Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van het Zendingoveld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het Zendingoveld

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(47.)

Judson. Alle begin is moeilijk.

Judson studeerde ijverig en het duurde niet lang of hij werd beroepbaar verklaard. Er bestond veel kans, dat Boston hem als leraar zou beroepen. Hoe verheugd waren Judsons ouders met de grote ommekeer in het leven van Adoniram! Teruggekeerd van het gevaarlijke pad van het ongeloof was al groot, maar nu, nu zou hij straks dominee zijn in Boston, dicht in cle buurt.

Toch zou zó de weg niet zijn. Judson had in de „Star in the East" over het zendingswerk in het oosten gelezen, en sindsdien gingen zijn gedachten steeds uit naar Birma, het land van het Boeddhisme. Steeds meer las hij over het volk van Birma, in Achter-Indië. En zijn verlangen er heen te gaan werd hoe langer hoe sterker. Hij kon er niet meer over zwijgen en sprak tot zijn ouders: „Niet in Boston, niet in Amerika, maar in Birma roept de Heere mij." Tegen deze besliste uitspraak en dat vaste voornemen konden de ouders niets inbrengen. Ze merkten, dat het van God was.

Nu was er kort geleden een Zendingscommissie gevormd, de „American Board", maar die was nog niet in staat om zendelingen uit te zenden, zodat Judson naar een andere weg zocht om in Birma te komen. Hij nam plaats op een schip, dat naar Engeland voer. Ongelukkigerwijze was het in die tijd niet veilig in Het Kanaal. Het was in de tijd van Napoleon, die alle mogelijke pogingen deed om Engeland op de knieën te krijgen. Franse schepen patrouilleerden op de wateren rondom het vijandelijke land. Helaas, het schip waarop Judson zich bevond, werd door Fransen opgepikt. De Engelse bemanning werd in het ruim opgesloten. Judson werd er ook bijgestopt. Nu ging de reis naar Ba

yonne inplaats van naar Londen. Met dc gevangenen werd niet zacht omgegaan. Het verblijf in het ruim was ongezond. Velen werden ziek, waaronder ook Judson. En toch, hoewel hij rilde van koorts, studeerde hij nog in de Hebreeuwse Bijbel, voor zover zijn ogen in de duistere ruimte het toelieten. De scheepsdokter werd naar de gevangenen gezonden en zo kreeg ook de aanstaande zendeling een bezoek. Dc dokter zag al gauw, dat deze man geen ruwe matroos was, maar een beschaafde, nette meneer, die gestudeerd had. Een betere behandeling was het gevolg van die kennismaking.

Eindelijk werd het eindpunt bereikt. Met de Engelsen werd Judson, die al aardig gebeterd was, naar de gevangenis gebracht.

„Ik ben geen Engelsman!" riep hij met grote stem.

„Ik ben een Amerikaan, ik hoor hier niet bij! Laat me vrij, ik ben een Amerikaan! Er wordt onrecht gedaan!"

Judsons woorden hielpen niets. Niemand bekommerde zich om de roepende Amerikaan. Niemand? Kijk eens wat er in de volgende nacht gebeurt. Daar spreekt een vreemdeling met de cipier, fluisterend, geheimzinnig. Er rinkelt geld. De celdeur van Judson wordt geopend en de gevangene wordt meegenomen. Eer deze goed weet wat er gebeurt, staat hij al buiten. Hij is gered. Zijn bevrijder is een Amerikaan, die gisteren het roepen van Judson hoorde.

Zou bij dit voorval de geschiedenis van Petrus' verlossing uit de gevangenis bij Judson niet voor ogen hebben gestaan?

Na veel moeilijkheden bereikte Adoniram nu Londen, waar hij zich aandiende bij het Zendelingengenootschap. De besprekingen verliepen buitengewoon goed. Het Genootschap zou Judson steunen bij het voorgenomen besluit om naar Birma te voltrekken.

Nu duurde het niet lang meer, of de Amerikaan zat op een schip, dat naar zijn geboorteland voer.

Ondertussen had het Amerikaans Genootschap niet stil gezeten en in 1812 kon Judson de reis naar Birma ondernemen. Ann Hasseltine, zijn jeugdige vrouw uit Nieuw Engeland, zou hem vergezellen.

Vreselijk lang duurde de reis. In vele havens moest lang gewacht worden. En dan een zeilschip op de Oceaan! Geen wonder, dat er zeventien maanden mee gemoeid waren. Maar eindelijk, eindelijk waren die twee dan toch in Rangoon, de hoofdstad van Birma. Twee jeugdige mensen in een vreemd land, ver van Amerika. Adoniram was 25 en Ann was pas 23 jaar. Welk een onderneming! Waar moesten ze nu heen?

Het beste was om het huis van Felix Carey, dc dokter-zendeling maar op te zoeken. Dat deden ze. Maar wat troffen ze het slecht. De zendeling was niet thuis. Hij was op de weg naar Ava, een stad verderop aan de rivier gelegen, de stad waar de koning van Birma woonde, de „Heer van de Witte Olifanten", die met barbaarsheid, heerste over zijn volk.

Carey's vrouw was echter thuis. Zij was een halfbloed en kon slechts gebroken Engels spreken. Zo goed en kwaad als 't ging, begon Judson het doel van hun komst aan de vrouw bekend te maken. Met woorden en gebaren was het gesprek begonnen. Langzamerhand gingen de twee vreemdelingen zich toch een beetje op hun gemak voelen, vooral toen er een heerlijk maal werd voorgezet.

Na het eten liet Adoniram zijn vrouw in gezelschap van Miss Carey achter om de Spaanse douane op te zoeken. De Spanjaard, die een beetje Engels kon, raadde de Amerikaan aan, zo spoedig mogelijk te vertrekken. „Het volk zal u slecht gezind zijn. Het is een hartstochtelijk en wreed volk. Keer terug, jc bent nog zo jong."

„Ik ben hier gekomen om te blijven en mijn vrouw ook. Zou ik hier geen stuk land kunnen krijgen om een huis te bouwen? "

De douane zei, dat er nog een oud zendingshuis was, even buiten dc stad. „Daar zal je zó wel in kunnen, "

„Kent u een leraar om dc taal te leren? " vroeg Judson verder.

„De leraren zijn monniken en die zullen een ketter, zoals u, niet willen leren. U zult een afvallige moeten omkopen; dan zal 't wel gaan."

Op het gezicht van Adoniram was teleurstelling te lezen, maar de Spanjaard ging verder en zei:

„Mr Carey heeft een klein woordenboek gemaakt en met behulp van een leraar zal 't misschien O, wacht, ik zal wel een persoon naar je toe sturen."

Adoniram had spoedig begrepen hoe hij in dit land handelen moest. Tien zilverstukken gaf hij aan de douane en vertrouwde, dat die het zaakje wel in orde zou brengen.

Toen ging hij naar Ann, in Carey's woning. Opbeurend nieuws kon hij nog niet vertellen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1950

Daniel | 12 Pagina's

Van het Zendingoveld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1950

Daniel | 12 Pagina's