Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HUISBEZOEK -5-

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HUISBEZOEK -5-

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ambtsdrager loopt in de dagelijkse praktijk tegen allerlei vragen aan, die in deze serie niet onbesproken kunnen blijven. Ik heb zelf enkele probleemvelden in beeld, maar ieder die dit leest, kan me eventueel andere vragen onder de aandacht brengen. Ik hoop er dan nader op in te gaan. Ditmaal een eerste aanzet.

Welke plaats nemen schriftlezing en gebed in bij het huisbezoek? Het zal vaak voorkomen dat het gesprek afgesloten wordt met Bijbel en gebed. Dat heeft zeker een goede motivering. Tijdens het gesprek komen er allerlei noden en situaties in beeld, die op deze wijze aan het einde aan de Heere mogen worden voorgelegd. Het lijkt me dus van het allergrootste belang dat we op die wijze het bezoek afsluiten. Dit laatste doelt dan vooral op de noodzaak van het (dank)gebed aan het slot.

Er is evenwel ook behoefte aan een goede inzet. De koers moet bij het begin reeds gezet zijn. Daarom wil ik er voor pleiten dat Gods Woord bij het begin open gaat en dat vandaaruit enkele lijnen worden getrokken naar het gezin of de persoon, die we ontmoeten. U zult het met me eens zijn dat het maar al te moeilijk is om een goede insteek te vinden. Een gericht gekozen Bijbelgedeelte kan ons daarbij grote diensten bewijzen. Dat betekent niet dat het een Bijbelstudie gaat worden, de gehele avond, maar het kan er wel toe bijdragen om allerlei aardse en natuurlijke zaken te belichten vanuit dat gedeelte. Het gaat er dan dus om, dat u tevoren een passend gedeelte tracht te vinden voor het gesprek. Een passend gedeelte. Pas er voor op dat u bij voorbaat al niet een gedeelte kiest, dat naar uw mening speciaal past bij dit adres. En dan vooral in vermanende en terechtwijzende zin. Dat werkt niet altijd goed. Geen inzet die direct al de zaken op scherp zet. Spelen er bepaalde zaken, dan zullen de hoorders alert zijn op verkapte veroordelingen. Het is beter dat dit later in het gesprek volgt, als u concrete uitdrukkingen hoort, die vragen om een reactie.

We komen zodoende dus vanuit de Schrift naar de praktische vragen. Het is zeker ook gewenst om bij het begin een kort gebed te doen en aan het einde af te sluiten met dankgebed en voorbede. Wat ik hier schrijf, heeft natuurlijk alles te maken met de koetjes en de kalfjes, die aan de deur staan. De gewone, alledaagse dingen; niet alleen de dringende zaken zoals werkloosheid of stille armoede, een ziek lichaam of een familiedrama, maar ook de positie van Balkenende of de emigratie van een ver familielid, de lege plaatsen in de kerk of …..het weer. Gelukkig dat dat laatste vooral altijd wel stof oplevert, maar het moet ook weer niet te lang duren. Ik heb er zelf genoeg mee geworsteld om de zaken van het evangelie op tafel te krijgen en ik weet ook van veel mislukkingen op dit gebied. Daarom heb ik ook tijdens bejaardenbezoek bijvoorbeeld vaak wel direct gegrepen naar de Bijbel. Juist die bezoeken kunnen zo verzanden in allerlei gepraat en gekeuvel.

Het praten over allerlei dingen om ons heen kan de zwijgzame en benauwende stilte een ogenblik doorbreken, maar zoek naar een doorbraak. Val desnoods met de deur in huis. Dat kan heel goed met het genoemde Bijbelgebruik aan het begin. Wel gaat het er dan om de lijnen goed te trekken. Naar het hart van de mensen en hun persoonlijke ervaringen en duisternissen. Het persoonlijke zielenleven vraagt om aandacht. Heeft de hoogste prioriteit. Welke plaats neemt het Woord van God in het hart in? Leven we bij het volle Woord, zowel bij bedreiging alsook bij de belofte, bij de wet alsook bij het evangelie? Is er kennis van de eigen nood en schuld, maar mogen we ook zicht hebben op het werk en de persoon van Christus, Die gegeven is tot een volkomen Zaligmaker? En als we niet weten hoe te bidden en te geloven, mogen we dan ook smeken om de bediening van de Heilige Geest? Hier liggen talloos veel vragen en mogelijkheden. Maar de echte aardse noden of leefomstandigheden van dat bepaald adres moeten ook aan bod komen en dat kan dan gebeuren vanuit de Heilige Schrift. We leven te vaak nog uit de tweedeling van natuur en genade. Het worden dan twee aparte sectoren van het gesprek. Ze staan dan beide los naast elkaar en hebben weinig met elkaar te maken. Terwijl het zo is, dat lichaam en ziel bij elkaar behoren, zoals zondag 1 duidelijk maakt. Gods Woord heeft de beloften voor dit en het toekomende leven. Dan niet alleen de ziel en de eeuwigheid in beeld, maar vanuit het Woord ook het aardse bestaan. Let er maar op dat zaken als ziekte en gebrek door de Heere Jezus worden verholpen, terwijl deze worden geplaatst in diep geestelijk perspectief. De blindgeborene krijgt niet alleen het gezicht, maar hij leert ook Christus persoonlijk belijden.

Een andere vraag heeft betrekking op allerlei pogingen die aangegrepen worden door de mensen om de gang van zaken in de gemeente boven water te krijgen. Soms geven ambtsdragers uit eigener beweging gelegenheid om vragen te stellen over het reilen en zeilen binnen de gemeente waartoe men behoort.

U kunt met zo’n vraag heel wat losmaken. Het is maar de vraag of deze zaken bij het huisbezoek aan de orde moeten komen. Voor allerlei opmerkingen over gemeentelijke problemen hebben we toch een andere weg aan te geven. Men richte zich tot de kerkenraad. Twee leden van de kerkenraad kunnen immers niet zelf op de stoel van de gehele raad gaan zitten als zij zulke netelige vragen moeten beantwoorden. Hooguit kunnen zij zulke vragen meenemen naar de kerkenraad. Als we de zaken dan maar niet vergeten, want de mensen vergeten het ook niet. Ik zou het dus liever geheel achterwege laten.

Mogen de preken van de voorganger tijdens het bezoek aan de orde gesteld worden? Het ligt voor de hand dat de mensen daar over spreken. Ik denk dat juist de prediking aan de orde mag komen, om erop terug te grijpen of om aansluiting te vinden bij de zondagse diensten. Het wordt een andere zaak als er scherpe en hyperkritische vragen boven komen drijven. Toch heeft men in de gemeente vaak de indruk dat zoiets heel goed kan en dat het huisbezoek daartoe ruime gelegenheid biedt. De predikant is immers de dienaar van de gemeente en de kerkenraad en deze is verantwoordelijk voor wat hij in hun naam doet. En dat dan zonder dat men daar met de dominee zelf over spreekt. Hij hoort het misschien voor het eerst, als er verslag over het huisbezoek wordt uitgebracht. Preken zijn openbare zaken dus er mag vrijuit over gesproken worden. Dat is toch maar ten dele waar. De eerste lijn loopt rechtstreeks naar de dominee zelf; dat geldt ook voor de koster of de organist, als u daarover iets wilt zeggen. De prediking komt pas aan de orde, als de voorganger zelf op de hoogte is van de gedachten die men wil uitspreken. En laat het dan nooit over de man zelf als persoon gaan of over zijn presentatie en gewoonten, maar laat het dan inhoudelijk gebeuren. Ik kan me voorstellen dat mensen moeite hebben met de heersende prediking in een gemeente, zoals deze gebracht wordt door de dienstdoende predikanten. Dan hebben we een inhoudelijk onderwerp en daarover mag wel gesproken worden. Maar haal het uit de persoonlijke sfeer!

De Heere Jezus heeft met de Samaritaanse vrouw persoonlijk gesproken, maar Hij ging ook in op haar vragen over de ware kerk. Er is tijdens het huisbezoek ook plaats voor Bijbels onderwijs. Waarom zijn we christelijk gereformeerd, waarom gaan we twee keer naar de kerk, waarom hebben we de Catechismuspreken? Waarom geloven we in de schepping, zoals deze in Genesis 1 wordt medegedeeld? Wat moeten we denken van allerlei verwarrende uitingen van kerkelijke leiders? Daarover kan niet in den brede worden uitgeweid, maar deze zaken verdienen, op de tweede plaats, wel gepaste aandacht. De Heere Jezus zei het heel helder: “Wij aanbidden wat wij weten want de zaligheid is uit de Joden”. Deze woorden waren voor die vrouw heel confronterend. Haar hele traditie werd overhoop gehaald. Zat ze er werkelijk wel zo mee? Toch krijgt ze eerlijk antwoord. Zulk onderwijs heeft ook te maken met de ziel. Zo deed de Zaligmaker het, maar wij zijn en blijven maar gewoon zondige mensen, die ook heel beperkt zijn. Mede gelet op de vele problemen die zich allerwegen voordoen, zal het niet altijd makkelijk zijn om de grenzen in acht te nemen.

De inhoud der prediking mag en moet aan de orde komen. Dit onderstreept de noodzaak om als kerkenraad tijdens sommige vergaderingen met elkaar en de predikant te spreken over de prediking. Er moet overeenstemming bestaan, een gemeenschappelijke visie op deze zaken; want hoe de betreffende kerkenraadsleden voor zichzelf ertegen aan kijken, is niet zinvol op dat moment. Terloops merk ik op dat ook het gesprek ’s zondags in de consistorie na de preek goede diensten bewijst. Recent heeft de TUA de kerkenraden opgewekt om rond de diensten aandacht te geven aan de inhoud van de preken, die gehouden worden door studenten en kandidaten. Dit alles vraagt geestelijke spankracht. Als dus de communicatie in de kerkenraad op niveau is, zal dat het spreken tijdens het huisbezoek vergemakkelijken. Laten we in ieder geval staan voor het schriftuurlijk-confessionele beginsel van onze kerken.

Deze zaken moeten wel geestelijk belicht worden. Kerk en prediking komen zo snel aan de orde zonder en tegen het geestelijk beginsel. Verval kan bestaan in allerlei uiterlijke symptomen, zoals vertaling en psalmberijming enz. Dat heeft er zeker mee te maken. Maar liever een meer diepgaand spreken over de inhoudelijke vulling van de preken die doorgaans geboden worden. Daar moet het u die huisbezoek krijgt, ook om te doen zijn. Allerlei vormen in de kerk komen uit een dieperliggend beginsel voort. Kunt u met onderscheid en kennis van zaken luisteren en weet u dan, als ambtsdager, waar het precies om gaat? En bent u daarvan innerlijk overtuigd? Kunnen we ons er rekenschap van geven waarom we de schriftuurlijk-bevindelijke prediking begeren?

Alle omtrekkende vragende bewegingen hebben altijd weer te maken met het woord: “Strijdt gij om in te gaan door de enge poort”. Laat het u van het voornaamste niet afleiden. Temidden van kerkverlating stelde de Heere Zelf de vraag aan de Zijnen: “Wilt gijlieden ook niet weggaan?” Zo’n vraag roept om bezinning, om bewustwording, om rekenschap. Op zo’n vraag valt vaak de grote stilte in. Wat een wijsheid hebben we nodig om op dat punt verder te komen. Nathan deed het heel bijzonder. Na een algemeen verhaal over een ander, dan plotseling de spits: “GIJ zijt die man”. En dat tegen de koning. Dat zal weinig navolging vinden. Neemt men zoiets goed op? Maar Nathan had die boodschap van de Heere Zelf ontvangen. En David wist zelf van zijn schuld en zonden. Dat geve u vrijmoedigheid om zo het hart te bereiken en te spreken over zonde en genade.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's

HUISBEZOEK -5-

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's