Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prinses Irene is in Londen gedoopt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prinses Irene is in Londen gedoopt

Ds. Jan van Dorp bediende sacrament in kapel van Buckingham Palace

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het doopregister van de Austin Friarskerk van Londen staat de naam van prinses Irene der Nederlanden opgetekend. Over haar protestants-christelijke doop wordt niet veel meer gesproken en geschreven; begrijpelijk vanwege haar overgang tot de rooms-katholieke kerk in 1964. Toch is het een interessant stukje geschiedenis, dat 70 jaar na dato weer even aandacht krijgt.

Geboorte
Irene Emma Elisabeth, prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, prinses van Lippe- Biesterfeld, werd geboren op 5 augustus 1939. Kort na haar geboorte brak de Tweede Wereldoorlog uit. Toen het in Nederland te gevaarlijk bleek, vertrokken koningin Wilhelmina, prins Bernhard en prinses Juliana met hun beide kinderen naar Londen. Vorstelijke telgen werden doorgaans niet kort na de geboorte gedoopt, maar in het geval van Irene duurde het wel erg lang. Eind mei 1940 was het zover.

Ministers in de Austin Friarskerk
In Londen was al sinds 1550 een Nederlandse gemeente. Zij was ontstaan gedurende de geloofsvervolging ten tijde van Karel V, toen velen vanaf het continent een veilig heenkomen zochten. In Londen stond het Augustijnerklooster leeg sinds Hendrik VIII de Engelse kerk had losgemaakt van die van Rome. De Nederduitse vluchtelingen konden in de kloosterkerk terecht voor hun gereformeerde kerkdiensten. De oorspronkelijke naam Austin Friars (Augustijner broeders) is tot op de dag van vandaag behouden gebleven. In 1940 was ds. Jan van Dorp predikant van de Austin Friarskerk. De oorlog betekende in zijn ambtelijke loopbaan – sinds 1929 was hij aan die gemeente verbonden – een enorme verandering. De koninklijke familie en de regering kwamen naar Londen en de stad werd overspoeld met vluchtelingen. Op de eerste zondag na de capitulatie woonden diverse regeringsleden de dienst in de Austin Friarskerk bij. ‘Dat werd voor mij een moeilijke morgen’, schreef Jan van Dorp in zijn mémoires. ‘Niet omdat de ministers in de kerk waren, maar omdat de nood zoo hoog gestegen was. Het was zoo ontzaglijk donker geworden. Zeeland, de laatste provincie die nog tegenstand bood, had zich overgegeven. Er was geen hoop meer’. Van Dorp preekte die ochtend over het thema ‘Gebogen, maar niet gebroken’; gebaseerd op Hebreeën 11:27: ‘Door het geloof heeft Mozes Egypte verlaten, want hij hield zich vast als ziende den Onzienlijke’. Na de dienst besloot hij de aanwezige minister van Defensie Dijxhoorn zijn diensten aan te bieden: de helft van zijn tijd wilde hij ter beschikking stellen van leger en vloot. En dat gebeurde.

Naar Buckingham Palace
In deze turbulente dagen probeerde Van Dorp zijn werk zo goed mogelijk voort te zetten. Toen hij met zijn wekelijkse spreekuur in de consistoriekamer van de kerk bezig was, belde een adjudant van Prins Bernhard. Deze wenste de dominee te spreken en verzocht hem zo spoedig mogelijk naar Buckingham Palace te komen voor een onderhoud met de Prins. Van Dorp regelde zijn zaken en vertrok naar het paleis. De prins ontving hem en hij viel met de deur in huis: ‘Mijn vrouw en ik wilden U vragen of U ons tweede kindje wil doopen. Door omstandigheden moest dit telkens weer uitgesteld worden en nu wilden wij toch liever niet langer wachten.’ Van Dorp deed de Prins zijn toezegging en de heren spraken af elkaar de volgende ochtend weer te ontmoeten om de gang van zaken met Prinses Juliana te bespreken. Intussen was zwijgen geboden. In een onderhoud op Buckingham Palace met de beide doopouders werd afgesproken dat prinses Irene op vrijdag 31 mei om 3 uur gedoopt zou worden. Prinses Juliana wilde graag dat de dominee de tekst uit Johannes 14:27 zou uitspreken (‘Vrede laat Ik U, mijn vrede geef Ik U; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem U’). Van Dorp antwoordde dat hij over deze tekst zou preken. Voor de bespreking ten einde was, kwam Van Dorp nog met een persoonlijke vraag. Hij wilde het klassieke doopformulier niet gebruiken omdat hij het verouderd en ongeschikt vond, en vroeg of dat een probleem was. De prins en prinses lieten hem hier helemaal vrij in. Nu waren de plannen rond en Van Dorp verheugde zich op de doop in zijn Austin Friarskerk. Er kwam echter een kink in de kabel. De Engelse koning en koningin hadden ook zo hun ideeën over de doop. Buckingham Palace had een mooie hofkapel, en zij stonden erop dat de doop dáár zou plaats hebben én dat hun hofpredikant aan de plechtigheid zou deelnemen. Van Dorp was teleurgesteld, maar hem restte niets anders dan zich bij deze koninklijke wensen neer te leggen.

De doop
Ds. Van Dorp ging op vrijdag 31 mei, vergezeld van zijn oudste ouderling naar het paleis, ‘in een gehuurde luxe-auto met een deftig uitgedosten chauffeur’. In het paleis wachtten al verschillende hoogwaardigheidsbekleders en Van Dorp was erg blij met de komst van de ceremoniemeester die aankondigde dat het tijd was. De Engelse hofprediker en zijn Nederlandse collega mochten binnenkomen. We laten Van Dorp zelf aan het woord: ‘Mijn collega begon den dienst en ik had een plaats op het altaar. Ik kon dus de kapel goed overzien. De Prins en Prinses zaten vooraan. Ook onze Koningin en het Engelsche koningspaar. Prinses Irene zat op den schoot van Haar Grootmoeder. Zij was zeer oneerbiedig, en greep voortdurend naar de bril van Hare Majesteit. Voorts waren er in de kerk, naar ik mij kan herinneren, de Earl of Athlone, Prinses Alice, de Hertog van Kent, Prinses Marina, de vertegenwoordigers van leger en vloot als doopgetuigen, het Nederlandsche Kabinet, Harer Majesteits Gezant bij het Hof van St. James.’ ‘Voorts zag ik vele Engelsche en Nederlandsche autoriteiten, die ik van naam of bij gezicht of helemaal niet kende. Toen de Engelsche predikant was uitgesproken en de doopvragen beantwoord waren, trad ik naar voren: ‘Irene Emma Elisabeth, ik doop U in de naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes’. Daarna hield ik mijn toespraak, een prediking, op verzoek van Prinses Juliana over de vrede, dien God ons geeft’ In zijn preek verwees de predikant uiteraard naar de naam van de dopeling, Irene – vrede. Toen zij geboren werd, was haar naam een naam van hoop, maar die hoop was niet vervuld. Desondanks ‘blijft zij de vertolking van den vurigsten wensch die leeft in ons aller hart’. De vrede van Christus kan ook in de storm worden ervaren en ‘dien vrede zal ook dit kindeke moeten vinden’. Van Dorp vermaande de ouders niet voor hun kind de vrede van de wereld te zoeken, maar haar te leren ‘den moeilijken, den strengen, den nauwen weg te gaan, want dit is de eenige weg die tot het leven leidt.’ Hij besloot de plechtigheid met een wens en zegenbede: ‘Worde dan die vrede U beiden rijkelijk geschonken en vermenigvuldigd. Dat vragen wij van God. Dat bidden wij U toe: de Heer zegene en behoede U. Hij doe Zijn aangezicht over U lichten en zij U genadig. Hij verheffe Zijn aangezicht over U en geve U vrede. Amen.’

Het doopboek
Het orgel speelde, de vorstelijke personen verlieten de Hofkapel en de anderen volgden. De hoge gastheer bood in een van de paleiszalen een ‘tea’ aan en Van Dorp werd aan de Engelse koning en koningin voorgesteld. Ook werd hij voorgesteld aan koningin Wilhelmina. Zij sprak haar tevredenheid uit met de dienst en de woorden van Van Dorp. Nog één handeling moest de predikant verrichten voor hij weer naar huis ging: hij moest evenals de hofpredikant zijn handtekening plaatsen in het doopboek van de Hofkapel. ‘Voor wij teekenden’, zegt Van Dorp, ‘vergewisten wij ons, dat die niet zou beteekenen dat Prinses Irene dooplid was van ‘the Church of England’, de Engelsche Staatskerk. Zijn Eerewaarde gaf ons de verzekering, dat daar geen sprake van was.’ ‘Het Kindje was dooplid van de Nederlandsch Hervormde Kerk en zou door mij als zoodanig in het doopboek van onze kerk worden ingeschreven. Toen zetten wij onze namen, volgens het zeggen van den Engelschen predikant uitsluitend om deze historische gebeurtenis vast te leggen, in het register van de Koninklijke Huiskapel’. En met genoegen zou hij later haar namen in het doopregister van de Austin Friarskerk inschrijven. In het paleis maakte de dominee nog met ‘vele edelen en grooten’ kennis, maar zodra het mogelijk was zocht hij met zijn ouderling ongemerkt een weg naar buiten, ‘blij als een kind dat alles zoo goed was afgeloopen’ en ‘dankbaar dat dit vorstelijk kindje in ons leven gekomen was, zooals soms op een somberen, donkeren herfstdag de zon een oogenblik door de zware wolken heenbreekt’.


Gebruikte literatuur:
Jan van Dorp, Het licht achter den muur (Amsterdam 1946). Hierin is de volledige dooptoespraak opgenomen.

Keetie E. Sluyterman, Kerk in de City. 450 jaar Nederlandse Kerk, Austin Friars (Hilversum 2000). Hierin ook informatie over de verdere contacten van prinses Irene met de Austin Friarskerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2010

Protestants Nederland | 28 Pagina's

Prinses Irene is in Londen gedoopt

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2010

Protestants Nederland | 28 Pagina's