Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZONDAARSLIEFDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZONDAARSLIEFDE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.” Luc. 19:10

God is een Drieënig Wezen, eeuwig, onbegrijpelijk, ondoorgrondelijk! De drie Personen in het Goddelijke Wezen hebben eeuwig aan elkander genoeg. God is daarom de volzalige in Zichzelf, die niet van node heeft om van mensenhanden gediend te worden als iets behoevende.

Verstaat gij daar iets van, geliefde lezer? Lees dan eens met nadruk de hierboven afgeschreven tekst en dat hij dan in uw ziel ingedrukt zal mogen worden.

Want de Zoon des mensen is gekomen…… De Zoon des mensen, dat is ook de Zoon van God, die met God hetzelfde Goddelijke Wezen deelachtig is. Hij die het geen roof behoefde te achten, Gode evengelijk te zijn, heeft Zichzelf vernietigd en de gestalte van een dienstknecht aangenomen en is de mensen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Hij heeft de Zoon van een mens willen worden.

Want de Zoon des mensen is gekomen…… Hij heeft Zijn hoge hemel willen verlaten, om neer te dalen op deze lage aarde, die om der zonde wil vervloekt is.

Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was. Verloren, dat zijn de mensen. Dat zijn wij allemaal. Verloren, dit woord drukt de ellendcstaat uit, waarin wij allemaal door de zondeval zijn terechtgekomen. Verloren, ontzettend woord! We zijn in Adam eens geschapen tot eer en verheerlijking van God. We waren in Adam de kroon der schepping. Eeuwige zaligheid stond de mens te wachten.

Doch door de vrije en moedwillige afval van God, zijn wij allemaal verloren mensen geworden. Verloren voor God, door het toevallen van de duivel. Diens slaven zijn we geworden. In zijn dienst bevinden we ons. Met als uitzicht de eeuwige dood, eeuwige jammer. Wie kan de grootheid van zijn ellendcstaat peilen? Kent gij daar iets van? Dat is nodig. Want om welgetroost te kunnen leven en zalig te kunnen sterven, moet ik eerst weten hoe groot mijn zonden en ellende zijn.

Wie daar nu iets van weet, voor diegene wordt onze tekst een bron van troost, een fontein van heil. Niemand kan zichzelf uit die verloren staat verlossen. Zonder de Zoon des mensen zou het dus voor elk sterveling hopeloos zijn.

Doch nu is de Zoon des mensen gekomen om zulke ellendige, diep gezonken mensen, te zoeken. Welk een wonder!

Onder de mensen is er niemand die naar God vraagt en niemand is er die God zoekt. Doch de Zoon des mensen zoekt dezulken. Wat is het zalig maken toch een eenzijdig werk.

Dat staat ook in onze tekst. Want riij is gekomen om te zoeken…… dat verloren was. En als Hij het verlorene gevonden heeft, dan laat Hij het niet liggen. Dat zou wel recht zijn. Niemand zou zich behoeven te verwonderen als Hij het verlorene, nadat Hij het heeft gevonden, verachtelijk de rug toekeerde. Want dat is verdiend. Genade leert dit een zondaar verstaan. Zij zeggen, als zij zich gevonden zien: Heere, ik ben het oprapen niet waard. Ik ben wel waard, dat Gij mij voor eeuwig van voor Uw aangezicht zoudt wegwerpen. Dat Gij mij voor eeuwig zoudt doen verloren gaan.

Doch dat doet de Heere nu niet. Degenen die van eeuwigheid, door de Vader aan de Zoon als loon op Zijn middelaarswerk zijn gegeven, die maakt Hij ook zalig. Hij doet dit door verdienste en toepassing.

Hij heeft de zaligheid verdiend. Door de straf te dragen, door de schuld te betalen. Niet met goud of zilver, maar met Zijn dierbaar hartebloed. Hij heeft ook de wet Gods tot in tittel en jota toe volbracht. Hij is als mens in alles volkomen geweest voor God. En dat plaatsbekledend, in de plaats van een mens. Zo heeft Hij voor de Zijnen de hel gesloten en de weg tot de zaligheid ontsloten.

Hij past nu die weldaad bij de Zijnen ook zekerlijk toe. Hij doet dat door Z'jn Geest, Die de mens wederbaart, de ogen opent, waardooi hij zijn verloren staat gaat inzien, en daarom ook gaat inleven.

Doch diezelfde Geest leert de zondaar uit zijn verloren staat ook roepen tot God. Hij doet dit als de Geest der genade en der gebeden. Hij maakt door ontdekking plaats voor genade, waardoor de zondaar gaat roepen om genade. Waarachtig! De Geest werkt ook het geloof, dat de zondaar een oog geeft buiten zichzelf, op Christus en Zijn aangebrachte Borggerechtigheid. Dan verstaat men door het geloof: Het heil is des Heeren; Ik, Ik ben uw heil alleen. Zo wordt Christus in het hart van een zondaar verheerlijkt. Want die gekomen zijnde zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.

Wie dat mag gebeuren, zegt:


Onverdiende zaligheen,
heb ik van mijn God genoten.
Ik roem in vrije gunst alleen.


Kunt u dat ook zeggen? Eerlijk! Zo ja, dan bent u gelukkig. Zo neen, dan bent u nog ongelukkig. Doch u behoeft dit niet te blijven. Want de Zoon des mensen is in de wereld gekomen om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

ZONDAARSLIEFDE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's