DE NIEUWE KERKORDE EN DE KERKERAAD

(9)

DE WERKWIJZE VAN DE KERKERAAD

Wanneer we hier nog iets willen vertellen van de werkwijze van de kerkeraad volgens de nieuwe kerkorde, dan handelen we natuurlijk niet over het werk van de ambtsdragers afzonderlijk. Ieder heeft zijn eigen werk en zijn eigen plaats in de kerk: de predikant, de ouderling en de diaken. Hier spreken we echter over de werkwijze van de kerkeraad, waarvan de verschillinde ambtsdragers lid zijn.

De eerste vraag die dan naar voren komt is deze: Hoe vaak moet de kerkeraad vergaderen? In sommige oude kerkorden was voorgeschreven dat de kerkeraad ten minste eenmaal per week moet samenkomen. Vooral voor de kleinere gemeenten was dat wel rijkelijk veel. En in onze tijd met zijn vele vergaderingen zou het wel erg moeilijk zijn wanneer er elke week een avond af zou moeten voor een kerkeraadsvergadering.

In kleine gemeenten is 't trouwens dikwijls gemakkelijk om op Zondag na de dienst een spoedeisende zaak te bespreken, alhoewel men daar om verschillende redenen erg voorzichtig mee moet wezen. Het is beter om in een officiële kerkeraadsvergadering de zaken rustig te bespreken.

Over het algemeen kwam in vele gemeenten de kerkeraad te weinig bijeen. De kerkeraad moest tot nu toe in elk geval viermaal per jaar vergaderen, maar een periode van drie maanden en soms nog langer, waarin geen kerkeraadsvergadering gehouden wordt, is niet in het belang van de gemeente. In de nieuwe kerkorde is nu bepaald: „De kerkeraad komt in de regel eens per maand, doch tenminste zes maal per jaar bijeen." Voor de hele kleine gemeenten is het misschien niet nodig om eens per maand te vergaderen. Voor hen is derhalve een mogelijkheid opengelaten om het eens per twee maanden te doen. De regel voor de grotere gemeenten behoort echter te wezen, dat men eens per maand in vergadering samenkomt.

Volgens de oude kerkenordeningen was de leiding van de kerkeraad in handen van de predikant der gemeente. Wanneer er meer predikanten waren, dan waren ze bij toerbeurt voorzitter van de kerkeraad. De voorzitter is volgens het oude gereformeerde kerkrecht niet iemand die boven de kerkeraad staat, maar een broeder onder de broederen. De voorzitter geeft alleen leiding aan de besprekingen. Van een voorzitter behoort daarbij goede leiding uit te gaan. Hij mag niet heersen over de kerkeraad, maar hij moet aan de andere kant toch wel leiding geven.

Ook de nieuwe kerkorde legt de leiding van de kerkeraad in handen van een predikant. Wanneer er meer predikanten zijn dan moet de kerkeraad zelf uitmaken of het gewenst is een vaste voorzitter te hebben of deze functie bij toerbeurt door een der predikanten te laten vervullen. De scriba van de kerkeraad mag in elk geval in de toekomst geen predikant meer zijn. Een ouderling of een diaken moet deze functie vervullen.

Hoeveel leden moeten aanwezig zijn, opdat een kerkeraadsvergadering wettige besluiten kan nemen. In de oude kerkenordeningen waren daarover geen dwingende bepalingen opgenomen. Wel werd het wenselijk geacht om geen besluit te nemen op een vergadering waarop de helft van de leden niet tegenwoordig is. Wanneer echter op een volgende vergadering de helft der leden of meer weer ontbreekt dan dient men wel tot een besluit te komen over een zaak, die de vorige vergadering reeds in behandeling genomen was.

In de nieuwe kerkorde is echter de bepaling opgenomen, dat geen besluit genomen kan worden, tenzij tenminste 2/3 van het aantal leden waaruit de kerkeraad bestaat aanwezig is. Een dergelijke bepaling kan remmend werken vooral in dringende zaken. Aan de andere kant is het natuurlijk wel goed, dat er een bepaald aantal leden tegenwoordig moet zijn om tot een besluit te komen. Overigens is het goed, dat deze bepaling niet geldt, wanneer een nieuwe vergadering uitgeschreven wordt om dezelfde zaak te behandelen. Eerst heeft men zich te houden aan de bepaling, dat alleen besluiten genomen kunnen worden wanneer twee derde der leden waaruit de kerkeraad behoort te bestaaan, aanwezig is. Wanneer de volgende vergadering echter drie dagen later gehouden wordt en tenminste twee dagen tevoren is samengeroepen, dan kan men de agenda van die vorige vergadering afhandelen ongeacht het aantal leden, dat tegenwoordig is.

Mogen leden van de gemeente de kerkeraadsvergadering bijwonen? Sommigen hebben in het verleden openbare kerkeraadsvergaderingen gewenst, waarbij de leden der gemeente tegenwoordig zijn om de beraadslagingen aan te horen. Dit is echter voorheen afgewezen, omdat de gemeente niet regeert, maar de kerkeraad de regering der gemeente is toevertrouwd. Wel is het wenselijk, dat de kerkeraad aan de gemeente kennis geeft van de belangrijkste der genomen besluiten, waarbij de gemeente natuurlijk altijd het recht heeft om bezwaren in te dienen. Toch blijft de eindbeslissing altijd liggen bij de kerkeraad.

Wel kunnen leden van de gemeente toegelaten worden tot een .vergadering van de kerkeraad om iets te bespreken, om voorlichting te geven in bepaalde zaken of iets dergelijks.

Tot de meerdere ambtelijke vergaderingen konden leden der kerk vroeger toegang verkrijgen om de beraadslagingen aan te horen. Ook nu kan een meerdere ambtelijke vergadering aan leden van de kerk toestaan haar vergadering geheel of ten dele bij te wonen. Dat is natuurlijk anders dan bij een kerkeraadsvergadering.

Wel kunnen natuurlijk gemeentevergaderingen gehouden worden onder leiding van de kerkeraad. Naar onze mening is het vooral in deze tijd nodig, dat de gemeente betrokken wordt in de zaken, die toch

allereerst haar aangaan. Er zijn verschillende punten die op een dergelijke gemeentevergadering besproken kunnen worden. Toch behoort een gemeentevergadering te staan onder leiding van de kerkeraad. In de nieuwe kerkorde is dan ook voorgeschreven, dat de verkiezingen plaats moeten vinden in een vergadering van de gemeente. Alleen wanneer dit beslist onmogelijk is kan de classis toestemming geven de verkiezingen op een andere wijze te doen houden.

Onze lezers zullen begrijpen, dat er van de leiding van de kerkeraad een grote invloed uit kan gaan op de gemeente. Derhalve heeft men ook om te zien naar mannen die de gereformeerde beginselen liefhebben, die de Koning der kerk ook willen dienen met hun hart, opdat deze de gemeente als ouderling en diaken op de goede weg leiden. Daarbij is echter nodig de leiding des Heiligen Geestes, opdat de gemeente in alle waarheid geleid moge worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen