Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bidden, alleen in Jeruzalem?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bidden, alleen in Jeruzalem?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de bijbelstudie in ons groepje werd een vraag gesteld waar we niet goed uitkwamen. Het ging over de tekst uit Johannes - 4 : 22 waar staat: Gijlieden aanbidt wat gij niet weet, wij aanbidden wat wij weten; want de zaligheid is uit de Joden." Wat wordt hier bedoeld met het weten en niet-weten en wie zijn de Joden die de zaligheid hebben?

Een mooie vraag die in jullie groepje aan de orde kwam. Ik kan me ook wel voorstellen dat je niet direct begrepen hebt wat hier bedoeld wordt. Je ziet hoe belangrijk het is om bij de bespreking van Schriftgedeelten een bijbelverklaring of een Bijbel met kanttekeningen bij de hand te hebben. Je kunt er voor jezelf veel van leren. Tijdens de zomerkampen kom ik regelmatig jongelui tegen die thuis de vragen bij de bijbelstudies al doorgenomen hebben. Je merkt dan op het kamp het resultaat! Je kunt immers nooit teveel kennis van de Bijbel hebben.

Waar moet tot God gebeden worden?

In Johannes 4 gaat het over de ontmoeting van de Heere Jezus met een Samaritaanse vrouw. Hij vraagt of ze voor Hem wat te drinken heeft. De vrouw is daar verwonderd over. Een Joodse man die haar om water vraagt! De Joden willen immers geen contact met de Samaritanen, 't Is wel een broedervolk, maar ze dienen de God van Israël niet zoals Hij gediend wil worden. Ze hebben op de berg Gerizim een tempel laten bouwen. En dat terwijl de Schriften zeggen dat Jeruzalem de plaats is waar de Heere wil wonen. De Samaritanen hebben zo een eigen heiligdom gemaakt waar ze God willen dienen.

En als de Heere jezus in het vervolg van het gesprek laat blijken dat Hij alles van de vrouw weet, dan komt ze tot de uitspraak: Heere, ik zie dat Gij een profeet zijt. Ze voegt er dan direct de vraag aan toe: waar moeten we God aanbidden? Onze vaders zeggen hier op de berg Gerizim, maar de joden zeggen te Jeruzalem. Wat zegt u er van? En dan klinkt het vermanende antwoord van de Heere Jezus dat de ure zal komen dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in Geest en waarheid. Het gaat niet in de eerste plaats om de berg Gerizim of om Jeruzalem, 't Gaat om de oprechtheid van het gebed.

Weten en niet-weten?

Wat bedoelt de Heere Jezus nu als Hij zegt: Gijlieden aanbidt wat gij niet weet; wij aanbidden wat wij weten. Het antwoord is niet zo moeilijk als we de kanttekening er bij nemen. Daar staat: "Dat is, waan/an gij niet zijt verzekerd, dat God aldaar wil gediend zijn, alzo gij daarvan geen gebod hebt, gelijk wij Joden hebben van de godsdienst in de tempel te Jeruzalem te doen." De Samaritanen hebben geen gebod van God om op de Gerizim te aanbidden. De Schriften zeggen iets anders. Denk alleen maar aan de Psalmen 48, 68, 122, 132 en 147. Er wordt bezongen dat de Heere in Jeruzalem wil wonen en werken. Daar woont Hijzelf in het midden van Zijn volk. Daar wijst alles heen naar de Messias die komen zou. Daar wordt Zijn heil verkregen. Daarvan zongen de ware Israëlieten: "Ik ben verblijd, wanneer men mij Godvruchtig opwekt; zie, wij staan gereed om naar Gods huis te gaan." De Heere wil gediend worden op de plaats die Hij in zijn Woord aanwijst.

De zaligheid is uit de Joden

Je zult nu ook het vervolg van de tekst beter kunnen begrijpen. De zaligheid is uit de Joden. Dat wil zeggen dat de Heere de wég tot de zaligheid door Zijn Woord aan het Joodse volk heeft bekend gemaakt. Aan hen waren de woorden Gods toebetrouwd. (n het Oude Testament kwam de boodschap van Gods genade in de eerste plaats tot de Joden. De heidenen die tot bekering kwamen, werden in Israël ingelijfd. Het joodse volk was het Verbondsvolk. Uit dit volk zou de Messias voortkomen. De Heere Jezus zegt tegen de Samaritaanse vrouw: dat is nu het verschil tussen u en tussen ons. De ware Israëliet weet van de beloften aangaande de Messias en de zaligheid die Hij brengen zal. Zo was het. Maar de tijd is nu gekomen dat de boodschap van zaligheid komt tot alle volkeren. En de zaligheid ontvangen allen die de Zaligmaker leren kénnen.

Ve tijd komt

In vers 23 klinkt het wondere woord van de Zaligmaker: De ure komt en is nu, wanneer de ware aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en waarheid." De Heere jezus onderwijst de Samaritaanse. Het gaat niet meer om Jeruzalem. Het gaat er om dat we de Vader aanbidden in geest en waarheid. Dat aanbidden blijft niet beperkt tot het Joodse volk. De zaligheid die uit de joden is, zal aan alle volkeren geopenbaard worden. En overal waar schuldige, verloren zondaren zich buigen voor Hem, zal Hij ontvangen, aanbidding, eer en dankb're lofgezangen. De Heere Jezus maakt Zich als de beloofde Messias bekend aan de Samaritaanse. Zo doet Hij nog. En alleen door Hém kunnen wij God aanbidden in geest en waarheid. Buig daarom je knieën voor de Heere. Hij zegt ook tot jou dat je met vrijmoedigheid mag toegaan tot de troon van Zijn genade (Hebreën 4:1).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 1997

Daniel | 32 Pagina's

Bidden, alleen in Jeruzalem?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 1997

Daniel | 32 Pagina's