Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ware Godlovers II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ware Godlovers II

Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn. lof vertellen. Jesaja 43 : 21

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alleen. d« Heere Zelf kan dat doen. En geen wonder. Al wat de mens bezeten heeft, was van de Heere. En al het geestelijk bezit is weer van de Heere. Klaar en duidelijk verkondigt de Heere dit Zelf in de voorgaande verzen. „Maar nu — zo lezen we daar — alzo zegt uw Schepper, o Jacob, en uw Formeerder, o Israël, Ik heb u verlost. Ik heb u bij uw naam geroepen: gij zijt Mijne. Want Ik ben de Heere, uw God, de Heilige Israëls, uw Heiland.... Een ieder, die naar Mijn Naam genoemd is, en die Ik geschapen heb tot Mijn eer; die Ik geformeerd heb, die Ik ook gemaakt heb.... Ik ben de Heere, uw Heilige, de Schepper Israëls, ulieder Koning". Schepper, Maker en Formeerder en Verlosser, alles is de Heere voor Zijn volk. Scheppen is iets in het aanzijn roepen, te voorschijn brengen. Hij roept de dingen, 1 die niet zijn, alsof zij waren. Dat geldt voor scheppen en herscheppen. De Heere heeft Abraham uit Ur der Chaldeeën geroepen, en uit die aartsvader bracht de Heere het geestelijke Israël voort. Al de eeuwen door roept de Heere uit het 'menselijk geslacht Zijn volk. Die roeping en toebrenging wordt hier een scheppen genoemd. Maar de Heere is ook de Maker. Maken is iets samenstellen, ^n bestaan geven. De Heere is de Maker van al Zijn volk. Een eigen zelfstandig bestaan heeft het gekregen, in onderscheid van de wereld. Christus Jezus is htm Heere en Koning, en zij zijn Zijn volk, gekocht door de dure prijs van Zijn bloed, om Hem te dienen en te verheerlijken.

Om hen tot dit laatste te bekwamen en te bereiden, daartoe formeert de Heere Zijn volk. Formeren is iets vorm geven, gestalte en gedaante; iets schoon en sierlijk maken. Dit laatste doet de Heere aan Zijn volk; Hij maakt hen bekwaam tot Zijn dienst, om Hem te verheerlijken. Zelf openbaart God Zich aan Zijn volk. Hij roept het en brengt het tot Zich. Ook innerlijk verandert en vernieuwt de Heere Zijn volk door Zijn Geest. Hij verlicht hun verstand, wederbaart hun hart en neigt hun wil. Van dood maakt Hij hen levend, van onwilligen gewilligen, van haters beminnaars en liefhebbers des Heeren. Hun zonden leert Hij hun kermen, belijden en betreuren. Let wel, ook betreuren. Dat maakt het onderscheid uit in het leven van waar en schijn. Judas en Kaïn hebben het wel beleden, maar de smart der zonde, bedreven tegen een heilig, rechtvaardig en goeddoend Wezen, nooit gekend. Het hart gaat dorsten naar genade en vergeving, roepende naar een God, Die ze niet kermen, maar waarnaar hun Hef de zich uitstrekt. En dat als vrucht van de uitgestorte liefde in het hart. En naarmate de Heere doortrekt in het leven met Zijn ontdekkende genade, wordt het kennen van God in de Zoon van Zijn eeuwig welbehagen meer en meer geopenbaard. Om in die Jezus alles te mogen bezitten, wat ze in Adam zijn kwijtgeraakt. En als het van de zijde Gods wordt opgelost in hun leven langs een weg van verloren gaan in zichzelf, wordt wel eens ingestemd met de dichter:

De Heer' is God; erkent, dat Hij
Ons heeft gemaakt (en geenszins wij)
Tot schapen. Die Hij voedt en weidt.
Een volk, tot Zijne dienst bereid.

Bereid tot: „Zij zullen Mijn lof vertellen". O dat zullen. Dat is geen zekerheid in dat volk, maar een zekerheid m God. Immers, dat volk wijkt telkenmale af van de Heere. Hoe droevig en verschrikkelijk is dit alles. De heilige Bijbelbladeren melden ons dit helaas op vele plaatsen. En hoe komt dat? Ze zijn wel vernieuwd, maar het oude vlees wordt meegedragen tot schaamte en schande. De gevaarlijkste vijand dragen ze om in hun eigen vlees. Wereld en duivel zoeken hen bovendien tot zonde te verleiden. De wereld is soms zo aanlokkelijk voor het zondige hart, en satan is zo slim en verwoed. Kan hij door vleitaal hen niet verleiden, dan zoekt hij' hen te verslinden als een briesende leeuw. Altemaal oorzaken waarom het door God geformeerde volk nog zo dikwijls afwijkt van de Heere en zondigt tegen Hem. In dit alles ligt de verklaring hoe het komt, dat ze een donkerheid over de ziel halen door eigen schuld, of in het zwart over de aarde gaan in de heftige bestrijdingen des satans. En daardoor kunnen menigmaal de lof des Heeren niet vertellen, maar verloochenen de Heere soms, en wat erger is dan wordt de Naam des Heeren om hunnentwil gelasterd.

