Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Diamanten door God geslepen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diamanten door God geslepen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vrouw van Robertus Immens, Maria van der Deliën, mocht in haar leven getuigen van de vreze des Heeren. Als enige dochter van Nikolaas Antoni van der Deliën en Abigaël de Monier uit 's-Hertogenbosch, waar haar vader predikant was, trad zij in 1649 in het huwelijk met Robertus Immens. Maria's vader die in 1630 als predikant bevestigd was in 's-Hertogenbosch, werd in hetzelfde jaar door de Heere weggenomen, tot grote droeßieid van zijn vrouw en kind die eenzaam achterbleven in de pastorie. In zijn gemeente die hij zo kort dienen mocht, heerste grote verslagenheid en rouw.

Het leed zou ook Maria niet bespaard blijven in haar huwelijksleven met Robertus Immens. De Heere zegende hun huwelijk met t waalf kinderen, drie dochters en negen zonen, waarvan er vier door de Heere geroepen werden tot predikant. In het Brabantse Oirschot werd Robertus Immens predikant en samen met Maria mochten zij in die gemeente tot veel zegen zijn. In de vele beproevingen op hun levensweg, vooral toen de Heere kinderen als veldbloemen wegnam, heeft Maria als godvruchtige dichteres, haar hart voor de Heere mogen uitstorten.

In , , Een gebed tot Jezus", zegt Maria Immens: O, Gij oorsprong aller deugd, O, Fontein van alle vreugd. Mag ik dat van U ontvangen, nergens zal ik naar verlangen. Als dat ware dankbaarheid U van mij mag zijn gezeid; Als dat ik mijn ganse leven U ten dienst mag overgeven.

Hij was een brandende en lichtende kaars....

In 1651 mochten Robertus en Maria een zoon ontvangen die zij de naam Robert gaven. Bij het opgroeien in de Oirschotse pastorie bleek al spoedig de tere godsvreze in zijn jonge leven en de begeerte tot het predikambt. Op de Utrechtse hogeschool studeerde hij vol heilige ernst. Na de studie gaf de Heere hem een plaats in Zeeuws-Vlaanderen. De gemeente van Sint-Anne-ter-Muyden was de enige kerk die Robert heeft mogen dienen. Want.... na bijna driejaren , , het Evangelie der heerlijkheid des zaligen Gods verkondigd te hebben'', nam de Heere hem tot Zich, als een tere en schone bloem, nog maar 26 jaar oud.

....en gij hebt u een weinig tijds in zijn licht mogen verheugen!

De gemeente van Sint-Anne-ter-Muyden bestond uit veel Franse vluchtelingen. Zo was er een breed arbeidsveld, vooral ook omdat velen lauw en zorgeloos werden voor hun eeuwig heil. De één had een akker gekocht.... de ander een vrouw getrouwd.... en een derde had het druk met zijn beroep. Allen zochten zich aan het woord der vermaning van hun predikant Robert Immens te onttrekken. Maar deze was als een brandende en lichtende kaars, evenals Johannes de Doper. Om zielen voor de Heere Jezus te winnen, begaf hij zich midden tussen de boeren op het land als zij aan het werk waren met ploegen en eggen. Hij vermaande hen met alle bidding en smeking in de

Heere Jezus dat zij godvruchtig zouden wandelen, hen betuigende het geloof in de Heere Jezus Christus. De moeders zocht hij op als zij voor het gezin moesten zorgen, hen sprekende van het éne nodige. En als de vrouwen aan het boter-kamen waren, bepaalde Robert Immens hen bij de eeuwige dingen die nodig waren voor haar behoudenis. Een vrouw in de gemeente wees haar getrouwe leraar steeds van de hand met de woorden: „Ik moet arbeiden!" Totdat de Heere Zelf, „om de arbeid Zijner ziel", deze vrouw stilhield bij de karnton en het woord van Zijn dienaar zegende. Een weinig tijds heeft het land van Vlaanderen zich in zijn licht mogen verheugen, want de Heere bereidde hem als een kostbaar kleinood voor op Zijn heerlijkheid. In hetr verborgen veel liefde genietende van Zijn Koning, waren er ook veel beproevingen.

Eens.... in zware strijd kreeg hij iets te smaken van de bittere kruisbeker die de Heere Jezus voor hem gedronken had, maar de Heere maakte het bitter zoet. Bij zijn laatste Avondmaalsbediening mocht Robert Immens staande aan de tafel, in

Stille overdenking voor zichzelf gemeenschap oefenen met zijn Heiland, met het bevel: „Neemt, eet, dat is Mijn lichaam; benevens de drinkbeker: , , Drinkt daaruit.... Ik zeg u, dat gij hem niet meer zult drinken.... tot op die dag, wanneer gij dezelve met Mij nieuw zult drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader".

Deze zielsverrukking vertelde hij aan een zielevriend en bewaarde ze in de gedachten van zijn hart. zeker wetende dat het zijn laatste

Avondmaalsbediening geweest was. In die stille geloofsverwachting leefde Robert Immens tot de volgende Avondmaalsvoorbereiding nog door hem gehouden werd. Nog gezond en fris, vroeg zijn intieme vriend, of hij ook dit Avondmaal nog zou houden. Maar ziende op het eens gesproken woord sprak hij: „Neen!"

De Heere die trouwe houdt en eeuwig leeft, gaf onverwacht een schielijke toeval, zodat voor de Avondmaalsdag aanbrak Zijn dienaar geroepen werd om aan te zitten en in te gaan tot de Bruiloft van het Lam. Hier was de bittere kruiskelk.... daar is de beker der dankzegging in het Koninklijke hof

Evenals zijn moeder dichtte Robert Immens: O, neem mijn hart! het komt U toe, het is de vreemde heren moe; O, Jezus, Heere en Koning, kom toch, mijn Heiland, kom er in. Gebied en stuur het naar Uw zin, als in Uw eigen woning.

Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn!

In de Oirschotse pastorie werd ook een Samuel geboren. Ook dit kind werd door Robertus en Maria Immens godvruchtig opgevoed en voor studie naar Utrecht gezonden. In die tijd was Witsius hoogleraar in de godgeleerdheid aan de universiteit. Samuel Immens werd door zijn vrienden, tegen zijn zin, uitgenodigd om eens mee te gaan als dominé Witsius preekte in de

Utrechtse Domkerk. Opnieuw betoonde de Heere dat , , het welbehagen des Heeren door Zijn han gelukkiglijk zou voortgaan".

De dominee had Samuels roeping tot tekst; terwijl hij vele malen door Gods Geest gedreven riep: „Samuel.... Samuel!" Het was voor Samuel Immens een stem uit de hemel, de Heere riep hem bij zijn naam. Hij stelde het tot een eeuwige zegen.

Tot de dienst van het Heilig Evangelie geroepen, heeft hij korte tijd in de gemeente van Poortvliet mogen arbeiden als een getrouw Godsgezant. De hemelse Landman stelde hem in dit Zeeuwse land voor velen tot zegen en vertroosting. Op zekere dag nam Samuël Immens, hoewel krachtig en gezond afscheid van de Poortvlietse gemeente.

Tot ieders verwondering betuigende dat hij naar het huis van zijn vader in Oirschot ging om te sterven. Toen hij bij zijn thuiskomst zijn zuster Maria begroet had, zei Samuël: „Zuster ik kom hier in vaders huis, om over te gaan in mijns Vaders huis daar Boven".

Nadat hij kort daarop ziek werd, nam dc grote Landman, die gezegd had: „Mijn ziel begeert vroeg rijpe vruchten", Samuël Immens op in het Vaderhuis met zijn vele woningen. Begraven te Oirschot wacht het op de dag van de wederopstanding der doden, dan zal het woord van de Heere Jezus vervuld worden: , .Waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn".

God doet Zijn volk ter helle dalen, en voert hen op naar 's hemels trans; zo rijst de zon met schoner glans, na een verberging van haar stralen.

Zij komen aan door Godd'lijk licht geleid....

Bij de galerij der geloofshelden in de Hebreënbrief schrijft Paulus: „Deze allen zijn in het geloof gestorven.... en hebben beleden dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren. En wat zal ik nog meer zeggen? De tijd zou mij ontbreken, zou ik verhalen van.... Jeftha....

David.... Samuël.... en de profeten? Zo ook bij het geslacht van Robertus en Maria Immens. Zouden wij verhalen van Daniël.... Nikolaus.... Johannes.... Andreas.... David.... en Petrus Immens? De Heere versierde hen met godsvrucht, zodat ze als ranken van de ware Wijnstok vruchten hebben gedragen.

Zó gezegend was het huisgezin van vader Immens, dat op haar sterfbed Maria Immens alle kinderen evenals Jakob plechtig zegende. En dat met zoveel zieleblijdschap en geloofsverwachüng, dat zij komende bij haar jongste zoon Petrus, die nog maar negen jaar was, het uitriep: „Ook Ismaël zal leven!"

Als diamanten heeft de Heere hen geslepen do levensleed en zondesmart, tot meerdere glorie van Zijn Naam. Op-dat het Woord des Heeren vervuld zou worden: „Zij komen aan, door Godd'lijk licht geleid, om 't nakroost, dat de HEERE wordt toebereid, te melden 't heil van Zijn gerechtigheid en grote daden".

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1988

Daniel | 32 Pagina's

Diamanten door God geslepen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1988

Daniel | 32 Pagina's