Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

24

De gemeenten van Galatië leven in een grote verwarring omtrent de kennis van wet en beloften al is de wet zowel als de belofte een geschenk van God.

Velen zoeken hun behoud in de wet en hebben daar baat van. Als de mens door de kracht van de algemene genade zijn leven zoekt te beteren om te leven naar de regel van Gods wet, dan is daar niets op tegen. De rijke jongeling was daarin al ver gevorderd daar hij naar het oordeel van de Heere Jezus een beminnenswaardig mens was. Daar was niets op tegen, is er niet in bestraft door de Heere Jezus.

Maar dat hij daarmee ingang dacht te bekomen in het Koninkrijk der hemelen, was verkeerd; hij kwam zichzelf daarmee te bedriegen en hieraan is hij ontdekt, hoewel het door hem niet ter harte genomen werd.

De uitwendige onderhouding van de wet werd in hem niet veroordeeld, maar wel dit, dat hij de liefde van de wet miste in zijn hart, want tot het verkopen van alles, om zijn goederen uit te delen aan de armen en de Heere Jezus te volgen tot zijn zaligheid, kon hij met de kracht van de algemene genade niet opbrengen. Dat deed hem bedroefd heengaan, door zichzelf af te keren van de Heere Jezus, daar hem vanuit de wet geen hoop gegeven kon worden voor de eeuwigheid.

Maar anderzijds heeft het dikwijls plaats dat zulke mensen, en dat ten onrechte, daarin opgebouwd worden alsof de uitwendige vroomheid vruchten zijn van het wandelen op de weg van heiligmaking.

Maar dat de levenden daarentegen altijd recht werkzaam zijn met de wet kan vanuit de Schrift niet gezegd worden. Al heeft het hart vanuit het beginsel der genade de wet hartelijk lief, dan is men van daaruit nog niet altijd recht werkzaam. Het geeft wel enige rust in het geweten, door te gaan op het pad der geboden, maar geen grond voor de eeuwigheid. En toch komt men soms tot gunstige gedachten van zichzelf, alsof dat de weg is die Christus heeft gebaand. Maar dat leidt niet tot het kloppen aan de enge poort, om te komen op het rechte pad van de waarachtige bekering, dat leidt naar de gekruiste Christus. De vervulling van Gods beloften kan vanuit de wet niet verkregen worden.

Het hart kan zo zich niet verblijden in de bekering van hoeren en tollenaren, de geest des oordeels en der uitbranding is daartoe nodig, daar wij geneigd zijn de breuk op het lichtst te genezen. En dat doet de Geest des Heeren niet daar Hij het ons doet verstaan dat de wet geestelijk is, waarmee alle uitwendige en vleselijke godsdienst wordt weggevaagd. En door deze ontdekking aan onze ellendigheid en totale verdorvenheid met de ootmoedige bekentenis naar het rechtvaardig oordeel Gods tijdelijke en eeuwige straffen verdiend te hebben, wordt het anders. Hoewel we denken dat de wet is tegen de beloftenissen, dan is dat nog niet zo. In Christus is de wet niet tegen de beloftenissen, al kunnen wij met ons verstand daar niet bij. Daar Christus gekomen is om te zoeken en zalig te maken dat verloren was, moeten we worden wat we in Adam zijn en dat is een gans verloren mens.

De wet staat in dienst van Christus, daar Hij haar heeft verheerlijkt in haar vloek en eis om de beloften te vervullen. Want in de beloften gaat het altijd om het heil van een gans verloren zondaar. En dat zijn wij niet zo het nog is een steunen op deugd en plicht.

Zeker, de weg van ontdekking en ontgronding is wel tegen ons menselijk denken en wensen in, maar desniettemin van belang voor ons innerlijk leven. Arm worden gaat tegen alles in, maar arm zijn valt mee, dezulken worden met goederen vervuld daar de Heere hen voor Zijn rekening belieft te nemen

In de diepte der vernedering als het hart de Heere niets heeft aan te bieden, dan opent de Heere de beloften met haar rijke inhoud. Want elke belofte heeft Christus met de bediening van Zijn genade van God ontvangen. En die beloften zijn de beloften van het Evangelie. Bekomt die belofte haar vervulling in ons hart, dan is die belofte van Zijn zoekende, trekkende en vergevende liefde blijft vloeien, daar Christus de rijke inhoud is van die belofte en geschonken door de Vader. Die zich verheugt in haar vervulling, want Hij aanschouwt daarin Zijn beeld. Wel zou de wet tegen de beloftenissen zijn zo de wet niet was in de hand en dat wil zeggen, in de bediening van Christus.

En dat niet alleen, maar de beloften zijn in Christus ja en amen, Gode tot heerlijkheid door ons. Door de vervulling van die heerlijke beloften wordt God verheerlijkt in Zijn ondoorgrondelijke wijsheid, Christus in de dierbaarheid van Zijn gezegende offerande daar Hij al die gezegende heilsgoederen er door kwam te verwerven. En dan de dierbare werkingen van de Heilige Geest om er plaats voor te maken in ons hart en leven. De wet is niet tegen de beloftenissen Gods, want zij verheugt er zich in, daar zij langs deze weg haar God verheerlijkt, Zijn schepsel is tot zegen en zaligheid en het werk van de Heilige Geest brengt tot volkomenheid om dezulken eenmaal te leiden in al de diepten Gods om God daarin te verheerlijken.

„Dat zij verre; want indien daar een wet gegeven ware, die machtig was levend te maken, zo zou waarlijk de rechtvaardigheid uit de wet zijn.” En dat is een tegenstelling waarvan de mogelijkheid niet is aan te wijzen, daar die er niet is. En dat dient om de Galaten, die door de werken van de wet zoeken behouden te worden, tot bezinning te brengen.

Het is de mens bij de verbreking van het verbond der werken niet verboden alles in het werk te stellen om uit de werken van de wet behouden te worden. De Heere Jezus heeft het ook de rijke jongeling niet verboden. Hij heeft hem zelfs de weg gewezen om zijn doel te bereiken, opdat hij vast zou lopen in het staan voor een totale onmogelijkheid. Want van daaruit kon de Borg alleen dierbaar worden voor het hart.

Velen zeggen het met de mond dat zij uit de werken van de wet niet behouden kunnen worden. Maar al de levenden hebben het geprobeerd en zijn ermee gekomen in de dood van de totale onmogelijkheid. En daar komt de levenskracht van Christus door de vervulling van de beloften tot openbaring. En zo heeft de Heere Jezus door alle tijden heen het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie in gans verloren zondaarsharten.

Galaten 3 : 21.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's