Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaantje van d'n duunkant

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaantje van d'n duunkant

„Je kunt wel zeggen dat ze altoos verse vis gevangen had, in geestelijke zin''

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze voorzag in haar levensonderhoud door het kweken van viooltjes en de verkoop van het zaad. De overige tijd was ze bezig met de dingen van God en Zijn Koninkrijk. Bezoekers uit alle windstreken kwamen naar haar kleine woning in de duinen. „En wat nu zo opmerkelijk was: ze bleef er altijd nederig onder.

Ze was al in de negentig, toen er eens 28 bezoekers op één dag kwamen. Van heinde en ver. Arjaantje Tanis-Tanis uit Ouddorp – Jaantje van dn duunkant in het Flakkeese dialect – was een begrip voor velen in de breedte van het kerkelijke leven. Kerkmuren bestonden voor haar niet. Als er maar goed van de Heere gesproken werd. Haar leven lang is ze Nederlands hervormd gebleven en daarbij een metgezel van allen die Gods Naam ootmoedig vrezen. Ze wisten haar te vinden in haar huisje, midden in het duingebied van Ouddorp.
Jaantje werd op 16 januari 1895 in Ouddorp geboren. In dezelfde plaats kwam op 19 december 1990 haar levenseinde. Ze was een eenvoudige vrouw. Lezen kon ze, schrijven niet. De brieven die ze verzond, werden veelal door een dochter geschreven. In 1960 overleed haar man Jacob, die in 1887 in Paterson (VS) geboren was en als kind met zijn ouders terugkeerde naar Ouddorp.
Tijdens haar lange leven maakte ze verscheidene Ouddorpse predikanten mee. Met de een was de band sterker dan met de ander. Bijzondere banden waren er met ds. S. de Jong, die van 1970 tot 1978 de Ouddorpse gemeente diende. De predikant overleed in 2008. Zijn weduwe, mevrouw M.A. de Jong-Baan uit Leerbroek, was bereid om enkele herinneringen op te halen uit haar Ouddorpse jaren.

Uitreddingen
„Mijn man kende weduwe Tanis al toen hij in zijn eerste gemeente Houten stond. In januari 1965 zat ze eens onder zijn gehoor. Daar was ze zo vol van, dat ze hem een brief heeft geschreven. Er was een band gevallen die nooit meer verbroken kon worden en die eeuwig duurt. Toen wij in Ouddorp woonden, kwam ze dikwijls in de pastorie. En altijd was het aangenaam, altijd had ze iets te vertellen uit haar zeer nabije leven. Je kunt wel zeggen dat ze altoos verse vis gevangen had, in geestelijke zin. En wat nu zo opmerkelijk was: ze bleef er altijd nederig onder. Lage gedachten van zichzelf. Ja, ze werd bewierookt en bejubeld, maar dat deden de mensen. Daar moest ze niets van hebben, zij begeerde geen lof en eer. Wat was ze goed gesteld als tijdens de gezelschappen God de eer mocht krijgen. Dat was haar lust en haar leven!
De Ouddorpse christin kende veel tijdelijke en geestelijke uitreddingen. „Het is eens gebeurd, toen de gemeente vacant was, dat ds. J.P. Verkade een zondag over was. Hij bediende het Heilig Avondmaal. Vanwege haar leeftijd kon ze al geruime tijd niet meer naar de kerk. Toch kreeg ze een sterke begeerte. Ze besloot te gaan, het was een uur lopen. Toen ze van huis ging, was het mistig. Er stopte een auto. Jaan, stap maar in, hoor! Ze deed het niet. Denk je dat je beter bent dan mensen die auto rijden? Haar reactie was: Nee hoor, maar de hoogheid van dat lieve Wezen belet het mij.
Al snel ging de mist over in een aanhoudende regen. Ze was haar paraplu vergeten. Dat zou betekenen dat ze druipnat in de kerk zou komen. Het ging anders: ze kwam er kurkdroog aan. Andere kerkmensen waren daar zo verbaasd over, dat ze het niet konden geloven en navraag hebben gedaan of ze toch niet ergens binnen was geweest om te schuilen. Ze had het die ochtend zo goed voor haar eigen hart, toen ze aan de bediening mocht deelnemen, dat ze na afloop van de dienst de consistoriekamer in ging en een psalm wilde opgeven, zo vol was ze ervan. Een ouderling zei toen: Nee Jaan, we hebben al genoeg gezongen. Zo ging men met elkaar om. Er was toen veel geoefend volk van God in de gemeente. En in de kerkenraad.

