauffeur. De aangesprokenen reageren niet. Een van hen heeft een doos geopend en een kinderbijbel eruit gehaald. De overigen staken direct de arbeid. Om te genieten van het moment, zoals Danut Topliciariu ons heeft geleerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 december 1990

Terdege | 72 Pagina's

Roemenië, een jaar na de revolutie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 december 1990

Terdege | 72 Pagina's