Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het evangelie van de voetwassing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het evangelie van de voetwassing

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Johannes 13:1-17

'e slaan in Johannes 13 een blik in Jezus' hart vlak voor het grote hjden. Het tekstgedeelte verplaatst ons naar de avond van de paschamaaltijd, het afscheidsmaal, tevens de avond van de insteUing van het Heilig Avondmaal. De Heere wist dat „Zijn ure" gekomen was. Tijdens het Pascha zou het gebeuren! Pascha - feest van de bevrijding uit de slavernij van Egypte. Jezus wist dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot de Vader. De wereld was voor Hem één groot Egypte, een diensthuis. Wat verlangde de Heere ernaar terug te keren tot de Vader. Thuis te mogen komen vanuit het aardse Egypte in het hemelse Kanaan! Maar.. .Hij heeft de Zijnen liefgehad tot het einde. Hij wil niet alléén naar de Vader terugkeren. Niet zonder als Bruidegom de bruid aan Zijn zijde mee te voeren. Niet zonder een groot volk in het leven te behouden. Zijn liefde gaat tot het einde, tot het hoogtepunt, tot het uiterste. Dat hoogtepunt is dat Hij in dienende liefde, agapè, Zijn leven gaat geven voor de Zijnen! Hij bidt immers: Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt.

Deze wonderhjke hefde van Christus komt aan deze maaltijd tot uiting in een symbool: De voetwassing. De voetwassing is een prediking zonder woorden, een verkondiging in beeld net zoals het vergoten water van de doop en de geschonken wijn en het gebroken brood van het avondmaal dat zijn. Wanneer je in het oosten in bijbelse tijden uitgenodigd werd om ergens aan een maaltijd deel te nemen, nam je eerst thuis een bad. Vervolgens ging je op je open sandalen naar het huis van de gastheer of gastvrouw. Kwam je daar binnen, dan stond daar een teil met water gereed en er hing een handdoek klaar Meestal stond er ook een slaaf klaar. Hij bukte zich om de schoenriemen van de gasten te ontbinden en waste hun voeten, die onderweg stoffig of modderig waren geworden, schoon. Een nederig, maar noodzakehjk werk: Je kunt toch niet je stoffige en bezwete voeten uitstrekken naast het hoofd van een andere gast aan tafel! We weten immers dat men half zittend, half Uggend op rustbedden aan maaltijden deelnam.

Wanneer de Heere Jezus met Zijn discipelen in Johannes 13 de maaltijd gebruikt, zijn bij niemand de voeten gewassen, hoewel toch de benodigde zaken gereedstonden. Maar er was blijkbaar geen slaaf beschikbaar. Niemand van de discipelen had zich geroepen gevoelen om de rol van een slaaf op zich te nemen. Niemand wilde de minste zijn. Ja, als het er alleen om was gegaan Jezus de voeten te wassen, dan hadden ze dat graag voor de Meester over gehad. Maar elkaar de voeten wassen, kom nou! Ze hadden juist onderweg nog gekibbeld over de vraag wie van hen de grootste, de belangrijkste was! iK

Hebben de discipelen dan nog zo weinig geleerd wat dienende liefde inhoudt? Hij heeft hen dat toch altijd voorgeleefd? Wat moet de Heere Jezus Zich op dat moment te midden van Zijn vrienden en broeders eenzaam gevoeld hebben! Dan staat Hij op om ze allemaal een onvergetehjke les te geven. Onder doodse stilte legt Hij Zijn bovenkleding af en doet een eenvoudig hnnen schort om Zijn middel, een slavenkleed, giet water in de teil, buigt Zich neer op de grond en begint de voeten van Zijn discipelen te wassen. Ze zwijgen allemaal diep beschaamd. Dit is nu Jezus ten voeten uit. Zo is Hij de Knecht des Heeren, de Koning der koningen als Knecht der knechten. Deze dienende hefde is Zijn heerhjkheid en majesteit. Zo heeft Hij op weg naar het Vaderhuis de Zijnen üefgehad tot het einde!

Maar dan is daar Petrus, de meest spontane van het stel die er alles altijd uitflapt. Hij kan het niet aanzien dat zijn Meester hem de voeten wast. Dat is toch de omgekeerde wereld! Heere, zult Gij mij de voeten wassen? Het protest van Petrus is ons eigenhjk uit het hart gegrepen. Maar is de Heere nu blij met deze reactie van Petrus? Integendeel, ook en juist die goed bedoelde reactie van Petrus doet Hem pijn. Het is nameHjk een reactie die van totaal onbegrip getuigt. Jezus' antwoord aan Petrus lezen we in vers 7: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan. Dus: „Petrus, weet nu je plaats. Ik weet wel wat Ik doe. Houd je nu maar stil en denk later, als je meer inzicht gekregen hebt, aan deze gebeurtenis terug..." Maar Petrus luistert niet naar die aanwijzing. Hij bhjft maar heftig spreken. Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid! Dat is nogal wat... „nooit zal me dat gebeuren, daar komt nooit wat van in", roept hij. Maar dan zetjezus op Zijn beurt de zaak ook op scherp. Het is hier alles of niets, een zaak van leven of dood. Indien Ik u niet was, gij hebt geen deel met Mij. „Petrus, je kunt niet samen met Mij delen in de erfenis van de heilstijd, als je Mij jou de voeten niet laat wassen. Als je niet van Mij gediend bent, als je Mijn dienende Uefde niet accepteert, ben Ik op Mijn beurt van jou niet meer gediend."

Dit antwoord snijdt er diep in bij Petrus. Er is een hefdesband tussen hem en Jezus. Het allerergste wat Petrus zich kan indenken, is dat die band verbroken zou worden. Van schrik vervalt Petrus nu in het andere uiterste. Hij roept uit: Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en bet hoofd! Ais het dan zo belangrijk is dat U mij wast, was mij dan helemaal van top tot teen. Petrus denkt dat hij de woorden van Christus begrepen heeft. Hij meent dat het gaat over de reiniging die zondaren nodig hebben om zuiver voor God te kunnen staan. Petrus weet dat zijn hart van nature vuil is en hij beseft met David in Psahn 51 dat hij herschepping nodig heeft om een rein hart te mogen ontvangen. Maar daarmee slaat hij nog steeds de plank mis. De Heere Jezus zegt dan: Die gewassen is, heeft niet van node dan de voeten te wassen, maar is geheel rein. Engijlieden zijt rein, doch niet allen. Het is een heel begrijpehjk beeld. Wanneer je voordat je op weg ging naar het diner thuis in bad bent geweest, behoef je bij aankomst in de feestzaal niet opnieuw in bad. Je bent al gewassen. Maar onderweg zijn wel je voeten opnieuw stoffig geworden. Voetwassing volstaat dus. Een beeld voor de dageüjkse vergeving van zonden voor hen die door het geloof eens voor goed gerechtvaardigd zijn.

Het is voor de discipelen heel bemoedigend geweest te horen: En gijlieden zijt rein. Neen, Petrus hoeft niet te doen alsof de reiniging nog moet plaatsvinden. Dan doet hij tekort aan de rijkdom van Gods genade. In Christus is hij een nieuwe schepping en ziet God hem aan alsof hij nooit enige zonde had gekend en gedaan. De elf 0udas dus niet!) waren gereinigd door het onderwijs van Christus, door het Woord Gods dat tot hen gesproken was en dat ze bewaard hadden in hun harten. Dat geldt ook nu als een wonder van genade. Wanneer wij het Woord van het evangehe horen en geloven, wanneer we ons aan dat Woord vastklampen en er op neerzinken, dan zijn we gereinigd van al onze zonden en sneeuwwit in Gods ogen. Dat is het wonder van de rechtvaardiging van de goddeloze, de vreemde vrijspraak waardoor een verootmoedigde tollenaar die zichzelf moet aanklagen voor Gods aangezicht toch met de vrijspraak naar huis mag gaan. Later heeft de Heihge Geest Petrus en de anderen een hcht doen opgaan over de diepe betekenis van de voetwassing. Dat gebeuren in die opperzaal, die eetkamer in Jeruzalem, was een vooraankondiging van de kruisiging die de volgende dag zou gaan plaatsvinden. De Heiland heeft niet alleen een slavenschort aangetrokken, Hij heeft Zichzelf tot Slaaf gemaakt, ja Zichzelf tot aan het kruis en tot in de dood willen vernederen. En juist in die totale overgave schitterde Zijn goddelijke hefde en heerüjkheid. Nu kunnen we alleen rein zijn, nu kunnen we alleen maar bij Jezus horen en deel hebben aan Zijn eeuwig koninkrijk, wanneer we ons door Hem laten dienen met die uiterste dienst van Zijn kruisdood. Dat is diep beschamend en vernederend voor ons, want dan moeten wij aanvaarden dat de bittere dood van de Heiland noodzakeUjk was vanwege onze schuld. Dat de zwaarte en het gewicht van onze zonden zo groot zijn, dat het nu met minder niet toe kan dan met dit ontzagUjke Ujden van Christus, de Zoon van God. Wanneer we daarvan niet willen weten en we willen staan voor onze eigen daden, dan gaan we verloren. Dan hebben we geen deel aan Jezus, want dan is het kruis voor ons nog altijd een dwaasheid en een ergernis. Hoe is dat bij ons? Hebben we ootmoedig leren buigen bij het kruis van Christus en van harte le- ren belijden: „O Heere, mijn zonden brachten U aan het kruis en in de dood. Maar door Uw striemen is mij genezing geworden en de straf die ons de vrede aanbrengt, was op U!"? Dit geloof werkt de Heihge Geest in mijn hart door het gepredikte Woord en Hij versterkt het door het gebruik van de sacramenten. Opdat ik steeds zekerder mag weten dat het offer van Jezus Christus de enige grond is van mijn behoud.

Toen de Heere de voetwassing had voltooid, Zijn bovenkleding weer had aangetrokken en weer aan tafel had plaatsgenomen, heropende Hij het gesprek: „Verstaan juUie nu wat Ik aan jullie gedaan heb? Julhe noemen Mij terecht Meester en Heere, maar juUie hebben nu gezien hoe Ik als de Meester juUie, de dienaars, de voeten heb gewassen. Nu zijn jullie ook schuldig elkaar de voeten te wassen. Ik heb u immers een voorbeeld gegeven. Zahg zijn juUie wanneer je dit metterdaad in praktijk brengt. Indien gij deze dingen weet, zalig zift gij zo gij ze doet.

Wie de Heere Jezus als Verlosser en Verzoener kent, die zal Hem ook navolgen. Of anders gezegd: Die zal steeds meer op Hem gaan hjken. Jezus is niet alleen maar voorbeeld, maar dat is Hij dan toch ook! Op welke manier voorbeeld? Zoals op school toen we leerden schrijven: Met een schrijfvoorbeeld en een overtrekblaadje. Heel nauwkeurig, met het puntje van de tong uit onze mond, trokken we met ons potlood of met onze pen de hjntjes over. Dat schrij^oorbeeld zorgde ervoor dat het geen leUjke banenpolen werden, maar dat het echt ergens op leek. Jezus als Voorbeeld, dat houdt in dat we gedragen worden door Zijn kracht. Maar dan gaat er ook inderdaad het nodige veranderen en wordt het zichtbaar in ons leven dat Christus onze Koning is. We gaan elkander de voeten wassen. Dat behoeft niet letterhjk, want we wandelen niet meer op open sandalen over stoffige paden. Maar het gaat om het elkaar verdragen en vergeven. Immers, binnen de gemeente van Christus leven we nog in onvohnaaktheid. Soms bezeren we elkaar.

Soms trappen we elkaar op het hart. Soms zeggen we iets waar we hadden moeten zwijgen en doen we elkaar met woorden hevige pijn. Soms zwijgen we waar we onze mond hadden moeten opendoen en laten we onze naaste in de kou staan. Hoe gaan we met elkaar om? Willen we de minste zijn en willen we elkander dienen? Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander.

Deze onderÜnge dienst is dus ook van grote betekenis als getuigenis naar buiten toe. Jezus roept ons tot dienst aan elkaar en zo tot dienst aan de wereld en dat alles tot eer van God. Wanneer we iets van het hjdensevangeHe verstaan, dan vragen we ons af: „Heb ik met iemand iets goed te maken? Heb ik iemand pijn gedaan of verwaarloosd en niet meer aangekeken? " Blijf dan niet op uw stoel, op uw troontje zitten, maar kom er vanaf en was die ander de voeten. Overwin uzelf. Stap erop af. Bhjf niet wachten totdat die ander naar u toekomt. Bekleed u met het slavenschort van de ootmoedigheid. Dan treedt u in de voetsporen van uw Koning. Het gaat erom dat Christus gestalte in ons krijgt. Dat we iets van Hem weerspiegelen en dat we naar Hem verwijzen door liefdevol dienend bezig te zijn in deze wereld. Dienend voor mensen die anders zijn, die in de minderheid zijn, die in de kou staan. Het gaat om een uitgestoken hand, om een bewogen hart in Jezus' naam. Ken zo uw roeping, ziende op Jezus. Zoek toch niet uw eigen eer of belang in dit leven. Laat het de vraag zijn: Hoe kan ik dienen? In de maatschappij en in het gezin. In de kerk en in de wereld. In mijn werk of als werkloze. Hoe kan ik een nuttig instrument zijn in de hand van mijn God en in de dienst van mijn Koning? Jezus is ons hchtende, maar ook ons dragende Voorbeeld. Dat voorbeeld is de doodssteek voor onze hoogmoed. Want Ik - zegt Jezus - heb u een voorbeeld gegeven. Opdat gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doel

Veenendaal

J. Hoek

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 maart 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het evangelie van de voetwassing

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 maart 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's