Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herder in Vlaanderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herder in Vlaanderen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op tafel liggen antracietgrijze, gedraaide ramshoorns die ogen als kunst. De herdersstaf is afgewerkt met een hoornen handvat. Chris Caerts is schaapherder in hart en nieren.

De door Chris Caerts gerestaureerde monumentale hoeve draagt de Schotse naam “15Inn” en ligt op steenworp afstand van natuurgebied “De Rammelaars” in de Vlaamse Kempen. In een aangrenzend weiland staat een kudde schapen. „Ik had ’s avonds zat schaapjes om te tellen”, schrijft een bezoeker in het gastenboek. De passie voor schapen ontstond toen Caerts na zijn universitaire studie naar Schotland vertrok. Daar kwam hij onmiddellijk in de greep van het landschap, de schapen en niet te vergeten de honden die de kuddes bijeendreven. Hij bleef er en leerde het vak bij een herder met duizend schapen. „Het is een combinatie van de ruigte en van verlaten vlakten die je een gevoel van vrijheid geven. Ik kom er minstens vier keer per jaar. Geen vakantie, hard werken met de honden. Ik train mijn border collies hier een jaar en leer ze de basisvaardigheden. Dan reageren ze op vier verschillende fluitsignalen. Daarna breng ik ze naar bevriende herders in Schotland, waar de omstandigheden harder en uitdagender zijn. De collies leren daar de kneepjes van het schapenhoeden. Dat betekent dat elke hond na twee jaar zo’n tien verschillende fluitsignalen kent en precies weet wanneer hij moet stoppen, naar voren moet, naar links of rechts om de kudde moet lopen of nog verder naar links of naar rechts.”

Babysitters
Caerts heeft 300 Kempense heideschapen. „Het is een oud en degelijk ras. Een klein schapensoort, dat uitstekend gedijt op de schrale gronden van de Vlaamse Kempen. Texelaars zouden hier niet kunnen leven. Je moet een ras nemen dat zich hier lekker voelt.” De schapen staan in het natuurgebied, waar ze alle ruimte hebben. „In de wei hier bij huis heb ik een groep lammeren die moeten leren dat er een leider is die ze bij elkaar houdt. Momenteel heb ik tien border collies; een aantal ervan is in Schotland. Ik fok ze als ik ze nodig heb, niet om er handel mee te drijven. Het kost veel tijd om de honden te trainen, maar ik houd erg van dit kortharige, slimme ras. Het zijn goede en intelligente babysitters.” Chris ontvangt ondertussen een schoolklas uit Brussel. Om de kinderen meteen maar onder te dompelen in het vak, laat hij ze de weide in met de opdracht de kudde bijeen te drijven en bij hem te brengen. „Het is de leukste manier om ze te laten zien dat het niet zo eenvoudig is als het lijkt. Ze rennen als dollen door de wei en komen altijd zonder kudde terug. Veel kinderen wonen op flats in de stad en hebben geen idee van het buitenleven.” Als de kinderen buiten adem terugkomen, terwijl de schapen ergens in de verte op een kluitje staan, fluit Chris de hond en staat de kudde binnen een minuut bij hem.

Nieuwe jas
Caerts tackelt een schaap met zijn staf en legt uit dat, als je ’m bij zijn vacht grijpt, dat net zo voelt alsof iemand aan je haar trekt. Terwijl het schaap op zijn achterste zit, laat Chris de kinderen voelen en kijken. „Hoe ziet een poot eruit? Kijk, twee tenen en een kussentje om lekker over het gras of de heide te kunnen lopen. Aan die tenen groeien nagels. Die knippen we elk jaar, anders krijgt hij pijn en gaat hij moeilijk lopen.” De kinderen staan met open monden om het schaap heen. Wat een schaap eet? Gras, weten ze te bedenken. „Maar ’s winters is er geen gras. Dan krijgen ze gedroogd gras. Hoe heet dat?” Geen idee. „Hooi. En ze eten maïs en bieten. Een schaap heeft wel kiezen, maar geen snijtanden. Hij eet namelijk geen vlees.” Op de vraag waarom schapen geschoren worden, halen de meeste kinderen hun schouders op. Wol is lekker warm, legt Chris uit. „’s Zomers dragen jullie ook geen dikke jas. Dus scheren we de schapen in het voorjaar en laten we de jas in de herfst weer groeien.” De wol levert niets meer op, zegt hij. „Vroeger kreeg je twee euro voor een kilo wol, nu nog geen dertig cent. De wol van het Kempense heideschaap is ook niet zo goed als de wol van een Texels schaap, die staan op vette klei.” In de kennel slaan de honden aan. Chris fluit kort op zijn vingers. Het is meteen stil.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 juni 2010

Terdege | 100 Pagina's

Herder in Vlaanderen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 juni 2010

Terdege | 100 Pagina's