Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De buit van het overwonnen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De buit van het overwonnen land

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ps. 68 :13, 14

De ark des verbonds, als teken en zegel van Gods ontfermende liefde in Christus, mocht David met grote vreugde opbrengen naar Jeruzalem. In het wonen onder Zijn volk op de berg door Hem verkoren, kwam de Heere de bediening van Zijn genade met steeds meer kracht en heerlijkheid te openbaren.

David zingt van Gods grote daden tot verheerlijking van Zijn naam. En dat doet hem terugdenken aan de weg die de Heere met Zijn volk kwam te houden. Hij onderwijst Israel in de historic van Gods volheerlijke heilsopenbarmg en dat raakt de vervulling van Zijn beloften.

Toen Abraham geroepen werd vanuit de duistemis tot Gods wonderbaar licht, heeft de Heere hem met zijn zaad voor Zijn rekening genomen om te wonen in het door Hem beloofde land.

Door vele boodschappers van goede tijdingen werd gesproken van de grote overwinningen die Jozua mocht behalen in de naam des Heeren. Het klonk door alles heen: „De koningen der heirscharen vloden weg, zij vloden weg.” Zodat de vrouwen er door opgewckt werden de legers te volgen om de buit te delen en van het goede te genieten, waarin Gods goedertierenheid gesmaakt werd. En als vanzelf zongen zij: „De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen, ja een schone erfenis is mij geworden”. Het was de buit van het overwonnen land, die het volk mocht ontvangen uit de hand des Heeren.

Hier ontving het zwervende volk van de Heere een thuis. Het was weleer een slavenvolk dat hoogstens geduld werd en in de woestijn al zwervende werd voortgedreven. Dat echt thuiszijn kende het volk niet. Maar nu heeft het volk van de Heere ontvangen een eigen land, een eigen huis en een eigen boomgaard om te genieten van de rust die de Heere vanuit Zijn verbond kwam te schenken.

Wat is het groot een thuiskomen te mogen ont-vangen van de Heere. Thuis te zijn in Zijn huis, onder Zijn Woord en bij Zijn volk. Een vriend en metgezel te zijn van alien die de Heere ootmoedig vrezen. Van hart tot hart met elkander te mogen spreken van de wegen des Heeren. Of zijn wij nog thuis in de wereld om op te gaan in de dingen van de tijd. Ja, dan gaat straks een ieder wel naar zijn eigen plaats, maar Gods kinderen gaan naar huis, worden opgenomen in het huis des Vaders met zijn vele woningen. O wat zal ’t heerlijk zijn eeuwig te delen in de buit van het overwonnen land, die door Christus werd verworven.

Om het thuis zijn steeds meer te waarderen, wordt ’t Israel op het hart gebonden dat zij weleer lagen tussen twee rijen van stenen en dat onder een zware slavernij.

De tichelstenen die zij in grote getale hadden te bakken voor en achter de tent, werden rechts en links hoog opgestapeld. Zodat het volk gekweld werd door stof en hitte. Niet in staat zichzelf vanuit die ellende op te heffen, het volk was totaal vleugellam geworden. De kinderen werden hen van het hart gescheurd, het volk moest uitgeroeid worden.

Weet u wat het is, vleugellam te zijn, niet in staat te zijn vanuit uw diepe nood op te stijgen tot de Heere om bij Hem te schuilen. U wordt in uw nood en ellende steeds dieper weggedrukt door de kwellingen van Satan en ie verdenkingen van het ongeloof. En toch het . naantastbare leven der genade zucht. En dat zucbten tot de Heere is voor Hem niet verborgen. „Ik heb hun zuchten gehoord,” zegt de Heere. „En ben nedergekomen, om hen daaruit te verlossen”.

Bij het gelovig gebruik van het paaslam mocht het volk op de Heere zien, zien op Zijn plaatsbekledend werk, en zie het vleugellamme volk werd gesterkt in de Heere. Ten spijt van de vijand werd het als vleugelen ener duif, zodat het beladen met schatten de gevangenis kreeg te verlaten. Het volk was als het ware een en al vleugel geworden. Vorstelijk trok het volk op deze wonderlijke vlucht door de rode zee en het zong van Gods grote daden. Weg was het stof, de glans van het zilver en het goud der vederen kwam weer boven.

U die zucht, als van de Heere vergeten en verlaten in de diepte van uw ellende, weet toch dat de Heere Zijn volk van deze heerlijke verlossing heeft laten zingen tot uw bemoediging.

Maar als deze heerlijke feestvreugde ook de uwe mag worden, moet u niet denken dat u het vleu-gellam zijn daarom voor altijd te boven bent. Op de reis naar het beloofde land zonk het volk gedurig weer in onmacht ter neder, door niet te volharden in het kinderlijk vertrouwen op de Heere in afhankelijkheid van Zijn Geest.

Nijkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De buit van het overwonnen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's