V.G.S. - Nieuws

Secretariaatsverslag (vanaf 2 april 1977)

Sinds verscheidene jaren kenmerkt de maand mei zich door een tweetal gedenkdagen. Op 5 mei 1978 was het 33 jaar geleden, dat wij als volk van Nederland werden bevrijd van de Duitse bezettingsmacht. Deze macht, die God niet diende en geen mens ontzag, heeft ons volk gedurende vijf bange jaren op een tirannieke wijze geknecht en verdrukt. 10 mei is de dag waarop in 1940 de tweede wereldoorlog uitbrak. Het was een strijd tegen de nationaal-socialistische staatsideologie, waardoor het onderwijs door allerlei verordeningen werd belaagd. In die tijd werd toch door velen het verderfelijke van die ideologie met zijn staatsvergoddelijking en zijn barbaars antisemitisme, ingezien en krachtig bestreden. Evenals in de schoolstrijd van de vorige eeuw werd toen gestreden v60r het vrije karakter van de scholen, dat wil tevens zeggen tegen de bevoogding en beïnvloeding van staatswege.

Thans zijn andere machten bezig om het christelijk onderwijs uit te hollen. In het algemeen moet helaas gesteld worden, dat er op vele christelijke scholen steeds minder plaats is voor de Bijbel als het niet tijdgebonden Woord van God. Velen aarzelen om onverkort te handhaven wat onze Belijdenis zegt: "dat deze Heilige Schrift de wil Gods volkomenlijk vervat en dat al hetgeen de mens schuldig is te geloven om zalig te worden, daarin genoegzaam geleerd wordt".

Mede daarom is biddende waakzaamheid, liefde en inzet voor het christelijk onderwijs overeenkomstig de belijdenis der reformatie en het erfgoed der hervorming hoogst noodzakelijk.

Bestuur

Het bestuur wordt thans gevormd door de volgende personen: Ds. K.de Gier teVelp(Gld.) - voorzitter; Ir. L. van der Waal te Ridderkerk - secretaris-penningmeester; Ds. II.G.Abma te Putten (Gld.); C.N. van Dis te Alphen a/d Rijn; Drs. G.E.op 't Hof te Vlaardingen; W.Kleinbloesem te Rotterdam; A.Maljaars te Goes; G. van Velzen te Stellendam; Drs. A.Vergunst te Veen (NB); Ds. J. van Vliet te Aagtekerke.

In de jaarvergadering van 2 april 1977 is tot bestuurslid gekozen de heer K.van der Plas te Hardinxveld-Giessendam, die de plaats van Ds. H. Wiltink te Doetinchem zou innemen. Bij nadere overweging heeft dhr. Van der Plas deze benoeming niet aanvaard.

Adviseur van het bestuur

Mr. J. de Heer te Gouda, die sinds het neerleggen van zijn funktie van secretaris-penningmeester van de V.G.S. in 1974, adviseur van het

bestuur was, heeft dit adviseurschap m.i.v. 1 januari 1978 beëindigd. Zijn gezondheidstoestand heeft hem tot het nemen van deze beslissing genoopt .

Ook als zodanig heeft hij veel intensieve arbeid ten dienste van de V .G .S. verricht. Gezegd mag worden, dat hij vanuit deze funktie een belangrijk aandeel heeft gehad in de voorbereidingen tot het vormen van een eigen bureau, zoals dit in april 1976 gestalte heeft gekregen.

Wij zijn Mr. De Heer zeer erkentelijk voor zijn inzet voor de belangen van de V.G.S. en de daarbij aangesloten scholen. Hieraan verbinden wij de wens, dat God hem en zijn gezin met Zijn zegen zal vergezellen en dat zijn gezondheidstoestand zich zodanig zal ontwikkelen, dat hij zijn zware taak als directeur van "De Driestar" nog lange tijd zal mogen vervullen.

Bureau

Deze tijd kenmerkt zich door een trieste werkloosheid in diverse sectoren van het bedrijfsleven. Dit verschijnsel doet zich beslist niet voor op het bureau. Als algemeen secretaris heeft ondergetekende een boeiende taak, die - in letterlijke zin bedoeld - een fuU-time inzet vraagt.

De algemeen secretaris heeft in de verslagperiode wederom veel tijd besteed aan advisering van schoolbesturen door persoonlijke, schriftelijke en telefonische kontakten. Over onderwerpen van zeer onderscheiden aard werden adviezen gevraagd en gegeven. In het vorige jaarverslag is een overzicht vermeld, dat een indruk bedoelde te geven van een aantal onderwerpen, dat daarbij destijds aan de orde is geweest. Deze weergave, waarnaar kortheidshalve zij verwezen, is voor wat betreft deze verslagperiode niet opvallend gewijzigd.

Een niet gering gedeelte van de beschikbare tijd van de algemeen secretaris moest onttrokken worden aan de te treffen voorbereidingen ter uitbreiding van het bureau, zoals omschreven in het aan de leden toegezonden voorstel d.d. april 1978. De hieraan verbonden werkzaamheden hebben meer tijd gevergd dan kon worden voorzien. Derhalve heeft het daartoe strekkend pre-advies de leden eerst zeer onlangs kunnen bereiken. In c.q. n'k de voor dit doel belegde regionale vergaderingen in een achttal plaatsen is duidelijk gebleken, dat grote behoefte bestaat aan de beoogde bureau-uitbouw. De verwachting is dan ook gewettigd, dat positief zal worden gereageerd op het betreffende voorstel. In aanmerking nemend de vitale belangen, die gediend zijn met de uitbouw van het bureau, wordt dezerzijds de hoop uitgesproken, dat de identiteit van de scholen zal worden ondersteund door noodzakelijke homogeniteit ook ten aanzien van de beoogde voorziening.

Uit onze schoolwereld

In deze verslagperiode mochten verscheidene schoolbesturen zich verheugen in de opening van een nieuw schoolgebouw. Aan zodanige gebeurtenissen wordt aandacht besteed in het orgaan "De Reformatorische School", althans indien het bestuur hiervan in kennis wordt gesteld. Derhalve wordt vermelding van deze evenementen in dit verslag achterwege gelaten.

Op 28 oktober 1977 is in de Nederlandse Staatscourant het plan van scholen 1978-1980 gepubliceerd. Op 15 juni daaraan voorafgaande heeft een delegatie van het bestuur met Staatssecretaris Drs. K. de Jong Ozn. van gedachten gewisseld over de aanvragen om opneming in het plan van scholen van reformatorische scholen.

Het stemt tot verheuging, dat op dit scholenplan twee reformatorische scholen zijn geplaatst, t. w.:

a. een atheneum voor de Van Lodensteinscholengemeenschap te Amersfoort, met vermelding dat deze school m.i.v. 1978 voor bekostiging in aanmerking zal worden gebracht; b. een atheneum voor de scholengemeenschap "De Driestar" te Gouda, zonder vermelding van het jaar van aanvang van de bekostiging.

Artikel 74 van de Wet op het voortgezet onderwijs bevat een waarborg, dat een school in elk geval zal worden bekostigd, wanneer zij gedurende vijf jaren op het plan heeft gestaan. Het moet voor mogelijk worden gehouden, dat de bekostiging van het atheneum van "De Driestar" aanzienlijk vroeger dan over vijfjaren zal aanvangen.

Het honoreren van bovengenoemde aanvragen houdt in, dat aan de overige, vermeld in het vorige secretariaatsverslag, geen gevolg is gegeven. Dit is bedroevend en tevens verontrustend. Zonder voorbehoud moet helaas gesteld worden, dat ook dit plan van scholen tekort doet aan hen, die voor hun kinderen onderwijs overeenkomstig Schrift en Belijdenis verlangen.

Twee teleurgestelde aanvragers zijn tegen de afwijzende beschikking in beroep gegaan bij de Kroon, t.w. de Vereniging voor voortgezet onderwijs op reformatorische grondslag te Amersfoort, die een school voor lager huishoud- en nijverheidsonderwijs en een school voor lager technisch onderwijs had aangevraagd en de Vereniging tot het verstrekken van voortgezet onderwijs op gereformeerde grondslag te Goes e.o., die een havoschool wenst te stichten.

Onder dagtekening van 31 januari 1973 heeft het bestuur van de Stichting scholengemeenschap tot vestiging en instandhouding van scholen voor voortgezet onderwijs op reformatorische grondslag te Kampen de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen verzocht om een in Kampen te vestigen school voor mavo op te nemen in het plan van scholen 1975/ 1977. Hierop heeft deze bewindsman afwijzend beschikt. Het bestuur heeft in november 1974 gebruik gemaakt van het wettelijk recht om voorziening te vragen bij de Kroon tegen deze beschikking. Ook in 1976 heeft dit bestuur beroep bij de Kroon aangetekend tegen de beschikking van de toenmalige Staatssecretaris inzake het niet opnemen in het scholenplan 1977/1979 van een mavo-school.

Eerst op 1 juni 1978 zal de behandeling van deze beroepschriften plaatsvinden in een vergadering van de Afdeling voor de geschillen van bestuur van de Raad van State. Met meer dan gewone belangstelling wordt de Koninklijke beslissing op deze verzoeken om voorziening tegemoet gezien.

Dit Koninklijk Besluit zou wel eens konsekwenties van vferstrekkende aard kunnen hebben voor volgende aanvragen. Dat onze verwachting evenwel zij van God, in het besef, dat des konings hart in de hand des Heeren is als waterbeken en dat Hij het neigt tot al wat Hij wil. Ook hier moet gelden: Bidt en werkt!

Op 1 januari 1978 waren bij de V.G.S. aangesloten:

66 kleuterscholen: 95 lagere scholen: 6 mavo-scholen: 3 scholengemeenschappen: 3 vormingsinstituten: aantal leerlingen 3.793 15.565 1.761 4.589 237

In het algemeen bezien moet sinds een aantal jaren een landelijke daling van het aantal leerlingen met name in de sektor van het kleuter- en lager onderwijs gekonstateerd worden. Dit verschijnsel doet zich met betrekking tot de bij de V.G.S. aangesloten scholen niet of nauwelijks voor. Ten aanzien van de mavo-scholen en de scholengemeenschappen kan gesteld worden, dat het leerlingenpotentieel nog toeneemt.

Lidmaatschap van kerkelijke gemeenten

In de jaarvergadering van 10 april 1976 is besloten tot wijziging van de statuten van de V.G.S. in die zin, dat in het vervolg ook andere kerkelijke gemeenten dan Gereformeerde Gemeenten door het bestuur als lid kunnen worden toegelaten. Zeventien gemeenten hebben zich tot het bestuur gewend met het verzoek om als lid te worden toegelaten, op welke verzoeken gunstig is beschikt. Het betreft de volgende gemeenten:

Chr. Geref. Gemeenten: Driebergen Sliedrecht Nieuwkoop Vlaardingen Scheveningen Z aamslag. Schiedam Oud-Geref. Gemeenten: Doetinchem Oosterland Kinderdijk Terneuzen Leer sum Urk. Monster Ned. Herv. Gemeenten: Groenekan Capelle a/d IJssel (wijkgemeente West) Maartensdijk (U.).

Schoolbegeleidingsdiensten

Ter gelegenheid van de behandeling van de begroting van Onderwij s en Wetenschappen in de Tweede Kamer heeft Staatssecretaris A.J. Hermes de Kamer op 2 maart 1978 medegedeeld, dat hij in de periode, waarin over de concept-bekostigingsbeschikking voor de schoolbegeleidingsdiensten overleg wordt gevoerd, openstaat voor overleg met diensten, die zich niet in enig regulier overlegorgaan vertegenwoordigd weten en tot een dergelijk overleg de wens te kennen geven.

Het bestuur heeft genoemde bewindsman verzocht om in de gelegenheid te worden gesteld om deel te nemen aan het betreffende overleg.

Vervolgnota "Contouren van een toekomstig onderwijsbestel 2"

De besturen van de Gereformeerde Onderwijzers- en Leraren Vereniging (G.O.L.V.) en de V.G.S. hebben gezamenlijk commentaar geleverd op de

vervolgnota "Contouren van een toekomstig onderwijsbestel 2''. Een concept-commentaar was afgedrukt in "De Reformatorische School" van november 1977, waarop alle leden van elk der genoemde verenigingen amendementen konden indienen. Van deze gelegenheid is door geen der belanghebbenden gebruik gemaakt. De tekst van het aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen gezonden commentaar is geheel overeenkomstig bedoeld concept.

Centraal Onderwijsoverleg

In een vergadering van de Vaste Commissie voor Onderwijs en Wetenschappen uit de Tweede Kamer heeft de toenmalige Minister van Onderwijs en Wetenschappen in die vergadering - t.g.v. de behandeling van de nota: "Naar een structuur voor de ontwikkeling en vernieuwing van het primair en secundair onderwijs" (zgn. Structuurnota) - verklaard het een zaak van wijs beleid te achten om organisaties van minderheden een plaats te geven in de Centrale Overlegraad. Deze bewindsman heeft deze toezegging gedaan nadat o. a. het Tweede Kamerlid Ds. Abma de Minister op de redelijkheid van deze vertegenwoordiging had gewezen. Na. de afkondiging van de ministeriële beschikking van 15 juli 1977, houdende de instelling van een Centraal Onderwijsoverleg, hebben de besturen van de G.O.L.V. en de V.G.S. de Minister verzocht êèn - door deze besturen aan te wijzen - lid en plaatsvervangend lid tot de Centrale Overlegraad toe te laten.

In deze Overlegraad wordt overleg gevoerd over algemene beleidsvoornemens ten aanzien van het onderwijs en de verzorging t.b.v. het onderwijs, met name op het terrein van de onderwijsresearch, de leerplanontwikkeling en de onderwijsbegeleiding.

Gereformeerde Onderwijzers- en Leraren Vereniging (G.O.L.V.)

Met het bestuur van de G.O.L.V. worden nauwe kontakten onderhouden met name voor wat betreft de behartiging van gemeenschappelijke belangen. De voorgenomen uitbouw van het bureau van de V.G.S. is een duidelijk voorbeeld hiervan.

Deze samenwerking mag als vruchtbaar en aangenaam worden gekenschetst.

De Reformatorische School

Bijna 400 bladzijden, verdeeld over 12 nummers, was de omvang van de in het maandblad "De Reformatorische School" van de 5e jaargang gegeven informatie over vele en veelsoortige zaken.

In de samenstelling van dit orgaan, zijnde een uitgave van de V.G.S. en de G.O.L.V., hebben zich enkele mutaties voorgedaan. Per 1 januari 1978 zijn twee redaktieleden afgetreden, t.w. de eindredakteur Mr. J.de Heer en de redaktiesecretaris J.van Oort. Beiden maakten deel uit van de redaktie sinds het in het leven roepen van dit orgaan in 1972. Aan hen komt een woord van hartelijke dank toe voor al hetgeen zij in deze vijf jaren ten dienste van dit blad hebben gedaan. Mede door hun toedoen heeft dit orgaan zich een gewaardeerde plaats verworven in de kring, waarvoor het is bestemd.

De hierdoor ontstane vakatures konden worden vervuld door de benoeming van de heren C . Bregman te H, I. Ambacht en C . Houweling te Putten (Gld.). Eerstgenoemde is aangewezen als eindredakteur.

Voorts is ondergetekende aan de redaktie toegevoegd en vervult tijdelijk het redaktiesecretariaat.

Hartelijk dank aan het adres van de vele medewerkers, die het blad inhoud hebben gegeven en niet minder aan het adres van de redaktie.

Slotaantekening

In de verslagperiode mocht veel werk worden verricht. Dit verslag geeft hiervan slechts een summier beeld. Ook wacht nog zeer veel werk, vooral indien het plan tot uitbouw van het bureau binnenkort uitgevoerd kan worden. Ook de grote overheidsinvloed op het schoolgebeuren, de stormachtige ontwikkelingen op onderwijsgebied en de nieuwe taken, waarvoor de schoolbesturen en de scholen regelmatig staan, zijn mede bepalend voor de omvang van de werkzaamheden.

Hierbij dient echter steeds beseft te worden, dat het niet ons werk is dat telt, maar het werk, dat de Heere door ons doet. Moge ook de V.G.S. zo instrument zijn in de hand des Heeren. Dat Mozes' bede in ons aller hart leve; "Bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat".

J. J. Verhage, algemeen secretaris.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen