Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

VISIE OP HET ONDERWIJS CONTOUREN VAN EEN GEREFORMEERDE BESCHOUWING VAN DE SCHOOL, samengesteld door C. Bregman en I.A. Kole, Uitg. J.H. Kok, Kampen 1981; 247 bladz., prijs f. 29, 90.

Het is een goede gedachte van de samenstellers geweest om een serie artikelen, die voor het merendeel reeds werden gepubliceerd in (onderwijs)bladen die in reformatorische kringen gelezen worden, te bundelen.

Deze artikelen, die hierdoor in een zinvoller verband zijn bijeengebracht, bewegen zich vooral op het terrein van de identiteit van het reformatorisch onderwijs. Bezinning op deze materie is broodnodig in deze tijd, waarin op vele christelijke scholen de kern van de bijbelse boodschap niet meer gehoord wordt. De verontrusting over de ontwikkeling in het godsdienstig karakter van de "algemeen" protestants-christelijke scholen en over de gevaren die het reformatorisch onderwijs bedreigen komt in de waardevolle artikelen van deze bundel duidelijk naar voren.

De samenstellers hebben in de ondertitel vastgehouden aan het woord "gereformeerd", waarmee ze willen benadrukken dat ze in de kring van het reformatorisch onderwijs dienstbaar wensen te zijn aan het geheel van het christelijk onderwijs.

In het eerste artikel: "Waardebepaling van het christelijk onderwijs" benadrukt drs. M. Burggraaf de duidelijke plaats, die de Heilige Schrift binnen het geheel van het onderwijs dient in te nemen.

Drs. A Vergunst en W. v.d. Zwaag laten ons vervolgens een blik slaan in het verleden, waaruit we kunnen leren met hoeveel ernst de kerk der Reformatie de zaken van de school behartigd heeft. Tevens kunnen we kennis nemen van de strijd van Groen van Prinsterer voor een positief-christelijke openbare school.

De crisis in het christelijk onderwijs wordt belicht in de artikelen van de reeds overleden L. Pieper, van ir. J. v.d. Graaf en dr. W. Aalders.

De ontwikkeling noopt tot een fundamentele bezinning op ons christelijk onderwijs. De erfenis uit het verleden wordt bedreigd door secularisatie, door links gerichte indoctrinatie symptomen van het moderne heidendom.

Mr. L.J. M. Hage wijst ons in zijn artikel: "Het reformatorisch onderwijs in de branding" op de gevaren van de onderwijsvernieuwing, met name zoals ze door Van Kemenade werd nagestreefd, daar zij een totale vernieuwing van de maatschappij naar utopischsociahstisch model nastreeft. Onze opdracht is inzicht te krijgen in de geest der eeuw en de vernieuwingen te toetsen op de geest waardoor zij gedragen wordfin.

In zijn artikel: "Wat willen we met ons onderwijs" komt C. Bregman tot de conclusie dat de reformatorische school de plicht heeft naast de verwerping van onbijbelse didactische uitgangspunten verantwoorde, op Gods Woord gebaseerde uitgangspunten te verwoorden en daarnaar haar onderwijs in te richten. Ze moet trachten de vrijheid van inrichting zoveel mogelijk gestalte te geven, bv. door de vervaardiging van eigen lesmateriaal.

In een serie zeer lezenswaardige artikelen van o.a. ds. A. Moerkerken, prof. dr. W.H. Velema en J. Koppejan komt de christelijke opvoeding van het kind aan de orde. Het onderwijs is één van de pijlers waardoor deze opvoeding gedragen wordt. Gewezen wordt op de gevaren van het moderne theologisch denken, waardoor het christelijk onderwijs in deze tijd geïnfecteerd wordt. Voorts op de moderne gezagscrisis en de door velen gepropageerde anti-autoritaire opvoeding/ Op grond van het vijfde gebod hebben de ouders de plicht jegens hun kinderen gezag uit te oefenen.

Bij de opvoeding is er sprake van leiding geven enerzijds en van gehoor geven en volgen anderzijds. Belangrijk is de wijze waarop we de kinderen voorleven, het gesprek in de opvoeding, het gebed voor en met onze kinderen. In de relatie opvoeding en onderwijs is het van belang dat de onderscheiden opvoedingsmilieus: gezin, kerk en school in grondlijnen een eenheid vormen. Isolatie is van grote betekenis voor de weerbaarheid; confrontatie met het andere brengt grote gevaren met zich mee.

Prof. dr. W.H. Velema en P. Kuyt reiken in enkele artikelen discussiestof aan over de doelstelling van het christelijk onderwijs. De christelijke school is een instrument voorde verkondiging en verbreiding van het evangelie; het komt niet in de eerste plaats aan op kennis en vaardigheden, maar op de innerlijke houding van onze leerlingen tegenover de Heere, tegenover zichzelf en tegenover Gods schepping.

De bijdrage van I.A. Kole schetst ons de noodzaak van een school met de bijbel in het post-christelijk tijdperk waarin we leven, alsook de wijze waarop we Gods Woord op school moeten laten functioneren.

De grote betekenis van de drie Formulieren van Enigheid met betrekking tot het onderwijs wordt ons duidelijk gemaakt in de artikelen van drs. A. Maljaars, dr. W. Aalders en drs. A. Noordegraaf. Uilyoerig wordt ingegaan op de uitdaging van drs. T. M. Gilhuis om de relevantie aan te tonen van de ondertekening van de drie Formulieren van Enigheid door onderwijzers en leraren die een benoeming krijgen aan bepaalde protestants-christelijke scholen én op zijn vraag of deze Formulieren behalve kerkelijk ook onderwijskundig gezag hebben.

Een drietal artikelen van C. Houweling, J. Koppejan en mr. L.J.M. Hage handelen over de identiteit van het reformatorisch onderwijs. In het bijzonder in déze artikelen worden nuttige bouwstenen aangedragen voor het schoolwerkplan van de reformatorische school.

De bundel sluit met drie artikelen van resp. J. Dankers, drs. M. Burggraaf en J..I. Verhage onderde titel: "Let op Uw zaak!" Gewezen wordt op de achtergronden van de onderwijsvernieuwing en op de gevaren, die de democratisering van het onderwijs en de medezeggenschap van personeel en ouders in het onderwijs met zich mee kunnen brengen voor de scholen, die hun grondslag vinden in de belijdenis. Het feit dat de Onderwijsraad het reformatorisch onderwijs aanmerkt als een denominatie naast het protestantschristelijk onderwijs mogen we van groot belang achten. Het biedt wellicht een hoopvol perspectief voor de stichting van meerdere reformatorische scholen.

In bovenstaande hebben wij slechts een summiere weergave kunnen geven van de rijke inhoud, die deze bundel te bieden heeft. Ze zou in geen enkele school in de personeelsbibliotheken ontbreken. Ze biedt stof voor bezinningsbijeenkomsten, terwijl ze van groot nut kan zijn op opleidingsinstituten voor degenen die zich voorbereiden op een taak bij het onderwijs.

We willen dit werk echter ook ieder persoonlijk hartelijk aanbevelen. Het dient tot opscherping en beproeving van de geesten en geeft een duidelijk inzicht in de ontwikkeling waarin ons onderwijs, dat ons allen toch zeer ter harte moet gaan, zich bevindt.

De fraai uitgevoerde bundel is zijn prijs ruimschoots waard.

B. Stolk.

VERHALEN LEZEN, een bundel ten dienste van de analyse van verhalend proza door C. Bregman en drs. J. Schipper. Uitg. J.H. Kok, Kampen 1980; 90 blz., prijs L 12, -.

De laatste jaren is het analyseren van korte verhalen een vast onderdeel op het leerstofprogramma van veel scholen voor middelbaar onderwijs geworden. Het korte verhaal ligt

binnen het bereik van de leerlingen. Het spreekt ze meestal meer aan dan poëzie. Bovendien is het in de klas gemakkelijker hanteerbaar dan een roman, terwijl de analyse ervan wel als springplank voor die van romans kan dienen.

Een probleem is het selecteren van bruikbare verhalen. Er zijn verschillende verhalenbundels in omloop, bestemd voor het middelbaar onderwijs. Bij bijna al deze bundels stuiten we op het bezwaar dat er verhalen van moderne schrijvers in voorkomen die vanuit bijbels standpunt niet acceptabel zijn. De bovengenoemde bundel komt daarin tegemoet. De samenstellers zijn erin geslaagd een tiental verhalen te kiezen, die - zoals het voorwoord zegt - "niet aanstootgevend" zijn en "zo dicht mogelijk bij deeigen identiteit van het christelijk onderwijs staan." Om dat doel te bereiken blijkt het niet nodig te zijn concessies te doen aan de literaire kwaliteit. De bijeengebrachte verhalen bezitten voldoende niveau om ze literair te noemen. De meeste auteurs zijn in de protestantse letterkunde van de laatste decennia geen onbekende figuren. Er staan bijvoorbeeld twee verhalen in van Auke Jelsma, waarvan "Op de horens van de stier" over de christenvervolging in het Romeinse rijk de vraag "Schaam ik mij voor het Evangelie? " bespreekbaar maakt. En "De engel met de scheve schoenen" van W. van de Hulst doet dat met de vraag: "Wat is goed en wat is kwaad? " Zo biedt bijna elk verhaal behalve stof voor analytisch werk ook gespreksstof voor problemen die samenhangen met het geloof. Dat de gekozen verhalen de leerhngen op havo/vwo-niveau aanspreken is al uit de praktijk gebleken. Op verschillende scholen is er al enkele jaren met succes mee gewerkt. Veel van de vragen en opdrachten die achter elk verhaal zijn toegevoegd, zullen dan ook wel in de praktijk ontstaan zijn. De vragen zijn deels gericht op begrip van het verhaal, deels op toepassing van de theorie van verhaalanalyse. Omdat er voldoende boekjes en stencils in gebruik zijn waarin deze theorie is vervat, vonden de samenstellers het niet nodig de hoofdzaken daarvan in hun boekje op te nemen. Wat zij wel hebben toegevoegd is een uitvoerig "analyse-schema" dat de leerlingen kan dienen als handleiding voor het maken van een boekbespreking of een werkstuk.

Het boekje, dat bestemd is voor scholen voor havo en vwo, voorziet zeker in een behoefte. Het zij ter kennismaking en gebruik van harte aanbevolen.

J. Groeneveld

DE OORLOG OP DE KORREL, deel 6 uit de serie Kleinbeeldcahiers door drs. C. Huisman. Uitgave van De Vuurbaak, Groningen; prijs f. 8, 25.

In deze serie (graag vestig ik tussendoor ook de aandacht op de reeds verschenen andere deeltjes!) worden een aantal onderwerpen kort en kernachtig zo veelzijdig mogelijk aan de orde gesteld. In eerste instantie bedoeld voor de hoogste klassen van HAVO, ATHENEUM, VWO en HBO.

In dit deeltje gaat het om een heel aktueel onderwerp.

In korte hoofdstukjes, die steeds eindigen met een aantal gespreksvragen, worden veel 'kanten' van het aangesneden onderwerp bespreekbaar gemaakt. Er is bijna voor elk onderdeel nog één of meer korte leesstukken bijgevoegd (die achterin opgenomen zijn). Verder ook nog geïllustreerd, moeilijke begrippen worden toegelicht en een literatuuropgave is opgenomen. Wat willen we nog meer? Collega's kunnen in hun geschiedenismaatschappijleer- en godsdienst(ethiek)lessen verwijzen naar deze serie voor het maken van een spreekbeurt, een werkstuk, enz.

Tevens kan een boekje als dit klassikaal gebruikt worden.

Dank aan de uitgever die het waagt (en hopelijk er ook in slaagt) om deze serie op de markt te brengen én aan collega Huisman, die in staat geweest is om een moeilijk vraagstuk zo goed bespreekbaar te maken voor jongelui (en voor die niet alleen).

LA. Kole.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

De Reformatorische School | 100 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

De Reformatorische School | 100 Pagina's