Niettegenstaande dit alles biedt deze formering toch een zekerheid, dat God tot een doel komt met Zijn volk. Hij Zelf zal daarvoor zorgdragen en zulks tot stand brengen ook. In en door dat volk heeft de Heere Zich een Naam gemaakt. Groot en machtig is de God van dat volk. Zou dan de kerk des Heeren ten onder gaan? Wat zou de Heere dan met Zijn grote Naam doen? Hoe zouden dan de heidenen en de vijanden spotten: Waar is nu hun God? Hij laat nooit varen de werken Zijner handen; en gelukkig, dat geeft nog moed in de bange worstelingen van Gods kerk. Schijnbaar heeft God Zijn volk verlaten en vergeten. Maar meer dan schijn is dit echter niet, al wordt het ervaren, dat ze geloven, dat de Heere nooit meer naar hen zal omzien. Ondanks hun ontrouw en liefdeloosheid bezwijkt Gods trouw en liefde nooit. „Voor een klein ogenblik — spreekt de Heere tot Zijn bedroefde en geplaagde volk — heb Ik u verlaten, maar met grote ontferming zal Ik u vergaderen. In, een kleine toorn heb Ik Mijn aangezicht verborgen, maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij uwer ontfermen, spreekt de Heere, uw Verlosser". Neen, zij zullen de lof des Heeren vermelden. En wanneer? Als hun ziel gered is van de dood? Als ze in Christus zijn overgegaan in de gemeenschap met God? Als ze uit mogen roepen: Abba, Vader? Luister. Weet ge wanneer? Als het een wonder wordt, dat ze nog twee voeten gronds op de aard hebben, dat ze niet verwezen zijn of worden naar die plaats, waar ze recht op hebben. Als ze terugblikken met David op hun afgelegde weg, gedenkende de zonden hunner jonkheid, dan gaan ze de goedheid Gods al eer geven in hun leven. Dat is een zullen, maar dan geen dwang, maar een vanzelfsheid. Ze worden eerlijk schuldenaar voor God en ook voor de mensen. En o wonder, het oordeel wordt nog niet voltrokken in de openbaring van het recht Gods en in het toevallen daarvan. Die lof des Heeren vertellen bestaat dan ook niet daarin, dat ze de gehele dag lopen te zuigen, maar integendeel in het bewonderen, dat de Heere ondanks hun zonden en afmakingen goed is voor een slecht mens. Dat toevallen van het recht Gods is voor velen een vreemde zaak; dat vrijverklaren van God, waar wordt het nog gevonden?

En weet u waar de lof des Heeren ook wordt verteld door des Heeren lieve volk? Dan, wanneer ze afgesne­den worden van hun werkzaamheden, en ze in moeten leven, dat er geen verbeteren aan is, ondanks hun werken, om het met God in het reine te brengen. De zonde vermenigvuldigt door de inwendige ontdekking. Geen weg wordt meer gevonden voor zulk een monster van goddeloosheid. Als de Heere dan in Zijn formering het werk van die Middelaar des verbonds openbaart en dit door het geloof wordt omhelsd, dat ze mogen zien dat ze nog kunnen zalig worden in Hem, Die, zonder zonde, maar tot zonde gemaakt, een weg heeft gebaand in Zijn lijden, dan gaan ze Se lof des Heeren ontvouwen. Dan is het: „Komt, luistert toe, gij Godgezinden". Dan wordt alles nieuw. Vrede, een ogenblik de zonde te boven, een uitrusten na vaak zo bange tegenspoed. Dat is geen beschouwing, maar formering. Dan wordt de vorm en het sierlijke van het werk Gods gezien. De mens aan de grond en Gods lof verkondigd. Dat is de lieve vrucht, dus de praktijk. Let er toch op bij uzelf, en beproef de geest ook bij een ander. De kerk vult zich al meer en meer met grote christenen, die hun eigen lof gaan vertellen, soms o zo gemaakt nederig, maar waar niets anders achter schuilt dan de mens en het verheerlijken van de mens. Dat is altoos onderscheiden van het ware volk van God, dat het in moet leven wat de mens is; daardoor worden zij bang voor zichzelf. En weet u wanneer des Heeren lof nog meer wordt verkondigd? Daar waar de mens wordt afgesneden van zijn leven, en een ogenblik in Zijn toorn ervaren wordt, verloren, verloren, maar een leven in Zijn goedgunstigheid. Dat ze 'krachtens de formering des Heeren overgaan in Christus, en in Christus met God verzoend worden; versierd met het beeld Gods en levende voor die tijd, lang of kort, daar is de Heere vrij in, in de gemeenschap met God. Door God met God verzoend, en dat door de dood Zijns Zoons. Vrij van de zonde en de macht van de vorst der duisternis. Dan mag de mond wel eens open gaan en roemen zij: „Komt, maakt met mij de Heer© groot". Want Hij is als een bundeltje mirre, dat tussen mijn borsten vernacht.

Des Heeren lof vertellen. O, dat zullen wordt dan een vanzelfsheid. Dan zal de Heere zorgen, dat er luisteraars zijn om de grote werken Gods te beluisteren. Dan mogen de gezelschappen wel eens getuigen van de oprechte en broederlijke liefde tot eer van God drieënig. Maar als de zoete vrucht weg is, en zij zichzelf weer leren kennen in hun omzwerven en afzwerven, dan wordt het aan hun kant altijd een nauwelijks zalig worden. Toch zal voor dat volk de tijd aanbreken, dat ze versierd, zonder vlek en rimpel, alles af mogen leggen en eeuwig des Heeren lof mogen ontvouwen. Dat zal wat zijn, volk des Heeren! Hebt ge er zin in? Dan stemmen wij in met de dichter:

Maar (blij vooruitzicht, dat mij streeltl)
Ik zal, ontwaakt. Uw lof ontvouwen,
U in gerechtigheid aanschouwen,
Verzadigd met Uw Godd'lijk beeld.

Sunnyside

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1956

De Saambinder | 4 Pagina's

De ware Godlovers II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1956

De Saambinder | 4 Pagina's