Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opklimmen door een straatmagazine

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opklimmen door een straatmagazine

Hans Barends:

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij vrijwel elke supermarkt zijn ze te vinden: een donker gekleurde man of vrouw met een stapel straatkranten. Bulgaarse en Roemeense zigeuners namen de plaats in van Nederlandse thuis- en daklozen. „Als we het nog van de oorspronkelijke verkopers moesten hebben, waren we allang failliet.

Met een zwarte gebreide muts over de oren staat hij bij de Plusmarkt in de Apeldoornse wijk De Maten. Dag aan dag, week na week. Voor de vaste bezoekers van de supermarkt werd hij een vertrouwde verschijning, een deel stopt hem wat muntgeld in de hand. Zijn krant mag hij van de meesten wel houden. Mitko Georgiev Mitev heet hij, en hij is vijftig jaar. Daarmee is zijn Nederlandse woordenschat zo’n beetje uitgeput. Voor een diepgaander gesprek moet hij terugvallen op zijn 20-jarige zoon Asen, die de taal al wat meer onder de knie heeft. Twee jaar geleden kwam het zigeunergezin vanuit Shumen, een stad in het noordoosten van Bulgarije, naar Nederland. Gedreven door de armoede. „In communistische tijd voor ons beter”, zegt Asen. „Nu klein beetje rijke mensen, heel veel arme mensen.” Vader Mitko bespeelde de trom in een Sinti-orkestje dat langs restaurantjes aan de Zwarte Zee trok. Hij trekt zijn trui omhoog, waardoor een buiktasje zichtbaar wordt. Daarin zitten niet alleen zijn paspoort en zijn geld, maar ook de oude Bulgaarse vergunning om te werken als ambulant muzikant. Trots toont hij het beduimelde document, dat hij als een kleinood bewaart. Zijn ogen weerspiegelen de pijn om het verloren verleden. De val van het communisme bracht de Sinti enkel kwaad.

Op tijd
Voor Hans Barends, projectbegeleider van de Riepe, is het een bekend verhaal. In de achterliggende jaren zag hij het verkoperskorps van de straatkrant voor Groningen, Friesland en Drenthe radicaal veranderen. De Nederlandse thuis- en daklozen verdwenen voor het overgrote deel naar dagbestedingsprojecten. „Daar zitten ze droog, krijgen ze een maaltijd en er is altijd een hulpverlener.” Zijn beste verkopers waren de harddruggebruikers, maar die ontvangen tegenwoordig allemaal gratis methadon of heroïne, dus de financiële prikkel is weg. „Als we het van de oorspronkelijke verkopers moesten hebben, waren we allang failliet. De zigeuners kwamen net op tijd.” De resterende verkopers van eigen bodem halen hun handel bij de dagopvang van het Leger des Heils. De zigeuners bij het kantoor van de Riepe, in een haveloos pand aan de Oosterhamrikkade. „We hebben de circuits gescheiden om problemen te voorkomen. De Hollandse daklozen hebben nog steeds het gevoel dat de buitenlanders hen komen verdringen.” Volgens Barends is dat een misvatting. De klassieke straatkrantverkoper opereert in de binnensteden, waar ook de voorzieningen voor thuis- en daklozen zijn. De uitheemse Roma en Sinti, bij de Riepe driekwart van het verkopersbestand, trekken naar de buitenwijken en de provincie. „Tot Sparwinkeltjes in de meest afgelegen dorpen. Meestal hebben ze wel een auto: een oud bakkie voor de hele familie.”

Controle
De projectleider van de Riepe bestrijdt dat de straatkranten door de samenwerking met buitenlandse zigeuners ontrouw werden aan hun doelstelling. „We zijn opgericht om kansarme mensen een bron van inkomsten te bieden, en hen zo uit het criminele circuit te houden. Dat geldt ook voor de zigeuners. Ze mogen hier verder niks.” De oplage van de Riepe ligt al jaren op zo’n 25.000 per maand. Met een piek van 40.000 in december, de gouden maand voor de straatkranten. De oplage zou veel hoger liggen als alle klanten van de verkopers daadwerkelijk een krant zouden afnemen. „Heel veel mensen geven gewoon een euro. Ik begrijp dat wel, maar voor ons is het een probleem. We krijgen geen subsidie en moeten het hebben van de afzet van de kranten. Voor onze verkopers is het ook niet goed. Je maakt er bedelaars van. Dat is nou juist niet de bedoeling.” De toewijzing van de verkoopplaatsen valt onder de staf van de Riepe, die afspraken maakt met winkeliers in de regio. „Er zijn ondernemers die niet meer dan drie dagen per week een verkoper voor de deur willen hebben. We plegen daar heel veel controle op. Als er niemand staat, denkt een andere verkoper: ‘Nu kan ik die plek mooi inpikken.’ Het blijft een strijd om dat te voorkomen.”

Zere benen
Mitko Georgiev Mitev koopt zijn straatkranten bij een distributiepunt in Zwolle, voor negentig eurocent per exemplaar. Ze gaan weg voor anderhalve euro. Zo schnabbelt hij euro na euro bij elkaar. Voor de huur, de nutsvoorzieningen, het dagelijks levensonderhoud. „Alles in Nederland duur”, klaagt hij. Als zijn benen hem niet meer kunnen dragen, gaat hij even de Plusmarkt in. Om gratis koffie te tappen, en op verhaal te komen. Oma van tachtig bleef ziek in Bulgarije achter, vertelt Asen. Ze moet rond zien te komen van een pensioentje van veertig euro per maand. Dat gaat ook in Bulgarije niet. Vandaar dat de kinderen en kleinkinderen in Nederland regelmatig geld overmaken. Om de drie maanden gaat een familielid haar opzoeken. De reis wordt gemaakt met een bus van een Bulgaarse transportonderneming, die een pendeldienst onderhoudt voor Roma en Sinti die hun heil in Nederland hebben gezocht. „Twee lange dagen in bus”, zegt Asen. „Zere benen, maar vliegtuig veel duur.” Fancha Stefanova Miteva, de 40-jarige echtgenote van Mitko, probeert wat te verdienen bij de vestiging van Albert Heijn in Apeldoorn-Zuid. Naast het bord met de Bonusaanbiedingen. Onder een afdak, dus van de regen heeft ze geen last. De temperatuur is er weinig beter dan in de open lucht. Roerloos staat de Bulgaarse zigeunerin voor de ingang van Neêrlands grootste grutter. Een beschaafde, bescheiden vrouw. Op de cover van haar straatkrant prijken de Franse president Nicolas Sarkozy en zijn echtgenote Carla Bruni. De ‘first lady’ van Frankrijk gaf een interview aan een Parijse straatkrant, dat dankbaar werd overgenomen door het in Rotterdam geproduceerde Straatmagazine

Kermis
In een zwarte tas zit Fancha’s rantsoen voor tussen de middag. De Dirktas vol kleding kreeg ze van een vrouw uit de buurt. Verwachtingsvol kijkt de  zigeunerin naar het publiek dat met volle karren naar buiten komt. Het merendeel loopt zonder te groeten voorbij. „Nee vandaag niet, misschien morgen weer”, laat een vrouw van middelbare leeftijd weten. Enkele meters verderop heeft een promotor van het streekblad Stentor zijn stalletje. In de hele streek moet hij zijn plek tegenwoordig delen met Roemeense en Bulgaarse straatkrantverkopers en muzikanten. „Van zo’n vrouw heb je totaal geen last”, zegt hij, „maar die muzieklui zie ik liever gaan dan komen. Aan het eind van de dag kun je geen accordeon meer horen.” De bereidheid van supermarkteigenaren om ruimte te bieden aan straatkrantverkopers ziet Hans Barends afnemen. „Naast de verkoper van de Riepe staan soms ook nog een collectant, een muzikant, op zaterdag iemand die het Dagblad van het Noorden aan de man brengt en als het gezellig is een paar mannen met een potje bier. Het wordt een hele kermis voor de deur. Dat kost die winkelier klanten. We steken er veel energie in om dat soort toestanden te voorkomen.” De controlebezoeken worden tegelijk gebruikt om de uitheemse verkopers wat bij te brengen over de gebruiken in hun nieuwe land. „Het wordt hier niet op prijs gesteld als ze voortdurend op de grond spuwen. En de winkelier vindt het best als ze een keer gratis koffie tappen, maar geen tien keer op een dag. En het is zeker niet de bedoeling dat ze alle proefschaaltjes met blokjes kaas of worst leeg eten.”

