Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondje Texel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondje Texel

,,In de buurt van Texels noordelijkste vuurtoren wordt soms een zeldzaam doortrekkertje gevonden''

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als we met de veerboot van Den Helder naar Texel varen, krijgen we altijd een vakantiegevoel. Even weg uit de drukte van de randstad en genieten van een rustig, relaxed en dorps eiland vol natuur.

,,Onze eerste bestemming is "de Petten", een natuurreservaatje dat we aantreffen als we direct bij het eerste stoplicht (er zijn er op het hele eiland twee) linksaf door de duinen rijden. Hier kijken we naar de kluten, tureluurs, scholeksters, visdiefjes en wat wulpen die er foerageren en ook wel broeden, 's Winters grazen er veel smienten, gasteenden uit noordelijker streken. Ook kunnen we er de blauwe kiekendief aantreffen, op jacht naar een prooi. In de verte zien we het dominerende kerktorentje van Den Hoorn te midden van bollenvelden. Als we even verder rijden en links aanhouden, komen we bij de Mokbaai, een wadachtige inham waar de zee vrij toegang heeft en waar veel wadvogels rusten of voedsel uit de voedselrijke bodem pikken. Groepen bonte strandlopers, goudplevieren en rosse grutto's op weg naar het zuiden of het Noorden tanken hier energie om straks weer verder te vliegen. Aan onze rechterhand bevindt zich een uitkijkpunt, waarop je over een vochtige duinvallei "de Geul" kunt kijken. Hier vertoeft een lepelaarskolonie, die zich dankzij het feit dat er geen vossen zijn prima handhaaft en zelfs uitbreidt. Staatsbosbeheer verzorgt van 1 april tot 1 september regelmatig excursies door het gebied. Veel kleine rietzangvogels laten zich hier horen en zien. Als je tijd en zin hebt, kun je vanaf de parkeerplaats aan de Mokbaai nog een wandeling maken naar de Horsmeertjes, die pas na de oorlog ontstonden, toen er door Rijkswaterstaat stuifdijken werden aangelegd. Voor de plantenliefhebber is er de flora van de
Rijkswaterstaat stuifdijken werden aangelegd. Voor de plantenliefhebber is er de flora van de natte duinen te vinden. Ons volgende doel is Oudeschild (terug via de hoofdweg en dan rechtsaf) met zijn pittoreske huisjes met houten topgevels, zijn molen en zijn haven. Van Oudeschild gaan we verder langs de wadkant richting Oosterend. Met de fiets kun je heerlijk aan de wadzijde van de dijk fietsen. Aan de binnenkant van de dijk liggen allerlei plasjes met veel moeras- en weidevogels: kluten, tureluurs, kieviten, plevieren en ruiters. Na september zitten er veel smienten en andere eendensoorten, zoals de slobeenden en de pijlstaarten.

Steltlopers
Voorbij Oosterend komen we langs de Wagiot, een plas met eilandjes waar vlak langs de weg kluten, visdiefjes en scholeksters broeden en dus hun balts- en territoriumgedrag vertonen in het voorjaar. Weer iets noordelijker komen we bij de Bol, een voormalige zeearm. Vanaf de dijk hebben we een fraai uitzicht op de molen en het natuurgebied, waar van oktober tot in mei vaak honderden rotganzen drinken, baden en uitrusten. Aan de buitenkant hebben we zicht op het wad. Met de fiets kunnen we de dijk aanhouden, maar met de auto moeten we een lus maken om weer aan de waterkant te komen. We gaan naar Zeeburg, een grote hoeve met weilanden en akkers die speciaal dienen als graasgebied voor ganzen en eenden. Grote groepen steltlopers, waaronder wulpen, scholeksters en steenlopers, rusten er bij hoog water. Aan de Waddenkant liggen de Schorren, een beschermde hoogwater-vluchtplaats voor vogels en een broedplaats voor onder meer grote sterns. Even buiten De Cocksdorp maken we even een uitstapje op de strandvlakte achter de dijk. Hier is sinds kort een gedeelte afgezet ten behoeve van de dwergsterns en Noordse sterns die er broeden. We vinden er lamsoor, schorrekruid, biestarwegras, zeekraal en andere zoutminnende planten.

Lamsoor
Vanaf de vuurtoren op het meest noordelijke puntje van Texel strekt het Noordzeestrand zich uit. Hier heeft men twee jaar geleden een strekdam aangelegd om afkalving van de duinen te voorkomen. Ten zuiden van de vuurtoren vinden we de Eierlandse duinen: een oud duingebied met spaarzame begroeiing. Voor de liefhebber een terrein met typische duinvogels, zoals tapuiten, kneuen en meeuwen. Bij de vuurtoren wordt in de bosjes rondom soms een zeldzaam doortrekkertje gevonden, zoals een Patlas-boszanger of een bladkoninkje. Ook veel goudhaantjes scharrelen in de trektijd rond. We vervolgen onze tocht en rijden naar het zuiden om een bezoek te brengen aan de Slufter, een open vlakte in het duin, die in open verbinding met de zee staat. Hier kunnen we een prachtige wandeling maken door een met kreken doorsneden vlakte met velden vol lamsoor (vooral in augustus prachtig in bloei), zeekraal en zeealsem. We zien er veel bergeenden en scholeksters, 's Winters scharrelen er aan de randen vaak sneeuwgorzen en strandleeuweriken rond. Na de Slufter kunnen we een bezoekje brengen aan De Koog, een drukke en geliefde badplaats met veel horecabedrijven en vakantie- appartementen. Vanaf hier kun je mooie fietstochten of een avondstrandwandeling maken.

Schapenboeten
Van De Koog is het maar een klein eindje naar De Waal, een klein, rustiek dorpje op een keileemrug met een kerktoren en een grasdrogerij toren die je al vanuit de verte kunt zien. Hier vlakbij ligt een natuurreservaat, "Waal en Burg", een nat weidegebied met o.a. rietorchissen en weer veel weidevogels. In de tijd van Jac. P. Thijsse baltsten er veel kemphanen en wemelde het van de watersnippen, vooral in de trektijd. Den Burg, de hoofdplaats van het eiland, meer een stadje dan een dorp, laten we deze keer links liggen. Hier heeft Jac. P. Thijsse twee jaar lesgegeven. We rijden door de narcisvelden en weilanden vol schapen met schapenboeten (schuren) naar Den Hoorn, een dorpje in het zuiden dat al in ongeveer 1400 is ontstaan. Veel percelen zijn door tuinwallen afgescheiden. Dit zijn met graszoden opgezette, ongeveer anderhalve meter hoge afscheidingen die het heuvelachtige zuiden accentueren. Vooral als het gesneeuwd heeft, levert het landschap boeiende patronen op. Van Den Hoorn naar het Horntje, waar de boot naar Den Helder ieder vol uur afvaart, is het maar een paar kilometer. Dankzij het kleinschalige en afwisselende karakter van Texel keren we na een dag op dit Waddeneiland met een schat aan impressies huiswaarts.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 november 1997

Terdege | 108 Pagina's

Rondje Texel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 november 1997

Terdege | 108 Pagina's