Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ELIA'S LAATSTE GANG.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ELIA'S LAATSTE GANG.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het geschiedde nu, als de HEERE Elia met een onweder ten Hemel opnem, en zou, dat Elia met Eliza ging van Gilgal. En Elia zeide tot Eliza: blijf toch hier, want de HEE­ RE heeft mij naar Bethel gezonden. Maar Eliza zeide: Zoo waarachtig als de HEERE leeft en uwe ziel leeft, ik zal'^ti niet verlaten. Alzoo gingen zij af naar Beth-El. II Koningen 2:1-2.

Elia zal straks eeuwig Gods lof ontvangen. Hem in gerechtigheid aanschouwen. En verzadigd zijn met 't Goddelijk beeld. En dat als een onwaardig schepsel in zichzelf. Dat baart niet anders dan eeuwige verwondering van Gods vrije gunst.

Alleen loutere genade brengt Elia binnen. Daar komt niets, en dan ook niets van Elia zelf bij. Daarom zoekt hij de eenzaamheid voor zijn laatste gang. Hij wenst geen roem of eer van mensen te behalen. Hij verafschuwt dat men mogelijk een afgod van hem zal maken. Alle gebedsverhoringen zijn het werk van boven. Het vuur dat God van de hemel deed nederdalen, valt Elia toch immers ook buiten. En als de Heere hem als een middel heeft willen gebruiken tot waarachtige bekering van deze of gene, dan is Elia daarom wel verheugd, doch hij behoeft er geen eer van weg te dragen. Dat komt hem niet toe. Dat is alleen het werk van de Drieëenige God. En als de Heere hem straks met vurige paarden en wagens ten hemel zal opnemen, dan is dat toch alleen tot verheerlijking van zijn getrouwe Verbonds-Jehova. Elia wil mensenverheerlijking voorkomen. Elia wil ook zijn geliefde vriend en medebroeder in de bediening, Eliza, de smart van het scheiden sparen. Hij wenst alleen nu maar afscheid te nemen en zijn reis in de eenzaamheid te vervolgen. Er wordt in de eenzaamheid wat afgedaan. Zowel ten goede als ten kwade. Doch het meest wordt de eenzaamheid gezocht tot kwade praktijken. Tot goddeloosheden. Tot diefstal, onzedelijkheid enz. enz. Hoe verschillend is het als de Heere met Zijn lieve Geest in het hart van een zondaar komt wonen. Als de Heere Zijn genade in de ziel verheerlijkt, een mens van dood levend maakt. Van blind ziende, en van doof horende, van afkerig, begerig naar de redelijke onvervalste melk, dan wordt zelfs in de begin­ ne van het genadeleven de eenzaamheid begeert en opgezocht. Dan wenst men geen gemeenschap van vrienden of vriendinnen. In de eenzaamheid wordt het hatt voor God uitgestort. In het verborgen gaan zij Gods woord onderzoeken. Buigen zij hun knieën. Storten zij hun tranen, Zoeken zij Gods aangezicht. Vertellen zij hun behoeften. Roepen zij de Heere aan, Er is geen een van Gods lieve volk, die zulk een eenzaamheid niet kent. De verborgen plekjes zijn hun dierbaar. Zij richten er wel eens een steentje op. Later kijken zij nog wel eens terug naar die plaatsjes. En als het de Heere behaagt hen een stapje verder te leiden op de weg des heils, dan verkiezen Gods kinderen zeker ook de gemeenschap met elkander, Daar kunnen zij niet buiten. Leven zoekt het leven. Maar er komen tijden in het leven van Gods kinderen, dat zij de eenzaamheid weer opzoeken. Soms is het de nood van hun eigen ziel dat hen uitdrijft naar de eenzaamheid. Dan weer eens de nood van elkander, de nood van man of vrouw, de nood van hun kinderen. Ja, ook met de nood van het kerkelijk leven zoeken ze de eenzaamheid op om hun God die alles regeert, aan te roepen. Bidden kunnen wij met elkander, in tegenwoordigheid van elkander. Maar als het een worstelen der ziel wordt, dan wordt de eenzaamheid opgezocht. Dan wordt de kamerdeur wel eens op slot gedaan. Of in het stille nachtelijk uur, als de anderen slapen, wordt God aangeroepen. Gemeenschap met de Hemel gezocht. In alle standen van het genadeleven blijft de eenzaamheid niet vreemd. Daar zullen al Gods kinderen zeker mede instemmen.

Er kunnen benauwde, maar ook zalige ogenblikjes in de eenzaamheid beleefd worden. Als hun verzuchtingen eens doorgang mogen vinden, als de Hemel eens mag opengaan, als de Heere eens met Zijn liefde in de ziel wil afdalen. Soms gebeurt het dat de Heere hen verwaardigd, dat hun ziel opgetrokken mag worden in de Hemel, en dat zij gemeenschap mogen oefenen met hun getrouwe Borg en Middelaar, die verhoogd is aan des Vaders rechterhand. Daar weet de wereld nu niet van. Daar weet het nabijchristendom ook niet van. Dat is 't werk van Gods lieve Geest in de harten der Zijnen. Dan mogen Gods kinderen hier op aarde reeds een voorsmaak genieten van het eeuwig zalig leven wat hun aan de overzijde van de doodsjordaan wacht, Gods volk mag hier op aarde toch wel eens terechtkomen aan de Fontein des heils. Zij mogen het vette van Gods huis wel eens smaken in het Mesech der ellende, 't Gebeurt toch wel eens dat zij dronken mogen worden van de liefde. Het is dus ook geen wonder dat Elia tot Eliza zeide: Blijf toch hier. Maar Eliza zeide tot Elia: Zo waarachtig als de Heere leeft en uwe ziel leeft, ik zal u niet verlaten. Eliza kende ook het leven der genade. Hij wist ook dat de Heere leefde, en dat de ziel van Elia leefde.

R.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1961

De Wachter Sions | 4 Pagina's

ELIA'S LAATSTE GANG.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1961

De Wachter Sions | 4 Pagina's