Geen vetpot
Een klein deel van de zigeuners ontworstelt zich door de straatkrant aan de financiële misère. Door zuinig te leven en lange dagen te maken. „Het is echt geen vetpot”, weet Barends. „Ik word soms opgebeld door mensen die het niet vertrouwen. ‘Er komt hier een dikke zigeuner met een Mercedes, die een paar straatkrantverkopers afzet en ze aan het eind van de dag weer ophaalt. Hoe zit dat?’ Dan help ik ze meteen uit de droom. Ik ken die familie, de Mercedes is twintig jaar oud en daar slapen iedere nacht ook nog twee man in. Onze mensen voetballen gegarandeerd voor eigen rekening, niet voor die van vage koppelbaasjes.” Lastig blijft dat de burgerij niet het verschil ziet tussen de verkopers van bonafide straatkranten en die van Het Daklozenwoord, afkomstig uit België. „De verkopers daarvan zijn geronseld in Roemenië en Bulgarije en worden door koppelbazen her en der gedumpt. Aan het eind van de dag mogen ze de kas inleveren. Van die mensen hebben we erg veel last. Wij maken netjes afspraken met onze winkeliers, maar de jongens van Het Daklozenwoord lopen overal dwars doorheen. Grip krijg je er niet op, want ze werken nooit langer dan een paar dagen in dezelfde plaats.”

Caravans
Het brede publiek meent ten onrechte dat ook de ambulante muzikanten in Noord-Nederland onder de Riepe vallen. „Dat zijn ongeleide projectielen waar we evenmin vat op hebben. Grofweg kun je zeggen dat de Bulgaarse zigeuners vaak muziek maken en de Roemeense de straatkrant verkopen.” Omdat Barends wil voorkomen dat nieuwelingen in december even de krenten uit de pap halen, neemt de Riepe de laatste drie maanden van het jaar geen verkopers aan. „Dat praat snel rond, dus nu kwamen ze allemaal in januari.” De gelukzoekers vertellen zonder uitzondering dat ze het onder het communisme veel beter hadden. „Vandaag zijn de Roma en Sinti zowel in Roemenië als in Bulgarije derderangs burgers, die in getto’s bij elkaar wonen. Vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Begrijpelijk dat ze elders hun geluk zoeken, maar onze mogelijkheden zijn beperkt. Ons beleid is dat we alleen in zee gaan met leden van families die we goed kennen en die zich aan onze spelregels houden.” Inmiddels staan er zo’n twintig zigeunerfamilies in de computer. Omdat ze geen vast inkomen hebben, komen ze niet in aanmerking voor een onderkomen van een woningbouwvereniging. „Het merendeel woont in caravans op campings, verspreid over de drie provincies. Een aantal hebben we aan een anti-kraakwoning geholpen. Verder kunnen we weinig voor hen doen. In tegenstelling tot onze Hollandse verkopers zijn ze niet welkom in de reguliere hulpverlening.”

Muzikanten
Asen Mitkov Georgiev en zijn 25-jarige broer Angel reizen dagelijks met de trein naar Zutphen. Voor de Hema, in de belangrijkste winkelstraat, demonstreren ze hun muzikale kwaliteiten. Asen op een accordeon, Angel met een trommeltje. De oudste lijkt sprekend op vader Mitko, de jongste heeft de trekken van moeder Fancha. Als ze even koffie gaan drinken, laten ze hun instrumenten onbeheerd achter. Een verkoopster van de Hema houdt een oogje in het zeil. Aan het eind van de dag keren alle familieleden terug naar de gezamenlijke eensgezinswoning en storten ze de opbrengst in de gemeenschapskas. De echtgenote en de schoonmoeder van Angel verkopen ook straatkranten, in het centrum van Apeldoorn. Zijn schoonvader is daar afwisselend muzikant en straatkrantverkoper. De vriendin van Asen regelt de huishouding voor het hele koor en draagt zorg voor de jonge kinderen. Vooral de huur, achthonderd euro hoog, slaat elke maand een diepe bres in het verzamelde kapitaal. „Jij goedkopere woning weten?” vraagt Asen. De verstrekte informatie ziet hij graag beloond. En voor zijn moeder zoekt hij een adres waar ze kan helpen in de huishouding. Zodat ze niet meer de hele week in het tochtgat voor de vestiging van Albert Heijn hoeft te staan. „Is niet goed voor mijn moeder.”


Van junks tot zigeuners

De daklozenkrant werd aan het eind van de jaren tachtig geboren in New York. Het blad bood de verkopers, meest junks en alcoholisten, de mogelijkheid in hun eigen levensonderhoud te voorzien. In 1991 verscheen in Londen het eerste nummer van he Big Issue, tot vandaag toonaangevend onder de Europese daklozenkranten. In Nederland had Utrecht de primeur. Thuis- en daklozen verkopen daar sinds 1994 Straatnieuws. Anno 2010 telt Nederland zeven straatkranten: het Haags Straatnieuws, Straatjournaal uit Haarlem, Straatmagazine uit Rotterdam, Straatnieuws uit Utrecht, de Riepe uit Groningen, De Zelfkrant uit Den Bosch en Z magazine uit Amsterdam. Een deel is aangesloten bij het International Network of Street Papers (INSP), dat jaarlijks een congres houdt. De totale oplage van de Nederlandse straatkranten (met uitzondering van het tweewekelijkse Z magazine maanduitgaven) ligt rond de 140.000 exemplaren per maand. De kranten worden uitgegeven door kleine, onafhankelijke organisaties, die onderling de grenzen hebben verdeeld.

Het Daklozenwoord, een tweetalige krant uit België, trekt zich van die afspraken niets aan. Onderzoek door de Riepe wees uit dat achter Het Daklozenwoord een schimmige organisatie schuilgaat, aangestuurd vanuit Roemenië. Het louche blad wordt gevuld met berichten die lukraak van internet zijn geplukt en advertenties die zijn gekopieerd uit andere bladen. De verkopers zijn zonder uitzondering Roemeense zigeuners. Ook bij de bonaide straatkranten spelen de buitenlandse Roma en Sinti een belangrijke rol. Door de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie kregen ze de mogelijkheid zonder visum in Nederland te verblijven. Een werkvergunning krijgen ze niet, maar de verkoop van een straatkrant is toegestaan.


Een trendy straatkrant De redactionele invulling is bij de meeste straatkranten drastisch veranderd. Het nieuws over het volk van de straat werd ingeperkt, de vrijgekomen ruimte bevat artikelen die voor een breed publiek interessant zijn. „Je moet je verkopers geen bedelargument in handen geven, maar een interessant product.” In de glorietijd lag de oplage van het in Utrecht uitgegeven Straatnieuws op 40.000. Vandaag op zo’n 25.000, maar er is weer sprake van een bescheiden toename. De neergang was volgens hoofdredacteur Frank Dries te wijten aan een aantal factoren. In de eerste plaats het slinkende verkopersbestand. De klassieke zwerver bestaat niet meer. „Op een gegeven moment hebben we Zwiebertje in de krant dood verklaard.” Voor de verslaafde en psychiatrische thuis- en daklozen kwamen alternatieve vormen van dagbesteding. Het aantal illegale asielzoekers decimeerde door het generaal pardon. Inmiddels zijn de lege plaatsen voor een belangrijk deel weer opgevuld, door migranten uit nieuwe EU-landen. Tweede reden van de afnemende verkoop was de voorspelbaarheid van de krant. „We vulden die met nieuws en verhalen over de mensen voor wie we het doen. Dat geeft een soort clubblad. Voor de lezers werd het steeds minder interessant.” Twee jaar geleden gooide Dries het roer radicaal om. Het huidige Straatnieuws, op tabloidformaat en in fullcoulour, doet qua uitstraling niet onder voor de bijlagen van kwaliteitskranten. „Je moet je verkopers geen bedelargument in handen geven, maar een boeiend product. Zo interessant dat ook mensen die niets met de verkoper hebben, het willen kopen.”

Klinker

Hooguit twintig procent van het vernieuwde Straatnieuws biedt nog informatie over de doelgroep. Acht pagina’s stelde Dries beschikbaar voor maatschappelijke en culturele instellingen die zich willen etaleren. „Een neveneffect is dat we ons netwerk enorm hebben versterkt.” De resterende ruimte vult de hoofdredacteur met regionaal nieuws, vaak in de vorm van reportages en interviews. „Bij de reguliere kranten staat de regionale journalistiek zwaar onder druk, terwijl de belangstelling voor streek-nieuws weer toeneemt.” De schrijfclub van thuis- en daklozen, die elke dinsdag onder begeleiding teksten produceert, vult de rubriek Klinker. Het beste werk daaruit wordt elke drie jaar gebundeld in een boekje. Straatnieuws heeft slechts drie mensen in vaste dienst: de algemeen manager, de hoofdredacteur en het hoofd distributie. De redacteuren, onder wie professionele journalisten, werken voor een boekenbon of een zeer bescheiden vergoeding. „Omdat ze mogen schrijven over onderwerpen die ze zelf interessant vinden, heb ik voldoende aanbod. Hetzelfde geldt voor de fotografen.”

Integratie

Het kantoor van Straatnieuws, aan het Utrechtse Jansveld, is tegelijk een informeel ontmoetingspunt voor thuis- en daklozen. De maatschappelijke betekenis van de straatkrant is volgens Dries groot. „Wij zijn een van de beste integratieprojecten. Zonder subsidie. Straatkrantverkopers die bij een vaste supermarkt staan, vergroeien met hun buurt. Ze gaan karretjes wegzetten, letten op je iets en raken daardoor met het publiek aan de praat. Het komt voor dat ze steeds minder kranten verkopen omdat ze allerlei betaalde klusjes gaan doen voor mensen in de wijk.” Omdat Straatnieuws is aangesloten bij het International Network of Street Papers spreekt Dries jaarlijks met buitenlandse collega’s. „Met uitzondering van dit jaar, want ze hebben het in hun hoofd gehaald om het congres nu in Australië te houden. Dat ziet de penningmeester niet zitten. Jammer, want het is geweldig inspirerend om zo veel verschillende straatkranten te zien en mensen van alle mogelijke organisaties erachter te ontmoeten.” Vorm en inhoud van de straatkranten zijn sterk afhankelijk van de cultuur en de politieke en sociale context in de desbetreffende landen. „De Noorse kranten krijgen een enorme voorraad overheidssubsidie. Het drukwerk is mooier dan dat van de Avenue. De Scandinavische straatkranten worden voornamelijk verkocht door rijkeluiszoontjes die aan de heroïne zijn geraakt. In Oostenrijk zijn de verkopers Afrikanen en Afghanen. Zo heeft elk land zijn eigen omstandigheden. Die bepalen voor een belangrijk deel de inhoud en vormgeving van de straatkranten.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 april 2010

Terdege | 92 Pagina's

Opklimmen door een straatmagazine

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 april 2010

Terdege | 92 Pagina's