Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een weg waaraan de uiterste zoig is besteed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een weg waaraan de uiterste zoig is besteed

"En aldaar zal een verheven baan en een weg zijn, welke de heilige weg genaamd zal worden." Jesaja 35:8b

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Dit hoofdstuk van Jesaja is vol rijke heilsbeloften. De woorden van de profeet zijn in de eerste plaats gericht aan het volk van Juda in ballingschap, maar we mogen daarbij ook horen doorklinken de nieuwe heilstijd die is aangebroken met de komst van Christus in deze wereld. Juda verkeert in ballingschap. Nu is er onder die baUingen in Babel een volk dat de schuld heeft ingeleefd. Het zijn hun zonden en hun ongerechtigheden, waarom zij daar in den vreemde moeten verkeren. Maar het ergste is voor hen niet, dat zij van huis en haard verdreven zijn, maar dat zij uitgesloten zijn van de gemeenschap met hun God. Wat zullen de woorden van de profeet hen tot troost geweest zijn. De Heere gaat een keer brengen in het lot van Zijn volk. Hij zal hen weer vergaderen van de einden der aarde en Hij zal Zijn volk weer gaan herstellen. Maar daarmee is dat volk nog niet uit Babel verlost. Ze verkeren nog onder vreemde heerschappij. En ze weten niet, hoe ze er ooit moeten komen. Ze hebben geen moed en geen kracht en de weg is lang en zwaar. Maar de Heere belooft hun Sterkte te zijn en daar zal een verheven baan zijn.

Ook al leven u en ik niet in ballingschap en zijn wij niet van huis en haard verdreven, van nature zijn we ook allen uit de gemeenschap met God verstoten. Is dat uw grootste smart al geworden? Niet wat u moet missen in uw leven en wat u daarin overkomt, maar dat u God kwijt bent? Maar nu belooft de Heere aan dat verdrukte volk, dat er een weg zal zijn, een verheven baan. God zal door de wildernis en die eindeloze woestijn een weg leggen, waarlangs Zijn volk kan wederkeren. Er is een weg terug: een weg tot God, van Wie we uitgevallen zijn. Het is een verheven baan. Het is een weg waaraan de uiterste zorg is besteed. Deze weg is gefundeerd in het bloed van Christus. Daarom is die baan zo verheven. Maar daartoe moest Hij afdalen tot in de diepte van dood en hel. Hij heeft die weg gebaand door Zijn dood en bloedstorting en dat maakt die weg zo kostbaar. Maar Hij is uit de diepte van de dood opgeklommen tot in het Vaderhuis toe.

Het is een verheven baan. Het is de heirbaan van het koninkrijk der hemelen en op die weg gaan de vrijgekochten des Heeren. Dat zijn zij die hun klederen gewassen hebben in het bloed van het Lam. Dat zijn allen die met smart ingeleefd hebben, dat het hun zonden zijn die scheiding maken tussen God en hun ziel. Zij hebben dat bloed der verzoening nodig gekregen tot afwassing van hun zonden en tot reiniging van hun ziel. O, wat is dat bloed der verzoening hun dierbaar geworden. En nu zijn zij door Gods genade op die weg gebracht die ten hemel leidt. Aldaar zal een verheven baan en een weg zijn. Nee, geen twee wegen. We zouden het ook kunnen vertalen met: aldaar zal een gebaande weg zijn. Er is wel een tweede weg, maar die voert niet ten hemel maar ter hel. Maar de weg waarop de vrijgekochten des Heeren wandelen, is de koninklijke weg. Zij staan onder goddelijke bescherming. De Heere Zelf leidt ze op die weg en Hij brengt ze uiteindelijk thuis. Het is ook een heilige weg. Op die weg wandelen ook alleen maar heilige mensen. Een onreine zal er niet doorgaan. Heilige mensen zijn geen zondeloze mensen. Het wil niet zeggen, dat de Heere alleen maar volmaakte mensen verwacht, die geen enkel gebod overtreden hebben en van hun jeugd aan alle geboden onderhouden. Dan zou Paulus erbuiten vallen en dan zou de hemel bevolkt worden met farizeeën en schriftgeleerden. Maar zij hebben de zonde leren haten en vlieden en een lust en liefde gekregen om naar alle geboden Gods te leven. Niet dat ze daaraan beantwoorden. Dat is de smart van hun leven, dat daar zo weinig van terecht komt. Ze ontdekken nog zo veel overgebleven ellendigheid in zich. Het begeren is wel bij hen, maar het volbrengen vinden ze niet. En toch kunnen ze het niet nalaten om daarnaar te jagen.

Wat is het toch nodig om te weten op welke weg u wandelt. Het is van tweeën één. Of u wandelt nog op de brede weg des verderfs de eeuwige ondergang tegemoet of u bent door genade gebracht op de smalle weg. Dan hebt u waarde leren zien in Gods verbond en woorden. Nog worden zondaren genood. Mensen die nooit naar God gevraagd en gezocht hebben, maar ook mensen wie die weg gewezen is. Dit is de Weg, wandel in Dezelve. l< />

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 juni 1991

Terdege | 72 Pagina's

Een weg waaraan de uiterste zoig is besteed

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 juni 1991

Terdege | 72 Pagina's