Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De leespreek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leespreek

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is al weer een aantal jaren geleden, dat in Ambtelijk Contact over „De leesdienst” werd geschreven, nl. in okt. 1964 (no. 31) en sept. 1965 (no. 40).

Vanzelf kwam daarbij ook de te lezen preek ter sprake.

Wanneer alle ouderlingen van vandaag deze no’s in hun bezit zouden hebben zou ik kunnen volstaan met daarheen te verwijzen en hen te verzoeken deze artikelen nog eens te lezen.

Gezien de regelmatige wisseling van ambtsdragers zullen er echter niet zo veel zijn die kunnen naslaan wat 9 à 10 jaar geleden geschreven werd. Daarom leek het de redactie goed over dit onderwerp weer eens iets te schrijven, temeer daar er t.o.v. de duur en orde van de kerkdiensten in deze tijd ook wel een en ander gewijzigd is.

Hoe „behoudend” men ook mag zijn, het komt toch vrijwel niet meer voor dat een kerkdienst langer duurt dan hoogstens vijf kwartier. Of men het er nu mee eens is of niet, we zijn toch bijna overal gewend geraakt aan z.g.n. uurdiensten.

Het is niet de bedoeling om in dit artikel de oorzaak daarvan te bespreken. Deze kan nl. heel verschillend zijn.

Het preken „op maat” kan naar twee kanten verkeerd werken. Het abrupt „amen” zeggen omdat het tijd is, is m.i even onbevredigend als het niet beëindigen van de preek omdat de dienst dan wel eens iets korter zou kunnen duren dan men gewend is.

Maar…… het gaat niet over de gesproken, doch over de geschreven preek, die dient om gelezen te worden wanneer geen predikant beschikbaar is.

Uiteraard denken wij hierbij dan direct aan de onder ons overbekende en gewaardeerde uitgave „Uit de Levensbron”.

Van deze uitgave wordt, zeker in vacante kerken een dankbaar gebruik gemaakt en uit vragen op kerkelijke of semi-kerkelijke vergaderingen blijkt telkens weer belangstelling voor het werk van de redactie die deze uitgave verzorgt.

De vraag naar catechismus-preken is bekend. Ook is bekend dat er naast waarderende, wel eens kritische geluiden worden gehoord.

Om er een paar te noemen: er is nogal eens wat achterstand, waardoor preken voor b.v. feestdagen te laat verschijnen. Dat is ook het geval met „gelegenheidspreken” waarbij ik denk aan jeugdzondag, Hemelvaartsdag enz. Het zou, dacht ik, vele kerkeraden ook welkom zijn wanneer het aantal no’s per jaar werd uitgebreid met b.v. preken voor 2e feestdagen. Er zijn immers nog een groot aantal gemeenten waar men op een 2e feestdag samenkomt. Verder voor biddag, dankdag, oudejaarsavond en nieuwjaar. Niet altijd is het mogelijk om in oude jaargangen te zoeken en niet elke ouderling is in staat om een preek „om te werken”. Dit laatste dient ook niet in de hand gewerkt te worden.

Een andere opmerking is die over: te lange of te korte preken. Nu is bekend dat sommige predikanten het een moeilijke bezigheid vinden om een preek helemaal uit te schrijven en dat zal dan ook wel de oorzaak zijn dat lang niet alle predikanten aan deze uitgave meewerken (de redactie heeft mij wel eens verteld dat heus wel iedereen gevraagd wordt).

Over het verschil in lengte schreef br. F. van Smeden in 1964 en gaf daarbij het volgende voorbeeld, gebaseerd op 32 preken; ik neem dat over: aant. regels: aant. preken

301-350 1

351-400 4

401-450 3

451-500 8

501-550 5

551-600 3

601-650 5

651-700 1

701-750 1

751-800 1

Hij schreef daarbij dat het voorlezen van 100 regels pl.m. 8#x00BD; à 9 minuten duurt, zodat een preek van 400 regels ruim een half uur, en van 700 regels ruim een uur tijd vraagt.

Iemand die vrij regelmatig moet lezen zal dit kunnen toestemmen.

Natuurlijk zijn er wel mogelijkheden om wat „bij te schaven”.

Zo zal een lange inleiding wat ingekort of misschien zelfs helemaal weggelaten kunnen worden en zal men kunnen volstaan met de aankondiging: de tekst van hedenmorgen/middag handelt over, of laat ons zien……volgt thema en verdeling. Ook zal de lezer het voorlezen van de te zingen psalmen achterwege kunnen laten, terwijl hij die bij een kortere preek juist zal moeten lezen.

Ziet een ouderling voor dit alles geen kans of beschikt hij niet over al te veel liturgisch „gevoel” en geeft de dienst der gebeden hem wellicht extra moeite dan zal hij preken van 250 tot 300 regels wellicht opzij leggen en dat kan, met een beetje goede wil van de schrijver, wel voorkomen worden.

Uit gesprekken met ambtsdragers en uit eigen waarneming zou ik in alle bescheidenheid de volgende wensen willen doorgeven, in de hoop dat ook predikanten/schrijvers dit lezen:

a. predikanten bedenken bij het schrijven dat een ander het moet lezen zodat zij zich hoeden voor wat ik zou willen noemen „Paulinische zinnen” of „Spreukenstijl”.

b. men houde bij de tekstkeuze rekening met het „kerkelijk jaar”. De redactie zou, als dat nu niet gebeurt, wellicht enige suggesties kunnen doen en er ook rekening mee kunnen houden dat niet telkens dezelfde predikanten in dezelfde tijd van het jaar schrijven.

c. indien mogelijk worden enkele preken meer uitgegeven en worden „ge-legenheidspreken” tijdig toegezonden. (zie boven).

d. men vergete niet dat gelukkig ook in leesdiensten zowel kinderen als opgroeiende jeugd aanwezig zijn.

Deze behoren óók tot de gemeente en hebben heus wel door of zij alleen maar worden genoemd dan wel dat zij „aangesproken” worden of liever erbij betrokken worden.

De schrijvers zullen, naar ik hoop, deze opmerkingen willen zien als voortkomende uit de begeerte om leesdiensten zo goed mogelijk te doen functioneren. Maar ook de lezer zal zich terdege moeten voorbereiden op de dienst die hij heeft te leiden. Het is hopelijk niet waar gebeurd wat ik eens hoorde nl. dat een ouderling twee bladzijden tegelijk omsloeg omdat de preek nog niet was „opengesneden”. Dat zou toch wel op een zeer slechte voorbereiding wijzen.

Moeten alle ouderlingen lezen?

Deze vraag wordt wel eens gesteld. Nu, dat moet natuurlijk niet. Het zou wel fijn zijn als het kon, vooral in een vacante gemeente. Iedereen heeft echter niet de gave om in het openbaar voor te gaan. Nerveusiteit kan aanleiding zijn tot het maken van fouten en hoewel dat iedereen kan overkomen moet het toch wel zoveel mogelijk voorkomen worden. Eentonigheid bij het lezen heeft hetzelfde gevolg als een saaie voordracht van een predikant ni. de aandacht verslapt en de leesdienst komt in diskrediet.

Elke kerkeraad zal zich daar dan ook op moeten bezinnen en openlijk hierover met elkaar moeten spreken. Men mag zich als ouderling niet uit gemakzucht terugtrekken maar ook niet achteruit gezet voelen wanneer zou blijken dat men dit werk niet kan verrichten zoals voor de gemeente nodig is.

God schonk hem misschien weer andere gaven waarmee hij meer ten nutte van anderen bezig kan zijn. Het vertroosten van een zieke, het gebed bij een stervende of het leiden van een gesprek op huisbezoek zou wel eens van meer betekenis kunnen zijn dan het leiden van een leesdienst.

Hij die wel in staat is om een dienst goed te leiden, duidelijk en „op toon” te lezen, verheffe zich daar niet op, óók al wordt hij er door de mensen om geprezen.

U kent de opmerkingen wel zoals: „’t Is precies een dominee” of: „wat zat hij er weer goed in” enz. Dit soort opmerkingen kan wel vleiend zijn maar bergen het gevaar van hoogmoedig worden levensgroot in zich.

Ook deze gave is van de Here en dient alleen tot Zijn eer gebruikt te worden.

Wat de voorbereiding betreft zou ik elke lezer willen aanraden de preek minstens éénmaal hardop te lezen. Dat kan voorkómen dat leestekens over het hoofd worden gezien of dat men door drukfouten of het ontbreken van leestekens voor verrassingen wordt geplaatst, namen verkeerd worden uitgesproken enz. Veel meer zou over de leesdienst en -preek geschreven kunnen worden. Ik denk aan de liturgie en aan de voorbereiding op „de dienst der gebeden” maar dit artikel zou te uitvoerig worden.

Hopelijk geeft het geschrevene aanleiding om in de kerkeraadsvergadering over dit onderwerp eens met elkaar te spreken. Daardoor kan geringe waardering voor de leesdiensten worden voorkomen of weggenomen. Oók de leesdienst is eredienst waarin het lezen van de preek moet zijn: ter meerdere ere Gods.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 1974

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

De leespreek

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 1974

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's