Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een christelijke psychologie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een christelijke psychologie

Boekbespreking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een boek van 376 pagina's in twee kolommen gedrukt is niet niks. Het kost de lezer vele uren van aandaclitig studeren. Hoeveel te meer werk moet de schrijver verricht hebben. Wanneer het geschreven is door een 'leek', dan moet er wel een geweldige studiezin en gedrevenheid aan ten grondslag liggen. Dat zijn de eerste indrukken bij het ter hand nemen van de studie van dr. Ouweneel Psychologie, een christelijke kijk op het mentale leven. Deze bekende auteur, bioloog van huis uit, heeft verschillende werken op zijn naam staan. Het te bespreken werk is een moedige poging om het veld van de psychologie in kaart te brengen. Dr. Ouweneel doet het op een boeiende wijze. Ondanks het wetenschappelijk karakter leest het boek prettig en vlot. Het is ook moedig, gelet op de pretentie een christelijke kijk op het mentale leven te geven. Er is weinig psychologische

(vak)literatuur die vanuit deze grondhouding is geschreven. Er zijn zeker geen handboeken, het totale veld bestrijkend, die pretenderen een christelijke visie te vertolken. Daarom een moedige, of misschien wel overmoedige poging. Hoe komt Ouweneel tot een christelijke psychologie?

Hij wil laten zien dat elke empirische psychologische wetenschap gebaseerd is op wijsgerige arbeid. De christelijk-wijsgerige grondslagen vormen de zeef om de psychologische resultaten tegemoet te treden. Op basis van de wijsgerige mensbe­

schouwing is een persoonlijkheidstheorie te ontwerpen die voor alle onderdelen van de psychologie normgevend is. Duidelijk is dat de wijsgerige mensbeschouwing die Ouweneel kiest zijn inhoud ontleent aan de bijbelse gegevens. Men zou ook kunnen stellen: de vooronderstellingen die elke vakwetenschap heeft, zijn hier expliciet gemaakt. Ze zijn vertaald in een bijbels mens- en wereldbeeld dat het filosofisch stramien voor deze studie is. Ouweneel spreekt wel van de psychologie als van een empirische antropologie. Om het op een korte formule te brengen: Bijbel - filosofisch stramien - psychologie; deze volgorde bepaalt de inhoud van de psychologie.

De christelijke persoonlijkheidstheorie die Ouweneel schetst, beschrijft vijf 'humaanstructuren' die met elkaar vervlochten zijn en hun eenheid vinden in het menselijk hart. De vijf

humaanstructuren, lagen, facetten van het menselijk bestaan, zijn de fysische structuren (het materiële), het biotische (het biologische), het psychische (onderscheiden in sensitief en perceptief, resp. gevoelen en waarnemen) en het spirituele (denken, herinneren, willen). Doordat de mens een hart heeft, is hij een

persoon, leder mens is door een verschillend hart een unieke persoonlijkheid. Vanuit deze grondlijnen wordt de psychologie opgebouwd.

Wat opvalt is dat deze grondlijnen grotendeels ontleend zijn aan de Wijsbegeerte der Wetsidee: een filosofisch systeem dat nauw verbonden is aan de Vrije Universiteit gedurende de eerste helft van deze eeuw. Een kritische vraag is hier op z'n plaats. De keuze voor de WdW is een bewuste keuze. Het is een poging geweest om te komen tot een christelijke filosofie. Het is niet de enige poging. Dat te beseffen zou het ontwerp iets bescheidener gemaakt hebben. Het ligt niet zo simpel dat we kunnen stellen: allen die wensen te denken op basis van de Bijbel als het Woord van God komen voor hun wijsgerig denken als vanzelf bij de Wijsbegeerte der Wetsidee terecht. En de logische consequentie is het door Ouweneel gekozen persoonlijkheidsmodei. Dit ontwerp is een keuze, hoe nadrukkelijk gemotiveerd en beargumenteerd, maar het is een ontwerp. Ouweneel zelf relativeert zijn band met de WdW (pag. 5), maar in de uitwerking van zijn psychologie blijkt daarvan weinig. Het hele boek is doordrenkt met begrippen ontleend aan de WdW: zijnsaspecten, entiteitenleer, individualiteitsstructuren etc.

De vraag blijft: is de WdW wel een bijbelse filosofie? Is er vanuit de bijbelse gegevens geen kritiek te uiten op dit systeem dat duidelijk een produkt is van de neo-Calvinistlsche traditie?

Het ontwerp wordt door Ouweneel consequent uitgewerkt. In hoofdstuk 4 "De mentale structuren" wordt één en ander in kaart gebracht. Het is met hoofdstuk 5, "De normale persoonlijkheid", het hart van het boek. In voorgaande hoofdstukken zijn vooronderstellingen en grondslagen beschreven en is er een korte schets van de verschillende richtingen en stromingen in de psychologie behandeld, waarbij de schrijver kort zijn standpuntbepaling ten opzichte van de verschillende stromingen typeert. Hij kiesttegenover de materialistische of humanistische vooronderstellingen van deze stromingen voor een bijbels uitgangspunt.

De mentale structuren: het is nodig voor het begrijpen hiervan om de biotische basis te

bestuderen, met name de hersenen, het perifere zenuwstelsel en het hormoonsysteem. We herkennen hierin de bioloog. IVIeer dan bij vele andere onderzoekers krijgt het 'biotisch substraat' alle aandacht en wordt het als basis voor het mentale leven geschetst. Ook voor de waarneming, het leren en het gevoelen blijkt de biologische basis veelzeggend. De meest recente literatuur is door Ouweneel verwerkt. Ook de overige mentale functies worden helder beschreven: taalverwerving, de verbeelding, het willen en het sociale leven.

Vanuit de gegevens van hoofdstuk 4 vinden we in hoofdstuk 5 de opbouw van de persoonlijkheid, met als sleutelbegrip het ethos, de religieus-ethische gesteldheid van het hart. Het zijn de juridische, ethische en geloofsaspecten van het spirituele leven, de 'bovenste' lagen van de menselijke persoonlijkheid. Het 'christelijke' van "de christelijke kijk op het mentale leven", komt hier het meest tot uitdrukking.

In hoofdstuk 6 beschrijft de auteur de abnormale persoonlijkheid: psychische ziekten, mentale stoornissen, de verschillende therapieën en de specifiek christelijke aspecten van de therapeutische relatie.

Hoewel dit laatste hoofdstuk interessante passages kent, is het de vraag of het in dit

boek past. Het gebied van de psychiatrie is zo veelomvattend dat het niet anders dan op een zeer beknopte wijze kan worden behandeld. Te compact om tot een goed begrip te brengen. De schrijver wil, zo begrijpen we, zijn standpunt omtrent de verschillende therapieën tot uitdrukking brengen. Dat is prijzenswaardig, maar het kan in dit kort bestek eigenlijk niet. Een aparte uitgave zou op z'n plaats geweest zijn.

Tot slot nog enkele algemene opmerkingen: 1. Ouweneel heeft een bewonderenswaardige poging gedaan het gehele veld van de psychologie te doorlichten. Is dat niet te veel gevraagd? Noodzakelijkerwijs wordt zo'n uitgave een compilatie. Anderzijds zijn vele beschrijvingen van experimenten en onderzoekingen opgenomen die gebruikt worden bij de opbouw van deze christelijke persoonlijkheidsleer. De vraag blijft welke onderzoekingen wel en welke niet opgenomen zijn. Alleen die welke het systeem sluitend maken? Door de stellingname dat de psychologie een empirische wetenschap is maar anderzijds van een wijsgerig model uitgaat, heeft de totale beschrijving iets tweeslachtigs. Het ponerende, het thetische van de wijsgeer wordt gecombineerd met de verwerking van talloze onderzoeksresultaten, hoe dan ook geselekteerd.

Het boek zou meer overtuigend geweest zijn als Ouweneel zich beperkt zou hebben tot zijn persoonlijkheidsleer met als illustratie enkele onderzoeksresultaten. Nu lijkt het alsof we te maken hebben met een christelijke persoonlijkheidsleer die volledig vanuit empirisch onderzoek onderbouwd is.

2. In zijn mensbeschouwing gaat Ouweneel uit van de mens als eenheid met het ik als brandpunt. Hij wil niet weten van lichaam, ziel of geest als substantieel deel van de mens. Ziel en geest kunnen met verschillende humaanstructuren in verband gebracht worden en vormen dus geen psychologische eenheid maar zijn verweven in de totaliteit van de menselijke persoon. Overtuigend toont Ouweneel dit aan vanuit de bijbelse gegevens. Een Grieks-georiënteerd dualisme van lichaam en ziel wordt terecht afgewezen.

3. Het biologisch fundament van het psychisch functioneren krijgt bij Ouweneel wel een erg zwaar accent. Ook dit is een antropologische voorstelling: hoe sterk we het biologische bepalend achten voor het mentale leven. Had deze vooronderstelling niet grondiger besproken moeten worden of verraadt zich hier ongemerkt de bioloog?

4. Over de dominerende positie van de WdW is al het een en ander opgemerkt. Mede door deze benadering is het boek sterk antithetisch terwijl toch vrij en frank gebruik gemaakt wordt van onderzoeksresultaten uit andere richtingen. Enige verantwoording wordt hiervan wel gegeven (pag. 95 e.v.), maar toch onvoldoende om zo veel experimenten te beschrijven en van zo veel uitkomsten gebruik te maken. 5. Ik aarzel niet om dit werk van Ouweneel een fundamenteel werk te noemen. Er is in de psychologische literatuur geen studiewerk te vinden dat zo fundamenteel de relatie legt tussen de levensbeschouwing en de persoonlijkheidsleer, al blijft het 'een christelijke kijk op het mentale leven'. Allen die met menswetenschappen te maken hebben doen er goed aan dit werk te bestuderen.

N.a.v. W.J. Ouweneel: Psychologie: een christelijke kijk op het mentale leven, Buyten en Schepperhein, 1984; 376 pag. f. 69, 50.

Drs. M. Burggraaf.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1985

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Een christelijke psychologie

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1985

De Reformatorische School | 52 Pagina's