Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TUSSEN SCHRIFT EN PREEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TUSSEN SCHRIFT EN PREEK

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jan Chr. Vaessen, TUSSEN SCHRIFT EN PREEK, Ontwerp van een analysemodel voor de bijbelinterpretatie in preken met gebruikmaking van de tekstuele hermeneutiek van Paul Ricoeur, 220 blz., ƒ 47, 50 Kok, Kampen 1997.

In deze dissertatie ontwerpt de auteur een analysemodel met het doel er achter te komen hoe predikanten gebruik maken van bijbelteksten en welke interpretatiemodellen zij daarbij gebruiken. In het theoretisch deel oriënteert Vaessen zich op de filosoof Paul Ricoeur die zich in zijn werk uitvoerig bezighoudt met de tekstuele hermeneutiek. Nadat hij in hoofdstuk 1 eerst de wijsgerige traditie verkend heeft, volgt er een uiteenzetting van Ricoeurs bijbelse hermeneutiek. In hoofdstuk 2 komt de vraag aan de orde waar, hermeneutisch gezien, de prioriteit ligt, bij de tekst of bij de lezer? De tekst kunnen we op verschillende manieren als uitgangspunt nemen: in een onbevangen lezing, vanuit een historisch-kritische benadering, vanuit het structuralisme. Bij de lezergeoriënteerde modellen komt de Europese hermeneutisch-filosofische traditie aan de orde (o.a. Schleiermacher en Gadamer). In hoofdstuk 3 komt dan de dialectiek tussen tekst en lezer in het denken van Ricoeur ter sprake. Bij Ricoeur houdt de tekst een zeker tegenover: 'De Tekst komt "van de andere kant" en heeft een inherentie intentie om z'n lezer betekenissen vanuit een hem onbekende wereld te laten ontvangen.' (108) Daarmee heeft de tekst prioriteit op de lezer, en Ricoeur fundeert dat in de semantische autonomie van de tekst. Anderzijds haalt de lezer ook steeds nieuwe interpretaties uit de tekst waardoor de tekst ook weer nieuwe betekenissen krijgt.

Vaessen is met name gefascineerd door deze dialectiek.

In het tweede deel van het boek wordt verslag gedaan van de preekanalyse. Eerst beschrijft Vaessen enkele analysemethoden, o.a. de Heidelberger methode, zoals die ontwikkeld is door Bohren e.a., en de meer kwalitatieve onderzoekstechnieken zoals die gehanteerd worden in de sociale wetenschappen. Vaessen probeert van beide modellen iets mee te nemen, maar vult ze vooral aan vanuit de hermeneutische spiraal zoals die naar voren komt uit zijn analyse van Ricoeur. Concluderend denk ik dat hij feitelijk toch hoofdzakelijk de kwalitatieve methode gebruikt. De preken die hij onderzoekt gaan alle over het boek Ruth.

Als punt van kritiek kan naar voren gebracht worden dat het empirisch deel en het theoretisch deel toch wat los naast elkaar staan. Maar het is ook werkelijk niet eenvoudig om theorie en praktijk in een goede wisselwerking op elkaar te betrekken. Bovendien kun je in het verband van zo'n onderzoek moeilijk heel Ricoeur overhoop halen en hem ook nog plaatsen in de hermeneutischwijsgerige traditie. Op dat punt neemt de auteur soms te veel hooi op zijn vork.

F.G.I.

D.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Theologia Reformata | 283 Pagina's

TUSSEN SCHRIFT EN PREEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Theologia Reformata | 283 Pagina's