Algemene catechisatie
Toen het predikantsechtpaar in Ouddorp kwam wonen, kon weduwe Tanis al niet meer naar de kerk. „Ze wilde op zondag niet rijden, en zei: Dominee, ik kan niet bij u naar de kerk, dat eind kan ik echt niet meer lopen. Ik lees een preek thuis en ik heb het altijd goed gehad onder de oudvaders. Daar heeft de Heere wel voor gezorgd.
Daar geef ik je groot gelijk aan, want ik heb het licht van die oudvaders niet, zei mijn man. Maar door de weeks was ze onder zijn gehoor te vinden, als hij Bijbellezing hield. En bij de zogenaamde Algemene catechisatie van veertien tot tachtig, zoals mijn man dat aankondigde in het kerkblad. Die catechisatie was om de veertien dagen. Dan kwamen de mensen uit de wijde omgeving naar Ouddorp, hervormd en niet hervormd, tot uit Rotterdam en Vlaardingen toe. Vrouw Tanis miste nooit. Zaterdags kwam ze meestal ook. Als haar kinderen boodschappen gingen doen, werd hun moeder bij de pastorie afgezet. Dan hadden we zo met elkaar echt gouden uurtjes! Ze sprak nooit over wereldse dingen, maar het ging meteen over geestelijke zaken. t Was kostelijk wat ze zei.
De vriendschap bleef de jaren door bestaan. „Toen mijn man in 1978 naar Katwijk moest, kwam zij nog regelmatig op bezoek. Ze hield zoveel van haar dominee, dat ze ook de intrede heeft bijgewoond. Het is eens gebeurd in Katwijk dat er een gezelschap in de pastorie was, waar ook enkele onder Gods volk bekende vrouwen bij waren, zoals de weduwen Heemskerk uit Katwijk, Verhage-Knape uit Middelharnis, Breen uit Ouddorp en Westland-Schaap uit Huizen. Van s middags drie uur tot s avonds negen uur is aan één stuk door gesproken uit het leven der genade. Nu waren mijn man en ik die gezelschappen wel gewend. Na afloop van de algemene catechisaties in Ouddorp kwamen er ook altijd bezoekers in de pastorie. Soms hadden we niet eens stoelen genoeg!

Hoe voorzag mevrouw Tanis in haar levensonderhoud?
„Ze werkte als weduwe op het land, verbouwde viooltjes en het zaad daarvan werd geëxporteerd naar Engeland. Dat heeft ze tot op hoge leeftijd volgehouden. Haar kinderen en vrienden zeiden wel eens dat ze te oud werd voor dat werk en dat ze daarmee, ook vanwege reuma, moest ophouden. Die vraag bracht haar op de knieën. Heere, nu zeggen veel mensen dat ik moet ophouden met werken op de akker, maar wat zegt U er nu van? Direct werd ze bepaald bij een psalm die ze niet eens uit haar hoofd kende, Psalm 128 vers 1.
Gij zult uw nooddruft vinden
door d arbeid van uw hand,
wat g u mocht onderwinden
komt, naar uw wens, tot stand.
Dank U wel, Heere, ik ga weer verder met het werk op het land, zei ze toen.

Ze had geen andere bron van inkomsten?
„Zij leefde, zoals dat genoemd wordt, uit de hand des Heeren. Vrienden stopten haar nogal eens wat toe. Als erbij gezegd werd dat het voor haar zelf was, hield ze het. Anders ging wat ze ontving in een sigarenkistje. Daar deelde ze van uit aan behoeftige vrienden. Soms was het kistje leeg. Dan zette ze het op haar knieën en zei: Heere, nu is mijn kistje leeg. Dan kwam er weer iemand op bezoek die dat niet wist en die honderd gulden onder het koffiekopje legde. Op ongedachte wijze kwam er uitkomst.
Toen ze rond de 88 jaar was, raakte de bekleding van haar stoelen versleten. Geen wonder ook, ze kreeg zo veel bezoek! Ze legde aan de Heere voor dat ze zich te oud voelde om nog nieuwe stoelen te kopen. Even later kreeg ze bezoek van een vriend die eigenaar was van een meubelzaak. Hij kwam wekelijks bij haar, en toch was hem de slechte staat van die stoelen nog nooit opgevallen. Drie weken lang nam hij twee stoelen mee en leverde ze weer netjes af. Toen het laatste stel was terugbezorgd, vroeg ze hem hoeveel ze ervoor moest betalen. Niets hoor, ik had nog een lapje stof liggen, zei die vriend.
Zodra hij de deur uit was, boog zij voor een van de nieuw gestoffeerde stoelen om de Heere ervoor te danken, verwonderd over zoveel liefde. Onmiddellijk werd ze bepaald bij Romeinen 8 vers 31. Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Alle dingen – daar hoorden ook die stoelen bij. Haar zoon zei eens: Moeder heeft een bank die nooit failliet gaat.
De Heere zorgde steeds weer opnieuw. Zo ook op een zondag, toen ze in haar woning een preek las, als naar gewoonte met de deur open. Even later stapte er een zigeunerin binnen, die alle kastjes en laatjes open deed, op zoek naar geld. Weduwe Tanis zei: Ik gebied je te vertrekken. Toen zei die vrouw: Het is hier alles Christus! Ze doelde daarmee op de bijbelteksten die aan de muur hingen. Ze vertrok zonder iets mee te nemen. Het kistje, waar op dat moment zon driehonderd gulden in zat, stond op de kast. Het oog van die zigeunerin werd ervoor gesloten. Niet bij de dochter, die naast haar woonde en naar de kerk was. Daar werd een geldbedrag gemist na het bezoek van die zigeunerin.


Ds. D. Heemskerk: „Zij belastte anderen niet met haar ervaringen, om zich daaraan te spiegelen"
Ds. D. Heemskerk, predikant van de Hersteld hervormde gemeente in Genemuiden, diende van juni 1988 tot december 1992 de Ouddorpse Hervormde gemeente. Ook hij bewaart goede herinneringen aan weduwe Tanis. „Ik heb aangename bezoeken bij haar gebracht. Bij haar begrafenis op 24 december 1990 heeft ds. R. Veldman de rouwdienst geleid in gebouw Eben-Haëzer, ds. De Jong deed de nabegrafenis en ik heb aan het graf gesproken.

Jaantje kreeg veel bezoek. Grenst dat niet aan bewieroking? „Ik zal Mijn eer aan geen ander geven, zegt Jezus.
„Ik belde haar eens om half tien s morgens. Toen zaten er al acht mensen van boven Zwolle... Dat ze veel bezoek kreeg, is wel te verklaren. Zij was zeer toegankelijk en laagdrempelig. Wat meer is: zij sprak uit haar dagelijkse ondervindingen en onderhoudingen. Wie de Heere voor haar was. Niet zozeer over het verleden, wat ze vroeger had beleefd, maar over wat ze in Gods Woord had opgemerkt. Daarbij dacht ze zeer laag en gering over zichzelf. Dat de Heere nog omziet naar zon verstokte Farao als ik ben, zei ze eens. Het is goed te begrijpen dat haar bezoek graag naar haar luisterde. Waren er bezoekers die heimelijk er iets mee wilden worden dat ze tot haar vriendenkring gerekend mochten worden? Dat kan een verkeerd bijoogmerk zijn geweest.

Sprak zij ook buiten haar kring over God en Zijn dienst?
„Zeker! Ze was gunnend. Kort voor haar sterven lag ze in Dirksland in het ziekenhuis. Toen ik haar ging bezoeken, vroeg ik me af of ze daar ook zo vrijmoedig uit het zielenleven zou spreken. Op de gang hoorde ik het al: ze sprak met grote vrijmoedigheid tegen de arts en het verplegend personeel. Rechtop in bed zittend, sprak ze nog gemakkelijker dan thuis achter haar tafeltje! Ze schaamde zich het Evangelie niet. Ze stond ook niet boven mensen van de wereld. Haar huisje stond dicht bij het strand, de badgasten passeerden haar woning. Ook op Gods dag. Verdrietig schudde ze haar hoofd. Toen bedacht ze: als er méér van mij uitging, zouden die mensen niet langs mn huisje gaan. Kwam de avondvierdaagse langs, dan ging ze op haar knieën en vroeg de Heere of Hij onder die wandelaars nog mensen wilde bekeren.

Zij kon ook onderwijs geven?
„Er werd haar eens gevraagd: Wanneer moet ik tot Christus gaan? Haar antwoord was: Waar staat in de Bijbel dat we níet naar Christus moeten gaan? Haar woorden hadden geen remmende, maar een aansporende functie. Zij belastte anderen niet met haar ervaringen, om zich daaraan te spiegelen.

De Hervormde Kerk bleef haar dierbaar?
„Ja, maar kerkmuren vielen voor haar weg. Op een gezelschap zei een vrouw eens tegen haar: Als dat waar was, zat je wel bij ons in de kerk! Dat deed haar pijn. Toen kwam er een oude vriend uit Baarn, die haar eenmaal per jaar bezocht. Ze wist niet eens tot welke kerk die man behoorde, daar vroeg ze nooit naar. Ze vertelde hem wat die vrouw gezegd had. Zijn reactie was:
„Wie strijdt voor een kerk
heeft een leven lang werk.
Maar wie treurt over zijn zonden
heeft een goede zaak gevonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 september 2009

Terdege | 92 Pagina's

Jaantje van d'n duunkant

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 september 2009

Terdege | 92 Pagina's