De mannen in te voorste bank

Ouderlingen, diakenen en soms ook een predikant. Zij vormen de kerkenraad. Een artikel over ambten. Dat gaat dus niet over jongeren. O nee? En wie moet er dan over twintig, dertig jaar in die rij lopen om in de kerkenraadsbank te gaan zitten?

Profeet, priester, koning

Zet honderd mensen bij elkaar in een kerk en zeg dat ze het met elkaar mogen uitzoeken wat het beste voor hen als gemeente is. Dat zal niet lang goed gaan. De één wil het woord voeren, een ander denkt dat hij dat beter kan, de volgende wil de baas spelen en de laatste is dat gedoe zat en vertrekt. Zó moet het dus niet in de kerk van God.

De Heere Jezus is Zelf het hoofd van Zijn Kerk. Hij is de volmaakte Profeet, Priester en Koning. Deze drie ambten kende het volk Israël in het Oude Testament al. Ook de gemeente van het Nieuwe Testament heeft drie ambten gekregen. Die worden in de Bijbel genoemd. In 1 Timotheüs 3 worden ouderlingen en diakenen aangesproken.

Er is verschil tussen de ambten. Zo laat ons die gaven besteden... hetzij die vermaant, in het vermanen (predikant), die uitdeelt, in eenvoudigheid (diaken), die een voorstander is, in naarstigheid (ouderling)... (Romeinen 12:7 en 8).

leder heeft andere gaven. Natuurlijk is er verschil of iemand dominee wil worden of dat hij tot diaken wordt gekozen. Toch hebben de drie ambtsdragers hun eigen plek en hun eigen werk. Met elkaar moeten ze de Heere en de gemeente dienen.

Zondaren

De kerkenraadsleden maken meestal een 'tweetal': voor elke nieuwe ouderling of diaken worden twee namen genoemd. De gemeenteleden stemmen dan op één van die kandidaten. Natuurlijk mogen ze best kijken naar de gaven die de gemeenteleden hebben. De één kan beter de tuin van de pastorie netjes houden dan catechisatie geven. Een ander heeft meer gaven om een zieke te bezoeken dan om de boekhouding van de diaconie te doen.

Toch gaat het om meer. 'Mannen van goede getuigenis en begaafd met de Heilige Geest.' Daar moet de kerkenraad uit bestaan. Dat vinden ambtsdragers zelf ook moeilijk. Hebben zij de Heilige Geest? Misschien gaan ze niet eens aan het Heilig Avondmaal. Dat is erg. Maar dat wil niet zeggen dat de Heere hen niet kan gebruiken.

Ambtsdragers zijn geen bijzondere mensen. De Heere heeft namelijk alleen zondaren in dienst. Geen geschikte mensen. De nieuwe ambtsdragers kunnen het zelf niet, zij zullen fouten maken. Of ze liefde hebben tot de Heere, willen werken in Zijn Koninkrijk en het van Hem alleen verwachten. Dat is het belangrijkste.

Wie ziet zichzelf al lopen naar de kerkenraadsbank? Een meisje niet, natuurlijk. Daar is de Bijbel duidelijk in: at de vrouwen in de gemeente zwijgen (1 Korinthe 14:34). Toch zijn er ook nog andere taken in de gemeente. In Romeinen 12:8 hierboven was nog een stukje weggelaten: ie barmhartigheid doet, in blijmoedigheid. Dat mag iedereen. We spreken wel eens over het ambt van alle gelovigen, ledereen heeft een taak. Allereerst om de Heere te dienen. En iedereen mag biddend vragen wat de Heere voor hem of haar in of buiten de gemeente te doen heeft. Als jongen misschien wel in een ambt. Wie moet zeggen, dat hij of zij niet begaafd met de Heilige Geest is, moet daar dan eerst maar om vragen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen