Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jongeren over huisbezoek en catechese

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jongeren over huisbezoek en catechese

een gesprek met vier jongeren uit de Gereformeerde Gemeente van Moerkapelle

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

door W. Büdgen

We zijn vanavond bij elkaar gekomen om te praten over huisbezoek en catechisatie. Ik denk dat het goed is, dat jullie je eerst even voorstellen aan de lezers. Linda Bregman: Ik ben 19 jaar en werk als secretaresse bij een Vereniging van Christelijk onderwijs.

Joke Zwerus: Ik ben 20 jaar en werk op de administratie van een reklame-adviesbureau. Daco Bac: Ik ben 18 jaar en ik zit op de heao in Rotterdam. Dirk-Jan Peters: Ik zit in 6 atheneüm en ben 17 jaar.

In Moerkapelle is het de gewoonte dat je elk jaar huisbezoek krijgt. De bezoeken worden aangekondigd in de kerkbode. En op de bewuste avond gaat de bel en stappen de beide heren van de kerkeraad bij jullie binnen. Zie je daar erg tegen op?

Joke: Ik zie er altijd een beetje tegen op. Er worden belangrijke vragen gesteld en daar weetje niet zo maar even op te antwoorden.

Linda: De ene keer zie ik er wel tegenop, de andere keer niet. 't Is echt niet zo dat ik een gevoel heb van: „Hè, vervelend, vanavond huisbezoek". Meestal vind ik het achteraf toch wel fijn, dat ze geweest zijn.

Dirk-Jan: Ik denk er net zo over. Daco: Ik vind het niet makkelijk. Op een afgesproken tijd moet je over heel persoonlijke dingen praten. Praten over je diepste gevoelens kan eigenlijk alleen maar spontaan.

Linda: Ik denk dat de manier van het gesprek erg belangrijk is. Meestal wordt er eerst gepraat over alledaagse dingen, om zo tot een sfeer te komen waarin toch spontaan over geestelijke zaken gesproken kan worden, 't Is niet zo dat er meteen gezegd wordt: „Nou, Linda, vertel maar eens...."

Ik denk dat deze manier van huisbezoek ons allemaal bekend voorkomt. Zit daar

soms ook niet het gevaar in, dat te lang over deze dingen gesproken wordt, zodat er niet doorgedrongen wordt tot de kern?

Dirk-Jan: Dat vind ik wel. Het verschilt per keer, maar soms blijft er te weinig tijd over voor de werkelijke levensvragen. Linda: Daar moeten de ouderlingen en diakenen ook wel aan denken. Ze moeten zich niet op sleeptouw laten nemen, maar zelf de leiding van het gesprek in handen houden.

Daco: Toch vind ik het vaak zo, dat de ommezwaai van het dagelijkse leven naar het geloof erg groot is.

Dirk-Jan: Dat hoeft natuurlijk helemaal geen draai van 180° te zijn.

Daar zat ik ook aan te denken. Zijn de dingen van alledag zover verwijderd van het geestelijk leven? Zit daar dan zo'n grote tegenstelling tussen?

Daco: Dat behoort natuurlijk niet zo te zijn. Toch vind ik, dat is tenminste mijn ervaring, dat het best een grote stap is van het één naar het ander.

Joke: Ik heb die ervaring eigenlijk helemaal niet.

Dirk-Jan: Als het zo'n grote sprong is, heeft die inleiding eigenlijk niet zo veel zin, want dan blijf je toch met z'n allen tegen de ommezwaai aankijken.

Dat vind ik ook. Ik zeg niet dat het altijd zo makkelijk is, maar er liggen in het dagelijkse leven toch genoeg aanknopingspunten om tot een gesprek over de verhouding met de Heere te komen.

Ik wil graag ook wat meer horen over het gesprek zelf. Heb je ervaren dat het tot een echt gesprek kwam, een inleven in eikaars gedachten, waarin je ook jezelf wat kon uiten?

Daco: Dat vind ik moeilijk. De mensen die bij je komen, ken je wel van de buitenkant, maar echt kennen, doe je ze toch ook weer niet. Je hebt meestal nog nooit een persoonlijk gesprek met ze gehad.

Dirk-Jan: Voor een heel persoonlijk gesprek ben je misschien ook met teveel mensen. Bij ons zijn we met z'n achten. Linda: Ik vind de mensenvrees, ook voor je vader en moeder, om heel persoonlijke dingen te zeggen, best groot. Ergens is er toch een stuk schaamte. Ook tegenover de ouderlingen. Als je voor jezelf iets aanvoelt, wat er ten diepste in je leeft, en je zou dat vertellen, dan ben je bang dat je het helemaal verkeerd hebt. Zij weten toch veel beter wat het geloofsleven is. Dus ja, ik zeg maar niet te veel. Joke: Het lijkt mij veel fijner om onder vier ogen over deze dingen te praten.

Hoe zou dat nou komen? Ik hoor dat nu van jullie alle vier, dat jullie het als moeilijk ervaren om je eigen vragen, gedachten, ook je bezig zijn met deze dingen op huisbezoek te uiten. Linda had het over schaamte. Zou dat ook te maken kunnen hebben met onze gezinnen? Zou het niet makkelijker zijn om over deze dingen te praten, als er in onze gezinnen ook regelmatiger over gepraat wordt?

Linda: Het hoeft niet zo te zijn, dat je met niemand in het gezin een persoonlijke gesprek kunt hebben. Dat kan best. Een keer apart met je vader of moeder, of met je broer. Maar in de hele kring is toch heel wat moeilijker.

Joke: Als je heel persoonlijke dingen in je leven meemaakt, bepaalde indrukken, maar je weet het allemaal niet zeker, wat dat nou is, dan houd je die toch liever voor jezelf.

Dirk-Jan: Ook al praatje er in het gezin over, dan kan het toch moeilijk zijn om er in het bijzijn van het gezin weer met anderen over te praten.

Daco: Het zal ook sterk van je karakter afhangen.

Dat is duidelijk. Waar de een heel schuchter is in deze dingen, zal de ander veel vrijmoediger zijn. Dat verschil in geaardheid moeten we elkaar ook gunnen. Daar moeten we voorzichtig mee omgaan.

We hebben nu wat over jullie ervaringen gesproken met huisbezoek. Nu wilde ik jullie ook vragen: Wat zou nu de diepste bedoeling van huisbezoek zijn? Het meest wezenlijke? Waarom komen de broeders van de kerkeraad en wat is hun opdracht?

Joke: Ik denk allereerst om te weten wat er in de gemeente leeft.

Dirk-Jan: Ze komen volgens mij om te onderzoeken of de prediking uitwerking heeft op het persoonlijke geestelijke leven.

Dat is het! Je zou het ook zo kunnen zeggen: de prediking is Gods spreken tegen ons. Op huisbezoek komen ze vragen naar ons antwoord daarop. Waaraan denk je dan als het gaat om vruchten van de prediking?

Linda: Is er het persoonlijke vertrouwen op de Heere, is er een levensstijl die op de Heere en op de ander gericht is? Ik denk dat je daar toch wel iets van moet merken.

Dat denk ik ook, hoewel het leven met de Heere soms lang bedekt kan blijven. Maar wat zou de kernvrucht van de prediking zijn?

Daco: De bekering.

Precies, de bekering van ons hart, de vreze Gods. En nu kom ik nog even terug op het begin van ons gesprek. Het bespreken van de dingen van alle dag als inleiding bij het huisbezoek. In hoeverre heeft dat een band met de vreze Gods?

Dirk-Jan: Als het werkelijk zo is, dat je leven beheerst wordt door de vreze Gods, dan moet dat in het dagelijkse leven te merken zijn.

Linda: Dat zal toch vooral in vertrouwen op God te merken zijn.

Er wordt veel gepraat over zorgen of moeilijkheden, maar als daarbij niet het vertrouwen is of komt in de Vaderlijke hand die in Christus het leven leidt en bestuurt, dan heb je eigenlijk nog niets.

Vertrouwen is een wezenlijk kenmerk van de vreze Gods, al is het nog zo schuchter. Juist over de vreze Gods bestaan vaak vele vragen. Ook bij jonge mensen. , , Wat moet ik me daar bij voorstellen? " Wat zou de taak van de ambtsdrager zijn op een huisbezoek, juist als die vragen komen? Dan is het niet alleen meer antwoord vragen op de prediking, maar ook....

Joke: Onderwijzen.

Ja, wegwijzer zijn. Proberen daar waar verkeerde gedachten zijn, te korrigeren. Waar een zoeken is, bij de hand te nemen. Want waar gaat het nu ten diepste toch altijd weer om, in de prediking, op het huisbezoek, ja in heel het kerkelijke leven? In Wiens Naam komt een ambtsdrager naar de mensen toe?

Linda: In de Naam van zijn Zender, de Heere Jezus.

Dat is het! Ten diepste gaat het daar om, dat die Naam in onze harten leeft. Is er vanuit een besef van verlorenheid, van verbrokenheid, een betrokkenheid op het werk en de Persoon van de Heere Jezus? Daar wordt door de ambtsdragers naar uitgezien. Dat is de vreze Gods. Daar gaat het om. En dat ligt heel eenvoudig. In een ervaren van God kwijt te zijn en Hem toch niet te kunnen missen en daarin uitzien naar de verlossing die alleen van Christus komen kan en zal. Dat wekt ook vertrouwen, een heel stil vertrouwen. De dingen van alle dag, een examen, een moeilijke beslissing worden in dat licht gezien. Er is overgave aan de leiding van een God Die het niet meer verkeerd kan doen.

Zou één van jullie nog een afsluitende opmerking over dit onderwerp willen maken?

Daco: Ik vind het heel belangrijk, dat de ambtsdragers in eenvoudige taal spreken die ook door de jongeren begrepen wordt. Er zijn best veel termen die voor ons nog heel weinig inhoud hebben.

Ik denk dat deze opmerking ons meteen brengt op het volgende waarover ik met jullie wil praten: de catechisatie. In Moerkapelle gebruiken we de methode waaraan onze vorige predikant, ds. Driessen, heeft meegewerkt. Hoe ervaren jullie deze methode?

Linda: Ik vind het een fijne methode. Er zijn best een aantal vragen bij die je niet alleen met je Bijbeltje erbij kunt oplossen. Wij zijn zondags met z'n drieën bezig om

de lessen te maken en als we dan iets niet weten, praten we er met elkaar en rrfn ouders over.

Joke: Dat gebeurt bij ons ook veel, datje naar aanleiding van de les tot een gesprek komt. Je wordt ook door deze methode gedwongen je Bijbeltje open te doen, daar zelf in te lezen.

Wat zou het wezenlijke doel van de catechisatie zijn? Waarom geeft de kerk eigenlijk catechisatie?

Daco: Een belangrijk doel is om de jeugd inzicht bij te brengen in de dogmatiek en de ethiek van de kerk. Ook erg belangrijk is om de mening van de jeugd te vormen, bijvoorbeeld door gesprekken. Alleen ik weet niet of van dat laatste veel terecht komt.

Joke: Het is voorbereiding op het doen van belijdenis.

Daar moet het naar toe, het voor eigen rekening nemen van de doopbelofte die door je ouders is gedaan. In het doopformulier staat dat de kinderen der gemeente, als zij tot hun verstand gekomen zijn, breder in de leer zoals die in het doopformulier kort is samengevat, onderwezen moeten worden. We spreken in dit verband ook wel van opvoeden in de vreze des Heeren. Dan komt de catechisatie in een bepaald licht te staan. Opvoeden in de vreze des Heeren is wat anders dan alleen vragen maken en leren. Dat legt een klem aan, dat geeft een hoger doel aan dan alleen maar dingen leren, hoe nodig dat ook is.

Dirk-Jan: Moet je dat dan zien als een proces van opvoeding, als een proces van daartoe opgeleid worden? Een studie volgen in het vak vreze des Heeren? Dat kan natuurlijk niet!

Dirk-Jan: Dat is voor mij dan wel een probleem.

Je kunt niet opgeleid worden in de vreze des Heeren, zoals je allerlei vaardigheden kunt leren. De vreze des Heeren is een gave van God Die dode zondaren roept en zij leven. Toch is daarmee niet alles gezegd. Als we Psalm 78 lezen, dan zie je daar dat het volk Israël wordt opgeroepen om de daden des Heeren te vertellen aan de kinderen. En dan staat er: opdat zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren. Je zou kunnen zeggen: vertrouwen, kennis en levensheiliging zijn de zaken waar het om gaat bij de catechisatie. Daco had het net over het vormen van elkaar door met elkaar te praten. En je twijfelde eraan of daar wel zoveel van terecht kwam. Kun je aangeven wat je daar precies mee bedoelt?

Daco: Ja, het gaat meestal zo, dat de vragen behandeld worden en dat vraagt zoveel tijd dat er geen tijd over blijft om met elkaar in gesprek te komen.

Dirk-Jan: Het kan aan de groep liggen waaruit weinig of geen reaktie komt. Maar je kunt ook als catecheet de mening hebben, dat de catechisatie vooral is om te onderwijzen, waarbij hij hoofdzakelijk het woord voert, terwijl de jeugdvereniging er meer is om in gesprek te komen met elkaar. Kennis bijbrengen is één van de hoofddoelen van de catechisatie, en ik denk dat je meer leert door naar de catecheet te luisteren dan door met elkaar te diskussiëren.

Linda: Ik vind kennis vermeerderen ook erg belangrijk, maar er moet ook ruimte blijven voor persoonlijk gesprek.

Hier zijn we bij een belangrijk punt. Onderwijs aan de jeugd, dat is het vertellen van de oudere aan de jongeren. Dat is het van kind tot kind overbrengen. In die zin is het waar dat er eenrichtingsverkeer is. Maar er is ook een andere kant. Als oudere moet je bij het overbrengen ook heel duidelijk rekening houden met wat er leeft bij de jongeren. En daar kom je eigenlijk alleen maar achter door ook met ze in gesprek te gaan. Anders loop je het gevaar dat de antwoorden hun doel niet bereiken. Catechisatie moet geen praatuurtje worden, maar er kunnen toch altijd wel momenten gevonden worden waarop even een persoonlijk gesprek temidden van de groep heel goed werk kan doen. Ik wil nog

even terugkomen op dat opvoeden in de vreze des Heeren. Mag ik dat ook zo zien, dat de catecheet persoonlijk laat merken wat het betekent om de Heere te vrezen?

Daco: Dat vind ik heel belangrijk. Stel nu eens dat er een les gegeven wordt over het lijden en sterven van Christus. En de catecheet praat daar drie kwartier over zonder een wezenlijke betrokkenheid te tonen. Dat begrijp ik eigenlijk niet. Als Christus toch het hoofddoel van je leven is geworden, dan kun je dat toch niet behandelen alsof je een wiskundeformule uitlegt? Als die betrokkenheid wel gevoeld wordt, dan weet ik zeker dat dat veel meer indruk maakt.

Joke: Dan ga je er zelf ook veel meer over nadenken.

Dit is heel erg wezenlijk, maar tegelijkertijd is het voor de catecheet geen vanzelfsprekendheid.

Linda: Juist in de persoonlijke betrokkenheid van de catecheet proef je de liefde tegenover de catechisanten. Je merkt dat hij ook als een zondaar van genade moet en mag leven en daarom de Heere en Zijn dienst voor ons op de voorgrond plaatst.

Dat is de beste catechisatieles waarbij de catecheet verdwijnt en de Koning van de kerk, Christus, overblijft. Net als in de prediking. Dat de dominee wegvalt, maar dat het Woord zijn kracht gaat doen. En dat heeft alles te maken met opvoeden in de vreze Gods. De Heere wil het doorgeven van Zijn daden en het voorleven in de vreze des Heeren gebruiken om jonge mensen jaloers te maken. Bij alle twijfels die er kunnen zijn, twijfels over het Godsbestaan, twijfels over Gods leiding in ons leven, die momenten waarop de Geest beslag legde op ons geweten, geven toch houvast. Want bij alles wat wegvalt, dat was toch waar. En die Geest werkt toch door, omdat Hij de Geest van Christus is. Hij gaat door met het verheerlijken van die ene Naam Die onder de mensen gegeven is tot zaligheid, opdat ook het navolgende geslacht Zijn loffelijkheden zal vertellen.

Heel hartelijk bedankt voor de wijze waarop jullie op mijn vragen zijn ingegaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1986

Daniel | 41 Pagina's

Jongeren over huisbezoek en catechese

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1986

Daniel | 41 Pagina's