Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Genesis 2 en 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Genesis 2 en 3

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

4

Prof. Oosterhoff brengt nog meer naar voren. Hij noemt prof. Dr. J. Ridderbos, die ook niet alles in Gen. 2 en 3 letterlijk wil nemen. Ridderbos wijst op het gebruik van het Hebreeuws in het paradijs door God, de slang en de mens. Ook de naam Adam is een Hebreeuws woord. Dat is niet letterlijk te nemen. In het paradijs zou geen Hebreeuws gesproken zijn. We weten niet of iemand dat uit kan maken. Dit laten we verder rusten. Ridderbos denkt ook aan Gen. 3: 21, waar staat, dat de HEERE God voor Adam en zijn vrouw kleren van vellen maakte en hen daarmee bekleedde en hij wijst op Calvijn, die zegt dat Mozes hier met een grove zegswijze beschrijft, dat de Heere aan Adam en zijn vrouw de werkzaamheid heeft verleend, dat zij zich kleren van vellen maakten. „Want zijn woorden zijn niet zo op te vatten alsof God een huidenbereider of een dienaar voor het samennaaien van kleren zou zijn geweest”.

Calvijn - aldus prof. Oosterhoff - neemt ook niet letterlijk wat er staat. Hij vindt het in betrekking tot God een vreemde gedachte, dat deze als een soort kleermaker moet gezien worden.

„Aalders denkt er net zo over.” Zo gaat prof. Oosterhoff verder. „Wanneer er staat, dat de

HEERE God rokken maakte van vellen en die de mens aantrok, zullen we dat wel als een mensvormige wijze van spreken moeten verstaan. Met Calvijn erkent hij, dat het geheel met het geestelijke, onzienlijke wezen Gods in strijd is, om ons voor te stellen dat de Almachtige, eigenhandig een paar beesten zou hebben geslacht en gevild, en daarvan de huiden aan elkaar zou hebben genaaid, om aldus vervaardigde kledingstukken aan onze eerste voorouders aan te trekken. Op welke wijze het precies is toegegaan kunnen we niet zeggen. Wel is het feit, dat God de eerste mens het eerste kleed gegeven heeft.” Geleerden kunnen het zichzelf en anderen vaak moeilijk maken. Dat is ook op theologisch gebied wel het geval. Een eenvoudig kind des Heeren heeft vaak meer licht in de Waarheid dan zij, die wetenschappelijk gezien ver boven hen staan.

Wanneer we het goed begrijpen dan zou de mensvormige wijze van spreken uitsluiten, dat we letterlijk moeten opvatten, wat de Heere op zulke plaatsen in Zijn Woord zegt. In een vorig artikel hebben we als onze mening uitgesproken, dat de wijze waarop de Heere spreekt om Zich voor ons verstaanbaar te maken niets afdoet aan de letterlijke opvatting van de onderhavige Schriftgedeelten.

Het doet pijnlijk aan, dat in verband met het bekleden van de mens van God gesproken wordt als een huidenbereider en kleermaker. Dat is weer die menselijke, beperkte voorstelling van God. Alsof God en Zijn werk ook maar enigszins met de mens en zijn werk zou zijn te vergelijken.

Bij de verklaring van Gen. 2: 8 zegt Calvijn o.a.: „Dat God die hof heeft geplant, verhaalt hij in ongeleerde en ongekunstelde bewoordingen, zich richtende naar de bevatting van het volk. Want omdat Gods Majesteit naar haren aard niet kan worden uitgedrukt, spreekt de Schrift gewoonlijk menschelijkerwijs daarvan.” Dit is niet in strijd met de letterlijke opvatting van Gen. 2 en 3.

Het is goed, dat we ook kennis nemen van wat Calvijn zelf zegt bij de verklaring van Gen. 3: 21. En de Heere God maakte voor Adam.... We lezen in zijn commentaar het volgende: „Zonder geleerdheid verhaalt Mozes, dat de Heere aan Adam en zijne vrouw deze kunst heeft geleerd, om zich kleederen van huiden aaneen te hechten. Want niet aldus mag men Zijne woorden opvatten, dat God huiden maakte, of hielp in het aaneenvoegen der klederen. Immers is het niet te geloven, dat de huiden door het toeval hun zijn gebracht. Aangezien de dieren vroeger bestemd waren tot hun gebruik, zijn zij door eene bijkomende noodzakelijkheid gedwongen eenige te slachten, met wier huid zij zich konden dekken. Ook zijn zij tot het nemen van dit besluit van Godswege geleid en daarom noemt Mozes God de Maker dier kleeren. Het komt mij voor dat de reden waarom de Heere hen huiden van dieren heeft aangetrokken, deze is, dat zij door kleeren van deze stof meer hunne schande gevoelen dan door linnen of wollen kleeren. God wilde dus, dat de eerste menschen, in deze kleedij, evenals te voren in hunne naaktheid, hunne slechtheid zouden zien, en aldus aan hunne zonden herinnerd worden. Intusschen is het niet te ontkennen of God stelde ons een voorbeeld, om ons aan nuttige en eenvoudige kleedij te gewennen.

Mochten weelderige menschen dit maar meer voor den aandacht hebben, die geen gewaad sierlijker achten, dan dat van weelde overvloeit. Niet dat alle kleedij te veroordeelen is; maar als men nieuwsgierig haakt naar onmatige pracht en opschik, veracht men niet alleen den Leermeester, die wilde dat de kleeding zou zijn het teeken van schaamte, maar voert men ook eenigermate oorlog tegen de natuur.”

Hierin komt niets oneerbiedigs voor. En ook niets wat in strijd zou zijn met een letterlijke opvatting van meergenoemde hoofdstukken van Genesis.

Prof. Oosterhoff schrijft verder oriënterend over de allegorische en over de mythologische opvatting. Deze wijst hij af. Daarom kunnen we daar zonder meer aan voorbij gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Genesis 2 en 3

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's