DE ARBEID VAN SIONS BORG

MEDITATIE

En werd door de Geest geleid in de woestijn. JMUOS 4 : Ib.

Het Borgwerk vari'Christus bevat voor de gemeente des Heeren vele treffende zaken. Hij is de plaatsbekledende Borg. Alles wat Hij doet is in de plaats van Zijn gekochte en verkoren gemeente. Hij is de schuldbetalende Borg. Tot de laatste penning heeft Hij de schuld van Zijn gemeente betaald.

De prijs der zielen het rantsoen' Gods is door Hem volkomen opgebracht, zodat er geen penning meer bij kan, maar ook geen penning meer bij hoeft. Hij is ook de strafdragende Borg. De straf, die ons de vrede aanbracht was op Hem, door Zijn striemen is ons genezing geworden. De ganse zaligheid is vast in Hem. Niemand zal ze rukken uit de hand des Vaders, noch uit Zijn hand.

Daarom zal alles wat de mens zoekt of meent te bezitten buiten Christus voor de eeuwigheid ongenoegzaam zijn. Hoe dwaas is toch de mens, die zich met alles bezighoudt, maar vergeet dat hij daardoor zijn kostelijke tijd doorbrengt en in feite een duivelswerk voorstaat. De satan geeft er niets om waar de mens het leven mee vervult.

Hij laat de mens ongestoord zijn gang gaan. Zolang de mens maar niet uit de nood van zijn ziel naar God gaat roepen is alles toelaatbaar. Dan slaapt de duivel op het kussen van de mens. Een van de Engelse vaders schrijft het aldus. De duivel heeft een groot genoegen in de gevallen mens als hij de kerk afbreekt. Dat gebeurt in de hoon en de laster, die uitgegoten wordt over de ambten en de dienaren des woords. Zulken zijn getrouwe dienaren van de duivel ook al dragen zij het kleed der godzaligheid en spreken zij van godzaligheid. De meesteh hunner leven in een verwaande geestelijke hoogmoed met zelfgenaaide klederen, ze zijn pasklaar gemaakt in het eigen werkhuis en bekleden het onreine onvemieuwde vlees van de onherboren mens.

Voorwaar het zijn de gemiakkelijkste prooien van de vorst, der duisternis. Aan dezen heeft de duivel geen werk en ze zijn onvatbaar voor het werk van de Heilige Geest. Ze zijn al overgegeven aan de hel eer de poorten van de hel zich, achter hen zullen sluiten. Voor zulken is het Borgwerk van Christus niet. De verzoeking van Sions Borg in de woestijn heeft een vertroostende les m zich.

Als de duivel de Borg niet met rust liet, maar Hem bestreed en aantastte, kimnen de ware kinderen van Sions niets anders verwachten. Wanneer de hel zijn pijlen richt is door de Heilige Schrift ons geleerd. Dat is als Jezus vol was van de Heilige Geest. 'Hij is door zijn Vader aangewezen als Zijn beminde Zoon. De Heilige Geest was in de gedaante van de duif op Hem gedaald. Zijn profetische arbeid onder Israël heeft een aanvang genomen. Hij is gezonden om te helen de gebrokenen van hart, om de gevangenen ^vrijheid uit te roepen en de gebondenen de opening der gevangenis. Als Vaders Knecht zal Hij het verlossingswerk gaan vervullen. ,

Hij werd door de Geest geleid in de woestijn om van de duivel verzocht te worden. De verkoren Gemeente des Heeren is een voorwerp van duivelse haat. Ze heeft niet het vermogen in zichzelf om staande te blijven. Maar Sions Borg gaat bewust de woestijn in, om aan de satan en zijn gebroed te tonen de ijdele poging om de Koning te laten vallen of struikelen.

Hij werd door de Geest geleid. De duivel heeft ten doel het werk Gods aan te tasten. Dat is de eerste aanslag geweest in de staat der rechtheid en dat zal steeds weer het, dioel van de duivel blijven. De satan kent het werk Gods, maar hij heeft er geen deel aan. Hij staat buiten de zaligheid en zal deze ook nimmermeer kunnen verkrijgen. Zo stookt ook de satan de van God afgevallen mens op tegen het Godswerk. De-buitengesloten mens, voor wie de deur der genade in de tijd al op het nachtslot zit, is in de dienst des satans een leugenaar en een lasteraar.

Dat zijn de meest kenmerkende eigenschappen van de verworpen mens. Zulke mensen voelen zich dan ook alleen thuis bij degenen, die alzo hun leven leiden. Gelijk het ware volk door de genade aan elkander gebonden is in de vereniging van dezelfde geschonken genade, zo zoekt de satan ook zijn dienaren en dienaressen bij elkander, tegen God en het werk van vrije genade. Zij lustigen zich om de kerk af te breken en de vruchten der genade te beschimpen. Hoe duidelijk blijken dan de satansvruchten. Zij volgen hen als schapen naar het graf, maar in de dag, de grote dag des Heeren zal over hen de oprechte triumferen.

Jezus wordt door de Geest geleid in de woestijn. Wat is daarvan het doel? Het vrouwenzaad treedt het slangenzaad tegemoet. Hij doet dit als Vader, Knecht en Sions Borg. Zijn gang is onfeilbaar. Hij is niet een prooi van de aanvallen van de satan.

Niet onderworpen aan de grillen van de satan. Tegen Hem woedt de hel tevergeefs. Het is tot een uitnemende troost. Daardoor kunnen Gods kinderen weten, dat terwijl zij vaak zioh een prooi wanen van de hel, de poorten van de hel, zijn gemeente niet zullen overweldigen.

Daarvan heeft de Heere in de Schrift de voorbeelden gegeven. Hoe wordt Job bestreden, maar satan vermocht hem niet te overwinnen. De satan heeft Petrus op de zeef geworpen en begeerd te ziften als de tarwe, maar Petrus lag begrepen in de voorbede van Christus, daarom zou zijn geloof niet ophouden. De apostel Paulus, werd door een engel des satans met vuisten geslagen, maar Gods genade was hem genoeg. Zo zal de Heere de Zijnen bewaren in de ure der verzoeking. De plaats waar Jezus verzocht werd was in de woestijn.

De woestijnen waren in de staat der rechtheid niet, in de eeuwige heerlijkheid zullen ze niet worden gevonden. De woestijnen zijn gekomen door de zondeval van de mens. De aarde zou doornen en distelen voortbrengen. De zonde is de oorzaak van het woestijnleven. Het is een woesternij waar de mens in leeft.

De mens heeft van het paradijs een woestijn gemaakt. Nu zal het gaan van Jezus in de woestijn de voorsmaken geven van het paradijsleven. Hij treedt als de Borg in de woestijn van een mensenleven. Door genade ontdekt de Heere daaraan. Hoe bitter is de ervaring als ons vermeend paradijs ontdekt wordt 'en daarom verlaten. ,

Dan wordt de ijdele vreugde van het leven ontdekt, dan leert de Geest des Heeren de plaats van onze woninig kennen. Ja, het is nodig om ingeleid te worden in de huilende wildernis van ons verloren leven.

Jezus gaat de woestijn binnen, daar heeft de satan zijn legerplaats gevonden. Daar loert hij op de woestijnreizigers. Daar beraadt hij zijn listen en aanslagen. Daar tracht hij Gods verkoren gemeente te vernietigen. Nu treedt Jezus de woestijn binnen. Hij dringt in ihet werkterrein van de bel. Hij gaat in het huis van de sterk gewapende om hem de vaten te ontroven. In de woestijn is geen veilig plaatsje voor de kerk te vinden, maar de Koning van de kerk zal door zijn Borgwerk in de woestijn zorgen dat er Elims zullen zijn.

De woestijn is vol van gevaren. Daar leeft de slang, daar sluipt de leeuw, daar zijn de schorpioenen. Daar zijn de zandstormen, die alles bedekken en de reizigers trachten te verstikken. Daar loert alles op het leven. Jezus werd door de Geest geleid in de woestijn. Hij is de broederen in alles gelijk geworden^, uitgenomen de zonde. Hij is op alle plaatsen geweest waar de Kerk op de doorreis ook moet zijn. Hij heeft daarmee getoond, in alle benauwdheid mede benauwd te zijn.

Hij is het, die de satan de kop zal vermorzelen. Er is nog een andere troostboodschap in te vinden. Hij heeft de woonplaats waar Zijn gemeente is, willen doorwandelen. Hij is in het midden van hen, als één die dient. De tijd van de woestijn is veertig dagen. Veertig dagen is Hij in de woestijn geweest. In de blakende zon en de koude van de nacht heeft Hij vertoefd. De volmaakte. Die geen zonde gekend of gedaan heeft, heeft de gevolgen van de zonde voor de Zijnen aanvaard. Een vaste tijd heeft Hij daar doorleefd. Afgezonderd van alles heeft Hij geen eten genomen en geen drinken gedronken. Hij is daarin een exempel voor Zijn duurgekochte gemeente. Ook zij hebben als vrucht van de zonde de zon-, de-gevolgen moeten dragen. Hij- deed dit als Borg, opdat zij niet om zouden komen in het woestijnleven. In deze tijd komt openbaar Zijn gemeenschap met Zijn volk.

Hij 'hongerde, Zijn lichaam begeert de spijs, maar ze wordt Hem onthouden. Dan komt de boze met alle helse macht op Hem aan. De satan, wordt genoemd, de diabolus, de lasteraar, de verzoeker. Het doel is om af te trekken van Zijn Vader, Zijn werk en Zijn Volk. Het doel van de hel is altijd scheiding te maken. Daarin is kenbaar het duivelse werk. Wat verdeeldheid zoekt en werkt in gezinnen, families en gemeente is duidelijk een hels werk. Wat van God is geeft verbinding, wat van de hel is zoekt verbreking.

Dat wij toch nauw de geesten zouden onderscheiden. De satan doet een aanval op de almacht Gods: Zeg tot deze steen, dat hij brood worde. Tegen de helse listen staat het antwoord van het onveranderlijk eeuwig blijvende woord van God. Daarvoor moet alles buigen. Dan moet men van mensenwoorden afzien, hoe godzalig ze soms voorgedragen worden. Het toneelspel van de duivel wordt door de Heere toch doorzien en zal door Hem openbaar worden gebracht.

De mens moet leren leven bij: Het Woord Gods. Wat Gods bevel ons zegt, vertoont ons het heiligst recht en kan geen kwaad gedogen. De Heere doe de toetssteen van Zijn Woord genoeg zijn in ons leven. Voor de tijd en eeuwigheid.

Capelle a/d IJssel "

Ds. P. Blok

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen