De inkomenspositie van de land- en tuinbouw

Wie een dienst verleent in het maatschappelijk bestel komt ook een passende beloning toe

door ir. H. van Rossum

De wijze prediker (5:8) sprak en spreekt nog tot ons: , , Het voordeel des aardrijks is voor allen, de koning zelf wordt van het veld gediend".

Dan zijn het degenen die op het veld werken, zowel de werknemers als de zelfstandige ondernemers, die een belangrijke dienst verlenen aan overheid en volk en zelfs ook zorgen voor voeding van velen, over onze landsgrenzen. Wie een dienst verleent in het maatschappelijk bestel komt ook een passende beloning toe. Dat er aan die passende beloning het één en ander schort is in de afgelopen weken wel duidelijk tot uitdrukking gekomen.

Als er sprake is van een duidelijke onderbetaling, dan is het nodig acht te slaan op de waarschuwing van de apostel Jacobus (5:4): „Ziet het loon der werklieden, die uw landen gemaaid hebben, hetwelk van u verkort is roept, en het geschrei dergenen die geoogst heben is gekomen tot in de oren van de Heere Zebaoth". Als er iets mis is moet naar de oorzaak gezocht worden en moet tevens getracht worden een oplossing te vinden. Wat is de oorzaak van de ontevredenheid.

Bij loon- en salaristrekkenden wordt op grond van wettelijke bepalingen het inkomstenniveau aangepast aan het uitgavenniveau. Bij zelfstandigen is bij dit kabinet de hoogste wetenschap om de prijzen zo stabiel mogelijk te houden, waarbij slechts zeer ten dele rekening gehouden wordt met de kostenontwikkeling. Dat het kabinet, en vooral de Minister-President vorig jaar tegen beter weten in gepoogd heeft enkele consumptieprijzen van landbouwprodukten naar beneden te drukken heeft in land- en tuinbouwkringen ernstige onrust veroorzaakt.

Ook bij de visserij en middenstand ontstond grote ontevredenheid over het gevoerde prijsbeleid.

TEGENSTRIJDIGHEID IN HET O VERHEIDSBELEID

Een ander punt is een zekere ambivalentie in het overheidsbeleid.

We noemen in dit verband de oproep van overheidswege om de kostenstijging op te vangen door verbetering van de rentabiliteit. Dit beleid vraagt meestal diepte-investeringen en vraagt dus om financieringsmiddelen. Deze financieringsmiddelen kunnen echter bij lage prijzen niet in het bedrijf bespaard worden, zodat het opvolgen van overheidsoproep de ondernemer noodzakelijk in de knel brengt. Bovendien leidt rentabiliteitsverbetering meestal tot produktieverhoging terwijl de Minister in zijn nota (blz. 4 l.k.) het pleit voert voor vermindering van het aanbod omdat anders volgens hem prijsverhoging van enige betekenis nauwelijks bereikbaar schijnt. Ook hier een duidelijke tegenstrijdigheid, die bij agrariërs tot frustaties leidt.

Is die vermindering van aanbod van agrarische produkten bovendien niet strijdig met de regeringspolitiek t.o.v. ontwikkelingslanden? Onderschrijft de Minister één van de punten van de nieuwe President van de V.S. „dat hij veel meer vaart wil zetten achter de plannen om met andere naties samen, tekorten aan voedsel en brandstof te voorkomen"?

Werkt de wat eenzijdige belichting van de milieuproblematiek door dit kabinet ook niet mee om de landbouwbevolking obstinaat te maken? Is het niet tekenend, dat de eerste tekenen van opstand begonnen bij Nieuweschans, kort nadat de regeringsbeslissing gevallen was over een binnendijks Dollardkanaal?

Het blad van F.N.L. rekent ons voor dat de Regering bereid is voor een kluut tweemaal zoveel geld uit te trekken als voor de extra steun aan een landbouwondernemer.

Zijn de door de Regering gewekte verwachtingen niet te hoog gesteld voor de boeren en tuinders en vissers? Jaren is de indruk gevestigd alsof crisestoestanden als rond 1890 en in de dertiger jaren door een EEG geheel voorkomen zouden kunnen worden, alsof de Negen Europese Regeringen tesamen de conjunctuur volkomen zouden kunnen beheersen. Het gebrek aan afhankelijkheid van de Grote Schepper aller dingen, van achtereenvolgende regelingen en de daaruit voortvloeiende overmoed wordt thans volkomen beschaamd, en ook dat roept teleurstelling en roept mitsdien onrust en onlustgevoelens op. Is dit kabinet zich daarenboven bewust van de grote betekenis van de land- en tuinbouw voor onze betalingsbalans?

Nu de getroffen maatregelen om aan de geuite wensen tegemoet te komen. Dat het kabinet de duidelijke oproep uit landbouwkringen heeft willen verstaan en dat zij tot maatregelen besloot heeft onze fraktie verheugd, ook al is de mate waarin aan bepaalde wensen is tegemoet gekomen maar net iets meer dan het toedienen van een aspirientje om te trachten daarmee de kwaal te genezen.

U zult begrijpen dat de manier van aktievoeren met blokkades van openbare wegen bij onze fraktie teveel in de buurt van de burgerlijke ongehoorzaamheid komt om onze waardering te oogsten.

Als Minister Van der Stee zich bovendien in het openbaar uitlaat in de zin, dat hij het een typische eigenschap van een revolte acht, dat zij overrompelend werkt, is dat dan psychologisch niet een stimulans om zich opstandig te gedragen en het gezag voor faits accomplis te plaatsen? De gedegen en goed geargumenteerde stukken die wij van het landbouwbedrijfsleven hebben ontvangen ontmoetten bij ons dan ook veel grotere waardering.

ENKELE VRAGEN

a. In Le Figaro van 11 augustus lezen we: , , M. Bonnet précisa qu'il préparait la reunion des ministres k Bruxelles pour le mois de septembre, confirmant que la France y demanderait une actualisation des prix". Uit België en Duitsland horen we gelijke geluiden. Mogen we van de Nederlandse Minister verwachten dat hij zeker niet bij zijn ambtgenoten zal achterblijven en dat hij alles zal doen om de minimumeis van het landbouwbedrijfsleven van tussentijdse verhoging van landbouw prijzen van minstens 4% als een Nederlandse leeuw zal bevechten?

b. Waarom premies ter bevordering van het langer aanhouden van slachtrunderen pas met ingang van 1 oktober en niet per 1 sept. Kan het gevolg van deze regeling niet zijn dat de dieren zwaarder worden en het aanbod van vlees hierdoor vergroot wordt? Is dit niet een tegengestelde maatregel als bij varkensvlees waar men poogt het slachtgewicht te verminderen?

c. Waarom gemillimeter op 1/4% b.t.w. en 0, 11 cent per m3 gas, terwijl men niet terugschrikt voor tientallen en honderdtallen millioenen als het gaat om actiegroepen te bevredigen met o.a. binnendijkse Dollardkanalen en uiterst kostbare Oosterscheldewerken?

d. Waarom niet ambtshalve de voorlopige aanslagen Ink. Belasting 1974 verlaagd nu het kabinet in de nota zelf erkent dat inkomens duidelijk en belangrijk achterblijven bij 1973?

e. Waarom niet onverwijld de Sierteeltgewassen, die zo ernstig lijden om de dollardevaluatie onder het verlaagde b.t.w. gebracht?

f. Wat wordt er gedaan om glastuinders te beschermen tegen konkurrentie uit Bulgarije en Roemenië?

g. Waarom niet gelijktijdig met de regeling van gasprijzen ook een adequate regeling voor tuinders en vissers die voorlopig nog of, misschien nog wel geruime tijd zijn aangewezen op olie en petroleum?

h. Waarom gelijktijdig reklamekampagnes voor verhoogde afzet van vlees en oogluikend toestaan van massamoord in abortusklinieken en reklame voor geboortebeperking om het aantal etende monden zoveel en zo snel mogelijk te verminderen? Hoe kan zo'n beleid in overeenstemming gebracht worden met de zedelijke normen voor een gezonde samenleving waarvoor toch zedelijke normen moeten gelden en naar de mening van onze fraktie die normen die God in Zij.. V/cord en Wet openbaarde?

HET ANTWOORD VAN MINISTER VAN DER STEE

TEGEMOETKOMINGEN

De beraadslaging in de Tweede Kamer werd gevoerd aan de hand van de Nota inzake de Inkomenspositie van de Land- en Tuinbouw. Uit liet antwoord van de Minister is geblekerv» dat hij verdere concessies wilde doen. Hoewel hij niet voor de volle honderd procent tegemoet is gekomen aan het minimumpakket van de landbouworganisatie, zodat er nog wel wat te wensen overblijft, wordt toch in niet onbelangrijke mate de steun aan de in nood verkerende boeren en tuinders uitgebreid. De minister deed tijdens het debat de volgende toezeggingen: - directe inkomenshulp aan de boeren en tuinders in de zwaarst getroffen sectoren. Deze steunverlening zal 115 miljoen gulden bedragen, wat overeenkomt met een halfjaar btw-compensatie. Dit was gevraagd in een motie van Ter Woorst (KVP), die door de Kamer met uitzondering van de VVD, de Boerenpartij en RKPN werd aanvaard. De tekst van de motie luidde:

De Kamer,

van mening, dat de inkomenspositie voor grote groepen van producenten in de land- en tuinbouw verontrustend te noemen is;

dat daarom directe financiële hulp geboden is voor die sectoren die het zwaarst getroffen zijn;

van mening, dat deze hulp aan de land- en tuinbouw via het mechanisme van de b.t.w. geen juiste maatregel is;

verzoekt de Regering, het beschikbare bedrag berekend naar de maatstaf van 2% b.t.w. zodanig gericht uit te keren, dat de ergst getroffen sectoren bij voorrang en met spoed geholpen worden, en tijdig te bezien of verder geeigende maatregelen noodzakelijk zijn; en gaat over tot de orde van de dag. - verbetering van de voorschotregeling voor alle oliesoorten, dus ook voor de eerst van de regeling uitgezonderde lichte olie.

- volgens de persoonlijke indruk die de heer Zijlstra, de voorzitter van het overlegorgaan van de centrale landbouworganisaties, heeft gekregen zal de minister in Brussel zich sterk maken voor een tussentijdse aanpassing van de landbouwprijzen. - door het aanvaarden van de motie Van der Sanden (KVP) moet de regering over de hoogte van de aardgasprijs voor het seizoen 1974-1975 opnieuw overleg plegen met het landbouwschap.

- het uitstel van de belastingbetaling zal meer in overeenstemming met de voorstellen van de landbouworganisasaties worden afgewikkeld.

- vereenvoudiging van de manier om verlaging van de voorlopige belastingaanslag over 1974 te krijgen. Dit zijn in grote trekken de belangrijkste toezeggingen.

DE MOTIES

De heer Tolman (CHU) diende twee moties in die allebei werden verworpen. Slechts de frakties van de SGP, GPV, de Boerenpartij, RKPN en de CPN stemden voor. Van een gezamenlijk optreden van KVP, ARP en CHU was dus geen sprake. Drie moties van de vier die de VVD'er Waalkens had ingediend haalden niet de eindstreep.

Wel werd de vierde motie aangenomen, waarin stond dat bij de vaststelling van de energieprijzen rekening dient te worden gehouden met de inkomenspositie in de landbouw. Onze fraktiegenoot, de heer Vai. Rossum, diende nog de volgende motie in:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging over de nota inzake de Inkomenspositie van de Land- en Tuinbouw, gelet op de zeer moeilijke situatie in de Sierteeltsector,

verzoekt de Regering een verlaging van het b.t.w.-tarief voor de Sierteeltsector van 16 tot 4% in ernstige overweging te nemen,

De motie werd aangehouden tot de algemene financiële beschouwingen in oktober.

Aangezien er, zoals we reeds schreven, niet voor de volle honderd procent tegemoet is gekomen aan het minimumpakket van de landbouworganisaties, zullen deze organisaties het landbouwoverleg in Brussel kritisch volgen, terwijl tevens zal worden nagegaan in hoeverre hun wensen in de begroting van 1975 zullen worden gehonoreerd.

Het wachten is nu op de derde dinsdag van september.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen