Toetsing aan de Heilige Schrift is noodzakelijk

(2)

Vanzelf krachtens de toegerekende zonde van Adam staan we er allemaal buiten. Wij hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. Wij zijn allen zonder God in de wereld, maar dat moet werkelijkheid en praktijk worden in ons hart en leven. Dat moet beviridelijk geleerd en gekend worden door de verlichting des Geestes. Gods Woord leert het ons zo duidelijk dat wij wedergeboren moeten worden en een droefheid naar God moeten leren kennen, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt, 2 Cor. 7 : 10. We moeten een buitenstaand mens zonder rechten worden, één die Gods gerechtigheid liever krijgt dan zijn eigen leven. Zulk een mens wordt op Gods tijd in een weg van recht en gerechtigheid, met behoud en verheerlijking van Gods deugden, ook de genade in Christus bekendgemaakt. Gods Woord is de waarheid en dat woord bestaat tot in der eeuwigheid. Hellenbroek heeft in zijn vragenboekje het ons geleerd dat dat Woord klaar is in die dingen, die nodig zijn om gekend te worden tot Gods eer en onze zaligheid.. God heeft Zichzelf naar Zijn eeuwige wil en welbehagen in dat woord willen openbaren. Vanzelf, die openbaring in Zijn Wezen, Personen, Namen, Eigenschappen en werken is niet zo dat wij het begrijpen kunnen, verre van dat. Wij lezen in Job hfdst. 36:26. "Zie God is groot en wij begrijpen het niet, daar is ook geen onderzoeking van het getal Zijner jaren". Wij hebben dan ook geen begripsleer, maar een geloofsleer. Die openbaring tot zaligheid is in en door Christus. "Niemand heeft ooit God gezien: de Eniggeborene die in de schoot des Vaders is heeft Hem ons verklaard" Joh. 1:18. Toch is die openbaring zo in de harten van Gods uitverkorenen dat het met eerbied en diep ontzag vervuld en hen uitdrijft om Die Grote, Heilige, Algenoegzame en Volzalige God te mogen leren kennen in het aangezicht van de Heere Jezus Christus. De openbaring van het Wezen Gods brengt ons in het gemis van dit Wezen. En daarom heeft ook de Heere Jezus Zelf betuigd in Joh. 5:39 "Onderzoekt de Schriften, gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben en deze zijn het die van Mij getuigen". Dat Woord zegt ons duidelijk en klaar wat noodzakelijk tot zaligheid gekend moet worden. De noodzakelijkheid van de waarachtige bekering door God de Heilige Geest. De kennis van de zonde is uit de wet Rom. 3:20. En dat moet geen oppervlakkige of beschouwende kennis van de Heilige Wet zijn. Geen historische kennis, die alleen zetelt in ons verstand, maar wel een kennis des harten door verlichting van God de Heilige Geest. Een kennis die ons vernedert, verbrijzelt, verootmoedigt. Die ons als een verloren, een redeloze en radeloze zondaar, vermoeid en belast vanwege de zonden, voert tot Christus, die het einde der Wet is tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft. De kennis van de wet, van schuld en zonde gaat altijd vooraf, opdat er daarna plaats zal zijn voor het evangelie. De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus geworden. Joh. 1:17. Van nature kennen wij God niet meer, zijn wij van Hem vervreemd, omdat wij door onze moed- en vrijwillige ongehoorzaamheid het Beeld Gods verloren zijn, en dit beeld bestond in kennis, gerechtigheid en heiligheid. Gods uitverkorenen leren in de wedergeboorte God kennen als rechtvaardig en heilig. Die uit kracht van Zijn Wezen geen gemeenschap met de zonde kan hebben. Verre zij God van goddeloosheid en de Almachtige van onrecht. Buiten Christus is God een verterend vuur en een eeuwige gloed bij wie niemand wonen kan. Alleen in Christus is de hitj

te van Gods gramschap geblust en is God genadig, weldadig, vriendelijk en goed, ja een gaarne vergevend God, een God van veel ontferming. Een God vol genade en zaligheid voor al degenen die van eeuwigheid door Hem gekocht en gelfefd zijn en waarvoor Christus Zichzelf tot de dood heeft vernederd. Gestorven voor hun zonden, maar ook opgewekt tot hun rechtvaardigmaking. In de kennis van de Enige en Waarachtige God en van Jezus Christus die Hij gezonden heeft is het eeuwige leven. Maar buiten deze kennis is het een eeuwige dood. Wat een weldaad om zo de Zone Gods, deze Christus, als Wetgever en Wetvervuller te leren kennen, als Borg en Middelaar van God gegeven en geschonken. Alsmede ook

de kennis van de Heilige Geest, als de Grote Toepasser en Verzegelaar van Christus. Die Hem verheerlijkt op de aarde. De kennis van de drieënige God, als de Bron en Fontein van alle heil en van alle zaligheid, de bewegende, de verdienende en de bewerkende oorzaak van alle heil voor tijd en eeuwigheid. En nu is een historische kennis en bevatting van. al die waarheden niet te verachten. O neen! Het is zelfs noodzakelijk, maar voor de eeuwigheid tot zaligheid is het niet genoeg. Helaas voor velen is het wel genoeg. Duizenden en tienduizenden in onze dagen vereenzelvigen het historisch geloof met het zaligmakend geloof. Daardoor misleiden zij zichzelf voor de eeuwigheid. Dat is ook de oorzaak dat zij zo voldaan zijn in zichzelf. Men gaat zonder strijd, zonder bekommering, hun weg en pad door dit leven, totdat eenmaal die verschrikkelijke ontnuchtering komt "ik heb mijzelf bedrogen".

Gr. R.

Ds. W.C. Lamain

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen