Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liturgische vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liturgische vragen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De groet

In de vergadering van de redactie kwamen twee vragen op tafel, die men graag behandeld wilde zien.

De eerste vraag is deze Mogen studenten en kandidaten aan het begin van de dienst de groet uitspreken en daarbij de hand ten teken van groet opheffen ' Het blijkt dat deze vraag m verschillende kerkeraden gesteld is Nu kwam deze kwestie juist onlangs ter sprake op het college Liturgiek Het is gebruii- elijk dat eens per twee jaar met de studenten gesproken wordt over de liturgische kant van de eredienst, met name ook van Doopsbedienmg, Avondmaalsviering, het bevestigen van huwelijken en het leiden van begrafenissen De praktische kant van de zaak, dus hoe dat moet of hoe dat kan gebeuren, wordt dan besproken.

Graag wil ik m antwoord op bovengenoemde vraag doorgeven, wat ik daarover naar voren heb gebracht.

Men kan de handelingen m de eredienst verdelen m twee categorieën Het zijn handelingen van de zijde van God en handelingen van de zijde van de mens Welnu, de groet behoort evenals de zegen bij de eerste groep Want de groet IS maar niet een tussenmenselijke begroeting ZIJ bedoelt met te zeggen dat dienaar en gemeente elkaar begroeten De groet wordt namens de Here God uitgesproken door zijn dienaar Met die groet belooft de Here God als de drieenige God in het midden van zijn volk aanwezig te zijn.

Als men de groet zo beziet, staat zij op éen lijn met de zegen aan het emd van de dienst Zij is met hetzelfde, al werd dat in het verleden wel gedacht Het verschil moet o.a. blijken m het feit dat bij de groet de hand (en) verticaal worden opgeheven Zo doet men dat bij een groet De zegen wordt met horizontaal gestrekte handen gegeven Het is immers Gods “naam op de gemeente leggen” (Numen 6 : 27) Groet en zegen zijn wat de inhoud betreft verschillend De groet vmdt plaats met het oog op de dienst die gehouden gaat worden De zegen wordt meegegeven bij het heengaan uit de dienst.

Groet en zegen zijn daarin éen, dat ze handelingen zijn welke verricht worden m de naam van de drieenige God Ze zijn ambtelijke handelingen. In onze kerken geldt terecht de gedachte dat studenten (nog) geen ambtsdragers zijn Ze zijn m het ambt niet bevestigd Daarom hebben ze ook het recht niet om de groet namens God aan de gemeente te geven De groet is net als de zegen aan het ambt verbonden Als er m de eredienst broeders zijn die dat recht kunnen laten gelden naast de predikanten, dan zijn dat zeker met de studenten Het zijn naar mijn mening veeleer de ouderlingen Maar daarover zal ik het nu met Hebben.

Tegelijk wordt de vraag nog wel eens gesteld of de groet met één of twee handen moet worden gebracht Naar mijn gedachte is het zo dat dit op zich zelf genomen geen principiële kwestie is Het gaat erom dat de groet wordt gebracht Dat geschiedt m onze samenleving op beide manieren Men kan daarvoor een hand gebruiken, men kan er ook twee handen voor gebruiken Uit dien hoofde hjkt het mij mogelijk dat beide m de eredienst plaats vmdt Wel wil ik erbij zeggen dat mij persoonlijk het gebruik van de beide handen het meest aanbevelenswaardig voorkomt, al was het alleen al om de herinnering aan de Hitlergroet te vermijden We moeten er immers aan denken dat we bij de groet in de eredienst de handen gedurende enige tijd opgestoken houden We staan met te zwaaien met de handen, zoals wanneer er wuivend gegroet wordt Ik voor mij voel m het opheffen van de beide handen iets van de volheid, de breedheid en de wijdheid van de groet aan de gemeente van Godswege Maar ik erken dat dit door anderen anders kan worden aangevoeld We zullen daarover elkaar met moeten lastig vallen Wel zal men bereid moeten zijn er met elkaar over te spreken, wanneer daaraan behoefte blijkt.

Welke werkwoordsvorm in de zegen ?

Een tweede vraag betreft de werkwoordsvorm die gebruikt wordt bij het uitspreken van de nieuwtestamentische zegen Moet het zijn de genade zij of is met u allen ? Het blijkt dat er ook predikanten zijn die de zegen uitspreken zoals die m de grondtekst te vinden is Zij laten dan elke vorm van het werkwoord weg Zij zeggen De genade met u allen.

Nu is er over deze kwestie al eerder in Ambtelijk Contact geschreven Prof W Kremer heeft op bladzijde 865v van ons orgaan een artikel hieraan gewijd onder de titel "Hoe is het "zij" of anders '" Men kan daar, ook voor een historisch overzicht terecht

Omdat wellicht met alle ambtsdragers dit nummer hebben, leek het goed nog eens op deze zaak terug te komen Daarbij herinner ik ook aan een artikel van prof A A van Ruler, geschreven voor "Elseviers Weekblad" van 8 juni 1968 opgenomen m de bundel "Blij zijn als de kinderen Een boek voor volwassenen" Kampen 1972, blz 173-175 Dit artikel draagt de titel "Zij" of "is"

Het komt mij voor dat het beslist onjuist is om in het geheel geen werkwoordsvorm te gebruiken In het grieks kan dat Dat is naar het taaleigen In het nederlands kan dat niet Het komt vaker voor dat m het grieks een vorm van het werkwoord "zijn" ontbreekt, waar dat voor ons besef onmogelijk is We moeten er nederlands van maken en mogen met bij het grieks blijven staan, als we eenmaal aan het vertalen zijn. En vertalen moeten we. Daarom zou ik die mogelijkheid dus geheel willen afwijzen.

Het laat zich verstaan waarom predikanten moeite hebben met "zij" Zij menen dat dit op de gemeente de indruk maakt van een wens Moge de genade van de Here Jezus Christus met u zijn Welnu, als er éen dmg niet bedoeld wordt in de zegen dan is het dat de zegen "slechts" een wens is Ook hier kan herinnerd worden aan het ambtelijk karakter van de zegen God doet geen wensen Hij spreekt zijn eigen woord. Men kan moeilijk ontkennen dat het bij — misschien wel veel — gemeenteleden als een wens overkomt.

Er is echter ook een andere kant. Die vatten we m het oog, als we op het volgende letten Een ambtsdrager spreekt in de naam van God de zegen, maar hij neemt met de plaats van God in. Zegenen is ten diepste Gods eigen werk. Geen mens kan Gods plaats daarbij innemen Men lette ook op de tormulermg van Numeri 6 : 27' "En Ik zal hen zegenen" Het is de priester die de Naam op het volk legt, maar het is God Zelf die zegent.

Van Ruler schrijft zo mooi "Bovendien valt te denken, dat de dingen als ze ambtelijk gaan, daarom nog met automatisch gaan Aan het ambt is opdracht en volmacht verbonden Maar is dat ook overdracht ? Kan het ambt volledig over God beschikken ? Blijft de Here God niet vrij om te zegenen of niet te zegenen ?" (Blz 175)

In de werkwoordsvorm "zij" tref ik het niet-automatisch ervan aan dat God zegent Wie de "is"-vorm gebruikt wekt de indruk een feit te constateren Welnu, dat is de zegen zeker ook niet. Er wordt niet iets geconstateerd.

Dr J L Koole schrijft m het Kamper Cahier "Het laatste Woord De A äronitische zegen, Numeri 6 22-27" Kampen 1967 "Daarom is de priester-zegen een machtig woord, waarop men vertrouwen kan, en zeer zeker meer dan een vriendelijke voorbede. Maar men zal dat ervaren naarmate men zich met terdaad onder beslag van de Naam laat brengen" (blz 20).

Prof. Kremer schrijft: "en het leven en ontvangen daaruit is geen automatische zaak (is) Zij blijft, ook als waarmakmg door God zelf van zijn woord altijd gave En anderzijds kan het ongeloof oorzaak zijn dat de zegen ons ontgaat Daarom zij en blijve het zij met u allen Zo blijft de aard van het beloven en doen Gods naar alle zijden open" (blz 866).

Daarmee stemmen we van harte in. We wijzen er ook nog op dat de vorm van de Aaronitische zegen (zegene en behoede) naar ons oordeel de parallelle vorm zij vereist.

Nimmer zal men er een wens m moeten horen Het is inderdaad een belovend spreken. Wanneer daarover misverstand is bij de gemeente moet men dat niet proberen weg te nemen door "zij" m "is" te veranderen. Moet men dan uitleg en onderricht geven Men preke eens over Numeri 6 22-27 en over 2 Korinthe 13 13 Dan zal de gemeente de zegen anders ontvangen dan daarvoor.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

Liturgische vragen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's