Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apostolische Geloofsbelijdenis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden (Artikel 7, vervolg)

Wanneer Hij komt

Wanneer de Heere met de discipelen spreekt over de dingen die komen zullen, vragen ze Hem: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld? ' (Matth. 24 : 3). Op de Olijfberg klinkt opnieuw die vraag naar het wanneer: Heere, zult Gij in deze tijd aan Israël het Koninkrijk weder oprichten? ' (Hand. 1 : 6). In onze wereld vol zonde en ongerechtigheid, vervolging en druk, moeite en zorg gaf het woord van Christus over Zijn terugkeer moed en hoop in de harten. De eerste christenen hebben stellig geleefd met de gedachte van een spoedige terugkeer van Christus naar de aarde. Ook Paulus heeft rekening gehouden met de mogelijkheid van de wederkomst bij zijn leven (vgl. 1 Thess. 4 : 15). Toen die echter liet wachten kwamen diverse christenen daardoor met allerlei vragen te zitten. In Thessalonika vroeg men zich bijvoorbeeld af hoe het nu moest met de gelovigen die vóór de wederkomst stierven. Hadden degenen die de wederkomst van Christus wél levend zouden meemaken niet veel op hen voor? De apostel Paulus gaat op deze vragen en zorgen in. Er is geen enkele reden voor overmatig verdriet over hen die in Christus ontslapen zijn. Bij de tweede komst van Christus zullen de dan nog levende gelovigen geen streepje voor hebben op deze ontslapenen (1 Thess. 4:13 vv). Bij niet-gelovigen gaf het duren van de wederkomst van Christus juist aanleiding tot grove spot. Zij riepen: aar is de belofte van Zijn toekomst? De apostel Petrus schrijft daarover in z'n tweede brief (2 Petr. 3). Intussen doet zich wel de vraag voor waarom gelovigen toen met de gedachte van een wel heel spoedige wederkomst hebben geleefd. Gaf de Schrift daar aanleiding toe?

Komen en komen

In de eerste christengemeenten zijn bepaalde woorden van Christus door sommigen (of velen misschien? ) blijkbaar uitgelegd alsof Hij daarin gezegd zou hebben dat de jongste dag zelf heel dichtbij was. Had de Heere bijvoorbeeld de dag van Zijn wederkomst niet heel nauw verbonden aan die van de verwoesting van Jeruzalem (Matth. 24 : 29)? En wat te denken van Zijn voorzegging dat de discipelen hun reis door de steden van Israël niet zouden hebben beëindigd vóór het komen van de Zoon des mensen (Matth. 10 : 23)? En sprak de Heere ook niet ergens dat sommigen van Zijn omstanders de dood niet zouden smaken, totdat ze zouden hebben gezien dat het Koninkrijk van God met kracht gekomen was (Mark. 9:1)? Nu, dat betekent toch dat de Heere Zijn wederkomst binnen Zijn eigen generatie verwachtte? Verschil­ lende theologen durven in dit verband zelfs te beweren dat achteraf bleek dat de Heere Jezus Zichzelf schromelijk heeft vergist in de tijd van Zijn wederkomst, een wel heel onbijbelse opvatting. Het zou ons evenwel te ver voeren om op de vele vragen die hier liggen in te gaan. Dr. H. Bavinck zegt in zijn bekende Gereformeerde Dogmatiek terecht dat het Nieuwe Testament volstrekt geen leer geeft over de tijd van de wederkomst van Christus en dat het zaak is om bij de verschillende teksten die overeenkomen van Christus' spreken, je af te vragen op welk komen de Heere precies doelt. Want komen en komen is twee. Nu eens moeten we denken aan een komen van de verhoogde Christus door Zijn Woord en Geest naar de wereld van na Pinksteren. Door dit komen wordt het Koninkrijk Gods op aarde gesticht en uitgebreid. Dan weer moet de blik helemaal naar de einder van de wereldtijd worden gericht, wanneer Hij de kroon zal zetten op heel Zijn werk.

Als een dief in de naclit

Wat het komen op de jongste dag betreft, met zekerheid is vast te stellen dat geen schepsel de tijd ervan weet of bij benadering kan berekenen. Men heeft dat wel steeds weer geprobeerd. Bij de overgang van het jaar 999 in het jaar 1000 van onze jaartelling dacht men dat het tóen echt zou gaan gebeuren, want stonden niet alle cijfers op het punt te veranderen? Velen hielden er ook rekening mee toen het jaar 2000 zich aandiende. Rond eeuwwisselingen treffen we dit verschijnsel ook aan. Vlak voor het aanbreken van het jaar 1900 bijvoorbeeld begaven velen zich naar de Mont Blanc om op deze hoge berg de wederkomst van Christus af te wachten. De Schrift zelf snijdt zulke overspannen verwachting echter bij de wortel af. Uit heel het onderwijs van Christus wordt duidelijk dat deze dag weliswaar voor de gelovigen niet onverwacht komt, wel onverwachts. Christus zegt: Maar van die dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in de hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader' (Mark. 13 : 32). Daarom roept Hij de Zijnen op tot waakzaamheid, omdat zij niet weten in welk uur hun Heere komen zal (Matth. 24 : 42). Het is de tijd 'die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft' (Hand. 1 : 7). Wanneer zelfs Gods Zoon naar Zijn menselijke natuur dag en uur niet weet maar dat geheimenis geheel bij de Vader laat, moet niemand de euvele moed hebben hier te gaan rekenen. Aan de christenen in Thessalonika schrijft Paulus wel dat ze zich door niets of niemand moeten laten wijsmaken dat de dag van Christus aanstaande zou zijn. Die dag komt niet vóórdat de grote afval is gekomen en de antichrist in vol ornaat op het wereldtoneel is verschenen (2 Thess. 2 : 1 vv). De dag des Heeren zal desalniettemin komen als een dief in de nacht zo leert Christus ons in Zijn gelijkenissen over de jongste dag (vgl. ook 1 Thess. 5 : 2; 2 Petr. 3 : 10; Openb. 16 : 15). Dat die dag komt is dus zeker, is Woordvast. Het wannéér ligt echter verborgen in Gods raad en is daarom gehuld in de sluier van wat nog komen moet.

De tekenen der tijden

We wezen zojuist op Paulus' vermaan aan de Thessalonicensen om zich niet van de wijs te laten brengen door allerlei geschrijf en gerucht over een zeer nabij zijn van de wederkomst. Aan die komst gaat namelijk nog het één en ander vooraf zo hoorden we. Ook de Heere Zelf heeft allerlei gebeurtenissen aangewezen die aan de jongste dag voorafgaan: e tekenen van de eindtijd! Zij willen de Kerk er voortdurend aan herinneren dat haar Heere echt komt (Matth. 24 : 4-14). Als negatieve tekenen zijn te noemen: alse 'Christussen' die velen zullen verleiden, de vele oorlogen, opstanden, hongersnoden, besmettelijke ziekten, aardbevingen en verdrukking en vervolging van de gelovigen, het toenemen van de afval en het verkillen van de liefde van vele christenen, de opmars van de valse profetie. Het positieve teken is dat het evangelie heel de wereld zal bereiken. In onze tijd willen velen ook de staat Israël als positief teken waarderen van het naderen van de dag des Heeren.

Bij al deze tekenen moet bedacht dat ze niet zijn gegeven om ermee aan het rekenen te slaan. De Bijbel is geen spoorboekje met vertrek-en aankomsttijden. Wel willen ze opscherpen en waakzaam maken en houden. De beide achter ons liggende wereldoorlogen, het geweld en de terreur in onze dagen, de neergang en verbrokkeling in kerk en samenleving, de aardbevingen en de recente tsunami, de valse theologie en toenemende zedelijke verwildering zijn even zovele signalen dat de Heere komt. De zojuist genoemde negatieve gebeurtenissen zijn voor ons niet meer alleen de bittere gevolgen van de zondeval maar door het woord van Christus ook tot teken gemaakt van de toekomst. Ze zijn Gods megafoon om het mensdom te doen horen: de Rechter van hemel en aarde is in aantocht! Daarover de komende keer meer.

P. Vermeer, Wilsum (D)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's